mmm OE DOCHTER VAN ALVA. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IO IV I A KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 29 NOVEMBER 1933. N*. 282. m Voor een tijdelijke verzekering van f 10.000 bij overlijden. betaalt een 25-jarige slechts f 80.per jaar MIDDELBURG. SOES. Lynch-jmstitie. Zij is dikwerf niet rechtvaardig Tè vaardig, niet recht Zij had toch ook haar zin Twee recente ge- vallen. Het Iersche tadje Galway herbergt in zijn dikwijls nauwe straten onderschei dene schilderachtige oude gebouwen in Spaanschen stijl en een der beroemdste daarvan is het ^uis' waarin tegen het einde der XVe eeuw woonde de burge meester James Lynch Fitzstephan. Het verhaal gaat, dat deze magistraat zulk een gestrenge opvatting van zijn plicht had, dat hij zijn eigen zoon ter dood bracht! Naar men wil, is de term „lyn chen" voor strenge volksjustitie hier van afgeleid. In Amerika, waar deze vorm van recht-doen het veelvuldigst beoefend werd en wordt, leidt men de benaming echter af van Charles Lynch (1736-1796), die tegen het einde van den Amerikaan- schen onafhankelijkheidsoorlog zijn rechterlijke bevoegdheden ten zeerste te buiten ging toen hij een aantal samen zweerders der Tories of Loyalisten moest berechten. En een derde theorie zegt. dat „lynchen" komt van Lynch- kreek in Zuid-Carolina (V.-S.), omdat aan die kreek menigmaal summiere justitie aan misdadigers gedaan werd. „Lynchen" is volgens den Ameri- kaanscheen hoogleeraar Walter Lyn- wood Fleming de uiloefening van ru we vo.ks-justitie, of van wat voor jus titie doorgaat, tot bestraffing van mis dadigers door middel van een kort pro ces, waarbij de strenge vormen van de wettelijke rechtspraak over het hoofd gezien, somwijlen verkracht worden. Oorspronkelijk beteekende het, volgens James E, Cutler, „een pak slaag, dat den delinquent verbeteren moest, en waarbij niet al te veel op de wettigheid van de strafoefening gelet werd,'" maar later kreeg lynchen de gruwelijke be- teekenis van terechtstehing door het volk. In een sedert eeuwen geconsolideer de en georderde samenleving als de Ne- derlandsche is voor het lynchen geen plaats. Al dienen wij ons daarop niet al te zeer te verhoovaardigen: de aan driften daartoe sluimeren in ieder mensch (moeite der politie om een op heeterdaad betrapten misdadiger tegen „de volkswoede" te beschermen) en zij vinden op het platteland óók nog wel hun uiting in de „volksgerichten", die b.v. worden gehouden over een jonge man, welke z'n meisje „laat zitten", In spaarzaam bevolkte landstreken in Amerika kwam de Lynch-wet dikwijls in werking, wanneer de regeeringsin- vloed, met den sterken arm, zich nog niet voldoende sterk en stevig hadden uitgestrekt. De Lynch-wet en niet het Wetboek van Strafrecht aldus Fle ming heeft de wouden van het Wes ten. de valeien en de bergpassen, be vrijd van veedieven, schurken, roovers, spelers en moordenaars. En H. H. Ban croft schrijft in zijn Popular Tribunals., „tot nu (1870) is in de geschiedenis der staten van den Pacific veel meer buiten de perken der wet dan daar binnen gedaan, om onrecht te herstellen en ge rechtigheid te doen geschieden". Streng theoretisch moet het eigen rechterschap zonder den minsten twijfel altijd en overal veroordeeld worden; practisch is het denkbaar, dat bij een slappe, een corrupte of een vermolmde wettelijke rechtspraak een eerlijk, aan frissche bronnen ontspruitend volksge richt rechtvaardiger recht zal spreken, dan de wet en haar handhavers. Denkbaar is 't. Misschien is het wel voorgekomen. Aan de woorden van den geciteerden schrijver zij niet getwijfeld. Maar de kans dat een volksgericht niet rechtvaardig zal zijn, dat de elementai re driften al dra zullen uitslaan en op laaien, is zóó overweldigend groot, dat alleen daarom het lynchen te