EEN NOKT (II KITH WERKMOGEUJKHEID GEMEENSCHAP UITZICHT. HALSHEREN. Vleeschextract, uitsluitend uit vleesch getrokken, helpt zieken en verzwakten door zijne verster kende en opwekkende werking het wekt den eetlust op, verlicht de verteerbaai heid der spijzen, en geeft aan deze een fijnen, vol len smaak. Potten vanaf 45 cents. willen medewerken en die door een wellicht onopzettelijk verzuim buiten gesloten blijven. Al deze overwegingen te samen leidden tot oprichting der Oranjevereeniging. Maar reeds in de eerste vergadering is vastgelegd, dat men alleen zal optreden in overleg met „Uit het Volk", Hierna was het woord aan mr. P. Dieleman, die zeide zich aan te sluiten bij de gedachten van den voor zitter en die ook meende, dat men geen positie in mag nemen tegenover „Uit het Volk". Dit natuurlijk niet, omdat die vereeniging een heel ander karakter heeft dan een Oranjevereeniging. „Uit het Volk" meent zoo een beetje het mo nopolie voor de Oranjefeesten te heb ben. Het moet erkend, dat zij die goed organiseert en waarom zou men haar dan moeten verdringen. Maar men moet meer rekening houden met alle kringen der bevolking en niet een eenzijdig be- bestuur hebben. In de Oranjevereeni ging zullen ook personen van alle rich ting een plaats vinden en de vereeniging zal anders zijn dan „Uit het Volk". De beide vereenigingen moeten steeds voe ling met elkaar hebben en dit kan als men een bestuurslid van de eene ver eeniging ook in het bestuur van de an dere opneemt. Spr. juicht het toe dat de Oranjevereeniging een algemeene zal zijn. Dit wil toch niet zeggen anti-chris telijk, want dat zou juist niet zijn in den geest van Oranje en niet nationaal. Men kan niet spreken van een neutrale ver eeniging, want er is niets neutraal, maar allen, die medewerken, erkennen Gods kracht en Scharen zich onder de banier van Oranje. Spr. schetst dan hoe Neder land steeds was het land van de vrij heid en hoe het Oranje was, die steeds pal stond voor die vrijheid. Spr. her innerde aan het optreden van Willem I voor de Katholieken te Gent en de doopsgezinden te Middelburg. Oranje hoort bij Nederland en Neder land aan Oranje. Het zit hem niet alleen in het feesten om van de Oranjeliefde te getuigen, maar dit zit veel dieper. Men moet dui delijk doen uitkomen, wat Oranje steeds voor Nederland beteekend heeft. Men kan dit doen door het doen houden van lezingen en voordrachten. Men moet een band hebben met andere vereenigin gen van gelijke strekking in ons land. Men moet een ieder overtuigen van „Onder den Oranjeboom, geen gevaar". Ook in deze tijden moet men opkomen voor de vrijheid van consciëntie. Men moet voor Prinses Juliana een volk be reiden, waarvan zij zal zijn het nationaal symbool. De voorzitter meende, dat mr. Dieleman in zijn woorden volkomen heeft neergelegd, wat Oranje voor Neder land is. De heer W. de Graaf, voorzitter van „Uit het Volk", bracht dank voor de uitnoodiging aan het bestuur dier ver eeniging. Spr. meende, dat „Uit het Volk" ten opzichte van het herdenken van Oranjedagen steeds veel heeft ge daan. Reeds in 1873 zorgde zij voor een feest bij het bezoek van Koning Willem III en zijn echtgenoote. Daarna heeft zij meermalen op 19 Februari voor herden kingen gezorgd, niet te vergeten in 1898 bij het aanvaarden der regeering door Koningin Wilhelmina. Zij heeft dit ge daan bij het huwelijk van de Koningin, bij de geboorte van de Prinses, bij re- geeringsjubileums, bij den 50sten ver jaardag van de Koningin en dit jaar bij de Willem de Zwijgerherdenking. Sedert 1898 zorgt zij steeds voor een of ander op 31 Augustus, Dat er meer middelen zijn om de Oranjeliefde op te wekken, (Speciaal met het oog op het platteland.) II. Wie niet werkt, eten. zal ook niet Salomo. Werken, dat is het