50-35-20
buitenland.
EI UGHE1DSWEEK der KNAC
voor Automobilisten
SPAANSCHE MOZAÏEK
HET PROCES-VAN DER LUBBE.
ÏDat fteCpen goed
getrainde spieren,
4-WIELREMMEN IS PRACHTIG, MAAR LIET U ZE DIT NAJAAR
REEDS ALLE VIER ZUIVER AFSTELLEN
Wat dte richtingaanwijzers betreft.
Steeds zorge men ervoor, dat tijdig een
verandering van richting kenbaar wordt
gemaakt, en dat na de richtingverande
ring de richtingaanwijzer onmiddellijk
weer in ruststand wordt gebracht. Maar
al te dikwijls vergeet de automobilist
een richtingaanwijzer weer in te halen,
wat tot groote gevaren kan leiden.
Een ander .belangrijk seinapparaat is
de stoplamp, het lampje dat automa
tisch gaat branden als de voetrem in
werking wordt gesteld. Werkt dit lampje
niet, dan is het gevaar niet denkbeeldig,
dat een plotseling remmende wagen
door een achteroprijdenden wordt aan
gereden, doordal deze, door het niet
werken van de stoplamp, niet tijdig ge
waarschuwd werd voor het remmen van
zijn voorganger. Om zulks te voorko
men is het niet onraadzaam van tijd tot
tijd de werking van het stoplampje te
controleeren. Men kan dit eenvoudig
doen door, onder al of niet aanzetten
van het contact, den voetrem in te trap
pen en de gedragingen van den ampère-
Donderdagavond heeft te Bosch
hoven Beek-Weert een ernstig motor
ongeluk plaats gehad. Uit de richting
Roermond naderde de motorrijder, de
32-jarige smid, L. D. met zeer groote
snelheid. Hij kwam in botsing met een
broodwagen, waardoor hij van zijn mo
tor geslingerd werd. In bewusteloozen
toestand en met ernstige hoofdwonden
werd hij een nabijgelegen woning bin
nengedragen. Korten tijd later overleed
hij. Het motorrijwiel was geheel ver-
sield.
Donderdagmiddag is het 4 K>-jarig
zoontje van den botermaker H. B. te
Balkbrug onder een passeerende vracht
auto geraakt en op slag gedood.
Donderdagmiddag is de 21-jarige
mej. J. G. G. wonende te Amersfoort,
en afkomstig uit Miinchen-Gladbach,
met haar rijwiel op den hoek van den
Zuidsingel en de St. Jansstraat, door een
zeswielige vrachtauto aangereden en op
slag gedood.
Door dr. OTTO RONART.
II..
In Spanje zijn tegen de 35.000 kerken,
en kapellen. Daar Spanje ongeveer 21
millioen inwoners telt, komt dus op iede
re 500 inwoners een kerk of kapel voor.
Is dat veel? Is dat weinig? Daar is over
te twisten. De Spanjaarden hebben dat
in April 1931 en ook daarna grondig ge
daan, Bewijs hiervoor zijn de vele ver
woeste of beschadigde kerken die over
al in het land voorkomen. Naast het
konings-slot van Madrid staat het fun
dament van de cathdraal der „Nuestra
de la Almudena". Volgens den wensch
van den markies de Cuba zou zij een
van de mooiste en rijkste kerken van
Spanje worden. Jarenlang werd er aan
gewerkt. Sedert April 1931 ligt de ar
beid stil. Zal die ooit weer begonnen
worden? De beslissing hangt daarvan af,
wie de bewoner van het aangrenzende
paleis is: wanneer er ooit weer een ko
ning zijn zal, dan zal ook de wensch van
den markies de Cuba in vervulling gaan
en de Cathedraal een der mooiste en
rijkste kerken van Spanje worden.
De meeste verwoeste kerken en kloos
ters zijn in Andalusië. De Castiliaan
houdt van het groote woord, de Catalo-
nier van de groote geste, de Andalusiër
ec er van de daad. Nergens zijn er zoo
veel stakingen als in Andalusië, nergens
woedt zoo het politieke geschermutsel,
dat dagelijks nieuwe offers eischt, ner
gens is men zoo radicaal als in' deze
provincie van Spanje, waar rijkdom en
armoede het scherpst contrasteeren.
meter gade te slaan. Geeft deze een
stroomverbruik aan dan kan men er van
overtuigd zijn, dat het stoplampje
werkt. In het tegengestelde geval zal de
ampère-meter geen schommeling ver-
toonen. Een ingesteld onderzoek zal
spoedig leiden tot het vinden van de
oorzaak der storing van dit, zoo nuttige
apparaat.
