1
Euü;
OE DOCHTER VAN ALVA,
GELENGD mum,
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 25 NOVEMBER 1933. No. 279.
DE OUDE ST. PIETERSKERK TE MIDDELBURG.
in.
j <-» «tm J <M
%■-
alle
|rfing,
d del-
elk
therp
|chout
iloed
194,
jmdig
|doea
awa-
ïebt.
213.
of
hfau-
liëlse
purg.
onze
voor
ran-
luw-
ne-
|zen.
Ae-
ge-
*rg.
tEN
fau-
toor
K
lens
phje
een
als
Ico-
150.
2er
ma
ei-
aaf
ct.
:rij
rê-
11e
ct.
d-
e
D.
'Jf
en
vr
Als kazerne der Engelschen'en
als een vervallen grootheid.
1809—1833.
De St, Pieterskerk was in Middel
burg de laatste kerk, waaromheen een
kerkhof was, dat na de Hervorming nog
als begraafplaats gebruikt werd. De al
lerarmsten werden op het kerkhof bij
het Bagijnhof begraven. Toen hier niet
meer begraven kon worden in 1737,
werd het Noordbolwerk tusschen de
Noordpoort en de Koepoort voor dat
doel gebruikt. Toen 't kerkhof der St.
Pieterskerk vol was, werd weer van vo
ren aan begonnen met begraven. Alle
beenderen waren dan nog niet verteerd.
De opgegraven beenderen werden eerst
een tijdlang bij elkaar op een hoop ge
legd. In 1738 werd een zoogenaamd
beenderhuis gebouwd op een hoek van
het kerkhof. In 1833 toen de kerk voor
afbraak verkocht werd, stond dat huis
er nog en was toen overkropt vol. Bij de
afbraak der kerk in 1834 werd ook het
beenderhuis opgeruimd. De doodsbeen
deren werden naar de algemeene be
graafplaats bij den Nieuwlandschen weg
overgebracht.
daar de bevolking sterk verminderd
was. Ook het aantal predikanten der
Nederl. Hervormde Gemeente was om
die reden van hooger hand gedaald en j
wel van 12 op 8. Men liet dus de kerk I
ongebruikt en zij bleef in haar desola-
ten toestand tot de moker vijf en twin
tig jaar later aan haar bestaan een ein
de maakte.
Middelburg. Nadat de kerkelijke en de
burgerlijke gemeenten tot overeenstem
ming waren gekomen, werd machtiging
gegeven tot publieken verkoop van kerk
en toren voor afbraak. Onder de voor
waarden was o.a. deze, dat twee jaar
na den verkoop alles afgebroken en op-
I geruimd moest zijn.
Zoo lieten Burgemeester en Wethou-
ders van Middelburg en de kerkvoog-
den der Nederd. Hervormde Gemeente
op Donderdag 12 December 1833 ten
overstaan van den notaris mr. A. F.
Sifflé op het stadhuis de St. Pieterskerk
met toren voor afbraak verkoopen
Kooper was de heer Dirk Dronkers,
aannemer van publieke werken te Mid
delburg, voor 19300. De stad Middel
burg kreeg hiervan het i3/es deel, dus
bijna 3690, als eigenares van den to
ren.
In 1834 werd dadelijk aan de afbraak
begonnen. Te voren hadden de kerk
voogden aan alle eigenaars van graven
in de kerk gelegenheid gegeven om zelf
en op kosten der eigenaars de graven te
vullen.
Niemand heeft hiervan gebruik ge
maakt, zoodat volgens de verkoops-
voorwaarden de sloopers der kerk de
graven hebben aangevuld met puin van
de afbraak.
In de Zelandia Illustrata zijn een drie
tal teekeningen van het afbreken der
oude kerk. Menig huis op Walcheren is
van den steen, afkomstig van de St. Pie
terskerk, opgebouwd.
Zoo was de kerk, die eenmaal met
haar praal en pracht een cathedraal of
bisschopskerk was, verdwenen. Voor
haar gold ook de spreuk: Sic transit glo
ria mundi (Aldus gaat de glorie der we
reld voorbij).
Nadat de Lngeischen op 30 Juli 1809
bij Vrouwenpolder met een groot leger
waren geland, hebben zij den lsten
Augustus Middelburg bezet om verder
htm veroveringstocht op Walcheren en
Zuid-Beveland voort te zetten. Daar
voor 't groot aantal militairen in Mid
delburg geen voldoende plaats kon wor
den gevonden voor inkwartiering, zou
de St. Pieterskerk als kazerne door de
Engelschen gebruikt worden. Op het
platteland van Walcheren hadden de
Engelschen vele kerken ook voor dat
doel in gebruik genomen.
