DE DOCHTER VAN ALVA. zijn zij de "AKKERTJES" AKKER.CACHETS KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. de nieuwe PIJN-stillers met z'n twaalven voor slechts 50 ct. Gebruik dus voortaan uitsluitend TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 19 DECEMBER 1933. No. 299. Reikhalzend hebben vele menschen-geslachten uitgezien naar een ideaal en radicaal genees» middel tegen de pijnen, die in allerlei vorm den mensch kunnen plagen en teisteren. Hier is nu een medicijn, dat het ideale het meest nabij komt. Goebbels beklaagt zich tegen over een Fransch journalist over de onwaarachtige bericht geving in het buitenland. Nederland heeft sinds eenigen tijd een officieel „hoofd van den regeeringspers- dienst" in den bekwamen journalist Lie- vegoed, oud-Indisch redacteur van de N. R, Crt. Na jarenlang gesukkel op dit ter rein, is met de instelling van dezen dienst het begin gemaakt van een te laat aangebroken nieuwe periode, waarin beter dan tot dusverre zorg zal worden gedragen voor een goede be- richtgeving omtrent Nederland in het buitenland. Het is voor ieder land van groot be lang, dat er een goede, d. i. een eerlijke, naar objectiviteit strevende, berichtge ving omtrent zij in andere lannden. Maar dit is niet zoo gemakkelijk te verwezenlijken! Want het spreekt vanzelf, dat de Ne derlander Nederlandsche, de Fransch- man Fransche en de Duitscher Duitsche toestanden, volkomen eerlijk, anders zal zien, dan buitenlanders ze zien. Een ele ment van subjectiviteit blijft immer aan wezig en dit geldt zoowel voor het oordeel van zijn eigen landgenoot over e^fen land als van den vreemdeling in een ander land. Maar met een sterk streven naar begrip en objectiviteit kan hier in vol komen eerlijkheid toch veel bereikt wor de®, Mits de tijden niet al te bewogen zips want dan verliest dit streven aan kracht, of, zoo het deze al behoudt, dan zal het toch zooveel meer hinder nissen moeten nemen. Het Duitschland van Hitier verkeert in deze geëmotioneerde sfeer, en het zal er nog wel eenigen tijd in blijven ook. Daarvan ondervindt het, in den zoo- even geschetsten zin, den terugslag. Hoe kan het anders, of de verslagen, berich ten en beschouwingen uit dezen brouw ketel, door Franschen Russen, Oosten rijkers, misschien ook wel door Neder landers opgesteld, moeten wel den in vloed dezer onrustwekkende, het rus tige oordeel vertroebelende factoren, ondergaan? Natuurlijk, we doen allen ons best „om het goede te zoeken en te vermelden".... maar dingen die ons schrijnen, en als zoodanig vermeld wor- dei^ vindt de Duitscher van 1933 mis schien wel zoo onbelangrijk, dat hij zich niet kan indenken, „dat men zich er zoo druk over maakt. En dan is de kiem gelegd voor een conflict of conflictje over „gruwelbe- richtgeving". laas niet." De uitknipsels, die ik des morgens ter bestudeering vind, bevat ten dag aan dag berichten uit Duitsch land, die in de eerste plaats weerspro ken worden door de feiten en verder door onze officieele stenografisch opge nomen verklaringen en door onze pers. Zij zijn strijdig met de particuliere in terviews van dezelfde buitenlandsche persvertegenwoordigers, die zich te Ber lijn bevinden. Dat is een geheimzinnig en betreurenswaardig raadsel. Ik heb van de taak en de missie der buitenlandsche journalisten, die zich in alle landen der wereld vrij moeten be wegen, een te hooge opvatting, zoo ver volgde minister Goebbels, om te ge- looven, dat hun taak alleen zou bestaan in het opzoeken en verzamelen van din gen, die verzonnen worden door de men- schen, die ons land hebben verlaten. Men onderricht zijn volk slecht, wan neer men slechts dat weerlegt, wat on nauwkeurig of onjuist is. Wanneer uw land zoo zeide hij tot Thomas b.v. een