Een niet minder nuttig instrument is
het achterlichtje. Brandt dit bij avond
niet, dan is het best mogelijk, dat men
den wagen, waarvan het lampje niet
brand te laat opmerkt om een aanrijding
nog te voorkomen. Een goede raad is
bovendien ervoor te zorgen, dat het gor
dijntje voor de achterruit gemakkelijk
neergehaald kan worden. Indien men 's-
avonds rijdt, en de stralenbundels uit de
lantaarns van achterop rijdende wagens
worden niet door een achterruit gor
dijntje tegen gehouden, dan zullen deze
door het achteruitkijkspiegeltje of door
terugkaatsing in de voorruit den be
stuurder alleronaangenaamst hinderen.
Maar in Andalusië, waar de grootste en
rijkste wijngaarden zijn. uit welke de
beroemde Malaga- en Jerezwijnen stam
men, woedt ook de reactie. Hier in Se
villa heeft nog deze zomer generaal Be-
reng'uer de troepen verzameld, waarmee
hij naar Madrid wilde trekken om de
Republikeinsche Regeering omver te
werpen. Maar de aanhang was gering en
het leger trouwer aan de Regeering dan
hij gedacht had. Generaal Berenguer
verliet zich te veel op de Guardia Civil,
het door Alfonso XIII opgerichte élite-
ccrps, welks commandant Berenguer
was. Bovendien kwamen de Andalusi
sche arbeiders in verzet en zoo was de
Republiek weer eens gered.
In Madrid beraadslaagt de Corez, het
Spaansche Parlement. Zij beraadslagen
reeds een jaar, dagen en nachten lang.
Zij doen zeer veel werk en vaardigen
honderden nieuwe wetten uit. In Ma
drid vertelt men elkaar de anecdote van
Don Royo Villa Nova, die, evenals vele
andere afgevaardigden door den inspan-
nenden arbeid en de groote hitte over
vermoeid, af en toe gedurende de be
raadslagingen in slaap viel. Dat was na
tuurlijk zeer gênant en mocht niet voor
komen. Op een goeden dag verscheen
hij met 'n grooten zwarten bril tot ver
wondering der andere afgevaardigden.
De verbazing werd nog grooter, toen
eenige dagen later ook andere afgevaar
digden met zwarte brillen verschenen.
Het raadsel werd helaas slechts al te
snel ontdekt: Don Antonio en de ande
ren hadden de brillen gebruikt, om ach
ter de zwarte glazen ongestoord een
dutje te doen!
Een der onderwerpen, waarover het
langst beraadslaagd werd, was het Cata-
lonische statuut. Dat bevat de regeling
van de verhouding tusschen de Cataloni-
sche provincies met Barcelona als
hoofdstad en het overige Spanje. De Ca
taloniërs, die hun onafhankelijkheid bo
ven alles stellen en zich reeds door hun
taal, die aan het Fransche Provencaal-
sche dialect verwant is, van de Casti-
lianen onderscheiden, konden zich nooit
met den Spaanschen eenheidsstaat te
vreden stellen. Onder het koninkrijk
kwam het herhaaldelijk tot bloedige bot
singen, ja een der hoofdoorzaken van
de revolutionnaire beweging, die tot de
April-omwenteling leidde, was het stre
ven der Cataloniërs naar onafhankelijk
heid. En van den eersten dag af, dat de
republikeinsche vlag geheschen werd,
verkondigde de leider der Cataloniërs,
kolonel Macia, de onafhankelijkheid van
Catalonië. Slechts met de grootste moei
te gelukte het de scheiding der beide
deelen van het Iberische Schiereiland te
voorkomen en het resultaat de rconfe-
renties was het z.g. Catalonische Sta
tuut, dat in den zomer van dit jaar tot
stand kwam. Maar nog zijn de gemoede
ren niet gekalmeerd. Den Cataloniërs
biedt het te weinig, zij verlangen vóór
alles een eigen leger; den Castilianen
gaat het te ver, zij zien daarin het be- i
gin der ontbinding van het Rijk. Het
Catalonische probleem zal den Spaan
schen politici nog menige harde noot te
kraken geven.
