BEURSTHERMOMETER
van Binsdag.
BEURS- EN WISSELKOERSEN.
Rieten dal< door ratten vernield
AMSTERDAM, 12 December.
Het eerste getai is de vorige note»
nng, daarop volgt de olficieele note»
van
Ned. 2e I. 32 1000-5 101%—101%.
Ned. 17 1000-4J 101%—101%.
Ned. 31 10j0-4 100%—10ü%.
Ned. 33 1000-4 100%—100%.
CertiIicaten-3 84%84J,
O, Indië 22 1000-6 93%94%.
O. Indië 32 1000-5 93%—93%
0. Indië 26 1000-4% 87%87%
Denemarken Oblig. 1926-5 84%
Duitschl. 100-7 58%—56%
Duitschl. 30 1000-5% 53%50-49
Zwitserl. oblig. '24-5 99%
Zwitserl, Scaatssp. '27-4% 100%—100%
Amsterdam 1933-5 99%
's-Gravenhage 1929-4% 101%
Rotterdam 1926-1930-4% 94—93%,
Utrecht, prov. 1929-4% 102%
Berlijn 1925-6J 24%22%.
Zeeuws Hyp. B-5 99|
Zeeuws. Hyp. B-4% 99
A Amsterd. Bank 105%—105%.
C Rott. Bankver. 77|—77%.
A Twentsche Bank 82
A Pref. Gruyter Zn. A. 121%
A Pref. Jurgens A 86%87%.
A Ned. Gist- en Spirituslabr. 380|
A De Schelde N.B. 30%
A Ver. Papf. v. Gelder 6464J.
C Am. Car Foundry 1515%
G Am. Smelt Ref 28%—27%.
C Farbenind I.G. 80%81%.
C U. States St. C.
C North Am. Cy. 10%10%
A Born. Sum. H. M. 115%116%
A Linde Teves en Stokv. 61%64%
A Ned. Wol Mij. 94%—94%
A Singkep Tin M 85%— 85%.
J. C. Japan Ln. 22%21.
A Rotterd. Lloyd 45
A S. M. Nederland 4646.
A Amst. Thee C. M. 46
Het is eenvoudig een herstellen van iets
wat over het hoofd is gezien.
Wanneer in de toekomst het water
schap voor het onderhoud zou moeten
gaan zorgen zou vanzelf de overeen
komst gewijzigd moeten worden. Het
beding van 0.56 is zeer laag.
Moet er over 15 of 20 jaar weer ver
betering worden aangebracht, dan gaan
we weer met den Minister praten.
Het voorstel wordt z. h. st. aangeno
men.
Uitvoering Ambtenarenwet 1929.
Het voorstel tot wijziging van het
Ambtenarenreglement Zeeland 1928, gaf
tot discussie in de afdeelingen aan
leiding en zoo is o.a. op een desbetref
fende vraag geantwoord, dat Ged. Sta
ten het te ver zouden gaan achten, om
ook het uitsteken van bepaalde vlaggen
van woningen van ambtenaren, geen
dienstwoningen zijnde, te verbieden.
Verder dat het aan eggen van een
lijst van verbonden onderscheidingstee
kenen bezwaren heeft, en het beter is
ieder geval op zichzelf te beschouwen.
Naar aanleiding van opmerkingen over
het niet opnemen van een verbod inzake
het vloeken of bezigen van ruwe taal,
meenden Ged. Staten, dat dit niet aan de
orde is. Een lid van het college heeft
tegen opname principieel geen bezwaar,
een ander lid meent, dat het reglement
hier reeds in voor ziet en aangeeft,
hoe een ambtenaar zich tijdens zijn
diensttijd heeft te gedragen. De wensch
om op te nemen, dat het den ambtenaar
verboden is revolutionaire ideën er op
na te houden, deed een lid van Ged. Sta
ten opmerken, dat men in een regle
ment niet alles kan opnemen, wat ver
boden is. Eenwensch om de leeftijds
grens voor pensionneering op 65 in
plaats van 70 jaar, zal eerst aan de Com
missie van Overleg moeten worden voor
gelegd.