De laatste dienst in de St. Pieterskerk
werd gehouden op Zondag 27 Augustus
«809 door den predikant A. J. Snouck
Kurgronje, die daarbij predikte over
den 14den Zondag van den Heidelberg-
«chen catechismus.
Door de inkwartiering der Engelschen
heeft de kerk veel geleden. Vooral ve
le grafmonumenten waren geschonden.
Toen de Engelschen den 23sten De
cember 1809 uit Walcheren waren ver
trokken, was de St. Pieterskerk weer
vrij. De toestand van het kerkgebouw
was echter zoodanig, dat een afdoende
herstelling veel geld zou kosten. Daar
me» zuchtte onder den steeds grooter
wordenden druk der Fransche regee-
ïing, was er geen geld voor dat doel. De
behoefte aan de kerk voor godsdienst
oefening was in die jaren niet groot,
Eenige jaren na Nederlands herstel
(1813) gevoelde men het als een plicht
om de prachtige graftombe der gebroe
ders Evertsen, die hun leven voor het
land hebben opgeofferd, te herstellen.
Bovendien moest aan die tombe een
betere plaats 'gegeven worden dan de
zeer vervallen St. Pieterskerk, die
steeds gesloten bleef. De luitenant-ad
miraal Van Kinsbergen bood aan om de
herstelling zelf te bekostigen. Door tus-
schenkomst van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen heeft het rijk
de kosten van restauratie, uitgevoerd
door W. van Uye te Middelburg, voor
zijn rekening genomen. Op last van Ko
ning Willem I werd het praalgraf in het
begin van het jaar 1818 van de St. Pie
terskerk overgebracht naar de Nieuwe
Kerk, waar het den 18den Maart 1818
plechtig werd ontbloot.
door
ARCHIBALD CLAVERING GD NT ER.
50).
.Alles bijeen meent hij, dat hij zeker
nog zes uur veilig is. Hij Iaat dus de
'aatste weinige balen huiden enz. zoo
spoedig mogelijk lossen en, na Achilles
op het hart gedrukt hebben, zich niet
buiten de kajuit te vertoonen, snelt hij
haastig naar het kantoor der ontvangers
vaam de lading, dat even te voren ge
opend is.
Op het kantoor wordt hij te woord
gestaan door den oudsten firmant.
„Ik heb, zegt hij, „de lading gelost.
Kunt u mij niet met ballast naar een
of andere haven zenden?"
..Dwaasheid!" antwoordt de welge
dane Jacobszoon. „Waarom zouden we
u in ballast laten uitvaren, wanneer we
u aan een lading kunnen helpen, waar
mede geld is te verdienen? Heb geduld
totdat we lading voor u gevonden zul
le» hebben".
,,U moet me toch in ballast laten ver
trekken".
.„Waarom?
„Omdat de douanebeambten in de
buurt van mijn schip rondslenteren."
De oude St, Pieterskerk werd na de
ontruiming door de Engelschen alleen
nog gebruikt om er in te begraven, daar
in de andere kerken niet meer begra
ven werd. Alzoo bracht de kerk nog
eenig voordeel op. Ter voorkoming van
inwatering werden alleen de daken in
orde gehouden, maar overigens ver
viel het gebouw meer en meer.
In 1816 werd nog gedelibereerd om
de kerk te herstellen. De kosten hier
voor werden op minstens 12000 ge
raamd. Van restauratie is echter niets
gekomen.
Het begraven in de kerk was ook af-
geloopen, toen op 1 Juli 1830 de nieuwe
begrafeniswet in werking trad, waarbij
het verboden was in de kerken te be
graven. De laatste persoon, die in de
kerk begraven is, was Johanna de Kan
ter, oud 69 jaar, op 17 Juni en op 't
kerkhof Pieter Dikkenberg, oud 10 da
gen, op 30 Juni 1830. In het vorige jaar
waren 23 personen in de kerk begraven
en 273 personen op 't kerkhof. De kerk
was nu geheel doelloos geworden en zou
ten laatste gevaar opleveren voor de om
geving. Het kerkgebouw was 't eigen
dom der Nederlandsch (men zei en
schreef toen Nederduitsch) Hervormde
Gemeente, doch, zooals reeds gezegd,,
behoorde de toren aan de gemeente
Toen alles gesloopt en opgeruimd
was, werd het vrijgekomen terrein,
groot 29,91 are opgehoogd, beplant en
als publiek plantsoen onderhouden.
