DE DOCHTER VAN ALVA.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 30 OCTOBER 1933. N». 256.
ING-BANK
BIRHERUND.
DRA!3IT1AVAN\ALKEÜBURG'S\
A ••ILEVEKTR
T7- Leeuwarden
HlDBILaiïüG.
GOES.
WALCHEREN.
SU-" -
IOTTERDAM
hs -.v
DE WERKLOOZENSTEUN 1933.
Regeeringsvoorschriften.
De Minister van Sociale Zaken, van
Binnenlandsche Zaken en van Finan
ciën hebben algemeene voorschriften
vastgesteld voor de besteding der op de
Rijksbegrooting uitgetrokken gelden
voor werkloosheidszorg, voorloopig
slechts geldend voor 1933.
Hieraan wordt ontleend:
De rijksbijdrage vormt een percentage
van het bedrag der uitgaven. Dit per
centage wordt voor elke daarvoor in
aanmerking komende gemeente bepaald
aan de hand van een schaal, bij welke
schaal de uitgaven worden uitgedrukt in
procenten van de som van de na te
noemen belastingopbrengsten, vermeer
derd met de uitkeering uit het Gemeen-
teionds over 1931'32 en bovendien
vermeerderd met het gemiddelde van de
over de dienstjaren 1927 tot en met 1931
ten goede van den gewonen dienst der
gemeeente komende winsten, winstver-
vangende uitkeeringen en uitkeeringen
uit de reserves van electriciteit, gas- en
waterleidingsbedrijven, welke in eigen
dom en beheer der gemeente zijn, dan
wel waarbij de gemeente op een af an
dere wijze financieel belang heeft, ter
wijl de som wordt verminderd met de
verliezen dezer bedrijven.
De som der belastingopbrengsten
wordt verkregen door samenstelling van
de zuivere opbrengst, welke de ge
meente Over het boekingstijdvak 1931
1932 verkregen zou hebben door heffing
van:
a. 100 opcenten op de hoofdsom der
gemeentefondsbelasting, bij rangschik
king der gemeente in de eerste-klasse;
b. 50 opcenten op de hoofdsom der
vermogensbelasting;
c. 80 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting wegens gebouwde eigen
dommen;
d. 20 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting wegens ongebouwde
eigendommen;
e. de hoofdsom der personeele belas
ting volgens het tarief der Wet op de
personeele belasting 1896, vermeerderd
met 150 opcenten in de klassen, waarin
de gemeente gerangschikt is;
75 pet. van de hoofdsom der Grond
belasting.
©e Ministers behouden zich voor, op
jgrond van gebleken
bijzondere omstandigheden,
in een gemeente het bedrag der bere
kende bijdrage voor die gemeente, in
bèt geval, dat deze berekend is naar het
maximum percentage van de schaal te
vermeerderen met ten hoogste 18 of te
verminderen met ten hoogste 10 pet.; in
alle andere gevallen te vermeerderen of
te verminderen met ten hoogste 10 pet.
Voor toekenning van de bedrage ko
men slechts die gemeenten in aanmer
king, welke:
a. ten genoegen van de genoemde Mi
nisters aantoonen, dat de uitkeeringen
aan behoeftigen in den zin der Armen
wet, voor zoover deze geschieden met
gelden uit de gemeentekas, niet in on
juiste verhouding staan tot de uitkee
ringen welke door die Ministers voor
werkloozen zijn vastgesteld;
b. zich geheel gedragen naar de voor
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
27).
De menigte wijdt bij het weggaan
slechts bitter weinig aandacht aan dë
Drinkebroers van Brussel, uitgezonderd
een enkele die een paar trappen geeft
aan de roerloos bijeenliggende wezens,
die hem zijn geld hebben doen verliezen.
