RHEUMATIEK
Z0Ë
DE DOCHTER VAN ALVA.
m
LEGER EN VLOOT.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE COESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 14 OCTOBER 1933. No. 243.
HET LAWAAI VAN DE GROOTE
STAD.
BHMEKLiUID.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
r-».«gsgjg«gH3
De geluidlooze wethouder.
De strijd tegen het lawaai,
Wat kunnen wij doen om het
te voorkomen?
Het lawaai, dat een groote stad Pro"
duceert, schijnt een langzaam-werkend
zenuwvergif te zijn. Het maakt ons,
hoofdstedelingen, nerveus zonder dat wij
er begrip van hebben, dat dit daarvan
de oorzaak is. Maar het lawaai is dan
ook overweldigend, te meer valt dit op
nu er instrumenten bestaan die ons aan-
toonen hoe de verhoudingen van de ver
schillende hinderlijke geluiden zijn. Een
tram, die door een bocht giert; 'n koop
man, die waren vent; een remmende
automobilist; een met zijn beenen over
de straat sleepende slagersjongen; het
bellen van ietsers en vooral de signalen
van autobestuurders blijken de geluids
sfeer van de stad danig te bezwaren.
Verschillende woningen in Amster
dam kunnen niet met open ramen of ge
opende balcondeuren bewoond worden.
Op drukke verkeerswegen, zooals Dam
rak, Rokin, Overtoom, Weteringschans,
Leidsche- en Utrechtsche straat, en dan
in hoofdzaak bij kruispunten, is het la
waai zoo hinderlijk en enerveerend, dat
de omwonenden hun ramen aan de
straatzijde angstig gesloten houden en
zich somtijds van dubbele ramen voor
zien.
Wij hebben het lawaai niet eerst sinds
kort ontdekt, al kon men deze week in
Amsterdam op verschillende punten den
hoofdinspecteur van het verkeerswezen
J. C. L. Staal, zien gewapend met een
kleine microfoon, die de 'geluiden op
ving, welke geluiden via de microfoon
op de daarbij behoorende instrumenten
werden geregistreerd.
Wethouder Ter Haar, die deze func
tie van 19211929 in Amsterdam be
kleedde, werd in dien tijd de geluidloo
ze wethouder genoemd.
Want het is zijn verdienste geweest,
dat Amsterdam is voorzien van vele ge
asfalteerde straten. Aan hem danken wij
een groote vermindering van lawaai, en
de fietsers een goedkoope bandenreke
ning. Door die asfalteering van de stad
is het lawaai veel verminderd en ook
door het feit, dat vele door paarden ge
trokken voertuigen zijn vervangen door
vrachtwagens en rijtuigen op luchtban
den. De handkar, die zoo treiterend over
de keien kon ratelen, heeft voor de mo
derne techniek ook al het loodje moeten
leggen.
Rijwielen op drie wielen, met een
even groote laadbak als de handkarren,
werden geluidloos over de straten voort
bewogen.
Ook de hoofdcommissaris van politie
heeft al eens een verzoek tot de bur-,
gerij gericht en speciaal tot bestuur
ders van auto's en rijwielen om een
beetje zuinig met het geven van signalen
te zijn. Er wordt veel te veel op den
claxon gedrukt en met den fietsbel ge
werkt. In de eerste plaats door de bang-
hartigen en in de tweede plaats door de
onbeschaafde rijders. Het is heelemaal
niet noodig, als men, voorzien van
een wagen of rijwiel met goed werkende
remmen, in een voor de stad redelijk
tempo rijdt, om als-maar-weer-door te
claxonneeren en te bellen. Indien derge
lijke verzoeken slechts in één stad tot de
burgerij worden gesproken heeft dat ook
weer zijn bezwaren, want wanneer men
dan in een andere gemeente komt, en
men houdt zich aan het voorschrift van
zijn eigen autoriteiten, dan blijkt het
soms dat de autoriteiten van die andere
plaatsen daar anders over denken.
