SEE HE DOCHTER VAN ALVA. KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. )or. LEVENSVERZEKERD IN G - B A N K rotter DAM Invalid iteits-verzekering! HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IO TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT. VAN WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933. No. 276. >Ften, anges inders Inoam /alifefr jrond- ^u, et» |t met» liteit" V. R. K. ij at betreft", z<2)gt Guy, ,,aan geld om de zaak op te knappen ont breekt het mij niet". Vraagt tarieven voor levensverzekering, gecombineerd met- and bout 5 pond St. Pie- Munck. TOELEN irerk en Zeeuw- Imarkt K breuk en koopt Boven, *rg. Mo- fn, Midd. ct. Cro- |kjes 100 jikrozen, |ct. Alles rk. IlLS met In tafel, the Meu- |39, Mid- Jper kg. lar. Pres- |t. p. ons. Ie 18 ct. Pieterstr., ÏNKEN |nden te- /erstelle, |>n, Midd. Clematis, Ampe- ^li, Klim men 7 st. 3e Klerk. WORST er pond. half pd. it. J. de |wat fijns K 158, ias, spe- locolade- pn eigen- Sukkel. Inasaas is ver- Lombard- |K wordt, geld ge- Ipotheek. Iht onder |aurdoux, XE, A.s. i, 2.50 2 ret. ;n Heer aat, Tel. plaat- bladen nt extra Boer, Van een misselijk, onbetrouw baar, griezelig en deprimeet- rende exemplaar van het men- schelijk ras: Grothe, Morgen zal te Leipzig de voortzetting •van het wereldschokkende Rijksdag brand-proces aanvangen. Onze bijzonde re „H"-correspondent schrijft ons daar over, nog uit Berlijn, het volgende: j 21 September is men begonnen. Tegen 20 December wordt pas het einde ver- wacht. Honderd getuigen zijn in Berlijn alleen gehoord. Nog een 30 a 40 zijn in Leipzig te hooren, alvorens men de rij af sluit en het woord geeft aan de procu reurs-generaal, aan de verdedigers en aan de beklaagden, voor zoover ze zich zelf verdedigen willen. Daarbij kan het nog op een sensatie uitloopen als V. d. Lubbe inderdaad zijn voornemen waarover hij zich vroeger eens uitgelaten heeft ten uitvoer brengt en een ,,groote rede" houdt. Ja, als dat eens waar werd! Want na een dikke veertig zittings dagen zijn we eigenlijk net zoo wijs als {oen dit proces begon. En alleen V, d, Lubbe is in staat, om de volle waarheid bekend te maken. Had hij helpers? Waren dat spionnen ■err provocateurs der nationaal-socialis- ten, dan wel waschechte communisten ■of liever syndicalisten? Het is voor de rechters en voor het publiek eenvoudig om er kribbig van te worden, als men eiken dag weer die eindelooze getuigen- verhooren moet bijwonen en dan dien Hollandschen schooier daarbij ziet zit ten, zoo nu en dan stikkend van het lachen, zeker alles volgend en precies wetend, wie van deze getuigen de waar heid spreekt en wie zijn geweten met een meineed bèzwaart. Waarom spreekt V. d. Lubbe niet? Het staat toch wel vast, dat hij den brand niet alleen ten uitvoer gebracht heeft. Waarom zegt hij niet wie hem geholpen heeft, en zoo hij al niet de ware namen van deze helpers kent, waar hij met hen gesproken heeft en hoe de verdeeling van het werk geregeld was? juist in de laatste dagen is een belas tende getuike op den voorgrond getre den, een communist Otto Grothe, die tweemaal bij het vooronderzoek gede tailleerde rapporten had uitgebracht waaruit zou moeten worden afgeleid, dat wel degelijk V. d. Lubbe met Duilsche afgevaardigden van de Communistische Partij, in de eerste plaats ook met zijn medeplichtige Torgler, in verbinding ge staan en door dezen in den Rijksdag bin nen gesmokkeld is. Wil men dezen ge tuige gelooven, dan is eigenlijk alles be wezen en had men alle vorige getuigen a charge niet meer noodig. Maar welk een misselijk, onbetrouw baar, griezelig en deprimeerend exem plaar van het menschelijk ras is deze vieze verklikker Grothe. Een mensche- lijke jakhals, een alligator in meer-of- minder menschelijke gedaante, een aarts leugenaar, een sluwe verrader, dien de procureur-generaal waarlijk nog tegen ongeveer de geheele weldenkende menschheid in bescherming neemt! Neen, het verloop van dit proces is niet zoo, als wij ons gedacht hadden. Hoe meer blijkt, dat de officieele opzet op een groote teleurstelling zal uitloo pen, hoe opvallender brokkelt de onpar tijdigheid van deze