eenige heilzame middel tegen de ziekte van onze tegen woordige maatschappij. Salomo heeft heeft voor alle eeuwen het richtsnoer ge spannen: wie niet werkt., zal ook niet eten. Dit woord is op onzen tijd echter alleen in ironisch-tegengestelden zin van toepassng: er zijn millioenen die niet kunnen werken, en ze moeten noch- thans eten. Ze hebben er recht op. Hoe die knoop uit elkaar te halen? We denken aan alles wat door over heid en vanwege particulier initiatief tot stand gebracht werd voor uitbreiding der werkmogelijkheid. Door steun kwee ken we een slap geslacht en door gaven van het Crisiscomité wordt het eigenlijk niet veel beter. We zijn het er allen wel over eens: het deugt niet, 't is lapwerk. En wat zal er gebeuren met diegene, die buiten regeeringssteun en buiten werk verschaffing gesloten wordt? De oude ren boven de leeftijdsgrens, maar boven al de rijpere jeugd? Het is geen wonder, dat de regeering zoo nadrukkelijk wijst op bijzondere zorg voor de rijpere jeugd op het platteland. In een stad als Rotter dam is het aantal jeugdige werkloozen (1424 jaar) plm. 14.000, in Amsterdam idem. In de steden valt er aan werkmo- gelijkheid haast niet te denken. Wie zal zal dat heirleger met werk voeden? En toch gaat de jeugdorganisaties de rich ting uit om productief werk te zoeken, het zij door cursussen, het zij door hand erkent spr. gaarne, maar die kosten dan ook weer geld. Ook „Uit het Volk" heeft lezingen doen houden en zou zeker nog meer doen, als de kas het toeliet. Het doet spr. onaangenaam aan, dat" men destijds beweerde dat „Uit het Volk" met de Willem de Zwijgerherdenking niet genoeg heeft gedaan. Men liet prof. Van Hamel spreken, alle vereenigingen konden mede defileeren, kinderen van alle gezindten zongen samen liederen. Spr. wees op een bij „Uit het Volk" ontvangen schrijven van 22 heeren, die den eisch stelden, dat „Uit het Volk" iederen Oranjedag iets zal doen. Van die heeren waren er slechts drie lid van „Uit het Volk". Spr. vraagt of men het nu gewenscht vindt, dat in een stad met 18.000 inwoners twee vereenigingen zijn met een gelijksoortig doel. „Uit het Volk" doet wat het kan, maar het is toch zeker een zaak van wijs beleid, niet te ver te gaan. Spr. wijst qp de groote versnippering op alle terrein in ons land. Destijds hebben de heeren Vah Woelderen en Sprenger, die zich belast had met het contact zoeken met Oranjevereenigingen, juist geadviseerd er te Middelburg geen op te richten. In verband met de pogingen tot splitsing, wijst spr. op den Nederlandschen Leeuw die sterk is met de zeven pijlen. Maar iedere pijl afzonderlijk heeft om zoo te zeggen geen kracht. De V o o r z. zeide het niet over de Willem de Zwijgerherdenking te hebben gehad. Spr. is zelf lid van „Uit het Volk" en komt er tegen op dat de leden nim mer eens te hooren komen wat staat te gebeuren. Spr. wijst er op, dat „Uit het Volk" op 30 April toch niets heeft ge daan. Met 31 Augustus zijn geen verzoe ken om deel te nemen gedaan. De tijden zijn anders geworden het is niet meer zoo, dat de gekken prijzen, wat de hee ren wijzen. Men wil nu zelf medewerken. Het andere deel der bevolking wil ook deelnemen. Spr. weet van het schrijven van de 22 heeren niets af en keurt het ook niet goed. De huidige actie zal het bestuur van „Uit het Volk" nog wel actiever ma ken. Het voordeel is dat een Oranjever eeniging steeds bij de hand is, op welks dagen ook. Men wil op deze wijze meer terrein bestrijken. Spr. begrijpt, dat de heer De Graaf opkomt voor zijn ver eeniging. De middelen van de beide ver eenigingen zijn verschillend, maar men zal komen tot een vollediger program ma. Mr. R. M. van Dusseldorp zeide ter vergadering te zijn gekomen om dat het ging over Oranje, oVer de Koningin, maar ook opdat hij hoopte dat de een heid niet zou worden verstoord tusschen hen, die voor Oranje zijn en waarbij spr. niet onder wil doen. Spr. herinnert aan de mooie feestviering in 1930, aan het feit, dat de Commissaris der Koningin en de burgemeester „Uit het Volk" be schermen. Spr. juicht het toe, dat de heer De Graaf een koninklijke onder scheiding heeft gekregen, waarin spr. 