Doch haast onmiddellijk na zijn val heb
ben Guy en Oliver De Guerra opgeno
men, die zwaar ademhaalt, en in een
aangrenzend vertrek gebracht. Ijlings
zijn wambuis openend steekt de schilder
zijn hand er in en voelt, verborgen in
de voering van het buis, een pakje. Hij
scheurt het er haastig uit en fluistert,
na er een blik op geworpen te heb
ben: „Goddank! De zes brieven van Lo-
cfe wijk van Nassau."
Een oogenblik later legt Guy zijn
hand op de borst van den Spanjaard en
bromt: „De spion is dood."
En een diepe zucht van verlichting
welt op uit de borst van den Vlaming:
een der vele gevaren die hem bedreigen
is verdwenen door den dood van Vasco
de Guerra. De kleur komt weer op zijn
"wangen en hij lacht: „Jouw komst en de
duivenpastei hebben mij, ten minste
voor het oogenblik, gered!"
Het tweetal verlaat nu ook de her
berg, maar op straat kijkt Oliver weer
somber en prevelt: „Alva! Vroeger hier
dan hij verwacht werd. Hij zou eerst van
avond uit Brussel terugkeeren. Wat mag
de reden zijn dat hij zijn vertrek ver
vroegd heeft?"
Want een ruiterstoet trekt door de
schriften, door den Minister van So
ciale Zaken gesteld of alsnog te stellen
ten aanzien van steunverleening en
werk versch af f ing.
Bij de berekening van het bedrag der
bijdrage worden slechts:
In aanmerking genomen:
a. steunuitkeeringen, voor zoover die
zijn verstrekt aan werkloozen, voor wie
de destijds betreffende regeling door de
Ministers van kracht is verklaard en
welke steunuitkeeringen zijn vastgesteld
overeenkomstig de bepalingen van die
regeling;
b. arbeidsloonen, betaald bij werkver
schaffing aan werkloozen, voor zoover
deze. betrekking hebben op door de Mi
nisters goedgekeurde objecten.
Met afwijking van het bovenbepaalde
wordt het genoemde percentage voor de
gemeenten, die in 1932 een Rijksbijdrage
in de uitgaven hebben genoten, gesteld
op ten minste het getal, waarnaar de
rijksbijdrage laatstelijk in 1932 werd be
rekend; voor de overige gemeenten op
ten minste 25 pet.
HET CADEAUSTELSEL.
Kans op wettelijke regeling.
Het Nat. Comité tot beteugeling van
het cadeaustelsel schrijft ons o.a:
Dezer dagen vond te Utrecht de jaar
vergadering van het „Nationaal Comité
lot beteugeling vari' het Cadeaustelsel"
plaats.
Uit het jaarvérslag blijkt, dat de actie
steeds krachtiger van alle kanten wordt
gesteund. Ruim 130 instellingen en orga
nisaties op handels- en nijverheidsgebied,
waaronder 26 Kamers van Koophandel
zijn thans o.a. tot het Comité toege
treden.
Allerwege gaan thans de oogen open
ten opzichte van de funeste gevolgen
van de uitwassen van het cadeaustelsel,
zoodat de bestrijding er van thans vrij
wel op ieder middenstandsprogramma
voorkomt.
Toegelicht wordt, dat de kansen voor
een wettelijke regeling van het cadeau
stelsel thans gunstig zijn.
De Middenstandsraad heeft den Mi
nister van Economische Zaken de in
voering van een wettelijke regeling van
het cadeaustelsel zeer aanbevolen. De
minister heeft sympathie voor een wet
telijke regeling van dit verkoopsysteem,
doch wacht thans nog het advies van den
Nijverheidsraad af.
VOLKSONDERWIJS.
Algemeene vergadering
verdaagd.
De afdeelingen van de Vereeniging
Volksonderwijs hebben bericht ontvan
gen, dat de algemeene vergadering, die
op 4 en 5 November zou plaats hebben
verdaagd is tot 9 en 10 December, om
de afdeelingen in de gelegenheid te stel
len desgewenscht wijziging te brengen
in hare afvaardiging, zulks in verband
met de publicatie van den Ministerraad,
dat het verboden is aan ambtenaren om
te ageeren tegen regeeringsmaatregelen.