slechte voorstelling krijgt van Duitschland, wat voor goeds kan daar uit voor Frankrijk ontstaan? Vervolgens verzocht Goebbels den journalist te Parijs nadrukkelijk te ver klaren, dat Duitschland niet intrigeert om een revanche-oorlog voor te berei den, dat Duitschland zich niet op zijn buren wil werpen, dat Duitschland den vrede wil, die allen gelijke rechten geeft en gelijke plichten oplegt. De goede betrekkingen tusschen de volkeren zijn een te kostbaar goed, dan dat personen, die niet altijd een zuivere opvatting van hun verantwoordelijkheid hebben, dit kostbaar goed in gevaar brengen door sensationee e artikelen en dergelijke, zoo besloot Goebbels. Louis Thomas eindigt zijn interview aldus: „Ik heb minister Goebbels aan gezien en ik heb op zijn gezicht volle dige oprechtheid gelezen." Wij zijn niet bij dit interview tegen woordig geweest, maar we twijfelen evenmin als deze Fransche journalist aan Goebbels oprechtheid. De eenige kink in de kabel van zijn redeneering is deze: dat men slechts eerlijk, waar en oprecht kan denken, wanneer men pre cies denkt als hijvoordenkt. En zelfs het Duitschland van 1933 zal hebben te leeren, dat er (buiten de grenzen van het derde rijk tenminste), nog anders gedacht kan en mag wor den, dan de Duitsche minister van pro paganda als alleenzaligmakend voor schrijft! Ben Fransch journalist, Louis Thomas, heeft dezer dagen voor zijn blad „Le MidS", een persgesprek gehad met den Duttschen minister voor de propaganda nóg heel wat anders dan ons „hoofd van den regeeringspersdienst". In den loop van dat gesprek vroeg minister Goebbels aan Thomas, waar toch de oorzaak te vinden mocht wezen van de eigenaardige hardnekkigheid waar mede een deel der niet-Duitsche pers weigerde over de gebeurtenissen in Duitschland objectief noch uitvoerig te berichten? Hoe is 't mogelijk, dat men objectief over andere landen spreekt en minder rechtvaardig, wanneer het Duitschland betreft? Zijn de journalisten die Duitschland hebben bezocht, dan zoo blind, kortzichtig, vérziend of kleu renblind?, aldus Goebbels. Toen Louis Thomas opmerkte, dat deze critiek misschien wel wat over dreven was, antwoordde Goebbels: „He door \RCHIBALD CLAVERING GUNTEE. 70). - Een kreet van woede en ontzetting stijgt op van de muren die gemartel- den zijn buren, waarmede zij den vori- gen dag hebben staan praten, gevangen genomen bij een uitval. Een vrouw kermt: „O, genadige God, ik zie hem., ze hangen mijn Klaas op!" en jamme rend zinkt zij in elkaar. „Wij zullen hetzelfde doen", ver klaart Ripperda, „oog om oog, tand om tand! Roep den provoost-geweldige!" En weldra bengelen een twintigtal Spanjaards van de muren als afschuwe lijk antwoord op de afzichtelijke uitda ging. Daardoor woedend geworden werpen soldaten van Alva vein het dichtbij ge- lege» ravelijn iets in de Hollandsche lunette. Hei valt bijna voor de voeten van Guy en Ripperda. De Hollandsche kapitein bukt zich om het van naderbij te bekijken en zegt dan zacht tot Guy: „Op dit hoofd staat ee« papier geplakt met de woorden: „kapitein Oliver van Bergen". „Goede hemel!" en met tranen in de ooge» aanschouwt nog eens voor het laatst het gelaat van zijn gesneuvelden vriend, MWfct u dat hij dood was?" vraagt DE KONINGIN EN DE PRINSES NAAR ZWITSERLAND. De Koningin en Prinses Juliana stel len zich voor op 3 Januari voor eenigen tijd naar Zwitserland te gaan. De Koningin zal vermoedelijk de maand Januari aldaar verblijven, terwijl de Prinses de Koningin zoolang gezel schap zal houden als de werkzaamheden van H.K.H. dit zullen toelaten. DE INDISCHE SALARISHERZIENING. Voornaamste kenmerken. Er zijn voorstellen tot herziening der Ned. Indische salarisregelingen versche nen. Hieruit blijkt, dat onaangetast is ge