DE DOCHTER VAN ALVA. izen KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 4 DECEMBER 1933. No. 286. DRAlSltlA-vANVALKEüBURG'S^ e A -"iLEVERTR/ MIDDELBURG. OP GOEDE ZEEP STAAT Iburg, alle et. jorst- aarkt, Itoffel Iduur- zolen l 1 loen- ïburg. Jarme |k en cent bak- iorte voor dijken 313, rkt K alaat- jieckts Idoea- e* ruina 'ijzen. Is. Fi- Je. L. iMidd. Woiea stters, ilaas- cent straat, illdog leder rkt K eens ïschje oende iaêi De Valera wil een onafhanke lijke republiek Ierland En 't liefst zou hij Ulster daarvan deel zien uitmaken. Ierland is een van de vele zorgen kindjes van Groot-Britannië. Een erg zorgenkindje, omdat het vroeg deel uit maakte van het gezin niet alleen, maar als het ware een heelen tijd lang ermee in één huis gewoond heeft, 't Is pas na den wereldoorlog „op zn eigen gaan wonen, en dan nog in het huis naast dat van vader en moeder. Een van de lastig ste kleinkinderen, De Valera, bestuurt de zaak nu. In de wereldoorlog zijn er al allerhan de „Sinn Fein"-strubbelingen geweest Ierland voelde zich al lang niet meer volkomen op z'n gemak en één van zin als onderdeel van 't Britsche koninkrijk; het wilde een zekere mate van zelfstan digheid, den Dominion-status verwer ven en heeft dien kenmerkend voor de realiteitspolitiek welke de Britten steeds voeren gekregen. Alleen een stuk in het Noorden van het eiland, Ulster, maakt geen deel uit van den Ierschen vrijstaat, doch is, als van ouds, volledig Britsch gebleven. Maar toen De Valera de felle strij der voor Ierlands onafhankelijkheid al in den wereldoorlog, de man die bij een Sinn Fein hongerstaking bijna het leven er bij inschoot in Ierland minister president werd, ging het steeds harder tegen hard. De annuiteiten aan Enge land weigerde men nu te betalen; de eed van trouw aan den koning werd on danks verzet van Engeland en van den Senaat, op 3 Mei van dit jaar definitief uit de grondwet van den Ierschen vrij staat geschrapt. Dat was heel ernstig maar Enge land vond er wat op: het verdrag van 1921, waarbij de dominion-status van Ierland geregeld werd, staat bóven de Iersche grondwet; in dat verdrag wordt de koning van Groot-Brittanje erkend en dus aldus redeneerde minister Tho mas, is het tens otte toch niet zoo héél erg dat die eed uit die van secun dair belang zijnde grondwet geschrapt is.... Goed, zei De Valera, dan gaan we verder. En hij diende nieuwe wetsontwerpen bij zijn parlement, den Dail Eiran, in. Een daarvan beoogt den nog zeer los sen band tusschen Engeland en Ierland tot op een haartje na door te snijden: laatstgenoemd land zou een volkomen zelfstandige republiek worden, welke nog slechts op de een of andere uiterst losse wijze lid van den Britschen staten bond zou blijven. Den 16en November antwoordde de minister voor de dominions, Thomas, prompt met een verklaring in het La gerhuis: als Ierland dat durft, dan wordt het als kind des huizes verstooten. Dan kénnen we het niet meer, dan is het een vreemde natie, buitenland voor ons. Dan is een Ier voor ons hetzelfde als een Braziliaan of een Turk; dan zullen de in Groot-Brittanië wonende Ieren of En- gelschman moeten worden, öf Ier buitenlander, met het verlies van alle priviliges aan het Britsch onderdaan schap verbonden De Valera nam dien handschoen volledig op: den 18en No vember verklaarde hij: „Alleen het Ier sche volk heeft over zijn regeerings- vorm te beslissen; de Engelsche regee ring heeft daarmede niets te maken. Be slist het Iersche volk, dat het