DE DOCHTER VAN ALVA. Zoo naar? AKKERjCACHEIS HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.T.) VAN MAANDAG 8 JANUARI 1934. N®. 6. KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND Wordt ge weer gekweld door die nare pijnen, waardoor Ge Uw werk niet meer kunt blijven verrichten. Neem nu toch eens één of twee "AKKERTJES" die Uw pijnen zullen verdrijven en U ook in deze dagen fit en opgewekt zullen maken. 9 AKKERTJES MIDDELBURG. fWordt vervolgd.) Schandalen-reeks: Brussel, Bayonne, Brussel. Er bestaat op grond van wat de historie leert een theorie, die ver klaart, dat leelijke gebeurtenissen vrij wel nooit als eenlingen plegen op te treden; en we hebben een Neder landsch spreekwoord en spreekwoor den zijn maar al te vaak ontsproten aan bittere levenservaringen dat een on geluk zelden alleen komt, Zoo nu én dan krijgt men gelegenheid, die dingen aan de praktijk van den dag te toetsen, en deze laat dan ervaren, dat de ge schiedenis zich inderdaad herhaalt. Momenteel is het weer eens de cate gorie: „schandalen", die de theorie be vestigt, In luttele weken tijds hebben we er niet minder dan drie van buiten gewoon formaat te verwerken gekre gen. Brussel opende de rij, met een misse lijke corruptie-affaire, waar hooge po- litie-autoriteiten in betrokken waren. Nauwelijks luwde de opschudding, hier door verwekt, of uit Frankrijk komt be richt van een genaturaliseerden Kus, die zich de „vriendschap" van een aantal hooggeplaatsten wist te verzekeren en daardoor gedekt, fantastische oplichte rijen kon plegen. Tenslotte is 't opnieuw Brussel, dat in bedenkeiijken zin van zich doet spreken, ditmaal met justiti- eele ambtenaren, die aan hun tracte ment niet genoeg meenden te hebben en er dus wat bij gingen verdienen. Het laatste geval lijkt nog een beetje smeriger dan het benzine-zaakje van de Brusselsche politie-autoriteiten. De hoofdrol er in wordt gespeeld door een ex-priester, die in den oorlog aalmoe zenier in het Belgische leger was, doch die naderhand zijn geestelijk gewaad met wereldsche modder bevlekte en uit eindelijk naar ongure kringen afzakte Dit verhinderde intusschen niet, dat Ve- reecke zoo heet de man in rela tie kwam met den secretaris van het parket te Brussel en een paar hooge ambtenaren van het departement van justitie. Met behulp van deze menschen wist hij lieden, die wat op hun kerfstok hadden en deswege onvrijwillig logies genoten, op vrije voeten te krijgen als ze tenminste een „kleinigheid" voor hun vrijheid over hadden. Vereecke hield zelfs spreekuur voor deze zaakjes. In een obscuur koffiehuis konden ver wanten en kennissen van gedetineerden hem op gezette tijden raadplegen. „Agenten" als hoedanig verschillende kroegbazen uit de Brusselsche onderwe reld fungeerden, brachten hem geregeld deze klanten aan. Het schijnt, dat hel „bedrijf" geruimen tijd gesmeerd geloo pen heeft en tallooze delinquenten door de vriendelijke interventie van Ve reecke de gevangenispoorten voor zich open zagen gaan, zij het dan, dat ze er grof voor moesten betalen. Natuurlijk deelde de ex-priester den buit met zijn handlangers eenerzijds de heeren van de justitie, anderzijds de exploitanten van obscure café's. Maar ook hier is de kruik weer zoo lang te water gegaan als ze brak. Op het oogenblik zit het stelletje achter slot en grendel. En er is vermoedelijk geen Vereecke de Tweede, die hen wel eventjes verlost. Er is in dit geval iets onbegrijpelijks. Men moet zich