DIAMANT
OE DOCHTER VAN AIVA,
KRONIEK van dn DAG.
ONDERWIJS.
KUNST ER WETENSCHAP.
BAK- EN BRAADVET
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEDWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.a DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 8 DECEMBER 1933.
No. 290.
"i
Slechts één geest duldt Duitsch
land; die van het nationaal-so-
c'al'sme. De n'euwe Duitsche
kerk van dr. Krause. Maar
Litwinoff is we'kom, want za
ken gaan voor.
De revolutie :'n Duitschland is, ondanks
nimmer te vergoelijken beestachtighe
den, desa niettemin in hoofdzaak een
omschakel'ng der geestesgesteldheid. Zij
heeft zonder twijfel haar nadeelige zijden,
zij heeft kanten die met name den vrij-
heidlievenden en van uiterlijk vertoon
misschien wel wat al te afkeerigen Ne
derlander buitengewoon onplezierig aan
doen zij blijft ook daarom een vernieu
wing, die den Duitschen burger weer
moed en zelfrespect gaf. Waarop hij
evenveel recht heeft als de Nederlander,
Fransoos of Brit.
Deze in hoofdzaak zielsché oriëntatie
van de revolutie verklaart ook het groote
gewicht, dat er van den eersten dag af
aan zielpche factoren gehecht wordt.
Gleichschaltung uiterlijk dan eerst,
maar zij sleept velen tóch mee, denkt
Goebels terecht! propaganda, namen,
titels, mooie pakjes..
Maar er is één ding waarmede men
rekening zal moeten houden, de ver
scheidenheid van den menschelijken
geest, de verschillen in aanschouwings-
wijze welke hiervan 't gevolg moe
ten zijn. Geen dozijn Hitiers kunnen den
Duitschen eenheidsgeest volledig
scheppen. In tal van dingen kan het wel,
vooral met een volk als de Duitschers,
maar er i s een grens.
Banbliksems van Zeus-Hitler in eigen
persoon, noch van andere grootere of
kle:nere goden, noch zelfs dwaze dwe
perij met allerlei echt-Duitsche dikdoe
nerij en sentimenteele oer-rassen-ver-
eering kunnen het doorbreken van de
zelfstandige geestesuitingen, kunnen de
zelfbewustwording en de uiting naar
buiten van dit proces, op den duur vol
ledig verhinderen of onderdrukken.
Het is,al begonnen.
De „Völkische Beobachter" publiceert
een beschikking van den chef van den
staf, waarbij deze allen leden der S.A.,
S.S. en S.A.R., het lidmaatschap ver
biedt van eenige club of vereeniging,
welke zich na de nationaal-socialisti-
sche revolutie thans op opvallende wij
ze weer hebben gevormd, met het klaar
blijkelijke streven oude politieke betrek
kingen te hervatten en levendig te hou
den.
Het is, aldus Röhm, in strijd met den
zin en den geest der volksgemeen
schap zich af te zonderen in kleine
aparte groepen, welke meest overeen
komen met de oude standenafsluiting.
De S.A.-man vormt de waarachtig» en
onbaatzuchtige kameraadschap in zirn
eenheid. Ook een behoefte aan poli
tieke bedrijvigheid van dergelijke clubs
moet worden ontkend. Voor deze taak
bestaan uitsluitend de geledingen der
N.S.D.A.P., welke thans meer dan ooit
een bevruchting van particuliere zijde
behoeven. Al deze aaneensluitingen wil
len veelal slechts door persoonlijke
betrekkingen" zonder moeite bereiken,
wat de eerlijke strijder in de school der
S.A. op harde wijze moet verwerven.
Voor de leiders evenwel zijn derglijke
lidmaatschappen in vele gevallen een
rem bij de plichtmatige beslissingen.
Hier wordt wel op een van de ern
stigste bezwaren van het nationaal-
socialisme de aandacht gevestigd: het
recht van vereeniging, zelfs van t.o.v,
het gezag volkomen loyale staatsbur
gers, wordt volkomen ontkend.
Als 'n streving, een bedenking in den
geest opkomt, dan zegt de een of an
dere chef van den staf: „Onzin. Er is
geen behoefte aan wat gij denkt. Denk
dus niet, of denk nazi",
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTEE,
61).
