BE DOCHTER MN ALM.
betaalt f 10.000
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor
HANDEL EN NIJVERHEID.
ZEELAND.
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 20 DECEMBER 1933. No. 300.
I;'
aan Uw erven-
indien gij van Uw 30ste jaar
af jaarlijks 167,stort
MIDDELBURG.
Corruptieschandalen in België
en in Groot-Britannië Erger,
veel erger dan Nederlandsche
gasluchtjes.
Eenige jaren geleden hebben wij in
Nederland de gasluchtzaken gehad. Als
een epidemie ging het over 't brave Ne
derland, en menige overigens fatsoen
lijke directeur eener gasfabriek, die niet
anders gedaan had dan toenmaals in het
vak „te doen gebruikelijk was", kwam
in het verdachtenbankje van een onzer
arrondissementsrechtbanken terecht.
Als regel volgde daarop een veroordee
ling, wegens het „aannemen van steek
penningen". Dit is weer zoowat overge-
beterd, althans we merken er niets meer
van. Zoo hier en daar hoort men nog
wel eens fluisteren; er wordt wel eens
een veelbeteekende handbeweging ge
maakt, wanneer het gesprek over over
heidsdiensten en -bedrijven loopt, maar
over 't algemeen zijn er geen „corruptie
schandalen" in ons land aan de orde.
Desalniettemin is het goed, zich een
en einder in het geheugen terug te roe
pen, alvorens al te luid een keel op te
zetten over de schandalen, die bij onzen
Zuiderbuurman en den Westerbuur thans
openbaar worden..
Maar aan den anderen kant dient er
kend te worden, dat zoowel het politie
commissarissen-geval in Brussel, als de
brandweer-reddingsbrigade geschiedenis
in Londen veel erger zijn dan wat er des
tijds bij ons aan het licht kwam.
Zeker, steekpenningen zijn verwerpe
lijk, wijl zij de volkomen onafhankelijk
heid des oordeels zullen beïnvloeden.
Maar wat die gasdirecteuren in Neder
land deden, valt toch in zedelijke ver
dorvenheid nauwelijks te vergelijken
met het geraffineerde en gemeene
systeem, dat in Brussel bedacht was en
uitgevoerd werd. En dat prompt aldus
werkte: de commissaris van politie zei
tegen z'n agenten:streng bekeuren. De
bekeurden kwamen met het bonnetje bij
den commissaris, en deze zei dan goe
dertieren „ik zal ditmaal geen gevolg
aan de zaak geven, 't Is wel mooi weer
vandaag, vindt u niet Tusschen twee
haakjes: hier om 't hoekje is een erg
best adres voor olie en benzine, (Met
zekeren nadruk) mag ik u dat wel zéér
aanbevelen
Bekeurde, die niet vervolgd zal wor
den, af, en naar de „erg beste zaak". En
voortaan 10 provisie van wat de nieu
we klant er haalde, o neen, niet op de
bankrekening van den commissaris,
maar op de particuliere rekening van..'
een heel erg goede kennis van hem, van
andere kunne, zullen we maar zeggen.
Ziet, dat kan niet alleen niet door den
beugel, maar dat is driedubbel doorge
fourneerde corruptie. Geen wonder, dat
burgemeester Max van Brusel er ont
daan van was.
De eene arrestatie volgt op de ande
re, in Brussel, in Antwerpen, in Leuven
ook al. Het is wél heel erg: de mannen
die in eerste instantie geroepen zijn toe
te zien op de naleving van de wet.
Tegelijk met het Brusselsche schan
daal is er een vrijwel even erge corrup
tie-affaire, ook van grooten omvang, in
het degelijke en conservatieve Londen
aan -den dag gekomen.
Men heeft daar, naast de officieele
brandweerbrigades, een soort particu
liere bewakingsinstellingen, die voor de
verzekeringsmaatschappijen, als de
brand gebluscht was, de wacht hielden.