afvragen, hoe ter we reld hooggeplaatste ambtenaren zich konden inlaten met een klaarblijkelijk misdadig individu en zich hebben laten vinden voor een spel, waarvan het eind niets anders dan een catastrofe kon zijn. Trouwens een soortgelijke vraag valt bij dergelijke aangelegenheden altijd te stellen. Men zie maar eens naar het schandaal van Bayonne, waar de laatste dagen nog wat meer bijzonderheden over uitgelekt zijn. Die Rus Stavisky door ARCHIBALD CLA VERING GUNTEK 84). Nauwelijks heeft zij dat gezegd, of 't meisje springt uit de armen van Guy en fluistert: „Wat is dat? Luister eensl bij den hemel, het is Alida!" Yvant een zacrt gejammer komende ergens uit een verwijderd vertrek, dringt tot de kamer door. „Ja, 't is Ali da I Het laffe wezen heeft haar gesla gen!" roept zij, als nogmaals een smar telijk gekerm haar oor treft, En ais een pijl uit een boog snelt Hermoine de Alva met toornige blik ken en wraak op haar gelaat, de kamer uit. Guy vo.gt haar, doch kan haar haast niet bijhouden, 'n Gang inslaande aanschouwt hij, nadat het meisje met 'n smak een deur heeft opengeduwd, een wonderlijk tooneel. Het is de kamer der duenna. Daar staat de gravin de Parisa met opgehe ven zweep in de hand, en voor haar kruipt Alida over den grond. Maar de zweep daalt niet op haar neer. Met een sprong als een jonge tijgerin rukt Hermoine dezen uit de hand van de ver baasde gravin. j „Hoe durft u mijn kamer binnendrin gen?" roept de duenna. „Hoe durft u iemand te slaan, die aan met zijn bank van leening lijkt haast het product van een fantastischen roman schrijver. Toen hij in Frankrijk verzeild raakte, bezat hij geen cent, kende geen mensch hem, zwierf hij zoon beetje langs den zelfkant der samenleving. Op eens echter verschijnt hij dan in mon daine badplaatsen in het Zuiden van Frankrijk, voert een weelderig leven, speelt valsch, licht op enblijft op vrije voeten rondloopen. Hij had veroor deelingen achter den rug uit een vroe gere periode, maar.... toonde aan wie er naar vroeg, een uittreksel uit de strafregisters, die getuigden, dat hij niets op zijn geweten had. Waar hij zich ver toonde, werd over hem gefluisterd, doch hij kreeg overal toegang en verzekerde zich voor zijn verschillende ondernemin gen hoe bedenkelijk ook den steun van menschen met naam. Er zit in dit alles ontzettend veel duisters. En hoe meer bijzonderheden er gepubliceerd worden, hoe meer de duisternis toe neemt, Tenslotte wordt men niets van den achtergrond, waarop de dingen zich afspeelden, gewaar. En zeer vermoede lijk zal deze achtergrond wel zorgvul dig bedekt blijven ook. Die invloeden, die Stavisky in staat stelden, zijn spel te spelen en die hem uit de handen der politie hebben gehouden, hebben daar natuurlijk het grootste belang bij. Er hangt hen al veel te veel vuile wasch buiten. Alleen wanneer machtiger te gen-invloeden werkzaam werden, zou volkomen licht over de zaak kunnen op gaan. Maar daarvan is momenteel nog niet veel te merken. Verbetering noodzakelijk we gens toenemend scheepvaart verkeer. Vreemde medezeg genschap over de tusschenwa- teren wordt categorisch van de hand gewezen. Verschenen is de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut der onteigening voor verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland en verhoo ging van de spoorbrug over dat kanaal bij Vlake. Op de eerste plaats zet de regeering hierin uiteen, wat de bedoeling is van de werken, die 't wetsontwerp