Het gebruik van claxons is in de be
bouwde kommen bij de wet verboden.
Het zijn dan ook niet de claxons die het
walgelijke geluid in de lucht slingeren,
doch de hoorn, welke bij de wet is toe
gelaten.
De wetgever heeft daarbij natuurlijk
gedacht aan den hoorn met den zwar
ten bal, die in den kindermond de „poe-
poe" heet. Maar de technici hebben dien
bal vervangen door een electrisChe
luchtgever, die zoolang den hoorn in
werking houdt als de bestuurder op den
knop wenscht te drukken. Onder een
hoorn, hetzij een electrische of een ge
wone, verstaat de wetgever een één
tonig geluid; de claxon produceert twee
of meer signalen van verschillende toon
hoogten. Hij heeft ook een minimum ge
luid voorgeschreven. Van een maximum
geluid wordt niet gesproken, en dat
maximum geluid is het juist, dat al het
lawaai veroorzaakt! Dat zou dus ook
bij de wet moeten worden vastgesteld
om het lawaai te verminderen.
Een andere moeilijkheid bij het steeds
groeiend automobielverkeer is het wet
telijk voorschrift, dat een autobestuurder
verplicht is signaal te geven, wanneer
de veiligheid dit vordert. Die veiligheid
is zeer rekbaar en die beheerscht een
andere factor dan het lawaai-maken. 'n
Beschaafd autobestuurder rijdt dusdanig,
vooral bij hoeken van straten, dat hij aan
een klein of geen signaal voldoende
heeft en voor de rest de veiligheid van
den weggebruiker in zijn remvermogen
besloten houdt. De drommen fietsers in
de hoofdstad vragen door hun onoordeel
kundig rijden wel van tijd tot tijd een
signaal van den autobestuurder, doch in
zulke gevallen kan die bestuurder met
een zeer kort drukje op zijn signaalknop'
volstaan, doch wij hebben ervaren, dat
menig autobestuurder meende op het
Koningsplein te moeten worden gehoord,
wanneer hij bij den schouwburg op het
Leidsche plein een wielrijder van zijn
aanwezigheid wilde overtuigen.
De signalen van de auto's zijn dus wel
de grootste lawaaischoppers. Een andere
categorie vormen de trams.
Het rijden van de tram geeft veel le
ven, erger wordt dit in bochten, op wis
sels en op kruisstukken. De tram in
Amsterdam zal dus uit de bebouwde
kom van Amsterdam moeten verdwijnen
en moeten worden vervangen door de
autobus. Vijftig procent van lawaai-ze-
nuwzieken en van de slapeloozen zullen
dan weder hun gezondheid en hun slaap
in vollen omvang kunnen genieten.
Veel zal al gewonnen zijn zij geloo-
ven voorloopig niet in de mogelijkheid,
dat d.6 tram zal verdwijnen wanneer
de bestuurders bij uitzondering van hun
bel gebruik maken.
Adam Weevers.
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
14).
In antwoord op de ietwat hooghartige
■wijze waarop het meisje hem te woord
staat, zegt hij:
..Ik ben kapitein Guido Amato van de
infanterie van Romero. Zou ik een
oogenblik door Vrouwe Bodé Volcker
ontvangen kunnen worden?"
nDan m0et u naar de andere wereld
Êaan', antwoordt zij brutaal
Vr°uwe Bodé Volcker is ongeveer vier
laar éeWen gestorven".
at is wel -wat verder dan een wan-
eling naar de pakhuizen van haar we
uwnaar antwoordt Guy met een glim
lachje. Waarop hij voortgaat:
„Maar mag ik dan de vrouw des
huizes spreken?
„O, bedoelt u misschien freule Wil-
helmina Bodé Volcker?" antwoordt het
meisje om er dan statig 0p te laten vol
gen:
„Freule Wilhelmina Bodé Volcker is
op het oogenblik op het feest van de
gravin Mansfield".