allen tijde veroordeeld moet worden. Onder de 3500 personen, die van 18821903 in Amerika gelyncht werden, zal zonder den minsten twijfel een enorm groot aantal onschuldigen of minder schuldi gen geweest zijn In de Zuidelijke Staten van Amerika kwam en komt het lynchen veelvuldig voor op negers, verdacht men lette wel: dikwijls niets meer dan ver dacht van aanslagen op de eer baarheid van blanke vrouwen. In de bo venvermelde 22 jaren werden ruim 700 negers op grond dezer verdenking ge lyncht. Dat komt nog geregeld voor. Zoo is den 18en October jl. in Baltimore de ne ger George Armwood gelyncht, nadat hij bekend had een aanslag te hebben gepleegd op de 82-jarige mevrouw Mary Denston. Natuurlijk is in het nu gecivili seerde Amerika zooiets niet toelaatbaar, en de autoriteiten hebben een nauw keurig onderzoek ingesteld, met het ge volg, dat de gouverneur van Baltimore, Ritchie, thans tegen de hoofdschuld gen .een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd. Hij heeft aan 250 soldaten en 50 man van de rijkspolitie opdracht gegeven zich naar het dorpje Princess Anne, op 260 km van de stad Baltimore te bege ven, ten einde negen menschen uit dat dorp te arresteeren, die zich aan het lynchen van Armwood hebben schuldig gemaakt. De duizend zielen tellende bevolking van Princess Anne had echter, aldus de berichten, eenstemmig besloten, al het mogelijke te doen de arrestatie van de ze negen menschen te voorkomen, en het dorp in staat van verdediging ge bracht. Zonder veel tegenstand te ontmoeten, konden de militairen echter het dorp binnendringen, waar zij den staat van beleg afkondigden, achttien personen ar resteerden en voorloopig de verbindin gen met de buitenwereld verbraken. Toen keerde de rust in het dorp weder. Een tweede lynch-geval, dat zich waarschijnlijk tot een ernstig lynch- schandaal zal ontwikkelen, is ook van recenten datum, Brooke Hart, de zoon van een Californisch millionair, is on langs naar goed Amerikaansche zede ontvoerd en, evenals de baby van Lind bergh, vermoord. Dat is verschrikkelijk, beestachtig en er kan tegen deze ont voerders-moordenaars niet scherp ge noeg opgetreden worden. Eerlijk gezegd zouden wij het in den grond van ons hart heusch niet zoo erg vinden, als men de misdadigers die dit op hun geweten hebben, aan de volkswoede overleverde. Mits dan ook onomstootelijk vaststond, dat zij de schul- 'dige waren. Het eerste nu is ge schied: het volk heeft in San José, waar de verdachten van dezen mis daad, Thomas Thurmond en Jack Hol mes, gevangen zaten, de gevangenis be stormd en deze mannen gelyncht. Den gouverneur van Californië, wordt nu echter verweten, dat hij geweigerd heeft troepen ter beschikking te stellen van de politie van San José, toen deze hem waarschuwde dat zij niet bij mach te was de woedende menigte tegen te houden, toen deze de gevangenis wilde bestormen, en dat hij na de gruwelijke lynchpartij sprak: „Zij deden een goed werk, kranige vaderlandlievende bur- door ARCHIBALD CLAVERING C-UNTEE. 53). Hij kijkt naar haar vingers, schrikt en zucht: „Goede hemel! De ring is er niet meer!" Maar dan zegt hij plotseling tot haar; „Ik ben het bewijs onzer liefde trou wer gebleven dan gij!" Guy laat haar den glanzende robijn zien, dien hij aan zijn vinger draagt. Zij slaat de oogen neder, maar ziet er zoo bekoorlijk uit, dat hij haar wel aan zijn hart zou kunnen drukken. „Nu ben ik de rechter, en niet gij!" roept hij uit. „Antwoord me!" En zij bloost en fluistert nauw hoor baar als een schuldige: „vergeef me!" Maar met ijverzucht vervuld, roept hij: „Neen". Maar zij geeft zich niet gewonnen en roept: „Je moet me vergeven!" „En waarom?" „Hierom". Haar stem klinkt zacht overredend en zeer droevig. „Ik geloof de, ik geef toe dat ik het ten onrechte deed, mijn Guido, dat