beoogt; n.l. aan het kanaal door Zuid-Beveland zoo danige werken uit te voeren, dat tege moet wordt gekomen aan de bezwaren, welke de scheepvaart op dat kanaal on dervindt van de te lage ligging en de te geringe doorvaartwijdte van de spoor wegbrug te Vlake en de brug voor ge woon verkeer te Schore en van de te ge ringe breedte van het kanaal. Daartoe zullen die bruggen tezamen op één on derbouw worden aangelegd nabij Vlake, op een zoodanige hoogte, dat nagenoeg de geheele vaart onder het vaste ge deelte dier bruggen zal kunnen passee- ren en dus zonder hinder voor het ver keer te land. Boven een tweede doorvaartopening dier bruggen zal een beweegbaar gedeel te worden aangebracht, dat de hooge schepen, die het kanaal bevaren, zal kunnen doorlaten. Wat de verbreeding van het kanaal betreft, daarvoor is noodig den kanaal dijk aan die zijde van het kanaal waar de verbreeding moet worden gemaakt, te verleggen. Deze wordt dan zoover buitenwaarts verschoven, dat een mo gelijke verdere verbreeding in de toe komst uitvoerbaar is, zonder dat men dan opnieuw zou moeten vervallen in de kosten eener volgende dijkverlegging. De noodzakelijkheid van zoodanige ver dere verbreeding bestaat naar het oor deel van de regeering voor het oogen blik nog niet. Men wil thans niet ver der gaan dan zoover, dat aan de geop perde bezwaren wordt tegemoet geko men. De historie. De plannen zijn reeds van ouden da tum. Toen in 1913 het op- en afgaand scheepvaartverkeer ongeveer 17.000.000 ton bedroeg, gaven klachten over de spoorwegbrug bij Vlake en over de vaart in het kanaal reeds aanleiding tot het opmaken van een voorontwerp voor de verbetering van die brug en verbreeding van het kanaal. Ten gevolge van de oorlogsom standigheden werden de plannen echter niet verder uitgewerkt; ook omdat toen de scheepvaart weer afnam. Later is op nieuw een toeneming gevolgd en wer den er successievelijk verbeteringen aan het kanaal aangebracht, welke de regeering thans in boven aangegeven zin wenscht voort te zetten. Geen vreemde medezeggen schap. Vervolgens wordt gewezen op het streven, dat zich in de Centrale Com missie voor de Rijnvaart heeft geopen baard, om den aldaar vertegenwoordig den regeeringen meer zeggenschap over onze tusschenwateren te verschaffen. Te dien aanzien verklaart de regeering nadrukkelijk, dat haar plannen haar louter zijn ingegeven door den onvoldoenden ver- keerstoestand, die verbete ring vereischt. Nederland heeft ten deze aan derden geen belofte gedaan. Een stel lige uitspraak, dat zij vreem de medezeg genschap over de Nederlandsche Tusschen wateren energiek en catego risch van de hand heeft gewezen en zal blijven w ij zen, kan de regeering zonder bezwaar afleggen. De kwestie met België. Zooals gezegd, acht de regeering de verbetering van het kanaal noodzakelijk in verband met de toeneming van het scheepvaartverkeer. Zij beoogt daarme de geenszins een afweermiddel te scheppen tegen den eisch van een ande re verbinding te water tusschen Rijn en Schelde. Immers naar haar oordeel heeft niemand een anderen weg te eischen, daar Nederland voldaan heeft en blijft voldoen aan de verplichtingen, welke het in 1839 op zich heeft genomen om, als een der Tusschenwateren in casu het Kreekrak door natuurlijke ge beurtenissen of werken van kunst on bruikbaar zou worden, een anderen weg aan te wijzen, welke even veilig en even goed en gemakkelijk zou zijn als de af gesloten weg. Daaraan heeft Neder land