En het schijnt werkelijk zoo'n corrupte
geschiedenis met dat particuliere corps
en derzelver „officieren" te zijn, dat
men wel van een zoodje moet spreken.
Ze stichtten zelf branden, en susten de
brandweer dan; ze bedrogen de verze
keringsmaatschappijen, in wier dienst ze
stonden, die hen althans bèïïralden; en
zoo voorts.
Dit alles is aan het licht gekomen
door een rechtszaak tegen zekeren Har-
ris, die wegens brandstichting en oplich
ting van een verzekeringsmaatschappij
veroordeeld werd. Harris zit daarvoor
14 jaar, doch hij treedt nu als getuige op
tegen den commandant van dat vrijbui
terscorps, captain Miles. Harris beweert
dezen heer van 1930 tot 1933 een maan-
delijksche toelage te hebben gegeven
van 25 pond, verder heeft hij hem eens
500 pond geschonken en is borg geweest
voor een bankcrediet van 1000 pond.
Het corps bestaat in hoofdzaak uit
oud-marinepersoneel. Aan het hoofd
staat een commandant die wordt bijge
staan door vijf hoofdopzichters, die elk'
een der, vijf Londensche stations onder
zich hebben. Aan ieder station zijn
twaalf voormannen en 70 wakers, ver
deeld in drie klassen, verbonden, bene
vens 12 mechaniciens en chauffeurs. De
bedoeling is dat het corps de belangen
van de verzekeringsmaatschappijen be
hartigt, die niet meer uitbetalen dan de
waarde van hetgeen verloren is gegaan
op het oogenblik van den brand. Vol
gens de verklaring nu van Harris echter
was het heele corps corrupt, daar nage
noeg alle officieren steekpenningen aan
namen van de taxateurs en daarvoor de
belangen der taxateurs behartigden te
genover die der assurantiemaatschappij
en. De verdediger van kapitein Miles
stelde Harris een papier ter hand waar
op de namen stonden getypt van enkele
officieren van het corps en hij vroeg
hem een kruisje te zetten achter de na
men van degenen, die hij placht te stop
pen, Harris keek het lijstje in en zei
toen: Ik kan achter één naam een kruisje
zetten en dan zijn de overige allemaal
door mij betaald, maar ten aanzien van
den naam waar ik een kruisje bij zet,
moet ik zeggen dat 's mans vader, die bij
dezelfde afdeeling werkzaam was, ook
gestopt werd.
Men zou de vraag willen stellen:
houdt er wat aan Hoe kan dat nu al
lemaal Zijn de begrippen eer en fat
soen dan heelemaal verdwenen
Vroeger had een ieder zijn beroeps
eer de koetsier zoowel als de* mi
nister, de metselaar en de dokter, de
schoenmaker en de officier.
Is het nog alles nawerking van den
ook zedelijk verderfelijken invloed die
de wereldoorlog van 1914 op Europa's
jongeman&e#i uitgeoefend moet hebben?
Als dat zoo is, dan wordt het hoog tijd,
dat de zedelijke waarden weer in 's we
relds bestel de plaats krijgen, waarop ze
boven alles recht hebben.
door
ARCHIBALD CLAVERING GUN TER.
71). -
In zijn verhaal is Chester genoodzaakt
geweest den koopman te onthullen, wie
hij in werkelijkheid is, en dat schijnt op
Bodé Volcker nog dieper indruk ge
maakt te hebben dan zelfs de dood van
den schilder. In stomme verbazing sta
melt hij: „U! De Eerste der Engelschen?
U kwam te Antwerpen, heeft ooit een
sterveling 0oit zoo iets gedurfd? Tien
duizend kronen zijn nu op uw hoofd ge
zet, sedert den slag op het ijs. Waarom
ondernam u zulk een waagstuk?"
Maar dan geeft hij daar plotseling
zelf het antwoord op:
„01 bij den hemel, ik begrijp het, u
is verliefd op Alva's dochter!"