De heer VAN 'T HOFF heeft destijds
gepleit voor een voorstel om den leef
tijd om met pensioen te gaan te bepalen
op 65 jaar.
De VOORZITTER zegt, dat dit buiten
de orde is. Een dergelijk voorstel kan bij
de begrooting worden gedaan.
De heer BOENDER heeft een zekere
tegenstrijdigheid ontdekt in de artikelen
betreffende de handelingen van het
scheidsgerecht bij niet-eervol ontslag.
De heer STIEGER antwoordt, dat de
heer Boender twee zaken door elkaar
haalt. Van tegenstrijdigheid is geen spra
ke. Alles wordt zooveel mogelijk bij het
scheidsgerecht ondergebracht.
De heer BOENDER stelt voor in art.
35, 7e lid de woorden „zooveel mogelijk"
te handhaven, welke woorden op ad
vies van de commissie van georganiseerd
zijn geschrapt.
De VOORZITTER zegt, dat Ged. Sta
ten dit overnemen.
De hr DIELEMAN komt daartegen
op.
De hr DE BAARE dringt er op aan,
het advies van Georganiseerd Overleg
te volgen. Anders verzwakken we de
pos:tie van dit collége.
De hr DIELEMAN sluit zich als voor
zitter van Georganiseerd Overleg daar
bij aan.
Door de schrapping van de woorden
„zooveel mogelijk" wordtde positie
van de ambtenaren versterkt Het admi
nistratief orgaan móet dan rekening hou
den met het scheidsgerecht. Spr. stelt
voor de woorden „zooveel mogelijk" te
schrappen.
Dit wordt aangenomen met '29 tegen
12 stemmen.
Het voorstel wordt aangenomen.
Personeel op arbeidscontract.
Naar aanleiding van verschillende
opmerkingen over het voorstel inzake
voorschriften voor indienstneming van
personeel op arbeidsovereenkomst,
deelen Ged. Staten nog mede, dat naar
hun meening in het algemeen het loon
tijdens het verlof moet worden doorbe
taald. Er kunnen echter gevallen voor
komen, waarbij het wellicht eenerzijds
onredelijk zou zijn, het gevraagde ver
lof niet te verleenen, anderzijds even
onredelijk het loon over den tijd van het
verlof te blijven betalen; men denke b.v.
aan de mogelijkheid, dat een geëmploy
eerde der Provincie tijdelijk als adviseur
of in dienst van een andere publiekrech
telijke of privaatrechtelijke corporatie
optreedt.
Ged. Staten stellen daarom prijs op
behoud van de woorden „als regel"
A Houth. Alberts 3029%
C Baltimore Ohio 1616%
A Southern Rlw. 17%17%
C Union Pac. Rr. 73%73%
C Int. Nickel Cy. 13%
A woloniate Bnk. 45%45.
A N.I. Hbk. 1030 49—49%.
C Ned. H. M. 1000 47%—47|.
A Alg. Kunstz. U. 29J—30%-30.
A v. Berke s Pat. 19%19%.
C Ca'vé-Pel t 5858.
A C. Su ker Mpij. 21%21.
A Ned. Ford A.M. 172%—173%-75è-
A P1 i?vs G"m R PK 2*2 262 -65.
C Unilever 90%90-91%.
C Anaconda Cop. 9%9%-9%.
C Bet It hem St 232,%-24.
C Kennec Copper 12%13-%.
