BEURSTHERMOMETER van Binsdag. BEURS- EN WISSELKOERSEN. Rieten dal< door ratten vernield AMSTERDAM, 12 December. Het eerste getai is de vorige note» nng, daarop volgt de olficieele note» van Ned. 2e I. 32 1000-5 101%—101%. Ned. 17 1000-4J 101%—101%. Ned. 31 10j0-4 100%—10ü%. Ned. 33 1000-4 100%—100%. CertiIicaten-3 84%84J, O, Indië 22 1000-6 93%94%. O. Indië 32 1000-5 93%—93% 0. Indië 26 1000-4% 87%87% Denemarken Oblig. 1926-5 84% Duitschl. 100-7 58%—56% Duitschl. 30 1000-5% 53%50-49 Zwitserl. oblig. '24-5 99% Zwitserl, Scaatssp. '27-4% 100%—100% Amsterdam 1933-5 99% 's-Gravenhage 1929-4% 101% Rotterdam 1926-1930-4% 94—93%, Utrecht, prov. 1929-4% 102% Berlijn 1925-6J 24%22%. Zeeuws Hyp. B-5 99| Zeeuws. Hyp. B-4% 99 A Amsterd. Bank 105%—105%. C Rott. Bankver. 77|—77%. A Twentsche Bank 82 A Pref. Gruyter Zn. A. 121% A Pref. Jurgens A 86%87%. A Ned. Gist- en Spirituslabr. 380| A De Schelde N.B. 30% A Ver. Papf. v. Gelder 6464J. C Am. Car Foundry 1515% G Am. Smelt Ref 28%—27%. C Farbenind I.G. 80%81%. C U. States St. C. C North Am. Cy. 10%10% A Born. Sum. H. M. 115%116% A Linde Teves en Stokv. 61%64% A Ned. Wol Mij. 94%—94% A Singkep Tin M 85%— 85%. J. C. Japan Ln. 22%21. A Rotterd. Lloyd 45 A S. M. Nederland 4646. A Amst. Thee C. M. 46 Het is eenvoudig een herstellen van iets wat over het hoofd is gezien. Wanneer in de toekomst het water schap voor het onderhoud zou moeten gaan zorgen zou vanzelf de overeen komst gewijzigd moeten worden. Het beding van 0.56 is zeer laag. Moet er over 15 of 20 jaar weer ver betering worden aangebracht, dan gaan we weer met den Minister praten. Het voorstel wordt z. h. st. aangeno men. Uitvoering Ambtenarenwet 1929. Het voorstel tot wijziging van het Ambtenarenreglement Zeeland 1928, gaf tot discussie in de afdeelingen aan leiding en zoo is o.a. op een desbetref fende vraag geantwoord, dat Ged. Sta ten het te ver zouden gaan achten, om ook het uitsteken van bepaalde vlaggen van woningen van ambtenaren, geen dienstwoningen zijnde, te verbieden. Verder dat het aan eggen van een lijst van verbonden onderscheidingstee kenen bezwaren heeft, en het beter is ieder geval op zichzelf te beschouwen. Naar aanleiding van opmerkingen over het niet opnemen van een verbod inzake het vloeken of bezigen van ruwe taal, meenden Ged. Staten, dat dit niet aan de orde is. Een lid van het college heeft tegen opname principieel geen bezwaar, een ander lid meent, dat het reglement hier reeds in voor ziet en aangeeft, hoe een ambtenaar zich tijdens zijn diensttijd heeft te gedragen. De wensch om op te nemen, dat het den ambtenaar verboden is revolutionaire ideën er op na te houden, deed een lid van Ged. Sta ten opmerken, dat men in een regle ment niet alles kan opnemen, wat ver boden is. Eenwensch om de leeftijds grens voor pensionneering op 65 in plaats van 70 jaar, zal eerst aan de Com missie van Overleg moeten worden voor gelegd. De heer VAN 'T HOFF heeft destijds gepleit voor een voorstel om den leef tijd om met pensioen te gaan te bepalen op 65 jaar. De VOORZITTER zegt, dat dit buiten de orde is. Een dergelijk voorstel kan bij de begrooting worden gedaan. De heer BOENDER heeft een zekere tegenstrijdigheid ontdekt in de artikelen betreffende de handelingen van het scheidsgerecht bij niet-eervol ontslag. De heer STIEGER antwoordt, dat de heer Boender twee zaken door elkaar haalt. Van tegenstrijdigheid is geen spra ke. Alles wordt zooveel mogelijk bij het scheidsgerecht ondergebracht. De heer BOENDER stelt voor in art. 35, 7e lid de woorden „zooveel mogelijk" te handhaven, welke woorden op ad vies van de commissie van georganiseerd