„Ja antwoordt Guy, die gevoelt, dat
de man thans zulke groote verplichtin
gen aan hem heeft, dat zijn geheim bij
hem veilig is, „Het is mijn aanstaande
echtgenoote, ik Zal met de dochter van
Alva trouwen".
„Maar dan moet u haast maken,
jongeman, „u moet u haasten", zegt
Bodé Volcker plechtig
„Waarom?"
„Omdat ja, nu begrijp ik hoe het
zit! het was na het sneuvelen van
Guido Amati zij zeer kerksch is ge
worden. Men beweert, dat zij non wil
worden.
Sprotvisscherxj aan de Belgische kust.
De opbrengst der sprotvisscherij in de
Belgische kustplaatsen is dit jaar zoo
gering, dat verschillende conservenfa-
brieken de sprot uit Engeland invoeren
wat nog zelden gebeurd is. De hoeveel
heid door de Belgische visschers gevan
gen is van zoo weinig beteekenis en de
visch is zoo klein, dat ze voor het inleg
gen niet in aanmerking kan komen.
-
(Ingez. Med.)
VERLOST VAN HEVIG SPIT IN
DEN RUG
„Ziezoo, dat is achter den rug,
van mijn spit ben ik lijn ai
was de verzuchting, die ik slaakte, toen
ik na het gebruik van 2 potjes Kloos
terbalsem finaal van mijn spit af was.
Niet staan, niet zitten, niet liggen te
kunnen en toch vooruit te moeten om
de boterham te verdienen. Door de
vreeselijke spit, die in mijn stuit begon
'en door mijn geheelen rug trok, was ik
hulpeloos als een klein kind. Vanaf het
oogenblik, dat ik den geneeskrachtigen
Kloosterbalsem aanwendde, begon mijn
genezing. En nu heb ik in geen 8 maan
den meer een aanval gehad." Zoo
schrijft ons de heer J. Zw. te A., wiens
origineele brief voor ieder ter inzage
ligt. Akker's Kloosterbalsem kost per
pot v. 20 Gr. 60 cent en v. 50 Gr. 1.
en is overal verkrijgbaar. Onovertroffen
bij brand- en snijwonden. Ook onge
ëvenaard als wrijfmiddel bij rheumatiek,
spit, enz.
(Ingez. Med.)
HET IJSVERMAAK.
De wedstrijden voor militairen.
Het moge dan gisteren flink zijn blij
ven dooien, er moge aan de kanten van
de vest water op het ijs zijn gekomen,
de banen der ijsclub bleven droog en al
was het ijs zachter dan de vorige dagen,
er kon nog behoorlijk gereden worden.
Zoo zijn dan de wedstrijden voor de
mannen van land- en zeemacht nog on
der groote belangstelling tot een goed
einde gebracht. Vooral het kampen tus
schen een vijftal van de S. D. O. A. en
een vijftal van de marine, in de middag
uren, trok veel publiek en er was dan
ook een groote spanning in dezen vreed-
zamen kamp, die met een overwinning
van de landrotten eindigde.
Na afloop formeerde zich een stoet
met het marine-muziekkorps, dat zich
tijdens de wedstrijden reeds dapper ge
weerd had; zoo trok men van het Seis-
plein naar de Markt, die nog eenmaal is
omgemarcheerd voor dat allen zich
naar de bovenzaal van De Vergenoeging
begaven.
Nadat het muziekcorps de bijeenkomst
met het Wien Neerlandsch Bloed had ge
opend, waarbij zich allen van hun zetel
verhieven, nam de secretaris van de
Middelburgsche ijsclub, de heer H. A.
E n k 1 a a r het woord, om namens het
bestuur welkom te heeten kolonel Vree-
de, ondercommandant der marine te
Vlissingen, majoor Berghuijs, comman
dant van de S.D.A.O., de officieren on
derofficieren en manschappen.
In zijn functie van voorzitter van het
Comité tot behoud van garnizoen te
Middelburg, herinnerde spr. nog even
aan de geslaagde pogingen in 1922 en
1932 om het geheel verdwijnen van gar
nizoen te voorkomen. Hij weet, dat
sommige leerlingen Middelburg ver weg
vinden, maar hij wijst er de Groningers
en Friezen onder hen op, dat ook de
Zeeuwen goede Nederlanders zijn.