(Ingez. Med.)
straat; dertig ruiters in stalen harnas
sen en met lange lansen die met den
wimpel van Vargas gesierd zijn, rijden
voorbij. Maar voor hen uit, gezeten op
een krachtig Andalusisch ros, rijdt een
man van schrale, zeer slanke gestalte,
in een volledige, glinsterende, met goud
beslagen Milaneesche wapenrusting.
Over den halsberg hangt het lint van het
Gulden Vlies met het ordetekken. Maar
het is half verborgen door een lange
zilvergrijzen baard, waarvan de punten
door een scheiding van elkaar zijn ge
splitst. Zijn donker haar, dat ook reeds
begint te grijzen, is kort geknipt, even
als zijn snor, welke eigenaardige lippen
bedekt, de bovenste dun, ferm en be
slist, de onderste sensueel maar toch ook
vastbesloten. Het voorhoofd is hoog,
bleek en blauwdooraderd, maar zleld-
zaam verstandelijk als van een tacticus.
Zijn arendsneus is van buitengewone
schoonheid, scherp van omtrek en flink
uit het gelaat naar voren tredend, zijn
wangen bleek en gelig. In dat gelaat, dat
doen denken aan een doodenmasker,
blinken twee schitterende onverschrok
ken slangenoogen, en toch herinnert het
op sommige punten aan de trekken van
de vrouw, waarvoor Guy den vorigen
avond in lifde is ontbrand, vóór dat hij
wist, dat dit haar vader was, en hij pre
velt „Alva!"
De hertog onderhoudt zich rustig met
Alfonso de Ulloa en Pedro Paciotto, zijn
grooten vestingbouwkundige, die on
middellijk achter hem rijden. Allen zijn
dik met stof bedekt, het bewijs van hun
snelle en haastige reis. Als zij de Ge
schilderde Herberg voorbij komen, blik
ken de doorborende oogen van den on
(Ingez. Med.)
TENTOONSTELLING VAN
SCHCOLTEEKENINGEN.
Het bestuur van de Vereeniging het
Schoolmuseum te Middelburg zit niet
stil en is samenwerking met anderen
vormde het een Comité, dat nu van 4
tot 11 November een tentoonstelling van
teekenwerk in de zalen der vereeniging
aan de Nieuwe Haven organiseert. Deze
tentoonstelling zal teekeningen omvatten
vanaf de Fröbelschool tot en met de
hoogere onderwijsinrichtingen, als h.b.S.
Gymnasium en Handelsschool. Uit ver
schillende deelen van Zeeland zijn flin
ke collecties ingezonden.
De tentoonstelling zal alleen op werk
dagen en dan van 2 tot 4 en van 7 tot 9
uur geopend zijn.
De opening heeft plaats op Zaterdag
4 November te half drie in de bovenzaal
van de Sociëteit de Vergenoeging met
een lezing over het teekenen van den
heer Schipper, vakleeraar in het teeke
nen op de lagere scholen te Den Haag,
die zijn lezing zal toelichten met een
groote collectie teekeningen jvan die
scholen. In de eerste plaats is die lezing
toegankelijk voor onderwijzeressen en
onderwijzers, maar voor zoover er plaats
is ook voor andere belangstellenden.
Prov, Comité van A.R.
Kiesvereenigingen in Zeeland.
Zaterdagmiddag vergaderde te Goes
onder voorzitterschap van den heer mr.
P. A. Schwartz, thans burgemeester van
Maassluis, het Prov. Comité van A. R.
Kiesvereenigingen in Zeeland.
In zijn openingswoord besprak de
V o o r z. de laatste stembusstrijd en de
daarop gevolgde kabinetsvorming. Ook
feliciteerde hij de heeren C. v. d. Putte,
tweede voorzitter en P. G. Laernoes,
secretaris, beiden te Vlissingen met de
hun verleende Kon. onderscheidingen.