Omstreeks 1842 wilde het Roomsch-
Katholiek kerkbestuur het terrein koo-
pen om er een nieuwe kerk op te bou
wen. Dit verzoek werd door de kerk
voogdij afgewezen, daar zij niet wilde,
dat de grond, waarin zooveel lijken wa
ren begraven, zou worden omgewoeld.
In 1846 bouwden de Roomschen him te
genwoordige kerk in de Lange Noord
straat.
Door kerkvoogden en notabelen der
Ned. Herv. Kerk werd in 1890 het plant
soen als bouwterrein verkocht voor
3500, Hierop verrezen spoedig een 5
tal huizen en een Gereformeerde kerk.
Zeer begrijpelijk werden bij het
bebouwen van het terrein veel doods
beenderen opgegraven en stootte men
op grafkelders.
De achter deze gebouwen liggende
straat, wordt door oude Middelburgers
nog betiteld mei: Achter de oude kerk.
Op het Hofplein stond vroeger een
pomp, die opgeruimd werd, toen Mid
delburg van een waterleiding werd
voorzien.
R- B. J. d. M.
T i 'ii' 'i1::--.
£.Ostermann 4 Go's Handel Mij. N.V., Amsterdam,
•W.M2f)XrZt:R ÜP3MK&Ö" 1
„Verdomd! Dan heeft u zeker ge
smokkeld! Als u ons in moeilijkheden
brengt door uw leelijke practijken op dat
gebied, kapitein Blanco, dan kunt u
hier blijven om het weer in orde te ma
ken. Ik steek geen hand uit om u te
helpen."
Dit antwoord is wel ontmoedigend.
Het is het bewijs voor Chester, dat de
oudste firmant niets weet van het ge
knoei van Olins met de twaalf kisten
met goed.
Guy verlaat het kantoor, maar blijft
in de buurt er van, vast besloten om
Olins over de zaak te spreken. Ook deze
is gelukkig alweer vroeg op pad al heeft
hij van den afgeloopen nacht een deel
wakend doorgebracht, en hij loopt hem
tegen het lijf, als hij de Wolstraat uit
komt.
„Mag ik u even lastig vallen, mijn
heer Olins", vraagt hij.
„Zeker, ga maar mee naar het kan
toor."
„Neen, ik wil u particulier gesproken
hebben, en niet op uw kantoor.
„Best, laten we dan deze herberg
maar binnengaan", antwoordt Olins, die
Guy scherp opneemt en hem voorgaat
naar een localiteit, waar hij blijkbaar
goed bekend is, daar zij onmiddellijk in
een afzonderlijke kamer worden gelaten.
„Wel", zegt hij, „gaat het om geld
voor dat smokkelzaakje, kapitein Blan
co? Het staat binnen een paar minuten
De dienstplichtigen der lichting
1928, van de 2de schoolcompagnie van
het regiment kustartillerie, komen te
Vlissingen als volgt voor herha
lingsoefeningen onder de wapenen, 4
onderofficieren van 2 tot en met 21 Juli
1934; de overige onderofficieren 26
Febr., de korporaals en soldaten 5 Mrt.,
zij vertrekken met groot verlof 17 Maart.
Van de 1ste schoolcompagnie van dat
regiment komen bovendien te Vlissin
gen daarvoor onder de wapenen 6 on
derofficieren van 26 Febr., tot en met
17 Maart en 1 onderofficier-administra
teur dier lichting van 1 tot en met 20
Maart.
ter uwer beschikking, als uw mannen
misschien ongeduldig mochten worden.'
„Neen, ik wilde u alleen vragen me
onmiddellijk een order tot uitvaren in
ballast te verschaffen."
„Onmogelijk!" roept Olins uit, maar
daarna fluistert hij: „Maar waarom heeft
u dat noodig?"
„Omdat men mij ervan verdenkt, dat
ik heb gesmokkeld."
„Wat? Die kant van vannacht?" zegt
de Vlaming met gedempte stem, terwijl
zijn gelaat betrekt.
„Dat was geen kant", zegt Chester
kortaf.