zelfstan dig wil zijn, dan weet het tevens, dat het geen lid van het Britsche Imperium kan blijven. Dat spreekt vanzelf 1" Naar de Londensche correspondent van de N, R. Crt. thans aan zijn blac meldt, zal volgens de „Daily Herald" en „Daily Express" minister Thomas mor gen in het Lagerhuis een verklaring over den Ierschen Vrijstaat afleggen, die op een ultimatum zal neerkomen. Hij zou dan, voor het geval de Iersche re gering een onafhankelijke republiek mocht afkondigen, met de reeds eerder vermelde en door De Valera reeds aan vaarde ernstige gevolgen dreigen: voor- deelen, door de Ieren als rijksburgers ge noten worden dan opgeheven; men zal de Ieren in Groot Brittannië de keuze geven om Britsch onderdaan te blijven of burger van de republiek te worden. Kiezen z, het laatste, dan zouden zij als vreemdelingen beschouwd worden en in dit geval onder dat woord „aliens" val len, dat het den rechtgeaarde Brit aldus deze correspondent zoo gemak kelijk maakt om alle buitenlanders voor hee e of halve gekken te verslijten. Het bericht zoo voegt hij er nog aan toe laat aan duidelijkheid een en ander te wenschen over, al was het al leen omdat de Valera geen onafhanke lijke republiek zegt te willen, maar één die lid van het Britsche gemeenebest zal blijven en als zoodanig den Koning zij het als koning, als hoofd erkent. Ook zal de Iersche regeering geen onafhan kelijke republiek afkondigen zonder een voorafgaand referendum. Labour en liberalen zouden voor deze herhaalde waarschuwing van Thomas niets voelen en in Ierland zelf is de stemming lang niet prettig. Den presi dent van den Vrijstaat is de toegang tot het nog volledig tot Groot-Britannië be- hoorende noordelijke deel, Ulster, ver boden, schoon De Valera er met groote meerderheid een zetel in de volksverte genwoordiging had veroverd. De Valera wil koppig volhouden als hij maar niet het lid op den neus krijgt REORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS. Algemeene onderwijpher- ziening. Blijkens de Memorie van Antwoord der onderwijsbegroot'ng z«gt minister M a r c h a n t, dat de mfnisteraad het cijfer van 15^ millioen bezuiniging, d e moet wordt aangebracht heeft vastge steld. Deze bezuinig'ng is aLeen moge lijk door reconstructie van het onder wijsbestel in zijn geheel. Hiertoe heeft de Minister z'ch gezet. Een doelmatiger organisatie zal aan het gehalte van het onderwijs ten goede komen. Inderdaad beoogt de Regeering één groote reorganisatie van het onderwijs in zijn geheel. Maar dit voornemen sluit het aanbrengen van verdere bezuinigin gen door partiëele wetswijzigingen niet uit. Herstel van de rust in het onder wijs zal een doelmatige wetgeving moe ten wekken. De Minister vertrouwt, dat een wetsvoorstel tot algemeene rege ling van het onderwijs in zijn geheel binnen enkele maanden de Tweede Ka (Ingez. Med.) mer zal hebben bereikt. Van dit wets voorstel zullen de drie hangende groote wetsontwrpen niet het uitgangspunt zijn. De Minster is voornemens, machtiging te verzoeken van de Kroon om de nog aanhangige wetsontwerpen in te trek ken, zoodra hij zijn ontwerp, houdende een algemeene regeling, bij de Kamer zal kunnen indienen. Aan genoemde Memorie ontleenen wij verder: Over de toeneming van het aantal leerlingen bij het M.O. en de gymnasia schrijft de minister: Mogelijk zal de maatschappij zelve het vereischte correctief geven, wan neer b.ijkt, dat de belangen van jonge- ieden, w er aanleg in een andere rich ting wijst, door dezen gang