voldaan, want het kanaal door Zuid-Beveland biedt een weg, die niet alleen even veilig, even goed en gemak kelijk is, maar een weg, die veiliger, be ter en gemakkelijker is, dan de in 1867 afgeslotene. Wanneer Nederland dan ook te eeni- ger tijd uit vrijen wil een anderen vaarweg mocht willen toestaan, zou dit zijn geheel los van de verplichtingen, welke het scheidingsgedrag van 1839 oplegt en zou dit, al naar Nederland dat verkoos, kunnen geschieden bin nen het kader, dan wel van de z.g. his- torisch-geografische grenzen der schei dingslijnen. In dit verband wordt verder nog op gemerkt, dat zulk een nieuwe vaarweg de verbetering van het Kanaal door Zuid-Beveland niet overbodig zou ma ken. De regeering is n.l, van meening dat zooveel schepen dit kanaal zouden blijven volgen, dat er aan verruiming in geen geval is te ontkomen. De opmerking van verscheidene zij den gemaakt, dat het samenstel van subsidies en premies, van Belgische zijde verleend aan het verkeer tus schen Belgische havens en den Rijn, schadelijk is voor het Rijnverkeer der Nederlandsche havens, erkent de re geering als juist, rZulke maatregelen van een mededinger op transportgebied mogen echter niet er toe leiden om een werk van algemeen nut achterwege te laten, noch de Nederlandsche regee ring ertoe brengen na te laten, wat zij tegenover eigen schippers een plicht acht, „Te veel wordt de indruk gewekt, alsof de vaart door het kanaal door Zuid-Beveland een uitsluitend Belgisch belang is. Dit is een onjuiste voorstel ling van zaken, die rechtzetting be hoeft. In de eerste plaats is een der gelijke voorstelling onjuist, omdat de schepen voor ongeveer 71 pCt. naar het aantal en 47 pCt. naar de tonnenmaat Nederlandsch zijn. Nederland is voor nog grooter percentage bouwer dezer schepen, en onze goed uitgeruste indu strie aan de Noord en de Merwede heeft steeds haar groot aandeel gehad, niet alleen in den bouw der schepen en sleepbooten, maar ook in de jaarlijk- sche onderhouds- jen herstelLIngswer ken. Reeds uit dien hoofde heeft Ne derland een niet te verwaarloozen be lang bij de ontwikkeling der vaart op de Tusschenwateren." De Memorie van Antwoord besluit tenslotte als volgt: „Of België zal overgaan tot verzach ting der voor onze Rijnvaart minder gunstige maatregelen, als Nederland zijn tot dusver gevolgde politiek blijft vol gen, valt niet te voorspellen. Neder land kan zeker ook denken aan tegenmaatregelen". TABAK-ACCIJNS. De verhooging treedt op 1 Maart in werking. Naar de N. R. Crt. verneemt, ligt het in het voornemen van den minister van financiën te bevorderen, dat de wet van 29 December 1933 tot verhooging van den accijns op tabak in werking treedt met ingang van 1 Maart a.s. Na dien datum zal nog gedurende kor ten tijd vermoedelijk tot 1 April a.s. de gelegenheid openstaan cadeaux af te leveren voor bonnen en dergelijke aanwezig in verpakkingen, die op 1 Maart a.s. in het vrije verkeer waren. De voor de accijnsverhooging te ge bruiken tabakszegels zullen in ieder ge val ongeveer een maand vóór de invoe ring van den verhoogden accijns worden verkrijgbaar gesteld. EEN UNIEKE SAMENKOMST. De Minister van Defensie heeft gun stig beschikt op een verzoek van den oud-commandant van de voormalige be zetting 19141915 van Fort Honswijk om aldaar op Hemelvaartsdag 10 Mei a.s. een kameraadschappelijke samen komst te mogen houden van leden van de voormalige bezetting. Deze leden, thans burgers van allen rang en stand, Nederlandsch