'n huldiging van de geheele vereeniging ziet. Spr. meent o.a. nog, dat er wel plaats is voor beide vereenigingen, maar naast elkaar, te meer nu het duidelijk is, dat men niet zal concurreeren. Het or- ganiseeren van feesten moet men aan „Uit het Volk" overlaten. De Oranjever eeniging heeft dan nog haar zorg om de kennis over Oranje te hernieuwen. De v o o r z. herhaalde, dat steeds zijn bedoeling was, dat men moet samen werken. De heer Dieleman zette nogmaals in het kort uiteen het verschil tusschen beide vereenigingen. Men moet zich in werk. En waar men zoekt wordt ook al tijd gevonden Na de stad komt ook het platteland aan de beurt. We doen goed ons daarop terdege voor te bereiden, opdat de fei ten ons niet overrompelen. Het platte land heeft waarschijnlijk nog een paar harde jaren voor de boeg. Nu is dat op zichzelf het ergst niet; nood brengt de menschen bijeen, die anders gescheiden marcheerden. En als op het oogenblik de gemeenschapsgedachte nog niet gerijpt is, dan komt dat veeleer omdat we sa men nog niet gennoeg tusschen de tang der tijdsomstandigheden zijn gewrongen. Zoo gauw het nijpender wordt moet het daarheen: gemeenschappelijk zoeken naar mogelijkheden. Op onze dorpen is in deze richting veel meer te doen dan we denken. Het blijkt nu reeds dat verschillende groepen el kaar naderen. En deze richting moet het ook uit. Wie zou er vroeger aan gedacht hebben dat polderbesturen, boeren, ge meentebestuur en arbeiders gezamen lijk overleg zouden plegen om werkmo gelijkheid te scheppen? Verscheidene dorpen in Zeeland zoeken langs dezen weg de oplossing. O ja, we kunnen ons best verschuilen achter ik weet niet hoeveel bezwaren. Die zijn er inderdaad. Maar het belang dat hier op het spel staat is oneindig veel grooter: hoe zullen we gezamenlijk aandeel nemen, in wat vooral één groep van de bevolking treft, n.l, dat haar den pas tot werken is afgesneden? Het antwoord is heel eenvoudig. We moeten gezamenlijk helpen. Dat kan. Wie zich verschuilt achter bezwaren is of zelf nog nooit werkloos geweest, óf beseft niet, dat wat hij te veel heeft, de ander te kort komt. Niet allereerst in geld, maar aan levensvervulling. Wij stijven ons in de gedachte dat we elkaar den nieuwen toestand inwerken. De heer De Graaf bracht dank aan den heer Dieleman voor zijn woorden, voor Oranje moeten allen één zijn, aldus spr. Hij ontkende dat „Uit het Volk" meent een monopolie te hebben Op 30 April is niets gedaan, omdat het bestuur voor een tekort van 400 tot 500 van 24 April zat. Met zijn weten is nog nooit een vereeniging uitgesloten. Wat de be- stuursbezetting betreft, zegt spr. dat er reeds jaren een katholiek in het bestuur zit, vroeger zooveel mogelijk ook een Israëliet. Voor de protestants-christe lijke leden zat eerst de heer Enklaar, en toen de heer Coumou. Deze noemde 3 namen van opvolgers, maar allen be dankten. Toen was het te laat verder te zoeken, maar men wil gaarne weer iemand in het bestuur opnemen van die zijde. Hierna ging de vergadering over in een huishoudelijke, RAAD VAN MELISKERKE. School-herrie! MELISKERKE. In de gehouden Raads zitting, onder presidium van burge meester De Keijzer, werd het bekende adres over werkloosheidszorg van de S. D. A. P. afd. Zeeland voor kennisgeving aangenomen. De begrooting 1934 was door Ged. Staten goedgekeurd zonder eenige bij schrijving. Een circulaire van den