van zaken niet worden gediend. Of het wensche ijk en mogelijk is, de programma's voor iet eindexamen zoodanig te verzwaren, dat een teruggang van het getal leer- 'ngen het gevolg zou zijn, va.t te be twijfelen. Ongetwijfeld heeft de sterke uitbrei ding van het aantal studenten de aan dacht van den Minister. Intusschen kan lij met de opmerking, dat de beperking zal moeten worden gezocht in een scher pere selectie, niet medegaan, zoolang niet vaststaat, dat een se.ectie-metho- de beschikbaar is, die het inderdaad mogelijk maakt de minst geschikten uit te lezen. Overigens behoort bedacht te worden, dat een op ruime schaal toe gankelijk hooger onderwijs van de grootste waarde is voor de volksge meenschap. De excessen, die zijn voorgekomen bij het ontgroenen van studenten, heb ben ook den minister geërgerd. Meer ernst en sterker besef van fatsoen ware te wenschen bij jongelieden, die door universitaire studie zich voorbereiden voor een belangrijke maatschappelijke positie. In een verbod van groenloopen ziet de nrnister geen heil. Opheffing H.B.S, en Gymnasia. De vigeerende wetten op het hooger onderwijs en het middelbaar onderwijs waarborgen het volle subsidie aan gym nasia en hoogere burgerscholen bij on derscheidenlijk 36 en 40 leerlingen. Deze getallen zullen naar 't inzicht van den minister niet gehandhaafd kunnen blij ven. Bij de overweging van de vraag, wel ke scholen voor opheffing in aanmerking moeten komen, zal ook op de belangen van de bewoners van het platteland worden gelet. Zeker zal de minister bij de toepassing van dezen maatregel met de vereischte omzichtigheid te werk gaan, .f-"V- algemeen in te voeren, acht hij voorals nog niet noodig, omdat de invoering zal kunnen geschieden met vermijding van veel kosten. Intusschen kan dit nog na der worden onderzocht. Spelling. Het zal den minister een voldoening zijn, als hij het vraagstuk van de schrijf wijze onzer taal tot een bevredigende oplossing kan brengen. Hij is in die rich ting werkzaam. Subsidie orkesten. De minister heeft zich verplicht ge voeld, met eenige zijner ambtgenooten overleg te openen over de vraag, of het wellicht mogelijk zal blijken op andere wijze aan extra middelen te komen om de bedreigde instellingen te helpen door dezen crisistijd heen te komen. DE VERLICHTING VAN RIJKSWEGEN, Op de vragen van 't Tweede Kamer lid Duys betreffende het instellen van 'n onderzoek van Regeeringswege in ver band met de auto-ongeval en op den nieuwen verkeersweg tusschen Rotter dam en Delft heeft ir. Kalff, minister van Waterstaat geantwoord, dat de tijd, ver- loonen sinds de openstelling, nog te kort is om de oorzaken van de voorgekomen ongelukken met zekerheid vast te stellen Echter mag worden aangenomen, dat ook de duisternis van invloed is. De verlichting van Rijkswegen moet worden beschouwd in verband met de voor de wegenverbetering beschikbare fondsen. Deze zaak zal nader worden overwogen, nadat het eerlang in te die nen wetsontwerp tot instelling van een Verkeersfonds zal zijn afgehandeld. Ten aanzien van het nverheids- o n d e r w ij s, deelt de minister mede, dat hij het onderwijs voor jongens en meisjes, met inbegrip van het landbouw- huishoudonderwijs en daaronder zeker niet het minst de ambachts- en vakscho len voor jongens in dezen tijd van werk loosheid en economischen nood van zeer veel belang acht voor de volksopvoe ding en voor de economische weer kracht van Nederland. Van een sterke besnoeiing of feitelijke inkrimping