je mijner onwaar dig waart. Toen ik, de dochter van den onderkoning. „Boete!" roept Guy haast uit ge 'Vr. v v-i" CWCKICt ':r>\ Vï-v'; V. /„A T -w w m V-" ';r ay A,-- - A A -■ -A (Ingez. Med.) gers". Gouverneur Rolph achtte het een goed voorbeeld voor ontvoerders en was van meen'ng, dat alle ontvoerders, die momenteel in Californische gevan genissen zaten, eigenlijk in handen moes ten worden gegeven van de burgers van ban José. Ro ph verklaarde dan ook, de lynchpartij alleen maar te kunnen prijzen, „Ik geloof niet dat ginder in San José iemand gearresteerd zal worden, maar als er gearresteerd worden krijgen ze van mij gratie. Er zullen minder ont voeringen in dit land zijn als gevolg hiervan. Het was de een'ge manier om het land een lesje te geven. Het wordt nu langzamerhand tijd, dat de menschen zich in hun woning op hun gemak kun nen gevoelen", aldus deze magistraat. Waarom v e r w ij t men dit alles in dien door ontvoeringen gepleegden staat den gouverneur? Omdat ern stige twijfel gerezen is aan de schuld vaneender twee gelynchte n! Ziedaar het gevaar van de volksjusti tie. Als zij gerechtvaardigd is, dan kan zij de voldoening geven waaraan de gou verneur van Californië zoo krachtig uiting gaf. Maar de waarborg dat de lynch-wet rechtvaard'g zal zijn, is mees tal afwezig en daarmede is zij ver oordeeld f ker-olieman C. A. Vermeulen, bevinden moest weer los laten en viel boven van alle beklaagden zich in preventieve de lading op de steenen, J. ging plat op hechtenis. den buik liggen en bleef boven op het De beklaagden worden verdedigd door vlas. den toegevoegden raadsman den officier Het hevig schreeuwen van de beide Van adm nistratie der tweede klasse mannen maakte, dat men den trein zoo Eenhoorn, spoedig mogelijk deed stoppen. Na de voorlezing der ten lastelegging K. was er vrij ernstig aan toe; hij is volgde die der verklaringen, tijdens het binnengebracht in het huisje van de vooronderzoek afgelegd, o a. van den ex- weegbrug, waar dr. Verheijden de eer commandant van de „Zeven Provin- ste kuip verleende. De man had ver- ciën", kapitein-luitenant ter zee P. WOndingen aan het hoofd bekomen en Eikenboom, betreffende de getroffen o0k klaagde hij over hevige pijn aan den maatregelen na het wegvaren der „Ze- i rechterarm. ven Provinciën" Beklaagde Boshart kwam tegen eenige dier afgelegde verklaringen op. Op verzoek van den vedediger en van beklaagde Boshart gaat de Zeekrijgs raad vervolgens over tot het verhooren van enkele zee-officieren, mitsgaders van den korporaal-machinist Eelman. Aan luit. ter zee 2e kl. L, de Kroon Na voorloopig verbonden te zijn heeft de dokter hem met zijn auto naar het gasthuis overgebracht. Ook had hij een schedelbreuk en een hersenschudding. Hedenmorgen was de toestand bevre digend. J. klaagde aanvankelijk erg over pijn in het lijf, maar kon zich toch vrij nor- wordt door den verdediger de vraag ge- maai bewegen; hij is later per rijwiel steld of beklaagde Boshart hem heeft ge- huiswaarts gereden. Bij Apoth. en Drogisten (Ingez. Med.) HET PROCES VAN „DE ZEVEN PROVINCIËN." De tweede groep beklaagden. Gisteren is de Zeekrijgsraad te Soera- baja begonnen met de behandeling van de zaak tgen de beklaagden M. Boshart, korporaal-machinist; G. F. Dannau, kor poraal-stoker; M, Dooyeweerd, korpo raal-machinist; B. van Leeuwen, korpo raal-machinist; W. Tichelaar, korporaal machinist; P. A. Peters, stoker-olieman; W. Snel, stoker-olieman; C. A. Vermeu len, stoker-olieman; welke beklaagden de eerste groep der Europeesche hoofdmui- ters van de „De Zeven Provinciën" vor men. Met uitzondering van den korpo raal-machinist W. Tichelaar en den sto zegd: „Het is mij bijna gelukt den com mandant aan boord te nemen, doch dit is op het laatste moment weer mislukt", en of luitenant De Kroon