De nieuwe constitutie geeft het land
de grootst mogelijke democratie. Het
Spaansche volk, dat in den koningstijd
slechts geringen invloed op de politiek
en het bestuur van het land kon uitoefe
nen, heeft thans de mogelijkheid gekre
gen zichzelf te regeeren. Doch de aller-
grootsche rechten en vrijheden zijn
waardelooze dingen in de hand van den-
gene die ze niet weet te gebruiken. De
Spanjaarden moeten nog de school der
politiek doorloopen, voordat zij zoover
zijn, dat zij de waarde van de rechten
beseffen, die zij door de April-revolutie
hebben verworven. Ondertusschen be
rust het lot van Spanje bij eenige zeer
ervaren politici, die reeds onder den ko
ning, als zijn ministers en ambtenaren
een zekere invloed hadden en die nu
moeten bewijzen, dat zij niet slechts in
naam des konings, doch ook als functio
narissen van het volk weten te regee
ren. Een groot deel van hun tijd moes
ten zij tot op heden wijden aan de be
scherming en de vestiging der Repu
bliek, die van vele zijden van binnen en
van buiten aangevallen werd.
Bovendien hebben zij reeds veel ge
presteerd voor de politieke en culturee-
le ontwikkeling van het volk, speciaal
door de oprichting van vele goede scho
len. Veel werd ook voor de emancipatie
van de vrouw gedaan. Het lot van de
Spaansche is merkwaardig. Zooals in ve-
Spaansche dingen, is het contrastee-
rende, dat voor alles opvalt: politiek
is de vrouw sedert de revolutie geëma-
cipeerd. Waarvoor de Engelsche vrou
wen jarenlang heftigen strijd ^moesten
voeren, dat de Fran^aises nog atlijd niet
bereikt hebben, dat viel de Spaansche
vrouwen zonder dat zij er iets voor de
den als rijpe vrucht in den schoot. Zij
kunnen kiezen en gekozen worden. Zij
kunnen alle openbare ambten beklee-
den. De eerste minister van onderwijs
na de revolutie was een vrouw. Er zijn
vrouwelijke rechters en advocaten. De
vrouw is politiek vrij en voor de wet,
cok in haar sociale positie, den man
volkomen gelijkwaardig. Maar als lid
van het gezin, als echtgenoote, in haar
privé-belangen is niets veranderd, de
Spaansche vrouw leidt afgezien van
eenige uitzonderingen in het gezin het
leven van een slaaf. Men ziet haar zel
den alleen op straat, ook niet overdag.
Op het corso, dat zooals in alle Zuide
lijke landen een van de gewichtigste ge
beurtenissen van den dag is, moet zij
steeds onder geleide zijn.
Waaraan ligt deze middeleeuwsche
positie van de vrouw, die zoo scherp
in tegenstelling is met haar politieke
vrijheid? Voor het grootste deel is zij
er misschien zelf schuldig aan. Er is na
de revolutie nog te weinig tijd verloo-
pen, dan dat zij er zich reeds van be
wust zou kunnen zijn, wat deze vrij
heid beteekent. Het ligt misschien ook
aan den man, die het niettegenstaande
alle Spaansche ridderlijkheid niet on
gaarne ziet wanneer de vrouw hem
dienstbaar is. Dat is hij van oudsher ge
wend en zulk een aangename gewoonte
geeft men niet zoo licht op.
Wie thans door Spanje reist moet
aan een huis denken dat nog in aan
bouw is. Het huis schijnt volgens het
ontwerp en de reeds zichtbare contou
ren zeer fraai te worden. Alleen zou
het nog zeer veel tijd kosten voordat
het klaar is. Misschien denkt de reizi
ger bij zichzelf zou het practischer ge
weest zijn, zonder aan de edele be
doeling van den bouwmeester tekort
te willen doen het huis niet zoo voor
naam en hoog te construeeren, maar
eenvoudiger en doelmatiger. Men ware
dan eerder onder dak gekomen.