bleven: 1. het beginsel van gelijke bezoldi ging ongeacht den landaard, het land van opleiding en de plaats van aanwer ving; 2. dat het salarispeil zooveel moge lijk aangepast moet worden aan den „Ja", zegt Guy halfluid, „maar ik moest er over zwijgen, uit vrees, dat zijn verloofde het zou hooren". „O ja, juffrouw Mina zou met hem in het huwelijk treden", merkt Ripperda met een diepe zucht op. Dan vervolgt hij met schorre stem: „Neem haar me de, als ge kans ziet haar levend van hier weg te krijgen. Maar doe het gauw. Zeg haaf niets van deze ellendige ge schiedenis voor ge hier vandaan zijt; Vaarwel, mijn Engelsche vriend. Als w> elkaar terugzien, zal Haarlem bevrijd zijn van de Spaansche beulen". En zij nemen afscheid van elkander wederzijds op de meest hoofsche wijze. Guy begeeft zich nu naar Pieter Kies, zeggend: „De bevelhebber heeft het goed gevonden. Breng me bij Mina Volcker". Als hij het meisje toespreekt, dat van angst en honger doodsbleek ziet, roept zij snikkend uit: „U is hier gekomen om me naar Antonius te brengen. Ja, dat weet ik, ik zie het aan uw oogen!". „Ja" zegt Chester met gesmoorde stem. „Waa,r is hij? Waarom is Oliver niet met u mede gekomen?" „Och, hij.... hij moest ergens anders heen", stamelt Guy en begeeft zich naar Haring om het noodige voor hun tocht af te spreken. De eenige mogelijkheid om het meis je uit de stad weg te krijgen is, dat ze zich weer op het meer wagen en daar voor moeten zij zien 's nachts te vluch ten. standaard der Oostersche maatschappij. Typische kenmerken van de herzie ning zijn o.a., dat het beg nsel van doorloopende diensttijdwaardeering is verlaten; gebroken is met de sterke di- ploma-waardeering van de vorige sa larisregeling. Een eind is gemaakt aan de systematische waardeering van de z.g. voorpraktijk. De standplaatstoelagen blijven even wel op het thans bestaande peil ge handhaafd, en de regeling der kinder toeslagen ondergaat een nadere verrui ming, waardoor ook gezinnen met één kind een toelage zullen genieten. De thans bestaande beperking tot vijf kin deren wordt geschrapt. De ambtstoelagen worden sterk be snoeid; de representatiekosten van bur gemeesters dienen voor rekening der gemeenten te komen. Er zal blijvend een bezoldigingscom missie worden ingesteld. DE RIJKSMIDDELEN IN NOV. 1933. De opbrengst van de Rijksmiddelen (hoofdsom en opcenten) over de maand November 1933 bedroeg 37.153.269 te gen 32.995.672 over de maand Novem ber i932. Het één twaalfde gedeelte der ra ming over het geheele» jaar bedraagt 31.894.200. Wij laten hieronder volgen de op brengst over de eerste elf maanden van 1933, vergeleken met die over de eerste elf maanden van 1932. 1933 1932 Grondbel. f 5.385.407 5.233.666 Pers. bel. - - 202.194 Ink. bel. - 53.918.210 - 69.627.757 Verm. bel. - 9.635.258 - 11.431.942 Div. en T. - 9.945.411 - 13.910.528 Inv. recht - 70.327.242 - 76.498.959 Opc. inv.r - 14.540.111 - Stat. recht - 1.827.656 - 1.947.305 Zout - 1.876.074 - 2.034.082 Geslacht - 6.063.284 - 6.128.302 Wijn - 1.186.795 - 1.899.190 Gedistill, - 27.375.416 - 29.217.804 Bier - 9.457.969 - 10.503.269 Suiker - 49.387.856 - 48.236.126 O. ac. bier - 1.007.025 - Tabak - 20.359.455 - 24.246.616 Goud, zilv - 639.269 - 652.791 Zegelrecht - 13.715.122 - 15.500.330 Reg. recht - 10.008.049 - 9.414.085 Sue. recht - 29.788.104 - 32.837.597 Domeinen - 3.439.728 - 3.705.198 Staatslot. - 631.608 - 629.564 Loodsgeld - 3.262.815 - 3.099.695 351.905.527 366.957.010 De opcenten ten bate van het Lee- ningfonds gaven over November 1933 een opbrengst van 4,518.213. De inkomsten ten bate van het „We genfonds" gaven ovfer November 1933 'n opbrengst van f 792.519, Rijwielbelas ting 18.550. HET KREEKRAK, Het Dagblad van Noord Brabant ci