van dit onderwijs is dan ook geen sprake. Op het zeevaart-en machi- nistenonderwijs, voor zoover dit de opleiding voor de groote vaart betreft, heeft reeds in verband met den leerlingen, bezuiniging plaats gehad. Opschorting van de ver plichting om op 1 Januari 1936 het vak lichamelijke oefening door ARCHIBALD CLAVERING GUNTER 57). Daar Guy er natuurlijk niet aan den ken kan mede te deelen, hoe het zit met de schatten van den hertog, beigint hij in onaangename moeilijkheden te ko men, vooral omdat een deel van zijn scheepsvolk in dienst van andere ge zagvoerders gaat, die hun gaarne aan voorschot helpen. In zijn wanhoop ver voegt hij zich ten s.otte op een goeden dag bij Lord Burleigh, zeggend: „Geld heeft u even graag als andere men- schen". „Goed opgemerkt", antwoordt Bur leigh zich de handen wrijvend. „Ik kan u niet zeggen, waarheen ik wil gaan om het geld te bemachtigen, maar er is een schatkamer, welke een man die er zijn leven aan wil wagen, kan openen. Ik ben bereid om mijn le ven op het spel te zetten, daar ik pre cies weet waar de schatten verborgen liggen". „En waar is dat?" „Dat kan ik u niet zeggen, maar ik heb u bij vroegere gelegenheden mijn woord gegeven en het is u toen geble ken, dat ik de waarheid heb gesproken. Weet u wel, dat ik u den naam van schrander staatsman heb bezorgd?" „Heeft u dat gedaan?" „Ja, door mijn raad omtrent de Wa tergeuzen. Nu heet u de slimme, de wij ze, vooruitziende oude vos Burleigh". „Zeker, waarbij ik mijn hoofd heb ge waagd", antwoordt de ander norsch, „Intusschen, u wilde me over geld gesproken hebben?" „Ja, schiet me zesduizend kronen voor en als ik levend wederkeer, zal ik u er zestigduizend uit betalen, dat is dus tien tegen een. Het zou nog mooier zijn, als u me er tienduizend ieende, om dat ik u dan er honderdduizend terug betaal. Het is een kansspel, waarbij ik mijn leven en uw geld waagt". „Ik hecht meer aan mijn tienduizend kronen dan u aan uw leven", antwoordt de staatsman droogjes en onverrichter zake verlaat Guy hem weer. Maar juist in die dagen komt Francis Drake terug van een expeditie tegen de Spanjaarden en zijn schip heeft een kostbare iading van zilver in baren aan boord, buit gemaakt op een of ander galjoen, en als Guy het praatje laat ver spreiden, dat de schat waarop hij het voorzien heeft, ook in West-Indië ligt, laat de vlootvoogd hem bij zich komen en deelt hem mede, dat hij n et ze.f het geld kan verschafen, maar dat hij tegen een vergoeding wel enkele kooplieden er toe kan bewegen om tienduizend kro nen voor te schieten onder de door Guy zelf genoemde voorwaarden. Met blijd schap aanvaardt de jonge man het aan bod, en zoodra hem het bedrag is uit gekeerd, laat hij zijn schip repareeren, vult zijn equipage weer aan tot ge- vechtsstrekte, wat hem niet moeilijk valt, daar de meesten van zijn beste manschappen, in de eerste plaats Dal ton en Croker, hem niet in de steek hebben gelaten. Hij zet koers naar de Nederlanden, als is het intusschen win ter geworden en ankert in het begin van December voor Vlissingen, Nauwe lijks ligt hij er als een aangename ver rassing hem te beurt valt. Een roe'boot komt langzij en Achilles, die dienst doet als kajuitsjongen, roept juichend door het luik: „Monsieur Oli ver! Mijn meester Oliver, de schilder!" Met een sprong en onder het uiten van een vreugdekreet is Chester op het dek, en al is hij a.s Engelschman dat niet gewend, laat hij zich kussen en om helzen door zijn bezoeker, ook al grin