Majoor Berghuijs bracht het be
stuur dank voor de geboden gelegenheid
van de banen gebruik te maken en
daarenboven nog prijzen beschikbaar te
stellen. Komende tot het samenwerken
van landmacht en marine in deze, juicht
spr. dit zeer toe en hij brengt kolonel
Vreede dank voor zijn medewerking en
het beschikbaar stellen der muziek.
Kolonel Vreede verzekerde dat de
marinemannen steeds gaarne naar Zee
land komen, omdat zij daar steeds een
aangenamen tijd weten te hebben. Hier
ziet men Nederland op zijn best. Het
was ook voor spr. buitengewoon plei-
zierig met de landmacht samen te
werken.
Men heeft daarbij het natuurwonder
gehad, dat terwijl alom plassen op straat
en zoovoort aanwezig waren, de banen
van de ijsclub goed berijdbaar waren.
Spr. stelde het op zeer hoogen prijs
dat de Commissaris der Koningin een
prijs beschikbaar stelde, zoowel voor de
marine als voor de landmacht en spr,
verzocht jhr# Quarles van Ufford Jr.
dien dank aan zijn vader te willen over
brengen.
Hierna verzocht spr. jhr. Quarles van
Ufford den eersten prijs uit tereiken,
de medaille van zijn vader en wel aan
den, luitenant ter zee W. F. van der Val
Bouman. Jhr. Quarles voldeed hieraan
met enkeie waardeerehdfe woorden.
Vervolgens reikte kolonel Vreede de
overige prijzen voor hard rijden uit en
wel den tweeden aan den lichtmatroos
C. de Lange; den derden aan den serge
ant-machinist W. van Lange; den vier
den aan den korporaal-torpedomaker Y.
Hoekstra; den vijfden aan den licht
matroos C. W. Blijenburg; den zesden
aan den luitenant ter zee C. H. Frij-
linken den zevenden aan den lichtma
troos J. Rooijen.
Hierna nam majoor Berghuijs we
der het woord en bracht ook zijnerzijds
dank aan den Commissaris der Konin
gin, waarop jhr. Quarles van Ufford Jr.
ook aan den eersten prijswinnaar van
de korporaals der S.D.A.Ó., H. J. Dog-
genaar de medaille overhandigde.
Majoor Berghuijs reikte den tweeden
(Ingez. Med.)
„Non!" roept Guy, „Omdat zij ge
hoord heeft dat Guido Amati dood is.
Maar dat is een wonderlijke, wreede
grap!" En hij barst met wanhoop in het
hart ift een afschuwelijk lachen uit, zicli-
zelven bespottend, terwijl Bodé Volcker
wegijlt om zijn dochter in de armen te
drukken.
DERDE BOEK.
Alva heeft geen geluk met den
Tienden Penning.
HOOFDSTUK XVIII.
Droom ik?
Met bittere droefheid in zijn oogen
komt Volcker van zijn gesprek met zijn
dochter bij Guy en verstoord roept hij
uit: „O,, die schilder! Welk recht had
die man om iets of iemand anders lief
te hebben als zijn land? Welk recht had
Oliver om, terwijl de pijnbank hem
wachtte, mijn kind te beminnen?"
„Het recht, dat een ieder heeft om de
schoonheid lief te hebben", antwoordt
Guysmet een zucht, daar Volcker's ver
rassende mededeeling van de plannen
van donna de Alva om in het klooster
te gaan hem ongerust en bedroefd heb
ben gemaakt.
„Maar niet het recht om de schoon
heid ten ondergang te brengen. Oliver's
verraad tegenover Alva hield gevar%r in
voor Mina en zijn dood heeft thans haa>
hart gebroken. Ze kan zelfs niet naar
huis gaan uit vrees voor martelingen,
welke haar van Alva's zijde wachten.