Als de Spanjaarden de ladders op
stormen, om zich te nestelen op het dek
van het Hollandsche schip, beveelt 'Guy
zijn mannen om hun aangevallen mak
kers bij te springen, van de andere
schepen der Geuzen komt mede hulp
opdagen en het dek wordt nu het brand
punt van den strijd.
Maar door groote overmacht weten
de Spanjaarden een oogenblik vasten
voet te krijgen op de campagne van het
Hollandsche schip, en zij heffen zege
kreten aan, meenende, dat zij nu zeker
zijn van de overwinning. Maar de dood
en verderf verspreidende stukken op de
voorplecht van het schip zelf en twee
van den boeg van „Het Meisje van Do
ver" doen die kreten spoedig verstom-J
men, daar zij de juichende bende met
kogels doorploegen. Met een aanval van
de mannen der andere schepen wordt de
campagne weer schoongeveegd, doch
slechts gedeeltelijk, daar Alva's vete
ranen strijden als waren zij niet te ver
slaan, terwijl hun aanvoerder onkwets
baar schijnt te zijn. Reeds tweemaal
hebben Guy en hij de zwaarden ge
kruist, maar zij zijn telkens weder van
Dat is op het gebied der polit'eke be
drijvigheid. Ziehier wat op een nog veel
subtieler gebied het nieuwe Duitschland
ons (dok) te overdenken geeft: dat van
het geloof.
Dr. Krause predikant te Berlijn sticht
te een nieuwe geloofsbeweging der Duit
sche christenen, genaamd ..Deutsche
Vo kskirche".
Ziehier enkele uitspraken van hun
„grondslag": „Wij belijden de openbaring
Gods, gelijk die aan den dag treedt 'n de
:n bloed en bodem wortelende volksge
meenschap. Onder afwijzing van al wa<
vreemd is in geloof en zede staan wij op
den bodem der blijde boodschap van den
heldhaftigen Heiland en van de Duit
sche vroomheid, gelijk die door de groo
te Duitsche geestelijke leiders in
woord en daad verkond'gd is en gelijk zi
in ons voorvaderlijk geloof van de
oertijden af voortleeft. Voor de kerk
gelden zonder meer dezelfde levenswet
ten als voor den staat: dienst aan
ons volk is godsdienst.
Het zou ons niets verwonderen, als dit
op 'n nieuwe Duitsche godsdienst, ge
grondvest op de Germaansche godenleer
uitliep dat ware weer een waardige
Duitsche tegenhanger van Aug. Comtes
evenzeer a priori tot mislukking gedoem
de „religion de l'humanité" destijds in
Frankrijk!
Het is voor een kroniekschrijver pret
tig als hij gelijk krijgt op een of ander
punt. Dat gelijk krijgen wij ditmaal van
onverdachte zijde ten aanzien van wat we
schreven over Fascisme of Nationaa'-
socialisme en Communisme, privé en als
staten. Want Alfred Rosenberg schrijft
in de Völkische Beobachter over hetzelf"
de onderwerp o.m. dit:
„Wij begrijpen natuurlijk, dat de over
winning op het communisme in Duitsch
land te Moskou nog niet vergeten is
en dat de dagbladen daar alles in het
werk stellen om stemming tegen
Duitschland te maken. Wij zien deze
dingen kalm aan in het besef, dat
Duitschland het communisme niet al
leen uiterlijk, maar vooral innerlijk over
wonnen heeft. Het zou echter volkomen
onjuist zijn daaruit de conclusie te trek
ken, dat het nationaal-socialisme nu
deze verschillen in wereldopvatting zou
willen overbrengen op de buitenlandsche
politiek. Wij treden Litwinof, den ver
tegenwoordiger van den Sovjetstaat
even onbevangen tegemoet als den ver
tegenwoordiger van een andere mogend
heid, waarmede Duitschland volstrekt
correcte betrekkingen wil onderhouden.
Duitschland mengt zich niet in de bin-
nenlandsche toestanden van Rusland,
maar verwacht, dat andere staten ook
Duitschland met rust laten, wanneer het
zich zoo inricht als dit overeenkomt met
zijn karakter en levenseischen. Wij ho
pen, dat de heer Litwinof deze zakelijke
atmosfeer te Berlijn op waarde zal we
ten te schatten."
Daar behoeven we niets meer aan
toe te voegen,
Mussolini, Hitler, Roosevelt en Lit
winof zeggen: zaken zijn zaken, en
daarmee uit!
Benoemd tot tijdelijk onderwijzer
bij de Bijzondere School op Ger. Grond
slag te Aagtekerke, de heer A. J
Wisse, alhier.