daarop zou hebben geantwoord: „Dat is mij be kend." Luitenant teir zee De Kroon ver klaart thans, dat hij inderdaad in dien geest heeft gesproken. De luit. ter zee 2e kl. J. Dekker bevestigde op een desbetreffende vraag van den verdediger, dat beklaagde Bos hart op het tentdek voor hem is gaan staan en de muiters heeft toegeroepen: „Niet schieten, mijnheer is ongewapend!" Na nog eenige getuigenverklaringen, werd de zitting verdaagd. EEN ERNSTIG ONGELUK, Op het spoorwegemplacement.. Dinsdagmiddag te ongeveer half vier had op het spoorwegemplacement alhier een ernstig ongeluk plaats. Een goede renwagon, die deel uit maakte van een goederentrein, was tot een vrij groote hoogte met vlas geladen. De met het rangeeren van den trein belaste ambte naar wist niet, dat zich boven op het vlas nog twee personen bevonden, na melijk de 27-jarige K. en de 23-jarige J., beiden gehuwd en wonende te Ter Bul- tinge, gemeente Grijpskerke. De trein reed in de richting van de hooge brug en beide mannen dachten aanvankelijk, dat zij makkelijk onder de brug door zouden komen. Toen men er vlak bij was, blek dit niet het geval te zijn. K. greep zich eerst aan de brug vast, maar C' woonte, en in eenen zijn de trots van de dochter van den onderkoning en het gewonde hart van Hermoine de Alva op den achtergrond gedrongen door de liefde. Hij kust haar lippen weder, de lippen, waarnaar hij zoo innig verlangd heeft, en haar armen omklemmen hem weder, de armen waarom hij gebeden heeft. En op dat oogenblik gevoelt Guy Chester, hoewel hij te midden van zijn vijanden vertoeft, dat hij den strijd zal winnen, en hij koestert geen vrees meer voor den haat van den vader, want hij heeft de liefde van de dochter. „Foei", roept het meisje zich uit zijn omarming los wringend, „wat doe je toch dwaas! Je beschuldigt me van trouwbreuk, en je verhindert me den mond te openen om me te verdedigen!" „Ik behoef niets te hooren, als ik in je trouwe oogen blik", fluistert Guy, „ik verlang kussen van die lippen en geen woorden". „Geen kus meer voor ik je nader heb ingelicht!" „Waarom dan?" „Omdat, al kus je mij alsof. alsof je me lief hadt", antwoord Hermoine, terwijl een diepe blos haar gelaat be dekt, „er nog steeds ijverzucht uit je blikken spreekt, en dat wil ik niet, mijn Guido, want er bestaat geen aanleiding tot ijverzucht. Je ging heen en nam mijn liefde mede. Je was in het bezit van mijn geschenk, mijn portret. Binnen een (Ingez. Med.) week ging door Brussel het gerucht, dat ook mij bereikte, dat in plaats van een leven te leiden, hetwelk aan je promo tie ten goede zou komen, waardoor ik de jouwe zou kunnen worden, je had vergeten, dat ik je mijn hart had ge schonken, en dat je geen behoorlijk le ven leidde maar dat van een losbol, die zich aan mijn liefde niets gelegen laat liggen. Wat ieder vertelde ik kende je slechts twee dagen deed twijfel bij mij rijzen. Zoo goed als het een jong meisje paste liet ik nader inlich tingen inwinnen en toen hoorde ik het zelfde: Je was dapper en roekeloos, maar je levenswijze was een beleediging voor mij". Haar oogen schitterden nu, maar een droevige uitdrukking ligt op haar ge laat, „Door mijn invloed liet ik aan den gouverneur van Middelburg weten, dat hij geen verlof meer zou mogen geven aan majoor Amati, zoodat deze niet meer naar Brussel zou kunnen komen om mij te bepraten om hem vergiffenis te schenken, gelijk je nu toch gedaan hebt! Heilige Maagd, Guido, als je me nu toch bedrogen hebt, dan...." „Dan wordt je nooit mijn vrouw", roept Guy. „Maar ik ben je trouw, en ben je dat altijd geweest. Groote He mel! Denk je nu werkelijk, dat ik zoo^ veel bekoorlijkheid binnen een week, binnen een maand, een jaar, neen, ge durende mijn gansche leven zou kun nen vergeten. Je bent de dochter van den onderkoning...." „Boete!" roept