Rechtbank, de hoog ste in Duitschland, af. Dat is niet meer een boven de partijen staan volgens goed Nederlandsch rechtsbegrip. Zelfs de goe de voorzitter heeft zijn geduld verloren. Het is waar, dat de Bulgaarsche beklaag de Dimitroff een lastige klant is. Maar men wint het niet van hem, door hem telkens weer, nerveus, het woord af te door ARCHIBALD CLAVERING GUNTER 47). - .Het zou niet verstandig zijn", zeide hij, met het oog op de veiligheid ze al len bij denzelfden smid te laten maken. Ik zal een copie van de teekening ma ken en breng daarbij de afbeelding van eiken sleutel op een afzonderlijk stuk papier. De origineelen blijven onder jouw berusting. Ik laat de afbeelding van sleutel nummer een achter bij een werk tuigkundige van mijn kennis, die van nummer twee bij een smid in een ander deel van de stad. Maar ik zou toch wel zoo verstandig doen, als ik de beide an dere sleutels ook in andere steden liet maken, daar hun gilden de werklieden te zamen brengt en het voor de hand ligt, dat zij met elkaar over mijn bestel ling zullen spreken, vooral omdat de sleutels zeer zonderling van vorm zijn en w6' ,Wa^ zullen kosten." I en slotte wordt afgesproken, dat een sleutel zal gemaakt worden te Antwer pen, een in de naburige stad Mechelen en de derde in de hoofdstad. Antonius zal ook een onderzoek instellen omtrent het huis bij het Paradeveld en zien, ot het met de beschrijving overeenstemt en bewoond wordt door de doofstomme snijden en hem de verdediging practisch steeds meer te bemoeilijken. De Hooge Senaat, en daarmee het of ficieele Duitschland, schijnt het slacht offer te worden van een al te ijverigen en al te goedgeloovigen procureur-ge neraal, die op getuigenissen van mis baksels als deze weggeloopen commu nist Grothe een aanklacht heeft geba seerd, die nu reeds zeer sterk aan het wankelen is gebracht. Met vereende krachten trachten re geering, pers en aanklagers nu nog de situatie te redden. Daarbij krijgen we frappante staaltjes van de volgens de Duiitsche regeering thans ,zoo „hoog staande" Duitsche pers te genieten. Elke getuige a décharge wordt met venijnige minachting in alle Duitsche kranten af gemaakt, elke beschuldiging van 'n ge tuige a charge met letters als koeien als vaststaande waarheid in alle kranten af gedrukt. Eerlijkheid, objectieve beoor deeling kent de Duitsche pers niet meer. Dat is wel een van de meest neerdruk kende bijverschijnselen van het proces V. d. Lubbe. In Leipzig zullen we zeker nog vier we ken aan dit monsterproces gebonden zijn. Met welk resultaat? Als niets naders bewezen wordt, zal slechts V. d. Lubbe veroordeeld mogen worden. En die krijgt met 99 pet. zeker heid den strop. Tot zoover onzen bijzonderen corres pondent. Wat den laatsten zin van zijn brief betreft, merken wij echter op, dat de Nederlandsche regeering reeds dade lijk er de bevoegde Duitsche instanties op gewezen heeft dat haars inziens ,,de doodstraf met terugwerkende kracht" om 't nu maar eens wat populair te zeg gen, naar onze en algemeene rechtsbe grippen niet aanvaard kan worden. Im mers.' toen V. d. Lubbe den Rijksdag in brand stak, bestond de doodstraf voor dit misdrijf nog niet! HET RAPPORT DER COMMISSIE-SCHOUTEN. Belangrijkste conclusies. Thans is verschenen het rapport der Commissie, belast met het adviseeren omtrent toetsingnormen voor de beoor deeling van de bezoldiging van het per soneel in dienst van Provincies, Ge meenten, enz. Het lijvig rapport komt na uitvoerige uiteenzettingen tot een 29-tal conclu sies waaraan wij het volgende ontlee- nen: Uit het verzamelde materiaal is ge bleken, dat tusschen de bezoldigingsre gelingen van de onderscheidene pu bliekrechtelijke lichamen groote ver schillen bestaan, die zeker in de tegen woordige tijdsomstandigheden niet ge rechtvaardigd zijn te achten. De volle aan het ambt verbonden aanvangswedde dient te worden toege kend aan de ambtenaren op 21-jarigen leeftijd en aan de werklieden op 23-ja- rigen leeftijd. De bezoldiging der jeugdige werk-, krachten, zoowel werklieden als ambte naren, moet in overeenstemming zijn met den plaatselijken loonstandaard. De regeling dient voorts zoodanig