Ongeëvenaard tegen Hoofd pijn, Kiespijn, Rheumatische pijnen, Zenuwpijn, Vrouwen- pijnen. Per 12 si. slechts 50 ct Volgons recept van Apotheker Üumont Product (Ingez. Med.) (Ingez. Med.) mij toebehoort?" „Neem mij niet kwalijk, donna de Alva,'' hoont de gravin, „dat meisje heeft uw vader mij gegeven. Geef mij de zweep terug om mijn bestraffing voort te zetten." „Nooit! Alida is van mij; ge hebt haar mondeling aan mij overgedragen; haar ïeb ik lief, haar bescherm ik; het is mijn Alida, O, gij wreed wezen! Ge wilt uw zweep terug hebben? Nu, dat zal gebeuren!" En als een godin der wrake staat zij voor de bevende duen na, die een kreet van angst slaakt. Doch Guy grijpt den blanken arm, die reeds is opgeheven „Maar ik doe het, als zij het meisje nog eenmaal durft aanraken!" zegt Her moine hartstochtelijk tot Guy. Op vriendelijken toon gaat zij dan voort: „Ga naar mijn kamer, Alida, en bliji daar. Daar kan je geen kwaad gebeu ren." Maar dan vaart zij weer uit: „Als zij het waagt je met een vinger aan te raken, zal ik zelfs haar grijze haren niet sparen!" „Goede genade! Mijn pruik!" jammert de gravin, en zij laten haar alleen, ter wijl haar handen door haar schaarsche lokken woelen. Zij zijn onverwacht de kamer van een vrouw van onzekeren leeftijd binnengedrongen, en de gravin maakt zonder haar valsch haar en an dere kunstmiddelen om den invloed er jaren te verheimelijken, een verre van, aantrekkelijken indruk. Maar nu zietfhaar willen verliezen en daarom loopt ,iij liever kans op haar verwijten en .oorn, wanneer hij haar tenslotte maar zijn vrouw tegenover God en de men schen mag noemen. Maar daarvoor valt nog heel wat te doen. En zich uit haar armen losmakend, zegt hij haar vaar wel: „Morgenavond, om negen uur pre cies. Denk er aan; ik heb een water zij er terugstootend uit, want bij de ver woesting door de jaren aangericht, voegt zich de uitdrukking van duivei- schen haat. Terwijl Guy zijn geliefde naar haar vertrekken terugvoert, fluis tert hij: „Heb je gelet op de uitdrukking van haar gelaat? Ze is nu voor haar le ven je doodsvijandin." „Bah! Wat maal ik daar om?" ant woordt Hermoine met een hooghartig lachje. Daarna zegt zij liefkoozend: „ïk ben blij, dat je verhinderd hebt, dat ik me tot haar peil verlaagde, Ik zou me er achteraf over geschaamd hebben, a.te ik haar had aangeraakt. Wanneer de moederkerk ons vereenigd zal hebben, zal de zelfbeheersching van mijn man een invloed ten goede hebben op mijn al te groote voortvarendheid." Deze uiting van vereering vervult Guy met schaamte, want als hij met zijns ge lijken overhoop ligt, is hij danig onhan delbaar, zelfs soms wreed en bloeddors tig, en tegenover zijn matrozen neemt nij al gauw de marlpriem en het eindje touw ter hand, als het er op aan Komt de tucht op zijn schip te handhaven. Maar ook de lofzang, die Hermoine over hem doet hooren, brengt Chester er toe zich af te vragen of hij haar niet moet onthullen, dat hij bij zijn vrijage met haar, een ander is geweest dan de Guido Amati, dien zij meent lief te heb ben. Maar om niets ter wereld zou hij feestje voor je op touw gezet. De maan zal dan wel nog niet op zijn, maar voor we terugkeeren zal ze aan den hemel staan. Wil je morgenavond met mij een tochtje op het water maken, lieveling?" „O, ja, zelfs wel vanavond, als je het me vroeg", antwoordt het meisje lach ende, Dan vervolgt zij ernstig: „Als va der slechts hier was; dan konden wij hem medenemen." „God