(Bijzondere correspondentie).
Berlijn, 17 October.
Het begint er naar uit te zien, alsof
we bij dit monsterproces oud en grijs
zullen worden. We voelen ons langza
merhand reeds als een groote familie.
Rechters, verdedigers, beklaagden, hoofd
getuigen, deurwaarders, gerechtsdie
naars, journalisten, regeeringsvertegen-
woordigers. Slechts de bezoekers der
kleine publieke tribune zijn eiken dag
nieuw. Ze hooren niet bij ons. Ze wek
ken bijna ons medelijden op, omdat ze
zoo vreemd dijen. Gisteren was het in
onze geroutineerde oogen al heel grap
pig. Op de bank der verdedigers zit n.l.
ook een advocaat, die bij het Rijksge
rechtshof geaccrediteerd is en daarom
het recht heeft een roode toga met roo-
de baret te dragen, bijna dezelfde als die
der zeer hooge rechters van dit proces,
doch niet zóó mooi, bijvoorbeeld zonder
den breeden fluweelen kraag. Toen deze
advocaat, die aan den beklaagde v. d.
Lubbe toegevoegd is, gisterochtend sta
tig naar binnen schreed, was het goedige
publiek van de openbare tribune van
meening, dat het hier om het gerechts
hof zelf ging en stond als één man op
De ontzetting en daarna de vroolijkheid
onder ons geroutineerden was van his
torische afmetingen. En zelfs de hooge
heer verdediger moest glimlachen. Neen,
zooiets zou der groote proces-familie
niet kunnen gebeuren! Wij zijn op de
l hoogte. Wij werken zelfs, en wel collec
tief, als een der andere advocaten, aan
de drie Bulgaren toegevoegd, iets onhan
digs zegt, of toont wat nog al eens
voorkomt dat hij een deel van de on
dervragingen en getuigenverklaringen
niet begrepen of niet goed gevolgd heeft.
Dan hebben wij, als familie, de gewoon
te, een soort afkeurend, zelfs hoonend
gemompel te laten hooren, ofschoon toch
een advocaat zelf tot onze familie be
hoort. Die weet dan echter ook, dat het
niet zoo erg gemeend is.
Onze goede papa is president Bünger-
Hij pleegt ons 's ochtends bij de opening
van de zitting steeds op uiterst gemoe
delijken toon een meer of minder huis
houdelijk bedoelde mededeeling te doen.
In den beginne was dat nog een plech
tige ihandelin'g. Sindsdien ecihter kent
hij velen van ons, heeft ook al het noo-
dige met ons samen doorgemaakt en
heeft een beetje liefde voor ons arme
journalisten, die hier zooveel tijd nutte
loos moeten doorbrengen, in zich voelen
opkomen. Dat is duidelijk in zijn toch al
zoo vriendelijke stem te hooren. Hij zorgt
voor korte pauzes, die ons gelegenheid
moeten geven, met onze binnen- of bui-
tenlandsche redacties te telefoneeren. In
den beginne werd van deze gelegenheid
een bijna overdreven gebruik gemaakt.
We telefoneerden toen zelfs vier of nog
meermalen per dag. Men had ons ver
teld, dat het vriendelijke publiek thuis
„letterlijk elk woord verslindt, wat
over dit proces geschreven wordt." Dat
had ons oprecht zij het hier toegegeven,
een beetje nerveus gemaakt. En de een
joeg, gelijk dat zoo gebruikelijk is, den
ander „op stang." Met het tragische ge
volg, dat we dagelijks kolommen sein
den en telefoneerden, en de Hooge Se
naat een beetje zenuwachtig werd van
het eindeloos gedraaf van journalisten
zaal-in, zaal-uit.
Dat is nu langzamerhand een beetje
anders geworden. En onze papa is er een
beetje treurig om. Men kan dat duidelijk
merken. Hij ziet niet meer 135 hoofden
en gestalten van dagbladschrijvers voor
zich. Soms zijn het er hoogstens 30. En
dan ziet hun groote perstribune" er
licht-groen uit, vanwege de groote met
groen laken bespannen tafels, waaraan
we zitten te werken.