te zijn, dat zij aansluit aan het minimum voor de volwassenen. De werklieden behooren in 5 of, over eenkomstig de regeling van het Rijk, in -.v -A-1; v >A'<"'Av -V«>;r V' mmmm m (Ingez. Med.) 6 loongroepen te worden gerangschikt. Slechts voor een publiekrechtelijk li<- chaam met weinig werklieden in een ge ring aantal functies kan een indeeling in 4 of minder loongroepen voldoende worden geacht. Voor vrouwelijke werkkrachten dient een afzonderlijke loonregeling te wor den getroffen, indien de werkzaamhe den, normaliter uitsluitend of zeer over wegend door vrouwen plegen te worden verricht. Het verdient aanbeveling de bezoldi ging, ook der werklieden, te doen ge schieden naar het systeem van salaris schalen met periodieke verhoogingen, bij gebleken bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver. Provinciale bezoldigingsregelen, o.a. voor het waterstaatspersoneel, behoo ren rekening te houden met het verschil in loon- en levenstandaard in de ver schillende standplaatsen. De grootst mogelijke meerderheid der commissie bepleit verhooging van het percentage van het pensioensverhaal, opdat de ambtenaar voor zijn pensioen rechten grootendeels zelf betalen. Over gangsmaatregelen dienen vastgesteld. Vóór verdere verlaging in de salairs- regeling van een lager publiek rechte lijk lichaam dient gedacht aan een nog mogelijke opvoering van het pensioen- verhaal. Een vacantiebijslag zal bij loonsbe- zuiniging wel allereerst in aanmerking komen voor verlaging of afschaffing. Ten aanzien van het personeel op ar beidscontract acht de Commissie het vanzelfsprekend, dat de lagere publiek rechtelijke organen met een even sum miere regeling mogen volstaan als voor het Rijk in het Arbeidsovereenkomsten- besluit is getroffen. De vaststelling van algemeen geldende salarisschalen voor burgemeesters, secretarissen en ont vangers komt vooralsnog nog onge- wenscht voor. Wel dient naar mindere divergentie in de bestaande bezoldigingsregelingen van deze functionnarissen te worden ge streefd, o.a. door het bevorderen van gelijke voorschriften in zake pensioens verhaal en cumulatie. Deze laatste be- perke men zoodanig, dat zij geen onge- wenschte afmetingen aanneemt, noch in de combinatie van het aantal functies, noch in de totale belooning der gecom bineerde functies. Vaststelling ook door de lagere pu bliekrechtelijke corporaties van bepa lingen, betreffende het ontslag van de huwende ambte nares en aangaande het voorrang ge ven bij personeelsafvloeiing aan de ge huwde ambtenares, geen kostwinster van een gez n, zou aan de thans in breede kringen gevoelde bezwaren te gen het in dienst zijn van gehuwde vrouwen en tegen het gen'eten van dub bel inkomen uit de publieke kas door man en vrouw beiden, in belangrijke mate tegemoet komen. Ook voor het vrouwelijk personeel bij het onderwijs worde het tot stand komen van een zelfde regeling bevorderd. De cumulatie van inko-: mens of van inkomens met pensioen behoort, voor zoover het publiek be lang zich daartegen niet verzet, te wor den tegengegaan. Voor de regeering behooren de na volgende omstandigheden aanleiding te zijn in salarisregelingen van lagere pu bliekrechtelijke lichamen wijzigingen te bevorderen of vast te stellen: a. klaarblijkelijke onjuiste salarisver houdingen binnen het kader eener re geling, of van excessen op bepaalde punten bij vergelijking met de daarvoor in aanmerking komende regelingen; een wanverhouding tusschen het sa larispeil van een bepaald publiekrechte lijk lichaam en dat van ongeveer gelijke omstandigheden verkeerende organen, of tusschen dat van een zoodanig orgaan en het salarispeil van het Rijk; tusschen het salarispeil van een lager publ ekrechtelijk orgaan en den loon- en levensstandaard in dezelfde streek of plaats. De bezoldiging der werklieden en van de overige meer plaatselijk gere- cruteerde krachten in dienst van de publiekrechtelijke organisaties zal in de allerëerste plaats in overeenstemming moeten zijn met den plaatselijken loon- en levensstandaard en daaraan moeten getoetst, de belooning van het middel baar en hooger personeel, zal be houdens de vereischte aansluiting