zijn geschrapt. De VOORZITTER zegt, dat Ged. Sta ten dit overnemen. De hr DIELEMAN komt daartegen op. De hr DE BAARE dringt er op aan, het advies van Georganiseerd Overleg te volgen. Anders verzwakken we de pos:tie van dit collége. De hr DIELEMAN sluit zich als voor zitter van Georganiseerd Overleg daar bij aan. Door de schrapping van de woorden „zooveel mogelijk" wordtde positie van de ambtenaren versterkt Het admi nistratief orgaan móet dan rekening hou den met het scheidsgerecht. Spr. stelt voor de woorden „zooveel mogelijk" te schrappen. Dit wordt aangenomen met '29 tegen 12 stemmen. Het voorstel wordt aangenomen. Personeel op arbeidscontract. Naar aanleiding van verschillende opmerkingen over het voorstel inzake voorschriften voor indienstneming van personeel op arbeidsovereenkomst, deelen Ged. Staten nog mede, dat naar hun meening in het algemeen het loon tijdens het verlof moet worden doorbe taald. Er kunnen echter gevallen voor komen, waarbij het wellicht eenerzijds onredelijk zou zijn, het gevraagde ver lof niet te verleenen, anderzijds even onredelijk het loon over den tijd van het verlof te blijven betalen; men denke b.v. aan de mogelijkheid, dat een geëmploy eerde der Provincie tijdelijk als adviseur of in dienst van een andere publiekrech telijke of privaatrechtelijke corporatie optreedt. Ged. Staten stellen daarom prijs op behoud van de woorden „als regel" A Houth. Alberts 3029% C Baltimore Ohio 1616% A Southern Rlw. 17%17% C Union Pac. Rr. 73%73% C Int. Nickel Cy. 13% A woloniate Bnk. 45%45. A N.I. Hbk. 1030 49—49%. C Ned. H. M. 1000 47%—47|. A Alg. Kunstz. U. 29J—30%-30. A v. Berke s Pat. 19%19%. C Ca'vé-Pel t 5858. A C. Su ker Mpij. 21%21. A Ned. Ford A.M. 172%—173%-75è- A P1 i?vs G"m R PK 2*2 262 -65. C Unilever 90%90-91%. C Anaconda Cop. 9%9%-9%. C Bet It hem St 232,%-24. C Kennec Copper 12%13-%. C Un p-tV' 6%6%, A A.N.I.E.M.—N.B. 207—210 A Kon. Pefr. Mpij. 176%—177-76 C Contin. Oil Cy. 11%11%-% C Shell Union O.C. 5%5% C Tide Water Ass. Oil. 6%6%-6% „Een week loon" is aangenomen als het bedrag, dat ten hoogste als boete mag worden opgelegd, doch het is allerminst de bedoeling geweest, het loon over één week in die zelfde periode in zijn ge heel in te houden, hetgeen trouwens ook de voorschriften van het Burgerlijk Wet boek verbieden. Ged. Staten wijzen er op, dat bij de samenstelling van het on derhavige ontwerp-besluit zoo nauw mogelijk aansluiting is gezocht aan het Ambtenarenreglement Zeeland. Enkele voorschriften, waartegen thans bezwaar is gemaakt, komen in denzelfden vorm in dit reg'ement voor en hebben nimmer tot klachten aanleiding gegeven. Bij art. 7 wil de hr DE BAARE den termijn van 6 maanden brengen op één maand, zooals bij het Rijk. Zes maanden is wat lang. Dan kunnen allerlei mis verstanden ontstaan. De hr STIEGER vindt zes maanden niet zoo lang. Maar een maand is wel wat kort. D hr DE BAARE wijst er op dat ook het Rijk toch deze bepaling ook heeft. De hr STIEGER zegt, dat Ged. Staten dit overnemen. De hr DE BAARE wil art. 11 (de loonsbepaling toepassen, zooals bij het Rijk geschiedt. Nu willen Ged. Staten 't loon bepalen. Spr. geeft de voorkeur aan het handhaven van de collectieve contracten van de betrokken vakgroep. De hr STIEGER zegt, dat gevallen a s deze weinig voorkomen. Ged. Staten willen de Iconbepaling aan zich houden. De hr DE BAARE wil uit een oog punt van rechtszekerheid de Rijksrege ling volgen. De hr STIEGER wijst op de practijk. Elk geval moet afzonderlijk bekeken worden. Spr. noemt b.v. de opzichters bij de wegen. De hr KODDE zegt, dat de redactie van Ged. Staten van art. 14 