„Neen maar! Nu, u moet Antwerpen
verlaten, zoodra het tij gunstig is", fluis
tert Olins, terwijl zich dikke zweetdrup
pels op zijn voorhoofd vertoonen. „Maar
waarheen wilt u zeilen?'
„Verschaf me papieren voor Amster
dam." Het is de eerste stad die Ches
ter in het hoofd komt,
„Goed, u zult ze hebben. „Maar",
vervolgt de koopman zenuwachtig, „het
zou toch wel achterdocht wekken, als
dat geschiedde zonder vrachtbrief!"
„O die zal ik u wel verschaffen'
roept Guy, die plotseling op een inval
is gekomen.
„Vanwien?"
„Van uw landgenoot, den patriot Bodé
Volcker."
„Goede hemel, u weet dus!...."
„Ja, haakbussen in kant gepakt, daar
ZILVERVOSBONTEN GESTOLEN.
Donderdagochtend kwamen in den bont-!
winkel van de firma Lemaitre, aan den
Nieuwen Binnenweg te Rotterdam
twee Duitsch sprekende dames. Even
later stapte een eveneens Duitsch spre
kende heer binnen, die het echter deed
voorkomen, alsof hij niet bij de dames
hoorde. De dames gaven den wensch te
kennen, een bontmantel te koopen. Ter
wijl de winkelier met deze klanten be
zig was, trachtte de heer een oogenblik
zijn aandacht af te leiden eri hij slaagde
er in hem naar een hoek van den winkel
mede te krijgen. Toen de winkelier wil
de voortgaan, de dames te bedienen,
bleken zij te zijn verdwenen en met hen
twee zilvervosbonten, ter gezamenlijke
waarde van ongeveer 400 gulden.
INBREKER IN NIEUW GEDOLVEN
GRAF GEVLUCHT. Onlangs arre
steerde de Duitsche politie in het na
burige Bottrop, zoo meldt Het Volks
blad uit Venlo een echtpaar, dat te
zamen 25 inbraken in een maand tijd
gepleegd had, n.l. den bandiet Miko-
laiczak en zijn vrouw. Bovendien kwam
vast te staan, dat ze nog vier roofover
vallen volvoerd hadden. De vrouw werd
direct gearrestreerd en bekende alle
gepleegde misdrijven. Mikolaiczak wist
echter te ontsnappen; men kwam er
achter, dat de bandiet gevlucht was in
de richting van een oud kerkhof.
Een „Kripo" ontdekte op het oude
kerkhof een nieuw gedolven graf. Men
verwijderde de kransenen toen
kwam de bandiet te voorschijn.
KINDJE IN DE WIEG VERBRAND.
Te V u g h t is Donderdagochtend n
twee maanden oud kindje van de fami
lie van den B. verbrand, toen de wieg,
die bij den kachel stond, vlam vatte. De
moeder was kort voor het ongeluk even
weggegaan.
JONGENS IN STAAT VAN DRON
KENSCHAP. Dezer dagen moest de
politie te Groningen twee jongens
van 13 en 14 jaar, van de Steenhouwers
kade halen, omdat zij daar in staat van
dronkenschap verkeerden. Eén van de
kinderen moest zelfs vervoerd worden.
Al heel gauw kwam aan het licht, dat
deze jongens drie flesschen wijn hadden
gestolen van een wagen. Deze drie fles
schen werden leeggedronken, met het
gevolg, dat zij hun roes op het politiebu
reau moesten uitslapen.
KANTOORHOUDER GESCHORST
WEGENS VERDUISTERING. Naar
V.D. verneemt is de kantoorhouder van
het hulppostkanioor te Uithoorn we
gens verduistering van gelden in dienst
betrekking, voorloop ig geschorst. De
kantoorhouder van S. genaamd, was
eerst eenige maanden geleden in deze
Fabrieken Ie Jutphaas bij Utrecht.
(ingez. Meet)
functie te Uithoorn benoemd en voor
dien kantoorbediende bij de P. T. T. te
Amersfoort.
De malversaties zijn tijdig ontdekt.
De man heeft een volledige bekente
nis afgelegd: hij schijnt op wat te grooten
voet te hebben geleefd.
staat geen boete maar de dood op",
fluistert Guy,"
„Schrijf nu maar gauw een opdracht
om een vrachtbrief voor Amsterdam af
te geven."
De koopman zet zich om daaraan te
voldoen en Chester bewondert hem,
want de vaderlandslievende Jan Olins
heeft een hand zoo duidelijk en regelma
tig alsof het gedrukt ware
„Ga dadelijk met de papieren naar 't
kantoor der douanen", fluistert Guy.