teert uit een artikel van de hand van den heer M. L. Bonnet, administrateur inspecteur-generaal van den Zeevaart- kundigen dienst te Antwerpen, welk ar tikel is verschenen in de „Annales des Travaux Publics de Belgique Juni 1933". „De Oosterschei de, die vroeger de eenige directe verbinding vormde van de Belgische Schelde met de zee, werd in 1867 afgedamd, tijdens den bouw van den spoorweg Vlissingen-Roosendaal. Deze arm had overigens alle belang verloren, sinds de Wes- terschelde of Hont een machtige zeearm was geworden, die op zichzelf reeds de Belgische Schelde voedde en zelfs een aanzienlijk watervolume loosde in de Oosterschelde. Tijdens de discussies, die door den bouw van den dam ontstonden, schatte men de afwatering in dezen arm Zij gaan met Mina door de Schalk- wijker poort langs de kleine linie van verschansingen en versterkingen op den linker Spaarneoever, waardoor de be legerden nog steeds in verbinding staan met het meer. Zij komen aldus bij het fort, waarop nog steeds de oranjevlag wappert en hun boot klaarmakend blij ven zij er tot het duister liggen. De nacht breekt aan, doch niet gauw ge noeg naar hun zin, daar zij uitgehongerd zijn. Maar met den nacht komt ook iets dat hun onderneming begunstigt. Vijf Spaansche galeien bewaken de Frank. In het Zuid-oosten worden sche pen waargenomen. Vier der galeien hijschen hun zeilen om op verkenning te gaan en zijn tegen den nacht nog niet teruggekeerd. Er ligt nu nog een galei, die zij hebben te vermijden, maar zij heeft twee patrouillebooten uitgezet. „Ik zou zoo meenen", bromt de be velhebber van het fort, „dat ik nu wel eens de rekening zou kunnen vereffe nen met die vervloekte schuiten, die ons de levensmiddelen afsnijden", Hij zet onmiddellijk drie booten uit, om tegen den nacht de Spaansche patroujlle- booten te overvallen. Zoodra deze zich voor den aanval op weg begeven, hijschen Chester en Ha ring het zeil van hun sloep en ontsnap pend aan de galeien, die nu met de Haarlemmers te vechten heeft, zijn zij weldra in open water, ijlen zij voort in zuidelijke richting, door gunstigen wind voortgestuwd. Vóór het aanbreken van den dag zijn Als door de kabouters in 'n sprookje wordt door de "AKKERTJES" gewerkt. Vlug doeo ze goed en ongemerkt. Kent Gij de ellende van de eenvoudige hoofdpijn, die meedoogenlooi telkens en telkens weder terugkeert? Kent Gij de dagenlange, schier ononderbroken tergende marteling van zenuw-pijnen en zenuw-hoold' pijnen? O! van rheumatische pijnen, die niet willen wijken? Neemt dan nu Uw toevlucht tot de "AKKERTJES" AKKER-CACHETS bevatten het middel, dat Uw pijn zat doen ver. dwijnen. als sneeuw voor de zon Het is een gelukkige combinatlo van de werkzaamste pijn-verjagende middelen, die elkanders werking gunstig ondersteunen Een vondst van Apotheker Óumont. Uiterst werkzaam, ook tegen Griep en Influenza, en bij Slapeloosheid. VOORDEELEN Géén op te lossen tabletten, die moeilijk uiteen vallen, maar een smaakloos omhulsel van ouwel, gevuld met fljn poeder Direct voor gebruik gereed. Gemakkelijk innemen. Ge proeft niets Geen maagstoornissen, geen vernielende werking on maag, hart en nieren. Onschadelijk en verrassend snelle werking bij. Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn, Zenuwpijn, Migraine, Rheumatische pijnen, Vrouwenpijn, Lendenpijn, Griep, Onbehaaglijkheid, Slapeloosheid, Influenza, Volgens recept van Apotheker Dumont. m (Ingez. Med.) op 32.460.000 m:l waarvan 11.500.000 m3 door de Westerschelde in zee vloeiden en 20.960.000 m3 door de Oosterschelde naar zee terugvloeiden. Afgezien van dezen verhoogden vloed in de Wester schelde, kon de geprojecteerde afdam ming slechts een ondiep worden van het onderschepte gedeelte van de Ooster schelde te voorschijn roepen, hetgeen duidelijk werd bewezen door de peilin gen gedaan boven en beneden Bath na de afsluiting van de Oosterschelde". Naar aanleiding van het gespatieerde teekent het blad het volgende: „Hier toch stelt een deskundige van Belgische zijde vast, dat, toen men de Oosterschelde, juister gezegd, het Kree krak, ging afdammen, deze arm alreeds alle belang voor de Belgische Rijnvaart verloren had. zij bij de Kaag, vanwaar zij, den tocht naar Delft voortzetten en den volgen den avond heeft Guy de voldoening, dat hij zijn eed is nagekomen. Na Mina een behoorlijk onderkomen verschaft te hebben is de herberg van den Vergulden Toren begeeft Chester zich naar de gelagkamer van de herberg en heeft daar een onverwachte ontmoe ting. Een wezenloos starende man staat bij zijn verschijning klappertandend van zijn stoel op en stameld: „Hel den dui vel! daar komt een doode aan!" Het is de koopman Bodé Volcker, die reeds maanden te Delft toeft om den Prins van Oranje te bewegen zijn doch ter te redden. „Zoo levend als wat!" antwoordt Guy hem met gedempten istem. Dan vervolgt hij nijdig: „Houd je klapperenden mond dicht tot je me aangehoord hebt" en Nicolaas bij een arm pakkend neemt hij hem terzijde voor een gesprek onder vier oogen. „U heeft me dus herkend?" vraagt de Engelsch man nauw hoorbaar. „Ja, maar u is dood. Maanden gele den is te Antwerpen bericht ontvangen, dat kolonel Guido Amati gesneuveld was bij den slag op het ijs, geveld door den Eersten der Engelschen". „Toch niet; ik ben mijn verwondingen I te boven gekomen!" „Maar, ongelukkige, als men u hier t ontdekt, een kolonel van het Spaansche leger, is uw dood zeker. Maar ik zal u i niet verraden", verzekert Bodé Volcker. ,,U heeft weleer mijn kind gered, om Een uitspraak om even vast te leggen! Zij klopt toch volkomen met de voor stelling van zaken van Nederlandsche zijde steeds gegeven, dat de afdamming van het Kreekrak geen enkel nadeel aan de Belgische Rijnvaart heeft berokkend. Die Belgische Rijnvaart heeft integen deel ontzaglijk voordeel gehad van die afdamming omdat in de plaats van het afgedamde Kreekrak met de moeilijke Oosterschelde het véél beter kanaal door Zuid-Beveland werd aangelegd. De feiten bewijzen dan ook, dat de Bel gische Rijnvaart onmiddellijk den weg door Zuid-Beveland koos nog vóór het Kreekrak was afgedamd. Het is van belang dit weer eens te herhalen, omdat niemand minder dan de Leuvensche hoogleeraar professor Ter linden dezer dagen weer beweerd heeft, haar te brengen naar een plaats, waar zij het nog erger heeft". Dan roept hij handenwringend uit: „Ach, red haar nogmaals, mijn Mina!. Ze is. te Haarlem, een uitgewekene. Als de Spanjaarden ae stad veroveren, is dat haar dood. U staat bij Alva in de gunst, doe een goed woord voor haar. U heeft invloed op zijn dochter, spreek met haar!" „Dat is niet meer noodig", antwoordt Guy, „ik heb uw dochter al in veiligheid gebracht". „In veiligheid gebracht? Hoe? Waar? „Hier, in den Vergulden Toren". „Hier! In Godsnaam! U heeft haar ge red? Breng me tot haar, mijn Mina die verloren was, die thans is teruggevon den!" En de oude man, waanzinnig van ge luk, streelde vjuy's handen en wenscht hem al de zegeningen des hemels toe. Een minuut daarna keert hij zich om ten einde zijn dochter, waarom hij zich zoo diep bezorgd had gemaakt, aan zijn hart te drukken, doch Guy houdt hem tegen, zeggend: „Eerst moet ik u iets med'é'deelen". „Wat dan? Houd me niet lang op". „Enkel om harentwil", antwoord hij en hij deelt hem mede, hoe Oliver is ge sneuveld, ten slotte hem met gedempte stem vragend: „Wil het haar vertellen. Ik heb het getracht, maar kon het niet doen". -iWr,r!' vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5