ten opzichte van werk op Zondag hem niet bevre digt. De Zondag is Gods dag. Alle niet- noodzakelijk werk moet vermedén. De redactie- van Ged, Staten spreekt al een van het kunnen bijwonen van de gods dienstoefening. Spr. stelt voor art. 14 zóó te lezen, dat alleen strikt noodza kelijk werk moet worden verricht. De heer v. d. WART heeft voldoende vertrouwen in Ged. Staten, dat ze al leen arbeid zullen laten verrichten, als het strikt noodzakelijk is. Spr. acht het amendement-Kodde onnoodig. De heer STIEGER meent, dat Ged. Staten hetzelfde voorstellen als de heer Kodde. Zij hebben de redactie van het ambtenaren-reglement gevolgd. De heer KODDE heeft geen wantrou wen tegenover Ged. Staten, Er kan la ter een ander college van Ged. Staten komen. De zaak moet objectief worden geregeld en vastliggen in een reglement. Spr. handhaaft zijn amendement. De heer STIEGER wijst er nog eens op, dat er practisch geen verschil be staat tusschen de beide voorstellen. Er zijn nu eenmaal diensten, die niet stop- gezet kunnen worden. De heer v. d, WART acht ook het amendement Kodde niet voldoende. Ook over het begrip „uiterste nood zaak" is verschil van meening. Dan moet radicaal alle arbeid worden verboden. De heer KODDE wijst op brand, dijk- val, overstrooming, gevallen, waarbij ge werkt moet worden. Een volkomen juis te redactie is niet te vinden maar de zijne vindt spr. toch de beste. Het voorstel-Kodde wordt verworpen met 34 tegen 7 stemmen (voor de Stk, Gereformeerden en de heeren Domini- cus, Sonke en de Jonge). Bij art. 17 stelt de hr ADRIAANSE een wijziging voor inzake het verleenen van vacantie en schrappen, dat het ver lof alleen wordt gegeven, als de belangen van den dienst het toelaten. De hr DE BAARE vreest, dat het ge volg van het voorstel van Ged. Staten zal kunnen zijn, dat iemand zijn verlof verspeelt. De hr STIEGER handhaaft het voor stel. Met tie belangen van den dienst moet vóór alles gerekend worden. De hm ADRIAANSE, DE BAARE en GOOSSENS verdedigen het voorstel- Adriaansei, dat mogelijk maakt, verlof later te nemen, als de dienst dat noodig maakt. Ged. Staten nemen dat over. De hr STAVERMAN ste't voor een jaarlijksch verlof van acht dagen, zooveel mogelijk achter elkaar te nemen. A Holl. Amer. Lijn 1 A K.N. St"o.nb Mij 9%10%. A Ned. Scheepv. U. 45£44%-45%. A h.V. ^.n.s.erdam i7j%iOv%-71, A Java Cult. Mij 97%98-%. A N.I. Suiker U. 66%67%-68%. A Deli Batav'a 112114%. C Deli Mij. 1000 105%—109 A Senembah 127—127%-28% C Chicago M lw. 3%—3%-3% A Amst. Rubb. C. 97%—97%-%% A Deli-Bat.. Rubb. 39%—39 A Hessa Rubber 32%32 A Serbadjadi S.R. 28%—27% Prolongatie 11 WISSELKOERSEN. 11 Dec. 12 Dec, Londen 8 09% 8.12% Berlijn 59.31 59.32 Parijs 9.74 9.74% Brussel 34.57 34.56 Zw'tserland 48.12 48 14 Kopenhagen 36.20 36.35 New-York 1.57 1.59 Aku H.VA. Young Op voorstel van den heer Paap wij zigt de hr Staverman d't als volgt: ais regel acht zooveel mogelijk achtereen volgende dienst dagen. De hr STIEGER zegt, dat Ged. Sta ten hiertegen geen overwegende bezwa ren hebben. De hr DE BAARE wil een verlof van 12 dagen, zooa s het Rijk d't geeft. De hr STIEGER vindt acht dagen vol doende voor iemand, die b.v. zes maan den in dienst is. De hr DE BAARE wil dan bepalen 'n maximum van twaalf dagen. Ged. Staten nemen ook dit over. Bij art. 20 wil de hr DE BA<\RE ver plichte (en niet als regel) door be taling van loon bij verlof. De hr STIEGER zegt, dat Ged. Sta ten ook dezen regel willen handhaven. Maar er zijn uitzonderingsgevallen. Bij art. 21 wil de hr KODDE niet ab soluut vastleggen, dat bij ziekte en on geval loon wordt door betaald. Men kan een ongeval