Hij zelf spoedt zich naar zijn schip
terug, verdwijnt in zijn kajuit en ver
schijnt enkele minuten laier weder, uit
gedost niet als Andrea Blanco, maar als
Guido Amati, de koene Spaansche of
ficier, wijl hij dit de beste vermomming
acht om met oud-burgemeester Volcker
een onderhoud te hebben. In het maga
zijn van den koopman verneemt hij tot
zijn teleurstelling, dat de man nog steeds
toeft in de woning aan de Meir, Op weg
daarheen krijgt hij plotseling de gedach-,
te, dat hij de zaak beter af kan doen als
loszinnig verkwister dan in eenige ande
re vermomming. Hij zal doen, alsof hij
een spion ware, die er op uit is een ex
tra-slaatje te maken, en hij zal om goud
vragen, maar tenslotte de noodige pa
pieren verkrijgen.
Om de ignobele rol goed te kunnen
spelen, brengt hij zijn haar in de war,
trekt zich den hoed over de oogen en dé
gang aannemend van iemand die licht
Voetbal.
Z. V. B.
Wedstrijdprogramma voor Zondag
26 November.
Ie Klasse A.
Goes 2Goesche Boys.
Middelburg 3Vlissingen 3.
Ie Klasse C.
Terneuzen 3F. C. Sluis.
Oostburg Hoofdplaat.
le Klasse C.
O.N.W.—Axel 2.
le Klasse D.
BurghZierikzee 3.
RenesseSchouwen.
2e Klasse A.
R.C.S. 2Zeelandia 3.
VeereEiland Boys 2.
V ictoriaDomburg.
De Zeeuwen 3Vlissingen 4.
2e Klasse B.
Heinkenszand's-H. Arendskerke. i
's-HeerenhoekHansw. Boys.
Zeeuwsche Boys 2Ierseke.
KattendijkeGoes 3.
2e Klasse D.
Hoofdplaat 2Zeeduivels.
Breskens 3Oostburg 2.
Sasput 2IJzendijke 2.
2e Klasse E.
Burgh 2Zierikzee 4.
3e Klasse A.
Middelburg 5R.C.S, 3.
Eiland Boys 3de Noormannen.
Zeelandia 4de Zeeuwen 4.
Vlissingen 5Vlissingen 6.
E.M.M. 2Domburg 2.
3e Klasse B,
Sluiskil 2Axel 3.
Corn. Boys 2Oranje 2.
Wedstrijdprogramma voor
Zaterdag 25 November.
Afdeeling 1.
D.E.S—Hoek.
OtheneZ.S.C.
Afdeeling 2.
Z.S.C. 2Othene 2.
APOTHEKEN.
Zondag en de nachten der volgende
week is te Middelburg geopend de
apotheek van den heer M. J, van Pien-
broek, Pottenmarkt.
aangeschoten is, vervolgt hij zijn weg
naar Bodé Volckers huis en gaat het deel
waar het kantoor is gevestigd binnen.
Een aantal bedienden zijn daar druk
in de weer en hij wordtop de onderda-
nigste wijze ontvangen door een diep
buigende bediende, die hem bijna
bevende vraagt naar zijn naam en zijn
wenschen. Die Spaansche officieren toch
waren tegenover Vlaamsche burgers in
•die dagen al gauw klaar met de hand of
het zwaard. Hij vraagt Bodé Volcker te
spreken en wordt na enkele oogenblik-
ken in diens kantoor binnen gelaten.
Met een goed geimiteerd dronken-
mansgezicht en een paar linke duide
lijke hikken begint hij met de deur te
sluiten, terwijl de koopman met een ver
baasd en misschien wel ongerust gelaat
naar hem kijkt, daar Guy's uiterlijk met
zijn verwarde haardos en zijn rollende
oogen, voor een deel wellicht ook ver
oorzaakt door den wanhopigen toestand
waarin hij verkeert, hem zou doen ver
moeden, dat hij zooeven is opgestaan
van een feestdisch, die tot in den vroe
gen morgen heeft voortgeduurd.
„Ja, je kent me wel. ie kent me wel
.ik ben majoor Amati, van Romero's
voetvolk", hikt de pseudo-pretmaker.
„Ja, ik heb de eer gehad u eenmaal
in mijn woning te ontvangen, kapitein
Amati".
(Wordt vervolgd.)
m
H