Nederlanders aan de Universiteit
te Gent.
Te Gent werd een Nederlandsche Uni
versitaire Club opgericht. Het doel is 'n
band te vormen tusschen de Nederland
sche studenten aan de door Koining
Willem I gestichte Rijksuniversiteit, de
Technische Hoogeschool, de Landbouw
elkaar geraakt in het gewoel van den
strijd, welke weder een algemeen hand
gemeen is geworden, ten voordeele van
de Spanjaarden. Het geschut van het
bestormde vaartuig kan nu niets uit
richten, en de kanonnen der andere
schepen kunnen niet naar dezen kant
van het gevecht gericht worden. Het
ziet er dus bedenkelijk uit voor de
Watergeuzen.
Maar onder het vechten verliest Guy
zijn bezinning niet, en plotseling naar
zijn eigen schip terugkeerend roept hij.
„Laadt twee veldslangen met een volle
lading en breng ze naar de voorplecht!"
Corker en een paar man haasten zich
aan dit bevel te voldoen en Chester
richt dit geschut niet op de Spanjaar
den maar op het ijs, waarop hun storm
ladders staan.
Het eerste salvo doet vijftig man met
hun ladders in het water tuimelen. „Ver
drinken gaat gauwer dan doodschieten!"
juichen de Engelsche zeelieden en
met nog een paar salvo's hebben zij de
zaak voor elkaar. Het ijs is onder de
voeten der Spanjaarden verbrijzeld en
ploeterend in het ijskoude water, ver
drinken een honderdtal veteranen. De
anderen geven het op. Deze citadel op
het ijs is hun een te harde noot om te
kraken.
We! inziende, dat de zaak zoo'n keer
heeft genomen, d-'. voortzetting van den
-'ijd haar slechts nog meer kan be
Hoogeschool en de Veeartsenijschool en
tevens aan belangstellende Neder an
ders inlichtingen te verstrekken omtrent
de studie aan de universiteit en het stu
dentenleven.
Tot voorzitter dezer club werd geko
zen de heer Ph. Arisse, techn. stud., en
de heer U. C. Fagginger Auer, afkomstig
uit Middelburg tot secretaris.
ZIJ WERD EEN ANDER MENSCH
en gal het ook aan haar kleine meid.
,,A les heb ik geprobeerd, omdat ik
zoo benauwd werd door hoestbuien, dat
k zelfs mijn bezigheden niet meer kon
verrichten. Ik was kortademig en leed
daarbij aan zware hoofdpijnen. Mijn man
raadde mij aan Abdijsiroop te koopen.
Taaie slijm kwam bij het gebruik los,
waardoor de ademhaling gemakkelijker
werd. Ik heb de behandeling een tijdje
voortgezet en kan verklaren met de
Abdijsiroop een geheel ander mensch
te zijn geworden Ook voor mijn kleine
meid gebruik ik het steeds met goed re
sultaat." Zoo schrijft ons Mevr. J. v. K,
te M., wier origineele brief voor ieder
ter inzage ligt. Iedereen die van borst-
benauwdheden te lijden heeft, zal ver
standig doen redding te zoeken bij de
vanouds beroemde Akker's Abdijsiroop.
Moeders vooral zullen goed doen Abdij
siroop aan hun kinderen te geven als zij
hebben kou gevat en overdag of 's nachts
beginnen te hoesten. Abdijsiroop heeft
een zuiverende, verzachtende werking
op de ademhalingsorganen, dank zij haar
bijzondere samenstelling u t kruidenex
tracten. Thans per flesch 1.1.50
en 2.75. Alom verkrijgbaar, Abdijsi
roop-Bonbons .(„gestolde" Abdijsiroop)
voor buitenshuis 0.35 en 0.60 per
doos.
(Ingez, Med.)
ANNA VAN BOURGONDIë
Mej. dr. D. A. Felix over: Een
waardig vertegenwoordigster
der Bourgondische politiek in
Zeeland.
In de Woensdagavond gehouden ge
wone vergadering van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen heeft
mej. dr. D. A. Felix een lezing gehou
den over „Een waardig vertegenwoor
digster der Bourgondische politiek in
Zeeland: Anna van Bourgondië, Vrouwe
van Ravestein, ca. 14301508".