Ja, men kan niet anders verwachten,
de journalisten hebben een beetje genoeg
van dit weken lang hetzelfde hooren.
Dit proces is waarlijk te arm aan sen
saties. Het politieke tintje, dat de dingen
in den beginne zoo hevig-interessant
maakte, slijt af. De hooge heeren Sena
toren zijn onvervalschte juristen. Slechts
„het geval" interesseert. Hqe is deze
brand ontstaan, wie heeft iets gezien
en gehoord? Waar en wanneer? Spits
vondigheden zonder tal. Deskundigen in
massa. Deskundigen op brandbluschge-
bied, op medisch gebied (helaas slechts
één, ofschoon juist hier, met het oog op
v. d. Lubbe's gezondheidstoestand, wat
meer belangstelling raadzaam lijkt), op
politie-, post- en timmermansgebied.
Allen willen deze juristen begrijpen,
geen nog zoo futiele kleinigheid wordt
verzuimd. Dat bewijst de wereld, dat
hier werkelijk recht gesproken wordt, en
dat het proces-v. d. Lubbe om den drom
mel geen „farce mag genoemd worden.
Maar interessanter wordt het geval
daardoor niet,
En niemand is daarover treuriger dan
dat deel der proces-familie, dat aan
de perstafels zit. De papa van het pro
ces kan ons niet meer troosten. Hetzij
dan, dat hij maatregelen neemt, waar
door ons deel der familie, dat wil zeg
gen de middenmoot van deze groote
zaal, onmiddellijk getroffen wordt. Dat
was dezer dagen tweemaal het geval. De
laatste maal hedenochtend. Toen ging
het namelijk om onzen goeden ouden
consul-generaal uit Leipzig, den Neder
lander F. M. Knobel, vroeger als gezant
en Kamerlid overbekend. Die was al tij
dens de eerste proces-dagen in Leipzig
in ons midden verschenen en wel als of
ficieel waarnemer van de Nederlandsche
regeering. Sindsdien behoorde hij tot de
„familie." Hoe verheugde hij zich over de
verhuizing van het proces naar Berlijn,
dat hij, de graag genietende jonggezel,
jarenlang niet meer meegemaakt had.
Gisteravond, tijdens de avondvoorstel
ling in een bioscoop in Berlijn, is hij plot
seling gestorven. Onze proces-papa heeft
vanochtend den goeden ouden consul-
generaal herdacht, met vriendelijke
woorden.
Dan zijn ons nog vier leden ontvallen.
Maar op minder plechtige wijze. Ze zijn
eerst van de perstribune naar de publie
ke tribune overgebracht; en dat voelden
wij allen, en die vier zeker in de eer
ste plaats, als een geweldige degrada
tie. Den dag daarop echter werden ze
gearresteerd, heusch en werkelijk gear
resteerd, en naar een huis van bewaring
overgebracht. Vandaag zijn ze al over
de Duitsche grens. Het waren twee Bul
garen, een Amerikaan en een Fransch-
man. Buitenlandsche advocaten, die ook
zoo'n beetje den journalist speelden, die
reeds in Londen het „voor-proces" over
deze brandstichting in den Rijksdag bij
gewoond hadden, en die eigenlijk als een
soort dwarskijkers in dienst van het in
ternationale marxisme te beschouwen
waren. Ze hadden het hier wat al te bont
gemaakt. Wij van de familie, die deze
heeren een beetje als indringers be
schouwden, hadden allang gemerkt, dat
zij teekens gaven naar de bank der be
klaagden en dat vooral de Bulgaarsche
advocaten voortdurend poogden, met den
beruchten beklaagde Dimitroff verbin-
als longen en hart niet meewillen
Hoofdvoorwaarde bij sportpres
taties is een goede ademhaling.
Keel en strottenhoofd moeten
dus worden ontzien, want de
geringste verkoudheid bemoei
lijkt de ademhaling.
Wybert behoort daar-
om tot de uitrusting
van den sportsman.