R. K. Bond van Gemeente-ambtenaren en idem van den Ned. Alg. Bond van Ambtenaren in Ge meentedienst om de salarissen niet te verlagen werden voor kennisgeving aan genomen. Bij de circulaire van Ged. Staten over 12^ pet. korting kunnen B. en W. zich neerleggen De hr. S p r u ij t wil een grootere kor ting boven de pensioenaftrek nog 10 pet. dus in totaal 18 pet. De V o o r z. bestrijdt deze gedachte, en vergelijkt dan met de salarissen die gegeven worden bij het onderwijs, hier in dit dorp is het maximum van een hoofdonderwijzer ƒ3200 en voor^ den gemeente-secretaris 1600. Dit verschil is te groot en is onbillijk groot als daar nog 18% zou afmooeten. De heeren Spruijt en Franc- ke vinden deze nieuwe verlaging van 4 pet. veel te klein. De heeren Huijsman en De Buck vinden dat deze verlaging gelei delijk moet plaats hebben. In andere provincies zijn deze veel hooger, boven dien betaalt het rijk 75 pet. van de trac- tementen. Dit voorstel is naar hun mee ning redelijk en billijk. Hel voorstel wordt aangenomen, tegen de heeren Franche en Spruijt. Tegen de Oostburgsche automarkt is geen bezwaar. De commissie tot wering van school verzuim was geheel aftredend en werd met groote meerderheid van stemmen herkozen. Als lid van de Commissie voor plaat selijk schooltoezicht werd herkozen de heer K. Sturm. Alsnu kwam er een schoolkwestie aan de orde. De nieuwe Chr. school, uitgaande van de Ger. gemeente, vroeg gelden aan voor het bouwen van een nieuw lokaal plus leermiddelen enz., volgens art, 72 l.o.-wet 1920. B. en W. willen onder de wettelijke bepaijngen de Igevraagde medewerking verleenen. De hr. De Buck was geen bewon- alleen maar met geld kunnen helpen. Dat is niet waar. Er zijn duizenden an dere middelen. Eén van de meest aangewezene is: el kaar te vertrouwen. Het tweede middel is: werk mogelijk te maken voor hem die het vraagt, en daarnaast geldmidde len bijeen brengen om het plan uit te voeren. Stel u voor: een gemeente met pl.m. 10 ouderen, buiten werkverschaf fing gesloten, en pl.m. 20 jongeren, ook zonder werk. Een dorp van ongeveer 350 gezinnen. Ieder verplicht zich (niet als bijdrage voor bedeeling, maar als plicht jegens de gemeenschap) per week 30 cent bij te dragen; de rijken meer, de armen minder. Maar naast deze b ij dragen zoeken we werk. Per week wordt er dus ongeveer 100 opgehaald. Dit bedrag kan besteed wor den aan karweitjes bij particulieren, te betalen met bons a 1 per dag. Zoo zouden deze menschen 3 dagen per week losse karweitjes kunnen op knappen, zonder gevoel te hebben van de bedeeling te moeten leven, met nut tig werk tot gemeenschappelijk belang. Zou er in deze richting niets te bereiken zijn? En daarnaast ligt nog een ruim ar beidsveld voor polderbesturen, boeren, arbeiders en gemeentebestuur. Er is maar één voorwaarde noodig: gemeen schappelijk vertrouwen. Daar zit, dunkt me, de heele wereld op vast, de wereld in 't klein en ook de wereld in 't groot. Als arbeider moet je per sé op de keien zitten eer je mag vragen: waarom toch? Als boer ben je minstens een verdacht wezen: „Nee maar, jouw moet ik in de gaten hou den." Waarom toch? Laten we toonen dat we geen ver dachte wezens zijn. Laten we de handen uit de mouwen steken, opdat het praat je de wereld uitgaat als zouden we een LIEB1G I (Ingez. Med.) deraar van dit voorstel. In het belang der gemeente had spr. liever gezien dat het plan van den burgemeester suc ces had gehad, n.l. ruiling van de schoolgebouwen der oudste en nieuwe Chr. Schoolvereeniging. De eerste heeft een lokaal over en de laatste eenj tekort. De burgemeester heeft zich als arbiter tusschen deze twee organen geplaatst en heeft daar voor medewerking verworven zoowel, in Middelburg als in Den Haag. Spr. brengt den burgemeester