Onder Bourgondische politiek, aldus
ving de spr. aan, versta ik niet politiek
in engeren zin, maar meer in het alge
meen streven en gedragslijn, door de
Bourgondische vorsten gevolgd bij hun
pogen tot verwezenlijking van den zgn,
Bourgondischen territorialen en struc-
tureelen eenheidsstaat.
Anna van Bourgondië werd om
streeks 1430 geboren als dochter van
hertog Filips de Goede en jonkvrouwe
Anna van Steenbergen; zij werd opge
voed aan het Bourgondische hof ver
moedelijk tot aan haar huwelijk met
Adriaan van Borselen, heer van Brig-
damme, in 1458 of '59.
Omstreeks 1460 zal Anna v. B. naar
Souburg getrokken zijn. Spr. schetste
haar leven aldaar; in 1468 stierf Adri
aan v. Borselen, tijdens de huwelijks
feesten van Karei den Stoute, te Brug
ge; hij liet zijn gemalin kinderloos ach
ter. Souburg ging o.a, op haar over.
Kort hierop huwde Anna van Bour
gondië Adolf van Kleef, heer van Ra
vestein. Hiermede brak een glanspe
riode voor haar aan; 't kasteel Souburgh
werd geheel verbourgondiseerd, ver
bouwd; 't gevolg uitgebreid etc. Het
grondbezit werd door aankoop en bedij-
derven, geeft de Spaansche bevelheb
ber, oogenschijnlijk ongewond, bevel tot
terugtrekken en de lichtgewonden met
zich medevoerend, trekken zijn vetera
nen langzaam af, in de richting van Am
sterdam.
Als hij ziet hoe vele zijner vijanden op
het gladde ijs voortsukkelend komen te
vallen, roept 't Hoen, die ze staat uit
te lachen, plotseling uit: „Er mag geen
man van hen ontsnappen! Op de schaat
sen ze achterna! Allen op de schaats!"
Dit denkbeeld slaat bij de Hollanders
in, de Engelschen, die zich op schaat
sen kunnen bewegen, voegen zich bij
hen, en in nog geen vijf minuten heeft
Guy op het gladde ijsvlak bij zijn sche
pen een schare van^75 man equipage van
„het Meisje van Dover", ieder gewa
pend met haakbus en sabel of piek en
strijdbijl, en ieder met schaatsen onder
den voet.
Zelfs Oliver, wien het moeite kost
zich op de been te houden, vergezelt
hen. De gezagvoerders der Geuzen ko
men met talrijke groepen aanzetten,
daar al hun mannen bedreven zijn in
deze echt Hollandsche sport. Daar de
Spanjaarden zelfs niet vermoeden, dat
zij achtervolgd worden, keeren zij lang
zaam naar de stad terug. Zij kijken niet
om, want de aanblik van de aan hun
zijde gevallenen, gesneuveld of verdron
ken, en van hun gewonde makkers, die
daar op het qs liggen te kermen terwijl
king vergroot en groot was de invloed
van deze geheel tot autochtone Zeeuw-
scheiTedelen gewordenen. Deze macht-
positie'van Van Ravestein kwam aan de
Bourgondische vorsten zeer ten goede,
zooals spr. met voorbeelden aantoonde.
Toen Ravestein in 1492 stierf hij
werd te Brussel begraven trok Anna
zich terug op Souburg, zonder daar
evenwel zoo teruggetrokken te leven als
men wel meent. In alge me ene zaken
oefende zij nog grooten invloed uit, wat
spr. weer met enkele voorbeelden aan
toonde, waaruit van dezen invloed
bleek, al trad Veere langzamerhand
meer op den voorgrond.
Anna van Bourgondië Is in 1508 ge
storven, haar bezittingen nalatende aan
heur broer Philips. Na dezen kwamen ze
in handen van nakomelingen van Anna's
broer Boudewijn.
Het directe doel van het huwelijk van
Anna met Adriaan van Borselen, heer
van Brigdamme, nl. het stichten van
een Zeeuwsch-Bourgondische dynastie,
is niet bereikt; trouwens dat is in Veere
evenmin gelukt, doordat ook daar de
Bourgondiërs, in 1558, met Maximiliaan
uitstierven. Toch is, aldus spr., indirect
en direct blijvende winst in tal van op
zichten het gevolg geweest en bij een
normale ontwikkeling zou Zeeland ze
ker „een parel aan de kroon van Bour
gondië geworden zijn."