nikt zijn equ'page over dat ongewone gezicht. Want het is Oliver, en het is alsof hij uit den dood is opgestaan, daar ALva intusschen Bergen heeft heroverd en de meeste verdedigers van de stad over den kling heeft gejaagd. „Ga mee naar mijn kajuit en vertel me wat je aan nieuws weet. Je bent nu •geen kunstenaar meer, enkel krijgsman", merkt Guy op, terwijl hij met tranen In de oogen zijn vriend de hand drukt. „Zeg mij eerst wat jij weet. Hoe gaat het met de vrouw, de ik lief heb?" „Goddank!" „Kom binnen, dan kan ik je alles ver tellen", In de kajuit vertellen zij elkander al wat hun wedervaren is en zij luisteren beurtelings met verbazing toe. Oliver verhaalt van de inneming van Bergen, hoe zij zelf den poortwachter bij het aanbreken van den dag neersloeg, waarna zijn acht makkers, die onder SINT NICOLAAS BEZOEKT. MIDDELBURG. Groote vTeugde onder de kindoren „Daar ginds komt de stoomboot van Spanje weer aan", zul.en de honderden kinderen gedacht hebben, toen zij Zater dagmiddag getuigen waren van het dé barkeeren van Sint Nikolaas en Zwarten Piet aan den Kinderdijk alhier. Het was zeker een sympatiek idee van den heer P. J. Dronkers, firma Gort en Co., den goeden Sint uit te noodigen dit jaar eens in eigen persoon Middel- te bezoeken en allen zullen den heilige dankbaar zijn, dat hij aan dit verzoek heeit willen voldoen. De groote oceaanstoomer, die hem telkenjare ten dienste staat, zou slechts met groote moeite s.uizen en kanaal heb ben kunnen passeeren, en daarom is dan ook gebruik gemaakt van het aanbod van den heer Dronkers, als agent van de stoombootonderneming „de Telegraaf" om met de hier aanwezige „Telegraaf XIV" den zoo welkomen bezoeker met zijn niet minder sympathieken knecht buitengaats af te halen en via Veere naar Middelburg te brengen. Even één uur hoorden de overtalrijke kinderen en de vele ouderen, die op den Kinderdijk, de plaats van aankomst, 'de Kouaansche Kade en bij de Spijkerbrug aanwezig waren 't signaal van de „Tele graaf XIV" en daarna kwam de mooi ge- pavoiseerde boot, waarop een drietal muzikanten passende melodiën speelde, in het zicht. Vriende.ijk buigend en wui- wend stonden Sint en Piet op de voor plecht en van alle kanten juichten de kinderen hun toe. Toen het schip gemeerd was, verlie- groenten verborgen welke op markt- karren waren geladen, binnen de stacï wisten te komen; hoe Lodewijk vai Nassau die buiten de muren wachtte, met vijfhonderd ruiters, die ieder een voetknecht achterop hadden genomen, de stad binnendrong, terwijl CLiver en zijn acht helden de poort verded'gden tegen het Spaansche garnizoen, totdai zij de ophaalbrug over waren. Daarop volgden de bijzonderheden omtrent Al va's beleg, hoe zij hoopten op succes, daar Frankrijk zijn hulp had toegezegd, vervo.gens het bericht omtrent hei bloedbad voor den Bartholome/üfinacht toen het bloed der Hugenooten de stra ten van Parijs rood kleurde en dienten gevolge de kans op hulp van de zijde van De Coligny die ook tot de slacht offers behoorde, verkeken was, hoe Oranje verslagen werd, toen hij poogde Bergen te ontzetten, en hoe tenslotte hij, Oliver, Lodewijk van Nassau en en kele anderen er in slaagden aan Alva te ontsnappen. Thans geen vrees mee- koesterend voor Frankrijk, nu alle aan voerders der Hugenooten vermoord or gevlucht waren, was hij druk in de weer om een groot leger van Spaansche huur lingen bijeen te brengen om de Neder landen te veroveren, waarbij hij het voornemen koesterde om Amsterdam als