krijgen, dat met het werk n ets te maken heeft. Spr. stelt voor te schrappen de woorden „bij ongeval" en voor ongevallen een aparte regeling trefen. Dit amendement wordt niet voldoende ondersteund. De hr VAN 'T HOFF wil niet bij' voor baat elk ongeval van betaling uitscha kelen. Wel zou hij willen, dat Ged. Sta ten het recht hadden bij sommige onge vallen loon n'et uit te keeren. De hr STAVERMAN merkt op, dat ziekte en ongeval niet te scheiden zijn. De hr KODDE stelt een bepaling voor, in art. 23, dat het personeel verplicht is het Saatsgezag te eerbiedigen en ver boden is te vloeken en onzedelijke taal te gebruiken. De hr v. d. WART vraagt, waarom Ged. Staten een dergelijke bepaling niet hebben voorgesteld. De hr STIEGER antwoordt, dat Ged. Staten in art. 35 van het Ambtenaren reglement voldoende bevoegdheid heb ben om in zulke gevallen op te treden. Ook is er het Burg. Wetboek nog. De hr KODDE begrijpt niet, waarom het Rijk dan een dergelijke bepaling voor zijn personeel invoerde. Het amb tenaren-reglement geldt hier niet. De hr STIEGER erkent dit laatste Maar de algemeene wetsbepalingen gel den wel. De hr ADRIAANSE zegt, dat de hr Kodde een open deur intrapt. We moe ten Ged. Staten vertrouwen schenken. Dit college zal in de bedoelde gevallen wel optreden. De hr KODDE handhaaft zijn amen dement. We moeten hier het recht be schrijven. Zoo noodig moet op korten termijn kunnen worden gehandeld. Het voorstel-Kodde wordt verworpen met 29 tegen 12 stemmen. Het geheele reglement wordt aange nomen z. h. s. Opneming kasgeld. Het voorstel om in 1934 tot 2.000.000 aan kasgeld te mogen opnemen, onder vond in de afdeeling geen- bestrijding of bespreking, Z.h.s. aangenomen. Conversie van geldleeningen. Inzake het voorstel tot conversie van geldleeningen is op een desbetreffende vraag in een der afdeelingen, geant woord, dat het voorstel de machtiging inhoudt aan Ged. Staten om tot conver sie over te gaan. Z.h.s. aangenomen. Risicogarantie drinkwatervoor ziening van Zeeuwsch-Vlaande ren, Het voorstel om aan de N.V. Waterlei ding-Maatschappij „Zeeuwsch Vlaande ren" een ris:co garantie van ten hoog ste 200.000 toe te kennen gaf in alle afdeelingen aanleiding tot breedvoerige besprekingen. In de eerste plaats zijn ernstige bezwaren geuit tegen de ver plichte aansluiting, waarop leden van Ged. Staten o.a. antwoordden, dat de verplichte aansluiting ook elders door het Rijk als voorwaarde is gesteld, b.v. in Overijssel en Zuid-Limburg, zij betee- kent een garantie voor het Rijk en de Provincie. De beslissing blijft ten deze echter bij de gemeenteraden. De verplichte aansluiting zal soepel worden toegepast. Als de gemeentera den besluiten de verplichte aansluiting niet in te voeren, dan zal de gemeente een bepaalde waterafname moeten ga randeeren. In nauw verband met het vorige is gehandeld over de tar'even. Hierbij is vanwege Ged. Staten opge merkt, dat bij verplichte aansluiting de rendabil teit verzekerd is. De tarieven zullen tot de laagste behooren van de geheele provincie. Zij kunnen pas juist worden vastgesteld, als de gemeente raden tot uitvoering van het plan is be sloten. Ook de aard en de capaciteit van de waterwinplaats maakten een onderwerp van bespreking uit. Dit gaf aanleiding tot de opmerking van de zijde van Ged. Staten, dat omtrent de door de tegen standers uitgesproken twijfel met be trekk ng tot de vraag of er water in vol doende hoeveelheid zal zijn, door de deskundigen na herhaald intensief on derzoek is uitgemaakt, dat er bij nor male ontwikkeling van het bedrijf voor 30 jaar voldoende water is. De mogelijk heid blijft over om in