Dr. Felix besloot haar voordracht met
enkele persoonlijke bijzonderheden over
Anna van Bourgondië; zij was een gran
de dame, welwillend, devoot, zorgzaam
voor haar ondergeschikten en liefdadig.
Bovenal was zij een toegewijd lid en
aanhangster van haar geslacht, dat zij
met inzet van haar geheele persoonlijk
heid heeft gediend. Dat laatste geeft
haar recht op onze bijzondere belang
stelling, want wie Bourgondië zegt, zegt
Nederland, immers Bourgondië legde
het fundament van Nederlands nationa
liteit zonder hetwelk ook een Oranje
niet had kunnen bouwen, en het heeft
Nederland bovendien voor totale ger-
maniseering behoed.
De voorzitter des Genootschaps, jhr.
mr. J. W. Quarles van Ufford, heeft de
spreekster den warmen dank der ver
gadering gebracht voor haar met bij
zondere belangstelling aangehoorde
voordracht.
Aanwinsten, vertoond in de verga
dering van het Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen op 6 Dec. 1933.
Een roodaarden kan met zg. schelp
vormige pootjes, omstreeks 1500, ge
vonden te Cadzand, geschonken door
den heer I. RisseeuwDe Hullu aldaar,
door bemiddeling van dr. J. de Hullu;
beenen schaatsen en scherven van
Pfingsdorfer en zwart aardewerk, om
streeks 10e eeuw, gevonden in de
Schuitvlotstraat te Domburg, geschon
ken door den Burgemeester dier ge
meente;
een boerenhoed, zg. tunoed, geschon
ken door den heer W. Flipse te Westka-
pelle.
ESTHER DE BOER-VAN RIJK,
Vocx 1'n ecMa
ïKc&ktndbcJk
Kuüwi!
45 cti p. pond -
22) cis p. half pond
(Ingez, Med.)
de koude hen pijnigt, is niet opwekkend.
„Die toegetakelde kerels kunnen ons
niet ontsnappen", roept Maarten Me-
rens, een der Geuzenaanvoerders, „we
kunnen ze straks op ons gemak afma
ken. Nu moeten we eerst afrekenen met
de ongewonden", en de Geuzen snellen
voort als zwaluwen in hun vlucht.
Plotseling hoort de Spaansche bevel
hebber achter het krassende geluid van
de schaatsen, die in het ijs snijden en
achterom kijkend ziet hij, hoe als een
vlucht vogels, vier honderd Hollanders
en Engelschen op hen afkomen, niet
meer dan de helft van hen, die hij naar
Amsterdam terugbrengt.
Hij laat zijn mannen rechtsomkeert
maken en tracht ze in gevechtsformatie
te scharen, maar het gaat niet snel ge
noeg. Als een cavaleriecharge overval
len de schaatsenrijders hen en het glad
de ijs maakt het hun moeilijk op de
been te blijven. In een oogwenk is het
Spaansche detachement uit elkaar ge
jaagd en het ijs wordt het tooneel van
honderden tweegevechten, waarbij de
Engelschen en Hollanders aan het lang
ste eind trekken, daar zij aanvallen,
wien hun lust, en terug trekken als het
oogenblik hun daarvoor geschikt toe
schijnt.
Het is een zot schouwspel, hoewel er
bloed vloeit als water, en de mannen
sneuvelen met een lach op de lippen,
schatergelach mengt zich tusschen ster
In verband met de tournée onzer 80-
jarige actrice, mevrouw De Boer-van
Rijk, door Zeeland eerste opvoering
van „Levensavond" Zondag a.s. te Oost
burg is het wel aardig eens enkele
momenten uit dit rijke tooneelleven te
releveeren.
Esther van Rijk werd 29 Juli 1853
geboren te Rotterdam.
1867: Eerste rol (als dilettante) in „De
Jagershuzaar en „Het Oestermeisje".
1872: Verwerft verg. zilv. medaille v.
d. Rederijkerskamer „Nut en Genoegen"
te Gorinchem.
1873: Debuut als Laura in „Emma
Berthold" van Cremer. Eerste ingenue-
rol bij het gezelschap Le Gras, Van Zuy-
len en Haspels.
1877: Verbonden aan het Gezelschap
van Victor Driessens te Antwerpen.
1880: Optreden in het Imperial The
atre en Dury Lane Theatre te Londen.