uitgangspunt van zijn krijgsoperaties te gebruiken, daar dat nog de eenige stad in Holland is, die nog in zijn handen is. „Tusschen twee haakjes", zegt Guy, „nu we toch over Spanjaarden spreken, heb je misschien iets gehoord omtrent onzen vriend, majoor Guido Amati?" Een Japansch Bruidje in haar buitengewoon mooie bruidskleedij. Om trent haar woning, zeden en gebruiken en tal van feesten en plechtigheden vindt U een rijk dom aan gegevens in het nieuwe Dobbelman- album „Japan". Begin met dit album vandaag nog voor F. 1 te koopen en plak er dan dadelijk de plaatjes in, die U bij Dobbelman's zeepen verpakt vindt. Dat voorkomt later onnoodig zoekraken en vuil worden. Dobbelman's album „Japan" is het eerste vol ledige Nederlandsche boek, dat over Japan verschijnt. Een boek, waaraan U iets „hebt". Een werk, dat U volledig inlicht omtrent een land, dat een belangrijke rol vervult op het wereldtooneel I De plaatjes vindt U verpakt bij alle Dobbelman's zeepen, bij Coco-roso, Lente bloemen, Anker-Waschzeep, Lygia, Perla, Karne- melkzeep, enz. U is natuurlijk vast gebruiker, want U weet: (Ingea. Med.) ten beiden de „Telegraaf" aan den wal werden zij door de heeren P. J, Dron kers, L. J, van 't Wettende, J. Snoep en Onderdijk Jr. verwelkomd. De Sint sprak zijn groote voldoening er over uit, ditmaal ook de schoone stad Middelburg eens te kunnen komen be zoeken en hij ste.de zich veel voer van de enkele uurtjes, die hij hier zou ver toeven. Na deze verwelkoming namen de be zoekers plaats in een landauer met de bekende vosjes van Gebr Wielemaker, die met pluimen enz in feestgewaad wa ren gestoken en Zwarte Piet begon maar direct met het strooien van pe pernoten. De kinderen verdrongen zich niet alleen om de noten te-.vinden, maar ook om Sint Nikolaas deliand te kun nen drukken. De commissie nam plaats in de taxi van den heer O. Tissing en reed Sint voor om hem de winkels te wijzen, waar men hem verwachtte. Het eerst hield het rijtuig, dat om stuwd was door de jeugd, stil bij de zaak van de firma A, van der Mijle en Zoon, om vervolgens te bezoeken de winkels „Kolonel Guido Amati!" „Te duivel! Al weer promotie?" „Ja. Je bent al weer een stapje tot je huwelijk met de dochter van Alva ge komen", merkt Oliver op. „Hadt je er niet van gehoord? Toen Mondragon een maand geleden het be.eg van Goes op hief, is majoor Amati des nachts aan het hoofd van de Spaansche infanteria dwars door het verdronken land van Zuid-Beveland opgemarcheerd. Een stap van het goede pad beteekent onvermij delijk de dood in het water, terwijl een uur vertraging op dien tocht van vier uur dwars door het e land tengevo ge zou gehad hebben, dat zij door het was sende getij zouden overvallen zijn. Maar ïij slaagde er in om tegen het krieken an den dag plotseling, als bij toover- slag, op te dagen voor de troepen van t Zeraert, na een streek doorgetrokken e zijn, die wij dachten enke, voor vis- ;chen en waterwild geschikt te zijn, /oor d'en tocht heeft Mondragon hem oor bevordering voorgedragen. De be- ordering kwam onmiddellijk af, terwijl daar anders gewoonlijk een jaar voor noodig is. Je ziet, dat je je recht ver dienstelijk hebt gemaakt. Vermoedelijk is donna de Alva nu zeer trotsch op je". „God dank", antwoordt Guy lachen de, „mijn leelijke naamgenoot heeft nog steeds te vechten, en ik hoop me goed te blijven gedragen. Heb je nog iets van haar gehoord?" (Wordt vervolgd.) i X i 1 I i f

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5