C Un p-tV' 6%6%,
A A.N.I.E.M.—N.B. 207—210
A Kon. Pefr. Mpij. 176%—177-76
C Contin. Oil Cy. 11%11%-%
C Shell Union O.C. 5%5%
C Tide Water Ass. Oil. 6%6%-6%
„Een week loon" is aangenomen als het
bedrag, dat ten hoogste als boete mag
worden opgelegd, doch het is allerminst
de bedoeling geweest, het loon over één
week in die zelfde periode in zijn ge
heel in te houden, hetgeen trouwens ook
de voorschriften van het Burgerlijk Wet
boek verbieden. Ged. Staten wijzen er
op, dat bij de samenstelling van het on
derhavige ontwerp-besluit zoo nauw
mogelijk aansluiting is gezocht aan het
Ambtenarenreglement Zeeland. Enkele
voorschriften, waartegen thans bezwaar
is gemaakt, komen in denzelfden vorm
in dit reg'ement voor en hebben nimmer
tot klachten aanleiding gegeven.
Bij art. 7 wil de hr DE BAARE den
termijn van 6 maanden brengen op één
maand, zooals bij het Rijk. Zes maanden
is wat lang. Dan kunnen allerlei mis
verstanden ontstaan.
De hr STIEGER vindt zes maanden
niet zoo lang. Maar een maand is wel
wat kort.
D hr DE BAARE wijst er op dat ook
het Rijk toch deze bepaling ook heeft.
De hr STIEGER zegt, dat Ged. Staten
dit overnemen.
De hr DE BAARE wil art. 11 (de
loonsbepaling toepassen, zooals bij het
Rijk geschiedt. Nu willen Ged. Staten 't
loon bepalen. Spr. geeft de voorkeur
aan het handhaven van de collectieve
contracten van de betrokken vakgroep.
De hr STIEGER zegt, dat gevallen a s
deze weinig voorkomen. Ged. Staten
willen de Iconbepaling aan zich houden.
De hr DE BAARE wil uit een oog
punt van rechtszekerheid de Rijksrege
ling volgen.
De hr STIEGER wijst op de practijk.
Elk geval moet afzonderlijk bekeken
worden. Spr. noemt b.v. de opzichters
bij de wegen.
De hr KODDE zegt, dat de redactie
van Ged. Staten van art. 14 ten opzichte
van werk op Zondag hem niet bevre
digt. De Zondag is Gods dag. Alle niet-
noodzakelijk werk moet vermedén. De
redactie- van Ged, Staten spreekt al een
van het kunnen bijwonen van de gods
dienstoefening. Spr. stelt voor art. 14
zóó te lezen, dat alleen strikt noodza
kelijk werk moet worden verricht.
De heer v. d. WART heeft voldoende
vertrouwen in Ged. Staten, dat ze al
leen arbeid zullen laten verrichten, als
het strikt noodzakelijk is. Spr. acht het
amendement-Kodde onnoodig.
De heer STIEGER meent, dat Ged.
Staten hetzelfde voorstellen als de heer
Kodde. Zij hebben de redactie van het
ambtenaren-reglement gevolgd.
De heer KODDE heeft geen wantrou
wen tegenover Ged. Staten, Er kan la
ter een ander college van Ged. Staten
komen. De zaak moet objectief worden
geregeld en vastliggen in een reglement.
Spr. handhaaft zijn amendement.
De heer STIEGER wijst er nog eens
op, dat er practisch geen verschil be
staat tusschen de beide voorstellen. Er
zijn nu eenmaal diensten, die niet stop-
gezet kunnen worden.
De heer v. d, WART acht ook het
amendement Kodde niet voldoende.
Ook over het begrip „uiterste nood
zaak" is verschil van meening. Dan moet
radicaal alle arbeid worden verboden.
De heer KODDE wijst op brand, dijk-
val, overstrooming, gevallen, waarbij ge
werkt moet worden. Een volkomen juis
te redactie is niet te vinden maar de
zijne vindt spr. toch de beste.
Het voorstel-Kodde wordt verworpen
met 34 tegen 7 stemmen (voor de Stk,
Gereformeerden en de heeren Domini-
cus, Sonke en de Jonge).
Bij art. 17 stelt de hr ADRIAANSE
een wijziging voor inzake het verleenen
van vacantie en schrappen, dat het ver
lof alleen wordt gegeven, als de belangen
van den dienst het toelaten.