het meisje lachend, maar bloost dan en wil wegloopen. „O! die boete betaal ik liefst tien maal!" Hij heeft' haar opnieuw in zijn armen. Maar dan zegt zij plotseling tot hem, terwijl zij verbleekt: „Je bent hier we der zonder verlof!" „Ja, en dat is door jouw toedoen!" Hij zegt dat zoo losweg, maar schrikt toch als hij merkt, dat zij zich dat ten zeerste aantrekt. Met kleurlooze lippen lispelt zij: „Desertie uit het leger, terwijl Mid delburg door den vijand omsingeld wordt, weet je wel dat dit niet degrada tie maar den dood tengevolge zal heb ben? Mijn vader is een man van ijzeren tucht". „Ik heb me daar gansch niet om be kommerd", antwoordt Guy, „omdat het 't eenige middel was om je weer te zien!" Dit grijpt haar ontzettend aan, maar zij verraadt daardoor, hoe lief ze hem heeft, want ze verbleekt en stamelt: „Om mijnentwil heb je je leven ge waagd. Beloof me het nooit weer te doen. Beloof me ook, dat je vandaag nog naar je post terugkeert". Daarop laat ze volgen: „Ik heb een opdracht aan je. Terwijl je moet trachten je er uit te DRUK OP DE KNOP En de étalage is verlicht. Hoewel de Geneesmiddelen-Bandage zaak van den heer A. C. van der Rest, ass,-apotheker, Lange Kerkstraat, alhier vrij lang de étalage verlicht heeft, acht de heer Van der Rest het toch mogelijk dat er ook na het uitdoen van de lich ten nog wandelaars langs komen, die benieuwd naar het geëtaleerde zijn. Welnu, op elk tijdstip, zelfs in het holst van den nacht, kan de nieuwsgierige zich thans bevredigen, want men drukt slechts op den knop, die recht van de étalage is aangebracht, en het uitgestal de baadt in een zee van licht. Dit duurt anderhalve minuut, en dan gaan de lam pen automatisch weer uit. Collecte Crisiscomité De collecte voor het Plaatselijke Cri siscomité heeft deze week 56.50 op gebracht. FLOREREN. WESTKAPELLE. Vrijdag a.s. houdt de gemeenteraad alhier des namiddags een openbare vergadering. De agenda bevat o.a. de volgende punten:. Vaststelling vergoeding art. 101 l.o.- wet over 1931; wijziging vastgestelde bouwverordening; benoeming lid burg. armbest.; vaststelling vroonrekening 1933; benoeming lid commissie tot we ring van schoolverzuim; vaststelling aan tal te heffen opc. op de hoofdsom der personeeele belasting; wijziging veror dening baatbel. no II; schrijven Ged. Staten; korting jaarw, burgemeester, se cretaris en gem. ontvanger; bespreking rapport Rijksaccountant betreffende de gemeentefinanciën; wijziging gemeente- begrooting 1933; vaststelling gem. be grooting 1934; bespreking onttrekking openbaar verkeer voetpaden. redden, moet je ook zorgen, dat de ar me dochter van dezen koopman in veiligheid wordt gebracht. De vader vertelde mij, dat je een schip tot je be schikking hebt. „Gelijk ik met mijn leven tot je be schikking sta!", antwoordt Guy, „Laat dat maar aan mij over. Ook zonder jouw verzoek zou ik het meisje van een vriend van mij tegen een smadelijke be handeling beschermd hebben". Hij houdt plotseling op, daar hij Oliver niet wil noemen, maar Hermoine gaat er wel op door, zeggend: „Zoo, die verrader was dus een vriend van je". En dan vervolgt ze met trillende lip pen: „Hoe kwam je zoo bevriend te zijn met een man die trouwbreuk tegenover Spanje heeft gepleegd?" „Je vader stelde vertrouwen in hem, waarom zou ik dan diens voorbeeld niet volgen?" antwoordt Guy zeer handig, doch hij laat er op droefgeestigen toon op volgen: „maar tot mijn leedwezen zal het mijn plicht wezen oin dien Oli ver aan mijn zwaard te rijgen Met deze leugen op zijn lippen treedt Guy plotseling terug, want de burge meester klopt aan de deur. Hij opent de ze en zegt nu haastig tot Bodé Volcker op zoo'n nuchteren, zakelijken toon, dat de oude heer hem stom verbaasd aan- (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 7