beware me!" roept haar min naar met ontzetting uit, „O, wees maar niet bang, ik draai den hertog van Alva om mijn vinger!" Met een kushand neemt zij afscheid van Guy en het hoofd vervuld met die gedachte, snelt donna Hermoine huis waarts. Deze omschrijving van haar invloed op Philips' onderkoning brengt plotse ling wijziging in de droomen hunner jonge liefde. Den volgenden dag in den namiddag, komt met kletterende wapens en met stof bedekt, de hertog van Alva, verge zeld van een dertigtal stoere ruiters waren in 19141915 officieren, onder officieren, korporaals en manschappen van de infanterie, artillerie, genie en van het hospitaalpersoneel. Ook hun familieleden mogen tot het fort worden toegelaten. Dit is gelegen aan de Lek, nabij Schalkwijk. Nu al reeds zijn ongeveer vijfhonderd perso nen te verwachten. Dit aantal kan nog grooter worden. Zij komen uit 177 ver schillende en zeer verspreid liggende woonplaatsen. De uiterste zijn Terschel ling, Loppersum, Maastricht en Vlissin- gen. DR. H. TH. S'JACOB TREEDT AF. De Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, dr. H. Th. s'Jacob, heeft ontslag verzocht met ingang van 1 Maart a.s. Naar wij vernemen, houdt dit verzoek verband met het feit, dat dr. s'Jacob binnen afzienbaren tijd den 65-jarigen leeftijd zal hebben bereikt en met den gezondheidstoestand van mevr. s'Jacob. WERKNEMERSORGANISATIE DER N. S. B. Naar van nationaal-socialistische zijde wordt gemeld, heeft de N. S. B. een na tionaal-socialistische werknemersorga nisatie opgericht. Zij telt momenteel 15 afdeelingen. DE MOTOR- EN RIJWIELWET. Vrijdagavond hield in een der zalen van de Sociëteit St. Joris de heer R, A, Avink, inspecteur van politie eerste klasse alhier de laatste van een drie tal lezingen in dit seizoen betreffende de Motor- en Rijwielwet en bijbehoo- rende beschikkingen voer de diverse Cursussen van het Instituut voor Auto Technisch Onderwijs A. T. O, Op zeer duidelijke en overzichtelijke wijze zette de heer Avink de strekking der verschillende artikelen uiteen. Lichtbeelden en een verkeersfilm gaven een uitstekend overzicht van de wijze, hoe men op den weg wèl en hoe men cp den weg niet heeft te handelen. aangegaloppeerd naar Hermoine's land huis en wordt door zijn dochter vol lief de ontvangen. Het meisje snelt hem tegemoet meV den uitroep: „Ik dacht niet dat u zoo vroeg hier zou zijn; uw brief sprak van vier dagen!" En zij maakt een buiging voor hem, maar hij springt van zijn paard, zijn slangenoogen spreken van liefde voor het eenige wezen, dat bij 't klimmen zijner jaren zijn hart heeft ge wonnen en zijn k'nd omhelzend, vraagt hij: „Spijt je dat, mijn Hermoine?" „Spijten dat u gekomen is? Ik ben er verrukt over!" „Je moet weten", gaat de hertog voort, terwijl hij met haar het huis bin nengaat, „dat ik nadat ik je geschreven had, een bode kreeg u:t Antwerpen, die me dusdanig nieuws van den bevelheb ber d'Avila bracht, dat ik het noodig vond voor een paar dagen naar de Ci tadel terug te keeren." Dat was waar, want onder een breed voerig verslag over mi.itaire aangele genheden, versterkingen, wapens en ammunit'e, en verschillende bijzonder heden van de bezettingen van Brabant en Vlaanderen, had Sanchi d'Avila bij wijze van postcr'ptum geschreven: „Apropos het zal uw Hoogheid belang inboezemen te vernemen, dat uw oude gepensioneerde, de eerwaardige Rode- rigo vier dagen geleden is overleden."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5