de streek nieuwe putten te maken, en bij onverwachte op bloei van het economisch leven kan een duiker door de Schelde naar Noordbra bant worden gelegd. In ieder geval zal er voor zco langen tijd water zijn. In het Rijksbureau en zijn bekwamen directeur dient volkomen vertrouwen te worden gesteld. Van verschillende zijden is de actie tegen de drinkwatervoorziening van Z. Vlaanderen gevoerd, besproken. Een lid kon niet gelooven dat een adres als b.v. van den heer Van Dalsum geheel on juist is, in welk adres o.m. wordt ge zegd, dat de nieuwe maatschappij van geen beteekenis is. O.a. is nog opge merkt, dat de bevolking schuw wordt gemaakt. Zeeuwsch-Vlaanderen wil al les hebben, maar niet betalen. Het vroe gere plan was te groot, dit plan heet nu te klein en daarom is men er tegen. Van de zijde van Ged. Staten wordt betoogd, dat het in deze periode van neergang de juiste tijd is het werk aan te vatten en wel op de eerste plaats, omdat de prij zen van materialen en grond thans laag zijn, en vervolgens omdat er een zeer geschikt object van werkverschaffing in moet worden gezien. Het zou onrecht vaardig zijn, ind en de Staten aan Z Vlaanderen de garantie weigerden, die zij aan andere deelen der provincie ver leenden. Naar aanleiding van opmerkingen over het maatschappelijk kapitaal is van de zijde van Ged. Staten medegedeeld, dat de N.V, als zoodanig zeker geldlee ningen mag sluiten. Eerst als de verlie zen zijn opgeloopen tot 100.000 moet de Provincie bijspringen. Deze verliezen zijn echter berekend op 23.000. De re geering staat er op, dat zooveel moge lijk Nederlandsch fabrikaat wordt ge bruikt. Naar aanleiding van een desbe treffende opmerking wordt er opgewe- zen, dat men niet een vergelijk:ng kan maken met een spoorweg, als men wijst op verkeerde uitkomsten in Zuid-Beve^ land. Bij het antwoord op het afdelings verslag leggen Ged. Staten een staatje over, waaruit blijkt, dat meer dan 60 pCt. der woningen in Zeeuwsch-Vlaan deren vallen in de klasse van 7 tot 15 per jaar. De hr VAN DALSUM zegt, dat de N.V. is oppgericht door zes burgemees ters, niet handelende als burgemeesters maar als personen. De waterleiding is niet bestaanbaar als er geen voldoende watervoorraac is. De oude vennootschap is moeten wor den ontbonden, o.a. omdat er geen vol doende watervoorraad was. Dit is er kend door het Rijksbureau voor drink watervoorziening. Er zal ook geen vol doende druk op het water zijn. Er is niet meer water dan wat er valt. Het tekort aan water is ook erkenc door de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mij., de spoorweg Mij. MechelenTer neuzen, de ingenieurs die de waterlei ding voor St. Nicolaas hebben aange legd, de minister onder wien het rijks bureau voor drinkwatervoorziening res sorteert en een nader onderzoek gelastte op grond van een geheim gehouden rapport de ervaring van de bevol king (bij een brand te Hulst is gebleken, dat een welput niet voldoende water be vat) en door prof. van Baren. De heeren van het Rijksbureau weten wel, hoe de zaak in elkaar zit, maar ze handelen er niet naar. Spr. heeft hen uit- genoodigd om zijn stellingen in vergade- Rubber Tabak Unilever Industrie Philips Ford Suiker Markt Amerika Schepen Koninkl. (Wettig gedeponeerd.) Hei lieten dak van een boerdeiij in de buuit vast Alkmaar vertoonde aan de binnenzijde groote gaten, die door ratten werden veroorzaakt. Ten einde raad nam de eigenaar een proef met Rodent, rn.l het ge volg dat hij 's morgens tal van doode rallen vond en nadien geen rat meer heeft gehoord of gezien. Eéa doosje Rodent heeft hem voor honderden gulden# reparatiekosten gevrijwaard. Laat Uw eigendommett niet door dit schadelijke ongedierte vernielen. Maak voor goed een eind aan de rattenp'aag door aanwen ding van Rodent. Het trekt ralten en muizen on weerstaanbaar aan. Koop nog heden een enkele doo« A 50 et of een dubbele doos a 90 cL en morgen zag U van ral en muis bevrijd zijn. O. a. bij alle dro gisten. Imp.: Fa. B. Meindersma - Oen Haag. BO (Ingez, Med.) santttvs*».»