aan die van het lager personeel meer in overeenstemm'ng met vde bezoldiging van gelijkwaardige Rijksambtenaren die- ne te zijn. Indien, een bezoldigingsregeling van een lagere publiekrechtelijke corpo ratie wijziging behoeft, dienen de ex cessen door die wijziging, eventueel door het vaststellen van een nieuwe regeling, volledig worden weggenomen. De gewij zigde of nieuwe regeling moet onmiddel lijk in werking treden. Er moet een overgangsbepaling getrof fen, indien door de inwerkingtreding van de gecorrigeerde regeling de netto-wed de van ambtenaar, gehuwd of kostwin ner van een gezin, meer dan 10 pCt. of van den ongehuwden ambtenaar niet- (Ingez. Med kostwinner, meer dan 15 pCt. op een maal zou achteruitgaan, van een persoon lijke toelage, zoodat zijn inkomen per jaar niet meer dan 10, resp. 15 pCt. ver mindert. Als de salarissen van bepaalde of be paalde groepen van ambtenaren met meer dan 20 pCt. voor gehuwden en 30 pCt. voor ongehuwden teruggaan, ware een afzonderlijke overgangsregeling te overwegen. De Commissie adviseert de regelingen te toestsen van de groote steden en in aansluiting daaraan die der gemeenten boven 40,000 zielen. De provinciale re gelingen ware alle gelijktijdig te toet sen. Mocht dat niet mogelijk blijken, dan ware met de regelingen van de pro vinciën Noord- en Zuid-Holland te be ginnen. Daarna komen successievelijk de regelingen van de gemeenten beneden 40.000 zielen aan de orde en vervolgens die der waterschappen enz. Wegens financieele moeilijkheden van een bepaald lager publiekrechtelijk or gaan moet aan de toetsing van diens bezoldigingsregeling voorrang worden gegeven. De tijd schijnt gekomen, om te over wegen, of niet met het stelsel van tijde lijke kortingen dient te worden gebro ken en tot het opnieuw vaststellen van de salarissen moet worden overgegaan. DE WIJZIGING DER WINKELSLUITINGSWET. Zondag openstelling als crisismaatregel. Vernomen wordt, dat 'n wetsontwerp gereed is gemaakt, tot tijdelijke wijziging der Winkelsluitingswet, waarbij aan die winkels, welke reeds ten aanzien van den Zondag gedurende vier achtereen volgende uren geopend mogen zijn, is toegestaan gedurende zes uren open te zijn. Deze maatregel zou betrekking hebben op banketbakkerszaken, winkels in suikergoed en chocolade, visch- fruit en broodwinkels en op de winkels, waarin tabaksartikelen worden ver kocht. De bedoeling is deze wijziging uitslui tend als crisismaatregel in te voeren vandaar dat voorgesteld wordt de rege ling 31 December 1934 weer buiten wer king te doen treden. Men zou zeer groote spoed met de indiening en behandeling van dit voor stel willen betrachten; zelfs zou het plan bestaan de wijziging zoo mogelijk voor 1 December a.s. in te dienen, zoo dat de wet nog voor 1 Januari a.s. van kracht zal kunnen zijn. Ter gelegenheid van het 12 jarig ambtsjubileum van dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam, zal zijn portret worden geschilderd door Jan Sluyters. Dit portret zal in het Stedelijk Muséum te Amsterdam worden ge plaatst. oude Spaansche vrouw. ,,Ik moet dade lijk naar Brussel om den sleutel te laten maken en er een achterlaten te Meche len," zegt de schilder. „Laat ik de reis maken", oppert Guy met aandrang. „Jij hebt hier genoeg te doen." „En jij dan? Jij hebt te zorgen, dat je schip wordt gelost. Bovendien" vervolg de Oliver, „niet om den sleutel te Brus sel te laten maken wil je zoo gaarne naar die stad, maar enkel om Hermoine de Alva te spreken te krijgen." Maar dan vervolgt hij met den groot sten ernst: „wat zij ook moge doen, wat zij ook moge denken, blijf in 's hemels naam uit haar buurt, totdat deze zaak is afgeloopen. Wanneer men je ging ver denken, zou alles misloopen. Vergeet, dat je majoor Guido Amati de Medina bent, een kranig krijgsman en aanbidder van de dochter van den onderkoning; herinner je alleen, dat je niet meer bent dan Andrea Blanco, een gewoon koop vaardijkapitein, die slechts belangstelling gevoelt voor grog en vrachtgeld; begin onmiddellijk morgenochtend met het los sen van je schip." „Nu goed", bromt Guy, die den raad van den schilder wel juist maar niet aangenaam vindt. Dan