De hr DE BAARE vreest, dat het ge
volg van het voorstel van Ged. Staten
zal kunnen zijn, dat iemand zijn verlof
verspeelt.
De hr STIEGER handhaaft het voor
stel. Met tie belangen van den dienst
moet vóór alles gerekend worden.
De hm ADRIAANSE, DE BAARE en
GOOSSENS verdedigen het voorstel-
Adriaansei, dat mogelijk maakt, verlof
later te nemen, als de dienst dat noodig
maakt.
Ged. Staten nemen dat over.
De hr STAVERMAN ste't voor een
jaarlijksch verlof van acht dagen, zooveel
mogelijk achter elkaar te nemen.
A Holl. Amer. Lijn 1
A K.N. St"o.nb Mij 9%10%.
A Ned. Scheepv. U. 45£44%-45%.
A h.V. ^.n.s.erdam i7j%iOv%-71,
A Java Cult. Mij 97%98-%.
A N.I. Suiker U. 66%67%-68%.
A Deli Batav'a 112114%.
C Deli Mij. 1000 105%—109
A Senembah 127—127%-28%
C Chicago M lw. 3%—3%-3%
A Amst. Rubb. C. 97%—97%-%%
A Deli-Bat.. Rubb. 39%—39
A Hessa Rubber 32%32
A Serbadjadi S.R. 28%—27%
Prolongatie 11
WISSELKOERSEN.
11 Dec.
12 Dec,
Londen
8 09%
8.12%
Berlijn
59.31
59.32
Parijs
9.74
9.74%
Brussel
34.57
34.56
Zw'tserland
48.12
48 14
Kopenhagen
36.20
36.35
New-York
1.57
1.59
Aku
H.VA.
Young
Op voorstel van den heer Paap wij
zigt de hr Staverman d't als volgt: ais
regel acht zooveel mogelijk achtereen
volgende dienst dagen.
De hr STIEGER zegt, dat Ged. Sta
ten hiertegen geen overwegende bezwa
ren hebben.
De hr DE BAARE wil een verlof van
12 dagen, zooa s het Rijk d't geeft.
De hr STIEGER vindt acht dagen vol
doende voor iemand, die b.v. zes maan
den in dienst is.
De hr DE BAARE wil dan bepalen 'n
maximum van twaalf dagen.
Ged. Staten nemen ook dit over.
Bij art. 20 wil de hr DE BA<\RE ver
plichte (en niet als regel) door be
taling van loon bij verlof.
De hr STIEGER zegt, dat Ged. Sta
ten ook dezen regel willen handhaven.
Maar er zijn uitzonderingsgevallen.
Bij art. 21 wil de hr KODDE niet ab
soluut vastleggen, dat bij ziekte en on
geval loon wordt door betaald. Men kan
een ongeval krijgen, dat met het werk
n ets te maken heeft. Spr. stelt voor te
schrappen de woorden „bij ongeval" en
voor ongevallen een aparte regeling
trefen.
Dit amendement wordt niet voldoende
ondersteund.
De hr VAN 'T HOFF wil niet bij' voor
baat elk ongeval van betaling uitscha
kelen. Wel zou hij willen, dat Ged. Sta
ten het recht hadden bij sommige onge
vallen loon n'et uit te keeren.
De hr STAVERMAN merkt op, dat
ziekte en ongeval niet te scheiden zijn.
De hr KODDE stelt een bepaling voor,
in art. 23, dat het personeel verplicht is
het Saatsgezag te eerbiedigen en ver
boden is te vloeken en onzedelijke taal
te gebruiken.
De hr v. d. WART vraagt, waarom
Ged. Staten een dergelijke bepaling niet
hebben voorgesteld.
De hr STIEGER antwoordt, dat Ged.
Staten in art. 35 van het Ambtenaren
reglement voldoende bevoegdheid heb
ben om in zulke gevallen op te treden.
Ook is er het Burg. Wetboek nog.
De hr KODDE begrijpt niet, waarom
het Rijk dan een dergelijke bepaling
voor zijn personeel invoerde. Het amb
tenaren-reglement geldt hier niet.