daar welverdiende hulde voor. Helaas er was maar van één zijde me dewerking, de kerkelijke school wilde voor twee lokalen en geen 3 in ont vangst nemen, terwijl toch ook het drie lokalige schoolgebouw (hoofd de hr.. Flach) in prima staat verkeert. Dit plan zal opnieuw belastingpennin gen eischen, de burgerij mag dit publiek worden gezegd, zeer ongaarne zal spr. B. en W. volgen. De hr H u i s m a n is van dezelfde gevoelens, gaat dit plan door, dan zal door de schoolsplitsing in 1934 het on derwijs bijna dubbel zooveel kosten als in 1932, dan zal dit om en om 4000 zijn. Hij brengt ook den burgmeester lof voor zijn ijverige bemoeiingen. De aanvrage voor leermiddelen is ook niet toe te staan want vorigë jaar is ge zegd van de zijde der aanvragers, dat m en voor 3 lokalen wat leermiddelen enz. betreft voorzien was. De hr S p r u ij t doet nu een aanval op de school van de oudste vereeniging. Het onderwijs werd niet gegeven in de oud-Gereformeerde lijn der vaderen en ook het personeel moest het ontgelden. Wij en onze consorten zijn niet aan sprakelijk voor deze uitgave, want dit was onze plicht, aangezien wij onze kin deren niet wilden laten in de sfeer van die andere school. De V o o r z. en de heeren H u ij s- man en De Buck meenen dat het un fair was van den hr Spruijt zoo over de school van den hr Flach te spreken, bo vendien is de grondslag van die school gereformeerd, zooals onze vaderen dat beleden te Dordt in 1618 en '19 Volgens de deskundigen is het onder wijs aan die school prima. De hr Francke schaarde zich ach-m ter den hr Spruijt en wilde liever d de gemeente bouwde en dan het lokaal in bruikleen gaf. De V o o r z. wees dit voorstel af daar 't niet aan de orde is. Na nog eenige besprekingen werd de medewerking verleend, tegen de hr Dekker. Volgens den hr Dekker zijn er al genoeg schoollokalen, drie staan er leeg. De A.-R. stemden voor onder protest. Bij de rondvraag werden nog eenige kleine zaken afgehandeld. De hr Dekker kreeg op zijn vraag ten antwoord van den burgemeester, dat lui leventje verkiezen. Wie doet de eer ste stap? Wie volgt? Want van één kant kan het niet ko men, 't moet gezamenlijk gaan. Dan ge lukt het, zonder twijfel. Wie deze rich ting per sé niet uit wil, en meent dat hij zich als boer, als polderbestuur of als arbeider kan verschuilen achter even- tueele moeilijkheden, beseft niet de ver antwoordelijkheid die ons is opgelegd. Die sluit ook den pas af voor de toe komst. Dan is er geen uitzicht. Als een kleine dorpsgemeenschap niet eens de standen en groepen weet te overbruggen, dan moeten we ook niet verwachten dat de wereldhuishouding onder de volkeren in orde zal komen. Want daar zit ook 90 pet. vast op het wederzijdsch niet-vertrouwen. Het gaat in de wereld nu eenmaal zoo, dat de groote moeilijkheden vast zitten op de heele kleine. Europa is op het oogenblik een hek senketel, waar niemand uit wijs wordt. Een chemisch proces waar alle elemen ten koken en bruisen, totdat één korrel tje van een bepaald soort zout er bij gemengd wordt; heel de heksenketel tot een kristal-eenheid wordt herschapen. Daarop wacht ook de volkerenge meenschap. Werp een korreltje zout van gemeenschappelijk vertrouwen in dit gistingsproces en de moeilijkheden zijn bezig opgelost te worden. Er is tenmin ste uitzicht. Dan worden de goederen weer uitge wisseld en het productie-apparaat gaat weer in werking. Zoo lang dat vertrou wen er niet is, komen we er niet uit. Dat geldt ook voor de kleine dorpen. Daar zit ook de wereld vast op gebrek aan vertrouwen. Geld is er wel, werk mogelijkheid óók. Waar gezocht wordt, wordt ook gevonden. En de menschen willen werken. Waarom niet in deze richting zoeken? de werkloosheid niet verontrustend is momenteel, en dat werkverschaffing