* ringen te weerleggen, maar men heeft hem dood gezwegen. Toch zou door weerlegging de zaak voor 90 pCt. zijn gered. Men wil toch doorzetten. Spr. ziet hierin officieele hoogmoed van de hee ren deskundigen. Het gaat hier niet om het wenschelijke. Dat komt hier niet eens aan de orde, want de mogelijkheid 's er niet. Ook is het kapitaal van de N.V. te klein. De Prov. Staten zouden bij aanneming van het voorstel geen ernstig besluit ne men, maar de bestaande agitatie leven dig houden. Spr. dringt er op aan het voorstel niet aan te nemen. De hr GOOSSENS staat met gemeng de gevoelens tegenover het voorstel. De verplichte aansluiting is een ernst g be zwaar. Maar toch zit daarachter een agitatie van hen, d'e aan Zeeuwsch- Vlaanderen de gemakken en voordeelen van den tegenwoordigen tijd willen ont houden. Er is door sommigen een men- ta iteit gekweekt, die meer dan beden kelijk is. Spr. laakt vooral het optreden van den heer van Dalsum, die de actie voor Waterleiding toeschrijft aan een aantal burgemeesters. Men heeft deze laatste zelfs beleedigd. Maar ze verdienen hulde, Het gevolg van de oppositie tegen de waterleiding is geweest, dat vele gemeenteraden woordbreuk hebben ge pleegd en van nieuw af aan begonnen moest worden. Men zegt wel eens, dat Zeemtrsch- V.aanderen stiefmoederlijk wordt be deeld, maar waarom gaat men dan af breken. wat anderen willen opbouwen? Waarom gaat men dan elke verbetering afkeuren? Men heeft door de actie tegen de wa terleiding bereikt, dat industrieeën niet in Zeeuwsch-Vlaanderen werden ge vestigd. Spr. is ook niet voor verplichte aan sluiting. Maar wé moeten nu de knoop doorhakken, want anders is de zaak voor tientallen van jaren verkeken. We moeten letten op 't groote belang der zaak. Laten de Prov. Staten een stukje achterstelling van Zeeuwsch-Vlaanderen nu uit de wereld helpen. De hr. HAMELINK (S.D.) zegt ook, dat de bevolking kopschuw is gemaakt. Zoo gaat 't altijd, als er voor Zeeuwsch- Vlaanderen verbeteringen worden aan hangig gemaakt. Spr. laakt het gehalte van de bestrijding. Als hij spreekt van opzettelijke misleiding wordt hij door den voorzitter tot de orde geroepen. De heer Hamelink wil dan in het mid den laten of de hr. v. Dalsum zelf weet, dat zijn beweringen onjuist zijn. In ieder geval wordt het tijd, dat de zaken eens bij hun naam genoemd worden. Spr. laakt het, dat de hr. v. Dalsum beschou wingen over een waterwinplaats te Sluis heeft toegepast op de tegenwoordige. Spr. is volkomen gerust over den wa tervoorraad voor het tegenwoordige plan. Er is vroeger door de bestrijders gezegd: de watervoorraad is te klein voor al de gemeenten. Maar nu is er een beperkt plan en komt men toch met dezelfde bezwaren. Spr, meent dat er achter de bestrijding wat anders zit. Destijds is er een commissie aan het werk geweest, die tot taak had, al de tegen de waterleiding aangevoerde be zwaren te onderzoeken. Maar bepaalde heeren kwamen niet ter vergadering en zonden ook hun bezwaren niet schrif telijk in. Ze gingen liever het land in om de bevolking kopschuw te maken, wat gemakkelijk ging, omdat er zooveel conservatisme zit. Spr. brengt hulde aan mr. Dieteman,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 2