De bespreking van de wijzigingen in
het program van beginselen nam veel
tijd in beslag. De vergadering kon zich
niet vereenigen met de voorgestelde re
dactie van art. 4 (conscientie-bezwarert)
en nam een voorstel van de Centrale
Vlissingen aan om in art, 19 te schrap
pen het gedeelte over de practische toe
passing van het vrije handelsverkeer.
Aan de orde was nu verkiezing van
een voorzitter wegens vertrek van mr.
Schwartz. Enkele der aanwezigen wil
den aanhouding daarvan, om dan intus-
schen het reglement te wijzigen in dien
zin, dat de voorzitter niet wordt aan
gewezen doorgewezen door het breede
Prov. Comité, bestaande uit 21 perso
der-koning trotsch naar de menigte, ter
zijde van den weg geschaard of zich ver
dringend voor den ingang van de her
berg met de hoofddeksels in de hand
om den machtigen man te groeten. Plot
seling verheft hij zich in zijn stijgbeu
gels en roept: „Oliver! Antonius Oli
ver!" en de schilder treedt naar voren
en plaatst zich buigend naast zijn paard.
„Dat is toch ook een toeval, dat ik u
zoo spoedig zie! Zoek dadelijk voor me
op den voormaligen kapitein bij de mus
ketiers van Ladrono, Vasco de Guerra
en zeg hem, dat ik binnen het uur zijn
mededeelingen wil aanhooren. Neem
hem maar dadelijk met u mede naar de
citadel", beveelt de onderkoning en
opperbevelhebber.
„Met uw verlof, uw.uw hoogheid,
de man, die.die u wil spreken.
„Ja, vooruit, spreek op, waarom sta
je zoo te stotteren?1" vraagt de onder
koning, want de plotselinge vraag naar
den man, dien hij zoo even heeft van
kant gemaakt, heeft den schilder even
zijn tegenwoordigheid van geest doen
verliezen, hoezeer hij zich ook weet te
beheerschen.
„Ik wilde u zeggen, hoogheid, dat die
Vasco de Guerra, die een der zes
Drinkebroers van Brussel is, nu als over
wonnene bij den drinkwedstrijd bewuste
loos ligt".
„Wat? Met dien mallen schilder Flo-
ris?" zegt Alva en dan laat hij daarop
volgen op een toon, die Oliver een kou
de rilling over den rug jaagt: „En die
dronkenlap verwachtte, dat ik hem ia
zijn rang zou herstellen bij het leger! Hij
beweerde, dat hij mij een mededeeling
had te doen, iets wat misschien van het
nen, maar door de afgevaardigden van
alle kiesvereenigingen.
Dit werd echter bestreden en vond
geen meerderheid. Het breede Comité
zal binnenkort een afzonderlijke verga
dering houden voor de verkiezing van
een voorzitter.
Hierna nam de heer Schwartz af
scheid van de Zeeuwsche A. R. Kiesver
eenigingen. Spr. dankte hartelijk voor
al de vriendschap en waardeering,
steeds ondervonden. Een belangrijke
leerschool op politiek gebied heeft hij
doorgemaakt. Steeds zal het voorzitter
schap van het Prov. Comité bij hem in
dankbare herinnering blijven en zal hij
erkentelijk zijn voor wat A. R. Zeeland
voor hem geweest is.
De vice-voorz. de heer G. v. d. P u t-
t e, (lid van Ged. Staten) verklaarde, dat
de Anti Revolutionairen in Zeeland den
heer Schwartz met weemoed zien ver
trekken. Hij zocht niet zichzelf, maar
de eere Gods.
Spr. wenscht hem toe, dat Gods zegen
'hem mag vergezellen. De gemeente
Maassluis is met mr. Schwartz als bur
gemeester geluk te wenschen.