De hr STIEGER erkent dit laatste
Maar de algemeene wetsbepalingen gel
den wel.
De hr ADRIAANSE zegt, dat de hr
Kodde een open deur intrapt. We moe
ten Ged. Staten vertrouwen schenken.
Dit college zal in de bedoelde gevallen
wel optreden.
De hr KODDE handhaaft zijn amen
dement. We moeten hier het recht be
schrijven. Zoo noodig moet op korten
termijn kunnen worden gehandeld.
Het voorstel-Kodde wordt verworpen
met 29 tegen 12 stemmen.
Het geheele reglement wordt aange
nomen z. h. s.
Opneming kasgeld.
Het voorstel om in 1934 tot 2.000.000
aan kasgeld te mogen opnemen, onder
vond in de afdeeling geen- bestrijding of
bespreking,
Z.h.s. aangenomen.
Conversie van geldleeningen.
Inzake het voorstel tot conversie van
geldleeningen is op een desbetreffende
vraag in een der afdeelingen, geant
woord, dat het voorstel de machtiging
inhoudt aan Ged. Staten om tot conver
sie over te gaan.
Z.h.s. aangenomen.
Risicogarantie drinkwatervoor
ziening van Zeeuwsch-Vlaande
ren,
Het voorstel om aan de N.V. Waterlei
ding-Maatschappij „Zeeuwsch Vlaande
ren" een ris:co garantie van ten hoog
ste 200.000 toe te kennen gaf in alle
afdeelingen aanleiding tot breedvoerige
besprekingen. In de eerste plaats zijn
ernstige bezwaren geuit tegen de ver
plichte aansluiting, waarop leden van
Ged. Staten o.a. antwoordden, dat de
verplichte aansluiting ook elders door
het Rijk als voorwaarde is gesteld, b.v.
in Overijssel en Zuid-Limburg, zij betee-
kent een garantie voor het Rijk en de
Provincie. De beslissing blijft ten deze
echter bij de gemeenteraden.
De verplichte aansluiting zal soepel
worden toegepast. Als de gemeentera
den besluiten de verplichte aansluiting
niet in te voeren, dan zal de gemeente
een bepaalde waterafname moeten ga
randeeren.
In nauw verband met het vorige is
gehandeld over de tar'even.
Hierbij is vanwege Ged. Staten opge
merkt, dat bij verplichte aansluiting de
rendabil teit verzekerd is. De tarieven
zullen tot de laagste behooren van de
geheele provincie. Zij kunnen pas juist
worden vastgesteld, als de gemeente
raden tot uitvoering van het plan is be
sloten.
Ook de aard en de capaciteit van de
waterwinplaats maakten een onderwerp
van bespreking uit. Dit gaf aanleiding
tot de opmerking van de zijde van Ged.
Staten, dat omtrent de door de tegen
standers uitgesproken twijfel met be
trekk ng tot de vraag of er water in vol
doende hoeveelheid zal zijn, door de
deskundigen na herhaald intensief on
derzoek is uitgemaakt, dat er bij nor
male ontwikkeling van het bedrijf voor
30 jaar voldoende water is. De mogelijk
heid blijft over om in de streek nieuwe
putten te maken, en bij onverwachte op
bloei van het economisch leven kan een
duiker door de Schelde naar Noordbra
bant worden gelegd. In ieder geval zal
er voor zco langen tijd water zijn. In het
Rijksbureau en zijn bekwamen directeur
dient volkomen vertrouwen te worden
gesteld.
Van verschillende zijden is de actie
tegen de drinkwatervoorziening van Z.