Alva!" kermt de koopman, „die mij al
die ellende heeft bezorgd, Alva die
schuld is van mijn ondergang!"
„Wat? Ondergang? Is u gerui-
neerd? Hoe dan" vraagt Chester met
een onbehaaglijk gevoel. Hij is op den
koopman blijven wachten, omdat hij fi-
nancieelen steun noodig heeft, en een
dergelijke uitroep vervult hem met on
gerustheid.
„Hoe dan?"
„Ten eerste doordat hij mijn gezin
uiteen heeft gejaagd. In de tweede
plaats door mijn zaak te vernielen door
de heffing van den Tienden Penning en
ten slotte door mij als gedwongen lee
ning aan den staat van Spanje vijfhon
derdduizend kronen af te zetten!"
„Wilt u dat geld terug hebben?"
„Bij alles wat me lief is, zeker! Het
geld is zoo goed als verloren. Wat voor
zotte vraag doet u me daar?" vraagt de
koopman met een pijnlijk lachje.
,,'t Is geen zotte praat!"
„Alsof het niet te dwaas ware te ver
onderstellen, dat Alva ooit zijn schulden
zal terugbetalen!"
„Maa,r ik zal voor hem betalen!"
„U, een krijgsman, vijfhonderdduizend
kronen terugbetalen? Het is u in uw
hoofd geslagen! roept Volcker, die over
tuigd is, dat Chester hem in de maling
neemt.
„Volstrekt niet. Schiet m,e tienduizend
kronen voor, waag er evenals ik uw le
ven aan en ik bezorg u niet enkel uw
vijfhonderdduizend kronen, maar tevens
wraak".
De Engelschman zegt zulks op be
slisten toonhij heeft de zaak rijpelijk
overwogen en is tot de slotsom gekomen,
dat, nu Oliver er niet meer is, Bodé
Volcker met zijn zaak «te Antwerpen,
zijn schepen te Ahtwerpen en zijn ken
nis van Antwerpen, de man is om hem
te helpen, mits hij over het noodige geld
kan beschikken.
„Mijn leven wagen? Ik ben bereid
dat honderdmaal te doen, als ik daar
mede den man, die mij beroofd heeft,
een Doets kan bakken".
„Goed, ga dan met me naar mijn ka
mer. We kunnen daar er vertrouwelijk
over praten", zegt Guy, die er nu vrij
wel zeker van is, dat al mag Boddé
Volcker zijn leven niet veil hebben voor
het vaderland, hij het een dozijn maal
in de waagschaal zou zetten om zijn
vijfhonderdduizend kronen terug te krij
gen. Maar de beweegredenen van den
man laten hem koud, als hij maar zeker
is van zijn hulp.
In Chesters kamer gekomen is de
eerste vraag van den koopman: „Wat
heeft u noodig?"
„Geef me in de eerste plaats honderd
kronen ten bate van Jan Haring, die me
geholpen heeft om uw dochter uit Haar
lem weg te krijgen".
„Ik zal er hem duizend geven. En u
heeft aanspraak op mijn hoogachting en
vriendschap, op alles wat ge behoeft, nu
ge mijn Mina van schande en dood ge
red hebt", antwoordt de koopman vol
dankbaarheid.
„Misschien wel uw leven!"
prijs, een medaille van overste Bierman,
uit aan J. Dijkgraaf, den derden aan J.
Wagenmaker, den vierden aan J. J.
Vierkant, den vijfden aan E. T. v. d.
Grift; den zesden aan K. Wassenaar en
den zevenden aan J. Offerman.
De eerste prijswinnaar schoonrijden
was- A. Huijsman met 231 van de 300
punten, tweede A. G. de Gilde met 226
p.; derde D. Okker, vierde J. Wagema-
ker.
Kolonel Vreede reikte voor schoon
rijden nog prijzen uit aan den matroos
le klasse F. A. van der Ham (den eer
sten) en aan den lichtmatroos Kleijboer
(den tweeden prijs).