Op verzoek van den heer v. d. Putte
zong de vergadering den scheidenden
voorzitter Ps. 121 vers 4 staande toe,
waarna de heer v. d. Putte met dank
gebed eindigde.
RAAD VAN DOMBURG.
Rioleering op N. Domburg en
Schelpweg. De pomp op
de Markt verdwijnt!
Donderdagavond vergaderde de Raad
van Domburg. Voorzitter burgemeester
L, J. van Voorthuysen. Afwezig wegens
ongesteldheid de heer Westenburger.
Eene wijziging van de Verordening re
gelende de eischen van benoembaarheid
en bezoldiging der Gemeenteveldwach
ters, werd vastgesteld. Toestemming
werd verleend aan den heer C. Geldof
om, voor een cursus in het bouwkundig
teekenen gebruik te maken van een lo
kaal van de o. I. school. Aangaande een
verzoek van Vereenigingen van Koffie
huishouders enz. inzake wijziging van de
heffing van personeele belasting voor
koffiehuizen en restaurant, gaf de
v o o r z. verschillende inlichtingen over
de bedragen die dan de gemeente min
der zou ontvangen. Waar deze bedragen
toch weer van anderen meer zouden
moeten worden gevorderd zou eene on
billijke bevoordeeling van een groep ne
ringdoenden ten koste van andere aan-
geslagenen plaats hebben. De hr. Gel
dof wees er op dat juist koffiehuishou
ders door den aard van hun bedrijf reeds
zeer zwaar getroffen worden door de
personeele belasting. De heer E 1 o u t
grootste gewicht zou zijn voor de veiligr.
heid van het rijk, iets dat mij vier uur
eerder uit Brussel deed vertrekken! Ga
namens mij aan den officier van de
wacht zeggen, dat hij dien De Guerra
onmiddellijk arresteert. Ik zal hem in
de gevangenis gaan spreken, zoodra hij
weer bij zijn bewustzijn is, die gek, die
dronkenlap, die wijnzuiper. Maar toch
ben ik benieuwd naar wat hij op het
hart heeft. Laten we verder gaan, hee
ren!"
En de hertog rijdt verder, den schil
der achterlatend in een toestand van
ontzetting, die niet te beschrijven valt.
Wfant hij weet, dat hij nooit nog dichter
bij den dood heeft gestaan, en als hij
zich weder bij Guy voegt, mompelt hij:
„Beste kerel, de muil van den leeuw
had zich bijna gesloten!"
HOOFDSTUK VII.
Liefdebij Verrassing.
„Ja, we zijn er maar juist aan ont
snapt", fluistert de jonge Engelschman,
terwijl ook hij een diepe zucht loost.
Dan werpt hij een blik op de Holland-
sche staande klok in de gelagkamer.
De schilder lacht, als hij dit opmerkt,
„Het gezicht van den vader heeft je ver
langen naar de dochter doen toenemen,
niet waar? Maar je hebt nog een half
uurtje geduld te oefenen, ongeduldige
minnaar. Bovendien heb ik vandaag nog
geen stuk gegeten. De officier van de
wacht moet nog maar even wachten tot
ik wat binnen heb. Doe met me mede
bij het eten".
Na de noodige orders aan een handi-
meent, dat juist in deze gemeente de
café's door het zomerbezoek niet het
meeste van de crisis te lijden hebben.
De heer De Visser is van dezelfde
meening. Met 5 tegen 1 stem, die van
den heer Geldof, wordt het verzoek af
gewezen.
Het adres van de Provinciale Com
missie uit het N.V.V. en de S.D.A.P. in
zake zorg voor de werkloozen wordt
voor kennisgeving aangenomen. De hr
G e 1 d o f merkt daarbij op, dat hij zich
niet vereenigen kan met de daarbij ge
geven toelichting van B. en W. dat al
hier goed voor de werkloozen wordt
gezorgd.
De rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur in ontvang bedragende 1684
en in uitgaaf 1785, wordt ter onder
zoek gesteld in handen van een com
missie. De begrooting van dat bestuur
voor 1934 in ontvang en uitgaaf bedra
gende 1844, wordt goedgekeurd. De
begrooting van het waterleidingbedrijf in
ontvang en uitgaaf gewone dienst bedra
gende 10.596 en kapitaaldienst 966,
wordt goedgekeurd.
Bij de behandeling der begrooting 1934
zegt de v o o r z. dat er zooveel mogelijk
bezuinigd is, sommige tractementen zijn
verlaagd, verschillende subsidies ver
minderd, enkele geheel geschrapt, toch
kon niet worden ontkomen aan belas-
tingverhooging.
De hr. D e Visser zegt dat er wei
is bezuinigd, doch ook nieuwe groote
posten komen voor, hij wijst op het ver
schil tusschen de uitgaven voor de
brandweer, eenige jaren terug en thans,
Domburg leeft z.i. te ruim, de voorge
stelde heffing van opcenten op de Ver
mogensbelasting noemt hij een „reclame-
post". Zooals de begrooting is ingediend,
zal hij zijn stem er niet aan kunnen ge
ven. De v o o r z. merkt op dat, waar
thans een goed georganiseerde brand
weer bestaat, toch niet kan verlangd
worden dat deze zonder eenige kosten
behouden kan worden. Overigens houdt
hij zich aanbevolen voor voorstellen tot
verdere bezuiniging.
De G e 1 d o f vraagt o.a. meer banken
in de Gemeente aan te brengen, en een
vaste lijn te volgen in het aanbrengen
van verbeteringen aan de Volkswonin
gen, hij deelt niet het bezwaar van den
heer De Visser tegen het heffen van op
centen op de Vermogensbelasting doch
acht dit eene billijke heffing. Hij had
het verder beter geacht, wanneer de
reddingslijnen vroeger op het strand wa
ren aangebracht, waarop de heer E 1 o u t
antwoordt, dat de bestelde reddingslij
nen niet voldeden en tevergeefs ge
tracht was betere te krijgen.
Bij de artikelsgewijze behandeling
deelt de hr E1 o u t op een vraag van
den heer Geldof mede dat het volgen
de jaar rioleering zal worden aange-
gen bediende gegeven te hebben, zet
ten de beide jongelieden zich aan een
haastig maar goed verzorgd maal, dat
rustig en genoeglijk wordt genoten;
want het tweetal is zoo gewend aan ge
vaar, dat elke verademing in hun strijd
om leven en dood voor hen een strijd is
van rust en kalme tevredenheid.
Terwijl hij zoo bezig is met den in-
wendigen mensch te versterken, kijkt
Guy doelloos naar de voorbijgangers.
Het is een drukke passage, en vertegen
woordigers van allerlei natiën komen
voorbij, maar het is wel eigenaardig, dat
geen enkele Engelschman zich in Amt-
werpens straten laat zien. Sedert
Koningin Elizabeth zich van de acht
honderdduizend kronen van Alva heeft
meester gemaakt, heeft de hertog allen
handel met Engeland verboden, alle En-
gelsche bezittingen in beslag genomen,
en alle Engelschen die te Antwerpen
woonden of er zaken deden, uit de stad
verbannen. Deze ontstentenis van al
wat Engelsch is zou te meer de aan
dacht op Guy hebben doen vallen, zoo
er niet een aantal Deensche officieren
van De Billy in de stad toefden en ve
len hunner waren even blond en blauw-
oogig als onze held.
„Nu wordt het tijd om den order van
Alva aan den officier van de wacht over
te brengen. Gelukkig is dat niet ver weg.
Wacht me hier af, in een kwartiertje
ben ik terug. Je behoeft niet zoo onge
duldig naar de klok te kijken", voégt
Oliver er aan toe.
(Wordt vervolgd).