1881: Bij het nieuw gevormde gezel
schap van Van Zuylen te Rotterdam,
huwelijk met den musicus Henri de
Boer,
1883: Vestiging te Amsterdam, enga
gement bij het „Salon des Varieté's"
Bamberg en Charlier, later Kreukniet
en Poolman.
1893: De Nederlandsche Tooneelver-
eeniging wordt opgericht (mede-opricht
ster en societaire).
1895: Optreden te Berlijn in 't „Neues
Schauspie'haus".
1898: 23 November, 25 j. tooneeljubi-
leum als „Moeder Pierrot" in „De Ver
loren Zoon", muziekdrama v. Wormser,
1898: 24 December. Première v. „Ghet
to".
1900: 24 December. Première v. „Op
Hoop van Zegen" (in de rol van Knier
tje").
1908: „Kniertje" in „Op Hoop v. Ze
gen" in het „Hebbeltheater" te Berlijn,
1908: Première van „De Meid."
1909: 35 j. tooneeljubileum in „Op
Hoop van Zegen", te Amsterdam,
1910: 29 Januari, de 590ste „Falk-
land"-,,Nocturne", opgedragen aan Es-
jther de Boer-v. Rijk.
1912: 15 November, 400ste maal
„Kniertje". Ed. Frankfort schildert de
speelster in deze rol. Plaatsing van het
portret in het Rijksmuseum te Amster
dam.
1916: 1 Maart 40 j. tooneeljubileum in
den Holl. Schouwburg te Amsterdam.
1916: Najaar. Première van „Tropen-
adel".
1917: 14 April, Première van „Eva
Bonheur".
1918: 4 September. Première v. „Sui
kerfreule".
1918: De eerste bioscoopfilm van „Op
Hoop van Zegen".
1919: Toegetreden tot „Het Schouw-
tooneel" Van der Horst en Musch,
1920: Opnieuw verb, a, d. „Tooneel-
vereeniging". Directie Herman Heijer-
mans.
1923: 18 September, behaalt (op 70 j
leeftijd) het zwemdiploma). 9 Octo
ber. 50 j. tooneeljubileum in den Stads
schouwburg te Amsterdam. De ge
meente Amsterdam schenkt de jubila-
resse de zilveren medaille v. d. Stad
Amsterdam. Eerste opvoering van
„De Woekeraarster" v. A. Defresne.
De Kon. Edelmetaalbedrijven slaan de
Kniertjespenning.
1924: 24 Febr., Gezelschap „Esther de
Boer" met „Op Hoop van Zegen" in
„Maison de l'CEuvre" te Parijs.
1928: 10 October, Theo Mann-Bouw-
meester huldigt voor de radio Esther de
Boer v. Rijk.
1928: 11 Oct., 55 j. tooneeljubileum
Eerste voorstelling in den Stadsschouw
burg te Amsterdam.
1928: 24 Oct., Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
1929: 20 November, Ridder in de
Kroonorde van België.
1932: Buitengewoon eerelid v. d. Bond
venskreten. Guy moet zelfs lachen, ais
hij een krijger velt en ziet hoe het hoof-
delooze lijk een buiteling maakt op hét
gladde ijs. Een Spanjaard, die vlucht
voor een Geus op schaatsen, laat zich
in wanhoop languit op het ijs vallen en
de Hollander slaat over hem heen. Maar
met zijn lenige beenen, geeft hij zijn
tegenstander met de punt van zijn
schaats een schop in het oog, en de
Spanjaard blijft ontzield liggen voordat
de ander weer op de been is. Na den
eersten aanval, houdt Guy den bevel
hebber der Spanjaarden in het oog en
deze zoekt op zijn beurt Guy.
Tot nog toe heeft de Spanjaard zwij
gend en moorddadig gevochten. Hoewei
hij niet gewend is op het ijs te staan,
is hij zoo bedreven in de schermkunst,
dat hij eenige Hollanders heeft gewond
en een der Engelsche zeelui, dank zij
de scherpte van zijn Toledoschen kling,
zijn moeder nimmer terug zal zien.
Maar nu roept de Spanjaard: „Kom
op, ik ken je! Je bent de eerste der En
gelschen. Kom op, en al heb je vleugels,
zal ik 7° knotten!"
Zoon is bij een EngelBch rid
der niet aan een doovemans oor £- =;gd
In de dagen der ridderschap was zo O
jets zeer in trek, nog niet geheel ver
dwenen in Engeland en Chester aan
vaardde haar.
'Wordt vervolgd.1