Verlaagde prijzen
(Ingez. Med.)
ding te krijgen. Ten slotte hadden de
vier heeren aan het gerechtshof een-
zeer brutaal telegram gezonden, en in
de proces-pauzes getracht, ons buiten
landsche journalisten tegen de Duitsche
justitie op te stoken. Dat was natuurlijk
te bar, "Neen, deze vier behoorden niet
eigenlijk tot onze familie, als de oude
heer Knobel. En over hun verdwijnen
zijn we alleen maar een beetje treurig,
omdat ze tenminste voor afwisseling
zorgden. Nu is ons eigenlijk nog slechts
de beklaagde Dimitroff overgebleven.
Maar zelfs die is een beetje getemd, na
dat de president, onze papa, boos op hem
geworden was en hem vijf dagen lang
van de zittingen uitgesloten had.
We verdrinken nu in kleinigheden, in
duizend details.
Het proces-v. d. Lubbe verliest steeds
meer zijn hoog-politiek karakter en wordt
tot zuiver brandstichtingsproces. En juist
deze brand op zich zelf is voor ons zoo
betrekkelijk-onbelangrijk. V. d. Lubbe
bekende immers van het eerste oogen-
blik af! En tot nu toe wijst niets er op,
dat hij geholpen is, noch door zijn even-
tueele politieke vrienden, noch door zijn
tegenstanders. Het proces wordt verve
lend. Dat is tenminste de indruk van ons
familie-leden. We snakken naar nieuwe
momenten, naar een onbetrouwbaren
getuige, naar een plotselinge wijziging
van zaken, naar. ja naar een veran
dering in de houding van v, d. Lubbe.
Die is zoo goed als kindsch geworden!
Men moet hem elke vijf minuten zijn
neus snuiten, en dat is eigenlijk een
beetje onaesthetische geschiedenis. Hier
voor heeft alleen nog maar de publieke
tribune belangstelling. Wij van de familie
kijken er niet meer naar. Wij wachten.
Maar er komt niets. Er komt vooral niets
over eenige verbinding van den brand
stichter met groote partijen, noch met
nieuwe Duitsche ministers, noch met
binnen- of buitenlandsche communisten,
zeker niet met de Duitsche Communisti
sche Partij.
En dat resultaat, dat negatieve, heb
ben we dan toch maar aan deze miniti-
eus-speurende rechters te danken. Daar
om mogen wij, van de familie, eigenlijk
niet eens ondankbaar zijn.
Maar we zijn nu eenmaal speurders
naar nieuws. H.
ENGELAND.
Record verbetering. Charles Ulm is
Donderdag te Derby in West-Austra-
lië geland. De reis van Engeland naar
Australië heeft hij volbracht in 6 dagen
17 uur en 45 min. waardoor hij het re
cord, dat Kingsford Smith acht dagen
geleden vestigde, met 11 uur verbeterd
heeft.
Deze laatste behoudt echter het re
cord voor solo-vlucht, daar Ulm drie
metgezellen aan boord had.
ZWEDEN.
De „Edda" vermist. Het Duitsche
gezantschap te Stockholm laat langs ae
Deensche kust een onderzoek instellen
naar het zeiljacht „Edda", dat het laatst
is gezien te Dragoer. Er bevonden zich
vijf jongemannen aan boord en het schip
was op weg naar Stettin.
Het avondblad Allehande heeft Don
derdag langs de geheele kust van
Schonen bij de kustwacht geinformeerd,
doch men heeft geen enkele mededee
ling ontvangen.
Men vreest dat de „Edda" tijdens de
hevige stormen, welke in de afgeloopen
week op zee hebben gewoed, is veron
gelukt.
Z.-AFRIKA.
Eindelijk regen! Thans is een einde
gekomen aan de verwoestende droogte,
die in Natal en Transvaal den dood van
millioenen schapen heeft veroorzaakt..
In Noord-Natal en Oost-Transvaal is
eindelijk regen gevallen, gepaard met
hevige hagelstormen. In de uitgedroogde
bedding der rivier staat weer water.
Een groot deel van het land is nog zon
der regen, maar de vooruitzichten op
verandering der weersgesteldheid zijn
gestegen.
VER. STATEN.
Invoer van medicinale alcohol.
Volgens de „Herald Tribune" heeft pre
sident Roosevelt, naar Reuter meldt,
een onmiddellijk embargo gelast op den
invoer van medicinalen alcohol en heeft