ga ik maar on middellijk aan boord." „Dal zal niet gaan. Je zult vannacht bij me moeten blijven. De poorten zijn gesloten en er is nu geen jonge dame om je het wachtwoord te verschaffen of je aan een regeeringsvaartuig te helpen om je heelhuids Antwerpen te doen ver laten." Maar vervolgt hij op ernstiger toon: „Tête de Dieu! dat had toch ook niet veel gescheeld- Men was te weten gekomen, dat je hier waart. Niets ter wereld had je kunnen redden behalve de dochter van Alva. Weet wel, dat Her moine de Alva jou en misschien ook wel mij gered heeft van brandstapel en strop. En nu staan er vijfduizend kronen op je hoofd," zucht de schilder. Trots die sombere herinnering bren gen de beide jongelui, die zoo gewoon zijn aan gevaren, in het atelier van Oli ver een vroolijken avond door achter 'n goed glas wijn, waarbij het altaarstuk van den schilder, dat bijna gereed is, veel stof tot gesprek geeft, niet het minst om de jonge dame, die voor de Madonna voor model heeft gezeten. HOOFDSTUK XII. „Stuuruw dochter uit Antwerpen we g!" Den volgenden morgen gaat ieder aan de taak, die hij op zich heeft genomen. Chester is al zeer vroeg op de kade, ook u't vrees misschien voor een of andere onhandigheid van zijn mannen, die zich niet zoo erg vertrouwd gevoelen met de gebruiken in de handelswereld en nadat hij zijn schip naar het dok heeft laten verhalen, begint hij met het lossen van de lading met een spoed, die zeer naar het genoegen is van de geadresseerden. Jan Olins komt zelf naar het lossen kijken en slaat Guy op den schouder zeggende: „Zoo gaat het goed", en daalt daarna zelf in het ruim om nauwkeurig de lading te inspecteeren. Guy verwon dert zich wel een weinig daarover, maar daar hij geen koopvaardijkapitein is, denkt hij er verder niet aan, in de on derstelling, dat kooplui gewoon zijn al dus het oog te houden op de voor hen bestemde ladingen. In den namiddag snelt Chester ineens naar zijn kajuit en sluit zich er in op. Want hij heeft den jongsten firmant, Olins, op het schip zien afkomen in ge zelschap van Nikolaas Bodé Volckter, en hij vreest, dat de vader van de mooie Mina, wiens gastvrijheid hij heeft ge noten, hem zal herkennen. Gelukkig ko men zij niet aan boord, en blijven zij op de loopplank om spoedig weer te ver dwijnen. Kort daarop begeeft Chester zich naar de stad om Oliver te ontmoeten, en de ze deelt hem het volgende mede: „Ik heb een huis gevonden, dat ge heel beantwoordt aan de beschrijving van Paciotto, een bouwvallig krot in een achterbuurt. De kroeg daarin wordt ge dreven door een oude doofstomme Spaansche, senora Sebastiano, bij de zeelui, die bij haar hun intrek nemen, meer bekend onder den bijnaam van „de stomme Duivelsmoeder", wat blijk baar haar karakter teekent". „Ja, dat is het huis. Ik zal er een paar mijner mannen logies in geven". „Nog n'et, zoolang we de sleutels niet hebben. Laten je mannen het schip zoo spoedig mogelijk lossen. De eerste sleu tel is al in de maak. Nummer drie breng ik morgen naar Brussel, terwijl ik num mer twee onderweg afgeef te Mechelen. Zorg zoo gauw mogelijk, dat je schip leeg is". „Hoe lang denk je in Brussel te blij- van?" „Totdat de sleutel klaar is, vermoe delijk vijf dagen", antwoordt de schil der. „Zoo lang? Denk er om, dat spoed hier een levenskwestie is. Tegen dien tijd zal ik mijn schip wel gelost hebben." „Het kan niet eerder. De smid heeft mij gezegd, dat hij wel op zijn minst vier dagen over den eersten sleutel zal hebben te werken. Dus moet het zeker vijf dagen duren eer ik met de sleutels uit Brussel terugkom. Bovendien", liet de schipper er op volgen, „heb ik van daag een postduif van Lodewijk van Nassau gehad, die me verplicht om naar de hoofdstad te gaan voor het inwinnen van eenige inlicht'ngen. Met uitzonde ring van Amsterdam is geheel Holland opgestaan, en nu is het oogenblik voflr een aanval in den rug gekomen. Ik heb de mededeel'ng ontvangen dat men klaar staat voor den opstand. Het zou toch een schande zijn als geheel Neder land te wapen snelde en Bergen, mijn i geboorteplaats, de vlag van Alva bleel toonen". t (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5