Vlaanderen gevoerd, besproken. Een lid
kon niet gelooven dat een adres als b.v.
van den heer Van Dalsum geheel on
juist is, in welk adres o.m. wordt ge
zegd, dat de nieuwe maatschappij van
geen beteekenis is. O.a. is nog opge
merkt, dat de bevolking schuw wordt
gemaakt. Zeeuwsch-Vlaanderen wil al
les hebben, maar niet betalen. Het vroe
gere plan was te groot, dit plan heet nu
te klein en daarom is men er tegen. Van
de zijde van Ged. Staten wordt betoogd,
dat het in deze periode van neergang de
juiste tijd is het werk aan te vatten en
wel op de eerste plaats, omdat de prij
zen van materialen en grond thans laag
zijn, en vervolgens omdat er een zeer
geschikt object van werkverschaffing in
moet worden gezien. Het zou onrecht
vaardig zijn, ind en de Staten aan Z
Vlaanderen de garantie weigerden, die
zij aan andere deelen der provincie ver
leenden.
Naar aanleiding van opmerkingen
over het maatschappelijk kapitaal is van
de zijde van Ged. Staten medegedeeld,
dat de N.V, als zoodanig zeker geldlee
ningen mag sluiten. Eerst als de verlie
zen zijn opgeloopen tot 100.000 moet
de Provincie bijspringen. Deze verliezen
zijn echter berekend op 23.000. De re
geering staat er op, dat zooveel moge
lijk Nederlandsch fabrikaat wordt ge
bruikt. Naar aanleiding van een desbe
treffende opmerking wordt er opgewe-
zen, dat men niet een vergelijk:ng kan
maken met een spoorweg, als men wijst
op verkeerde uitkomsten in Zuid-Beve^
land.
Bij het antwoord op het afdelings
verslag leggen Ged. Staten een staatje
over, waaruit blijkt, dat meer dan 60
pCt. der woningen in Zeeuwsch-Vlaan
deren vallen in de klasse van 7 tot 15
per jaar.
De hr VAN DALSUM zegt, dat de
N.V. is oppgericht door zes burgemees
ters, niet handelende als burgemeesters
maar als personen.
De waterleiding is niet bestaanbaar
als er geen voldoende watervoorraac
is.
De oude vennootschap is moeten wor
den ontbonden, o.a. omdat er geen vol
doende watervoorraad was. Dit is er
kend door het Rijksbureau voor drink
watervoorziening. Er zal ook geen vol
doende druk op het water zijn. Er is niet
meer water dan wat er valt.
Het tekort aan water is ook erkenc
door de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg
Mij., de spoorweg Mij. MechelenTer
neuzen, de ingenieurs die de waterlei
ding voor St. Nicolaas hebben aange
legd, de minister onder wien het rijks
bureau voor drinkwatervoorziening res
sorteert en een nader onderzoek gelastte
op grond van een geheim gehouden
rapport de ervaring van de bevol
king (bij een brand te Hulst is gebleken,
dat een welput niet voldoende water be
vat) en door prof. van Baren.
De heeren van het Rijksbureau weten
wel, hoe de zaak in elkaar zit, maar ze
handelen er niet naar. Spr. heeft hen uit-
genoodigd om zijn stellingen in vergade-
Rubber
Tabak
Unilever
Industrie
Philips
Ford
Suiker
Markt
Amerika
Schepen
Koninkl.
(Wettig gedeponeerd.)
Hei lieten dak van een boerdeiij in de buuit vast
Alkmaar vertoonde aan de binnenzijde groote gaten,
die door ratten werden veroorzaakt. Ten einde raad
nam de eigenaar een proef met Rodent, rn.l het ge
volg dat hij 's morgens tal van doode rallen vond en
nadien geen rat meer heeft gehoord of gezien. Eéa
doosje Rodent heeft hem voor honderden gulden#
reparatiekosten gevrijwaard. Laat Uw eigendommett
niet door dit schadelijke ongedierte vernielen. Maak
voor goed een eind aan de rattenp'aag door aanwen
ding van Rodent. Het trekt ralten en muizen on
weerstaanbaar aan. Koop nog heden een enkele doo«
A 50 et of een dubbele doos a 90 cL en morgen zag
U van ral en muis bevrijd zijn. O. a. bij alle dro
gisten. Imp.: Fa. B. Meindersma - Oen Haag. BO
(Ingez, Med.)
santttvs*».»*
ringen te weerleggen, maar men heeft
hem dood gezwegen. Toch zou door
weerlegging de zaak voor 90 pCt. zijn
gered.