Hierna deed spr. mededeeling van het
beschikbaar stellen van een zilveren
wisselbeker, die jaarlijks tusschen de
landmacht en de marine zal worden ver
reden.
Dit maal heeft de landmacht gewon
nen en spreker reikte den beker uit aan
majoor Berghuijs vergezeld van 5 me
dailles als persoonlijke prijs voor de le
den van het vijftal rijders.
Majoor Berghuijs bracht hiervoor
dank en reikte de medailles over aan de
korporaals Doggenaar, Dijkgraaf, Vier
kant, Wassenaar en Van der Grift.
Spr. bracht verder o.a. nog dank aan
de jury en zich tot den heer Enklaar
richtende zeide spr. hem dank voor al
les wat hij doet om de goede verstand
houding tusschen de burgerij en de mi
litairen te bevorderen.
De heer E n k 1 a a r verzocht tenslot
te de muziek de bijeenkomst met het
Wilhelmus te besluiten allen stemden
krachtig hiermede in en eindigden met
een driewerf hoerah op de Koningin, in
gezet door Kolonel Vreede.
EEN ORANJEVEREENIGING.
Dinsdagavond hield de onlangs opge
richte Oranjevereeniging een matig be
zette vergadering in de bovenvoorzaal
van St. Joris.
De v o o r z. van het voorloopig be
stuur, de heer W. A. den Hollander,
herinnerde er aan hoe in beginsel be
sloten is een Oranjevereeniging op te
richten. Er waren direct twee stroomin
gen, namelijk voor een Christelijke en
voor een algemeene Oranjevereeniging;
tot de laatste is besloten. Het voorloo
pig bestuur heeft geïnformeerd naar de
statuten en het reglement van andere
dergelijke vereenigingen en hoopt die nu
straks in meer huishoudelijke vergade
ring te behandelen.
Spr. bracht naar voren, dat het doel
der nieuwe vereeniging geenszins is om
concurrentie aan te doen aan „Uit het
VolkVoor het Volk", dat steeds op
uitnemende wijze voor herdenking van
Oranjedagen zorgt. Maar men meende
toch wat meer belangstelling voor Oran
je te moeten wekken. Spr. wil niet tre
den in beoordeeling van doen en laten
van het bestuur van „Uit het Volk",
maar het werken laat z. i. toch wel iets
te wenschen over. Er zijn verschillende
klachten van vereenigingen, die zouden
„Ja, ook dat heb ik er voor over, om
Alva een poets te bakken".
„Luister dan naar me. En nadat op
zijn aandrang Volcker een plechtige eed
heeft gezworen alles geheim te houden,
deelt hij hem alles mede, alles wat in
verband staat met Alva's standbeeld en
Alva's schatten. Want hij wil dezen
man, die in zijn belang zijn leven op
het spel wil zetten, niet slechts half in
vertrouwen nemen.
„Prachtig! Wat wilt u nu, dat ik
doe?" vraagt de Antwerpenaar, terwijl
zijn oogen schitteren bij het verhaal
over Alva's verborgen schatten, waarbij
de blijde gedachte aan de te behalen
buit zijn koopmansgeest vervult.
„Schiet er voor mij niet wat grooter be
lang, wat meer interest over?"
„Zeker, interest.zeshonderddui
zend of, daar uw leven txjjph ook nog
wel wat waard is, laten we er zeven
honderdenvijftig duizend van maken".
„Uitstekend! Maar nu ter zake!
Waarmede kan ik u van dienst zijn?"
„Ten eerste, want de tijd dringt, heb
ik noodig, uitklaringspapieren, en liefst
zoo gauw mogelijk, van Amsterdam
voor de „Esperanza", die ik nog steeds
in de Vlissingsche haven heb liggen.
Kunt u me die verschaffen?
„Van Amsterdam? Onmogelijk. Maar
ik kan u aan uitklarings- en vrachtpa
pieren van Stockholm helpen".
„Dat zal twee weken duren. Geen
haven dichterbij?"
(Wordt vprvo'ri