verleend wordt door boomen te rooien. "RAAD VAN O. EN W. SOUBURG. Begrooting 1934. Debatten instructie Burgerwacht. O. EN W. SOUBURG. Maandagavond kwam de Raad opnieuw bijeen. Aan wezig 10 leden. Afwezig met kennis geving de heer Louwerse. Aan de orde wordt gesteld het eervol ontslag van een leerkracht aan de o.l. school wegens overtolligheid. B. en W. stellen voor om den laatst- aangestelden onderwijzer, den heer Simt eervol ontslag te verleenen, waartoe wordt besloten na een geheime zitting. Voortgegaan wordt met behandeling der begrooting 1934. Weth. Jacques beantwoordt de heeren DePriester en Suurmond op hunne gehouden algemeene beschou wingen. Weth. Jacques heeft voor de hulde van den heer De Priester niet veel res pect, als hem later onbekwaamheid wordt verweten. De politieverordening is reeds uitge steld sinds de heer De Priester zelf nog wethouder was. Er is thans nog geen tijd voor geweest, doch de zaak heeft thans de volle aandacht van B. en W. De kiezerslijst heeft ter inzage gele gen. Toen kon geconstateerd worden of deze goed was of niet. De straten en pleinen zijn gedeeltelijk gerepareerd. De V o o r z i 11 e r zegt, dat de Bur gerwacht recht van bestaan heeft en deze kunnen zonder financieelen steun niet bestaan, vandaar dat nu f 50 hier voor wordt uitgetrokken. De heer .De Priester is niet be vredigd door het antwoord, dat hij heeft ontvangen. Zijn bezwaar is in hoofdzaak, dat B. en W. den Raad voorbijgaan in hunne besluiten als het betreft de uitvoering der bestrating. De Burgerwacht heeft geen reke ning ingestuurd over 1933; hij zou wel eens willen weten hoe of deze heeft gewerkt en hij vindt subsidie toekennen voorbarig. Dit geldt niet van het Groene Kruis, met welke vereeniging breedvoerig is gecorrespondeerd en welke de subsidie geweigerd heeft. Als het noodig moet zijn om „woe lingen" te onderdrukken is er geen Bur gerwacht noodig, daar er politietroepen van alle schakeering genoeg zijn. Ook het antwoord over de te werk- gestelden bij de Centrale Werkverschaf fing is niet bevredigend, daar zijn motie ven niet voldoende weerlegd zijn. Dat er onvoldoende wordt vergaderd als Raad, is een feit. Het reglement van orde kan wel in Antwoord: We vertrouwen elkaar niet; van hoog tot laag. Het kan ons eigenlijk weinig schelen, de menschen naast ons. Als ons beginsel, als ons par tijtje maar gered wordt. Dostojewsky zei niet tevergeefs in 1860 reeds, dat Euro pa daaraan zou ondergaan in de toe komst, Hij heeft het profetisch juist ge zien. De partijen (de kerk incluis!) eten el kaar bijkans op, en het meest voor de hand ligende vergeten wij. Hier en daar en ginds eindigt reeds een leven in volslagen vertwijfeling. Geen wonder, ze krijgen geen hand toe gestoken, en als ze hulp krijgen, dan valt het meestal erg schriel uit. Laatst zei me iemand: „laten de werk loozen naar het armbestuur gaan. Dat zei Paulus ook, kijk maar, 't staat daar en daar". Ik vind dat lafhartig bijbelge bruik. De bijbel zegt me dat we voor elkander verantwoordelijk zijn; dat is andere taal. Met de aarde beneden ons, de mede-mensch naast ons en God bo ven ons. Met deze drie vizierpunten (mag ons leven nóg zoo slingeren) komt er richting in ons leven. We hebben alle middelen aan te grijpen. Komt liberalen, toont dat ge uw naas te liberaal wilt behandelen. Vooruit socialisten, werkt voor de nieuwe gemeenschap. Vooruit Christenen, de stem van den tijd roept. Als ze het nóg niet hooren, zou het dan niet beter zijn afstand te doen van onze naambordjes, de liberaal, de socialist, de Christen? Ieder, die nog 3 maal daags zegen over zijn dagelijksch brood ontvangt, heeft wel een bijzondere verant woording Kortgene. J< J- Plantsoen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 6