Men wil toch doorzetten. Spr. ziet
hierin officieele hoogmoed van de hee
ren deskundigen. Het gaat hier niet om
het wenschelijke. Dat komt hier niet
eens aan de orde, want de mogelijkheid
's er niet. Ook is het kapitaal van de
N.V. te klein.
De Prov. Staten zouden bij aanneming
van het voorstel geen ernstig besluit ne
men, maar de bestaande agitatie leven
dig houden.
Spr. dringt er op aan het voorstel niet
aan te nemen.
De hr GOOSSENS staat met gemeng
de gevoelens tegenover het voorstel. De
verplichte aansluiting is een ernst g be
zwaar. Maar toch zit daarachter een
agitatie van hen, d'e aan Zeeuwsch-
Vlaanderen de gemakken en voordeelen
van den tegenwoordigen tijd willen ont
houden. Er is door sommigen een men-
ta iteit gekweekt, die meer dan beden
kelijk is.
Spr. laakt vooral het optreden van
den heer van Dalsum, die de actie voor
Waterleiding toeschrijft aan een aantal
burgemeesters. Men heeft deze laatste
zelfs beleedigd. Maar ze verdienen
hulde,
Het gevolg van de oppositie tegen
de waterleiding is geweest, dat vele
gemeenteraden woordbreuk hebben ge
pleegd en van nieuw af aan begonnen
moest worden.
Men zegt wel eens, dat Zeemtrsch-
V.aanderen stiefmoederlijk wordt be
deeld, maar waarom gaat men dan af
breken. wat anderen willen opbouwen?
Waarom gaat men dan elke verbetering
afkeuren?
Men heeft door de actie tegen de wa
terleiding bereikt, dat industrieeën niet
in Zeeuwsch-Vlaanderen werden ge
vestigd.
Spr. is ook niet voor verplichte aan
sluiting. Maar wé moeten nu de knoop
doorhakken, want anders is de zaak
voor tientallen van jaren verkeken. We
moeten letten op 't groote belang der
zaak. Laten de Prov. Staten een stukje
achterstelling van Zeeuwsch-Vlaanderen
nu uit de wereld helpen.
De hr. HAMELINK (S.D.) zegt ook,
dat de bevolking kopschuw is gemaakt.
Zoo gaat 't altijd, als er voor Zeeuwsch-
Vlaanderen verbeteringen worden aan
hangig gemaakt. Spr. laakt het gehalte
van de bestrijding. Als hij spreekt van
opzettelijke misleiding wordt hij door
den voorzitter tot de orde geroepen.
De heer Hamelink wil dan in het mid
den laten of de hr. v. Dalsum zelf weet,
dat zijn beweringen onjuist zijn. In ieder
geval wordt het tijd, dat de zaken eens
bij hun naam genoemd worden. Spr.
laakt het, dat de hr. v. Dalsum beschou
wingen over een waterwinplaats te Sluis
heeft toegepast op de tegenwoordige.
Spr. is volkomen gerust over den wa
tervoorraad voor het tegenwoordige
plan. Er is vroeger door de bestrijders
gezegd: de watervoorraad is te klein
voor al de gemeenten. Maar nu is er een
beperkt plan en komt men toch met
dezelfde bezwaren. Spr, meent dat er
achter de bestrijding wat anders zit.
Destijds is er een commissie aan het
werk geweest, die tot taak had, al de
tegen de waterleiding aangevoerde be
zwaren te onderzoeken. Maar bepaalde
heeren kwamen niet ter vergadering en
zonden ook hun bezwaren niet schrif
telijk in. Ze gingen liever het land in
om de bevolking kopschuw te maken,
wat gemakkelijk ging, omdat er zooveel
conservatisme zit.
Spr. brengt hulde aan mr. Dieteman,