Zich herinnerend op welk een laat
dunkende wijze de lakei van de gravin
van Mansfield zich had uitgelaten over
de dochter van een voormaligen burge
meester, dansend in haar kostbaarste
zijden kleed tot vermaak van de aan
wezigen, kon Chester een glimlach niet
onderdrukken. Daar hij intusschen drin
gend het een en ander moet te weten
komen, vraagt hij verder:
Bij beschikking D, v. D. Ill Afd. B.
No. 117 d;d. 9 October 1933 is de 2e
Luitenant J. Serre van het 14e Regi-I
ment Infanterie krachtens punt 3 van
artikel 70 van de Bevorderingswet voor
de Landmacht met ingang van 16 Octo-|
)er 1933 'op non activiteit gesteld.
Op le October 1933 worden aan-j
gesteld tot dienstpl. sergeant titulair de
dienstplichtige Korporaals: P. A. de
Hullu en J. C. van Nielen beiden be
hoorende tot het 14e Regiment Infante
rie en leerlingen van de School
Reserve Officieren der Infanterie.
voor
GOLFLENGTE DISTRIBUTIE
De „Union Internationale de Radio-
diffusion", die bijna alle Europeesche
radio-omroepvereenigingen omvat,
heeft, zooals men weet, te Amsterdam
aantal bijeenkomsten gehouden,
onder voorzitterschap van vice-admi-
raal sir Charles Carpendale, (Groot-
Britannië), met de nieuwe vice-presi-
denten baron van den Bosch (België),
de Cambellan Lerche (Denemarken) en
dr ir. Marcessi (Italië)
Omroepvereenigingen en directies der
P.T.T. uit 24 landen waren vertegen
woordigd, o.a. de directies der P.T.T.
van Algierië, Turkije en van de U.S.S.R.
Over het verloop en resultaat der be
sprekingen werd een communiqé ver
strekt waaruit blijkt dat een der voor
naamste onderwerpen dezer bijeen
komst was de bespreking omtrent de
voorwaarden, waarop het voorstel van
Luzern betreffende de verdeeling van
de Europeesche golflengten op 15 Janu
ari 1934 tot stand zou kunnen komen,
daarbij rekening houdende met het feit,
dat tot nu toe een of andere regeering
zich daarmede niet vereenigen kan. Het
is gebleken, dat de moeilijkheden prac-
tisch beperkt blijven totj de lange golf,
doch niettemin zal het mogelijk zijn 'n
modus vivendi te treffen, in afwachting
dat eenige stations, wélke onder het
Luzern-plan vallen, in werking zullen
zijn gesteld.
De Union, heeft, in haar hoedanigheid
van expert der regeeringen, voor zoo
ver betreft de technische vraagstukken,
die den radio-omroep raken, verschil
lende practische besluiten genomen,
welke aan deze laatste zullen worden
medegedeeld, teneinde eventueel tot 'n
schikking volgens het Luzern-plan te
kunnen geraken en daarbij het Euro
peesche omroepgebied met
15 Januari e. k. zoodanig te
veranderen, dat daarbij een
minimum stoornis voor de
luisteraars ontstaat.
De besprekingen hebben bewezen,
dat reeds zeer belangrijke resultaten
zijn bereikt in verschillende landen en
dat de generalisatie reeds een groote
verbetering in den bestaanden toe
stand heft gebracht.
DE MUITERIJ OP DE
„ZEVEN PROVINCIëN"
Nog meer bijzonderheden
Nu het begin van het proces over de
Muiterij aan boord van de „Zeven Pro
vinciën" nadert (a.s. Maandag zullen de
dagvaardingen aan de eerste groep wor
den beteekend) komen er steeds meer
bijzonderheden los. Thahs weet de Java
Bode een en ander te vertellen over
de houding der officieren
vóór en tijdens de Muiterij aan boord,
Voor het signaal tot muiterij weer
klonk, meldde de sergeant-constabel
Van Florestin in de long room dat uit
de verlaat-rol-kist munitie was ont
vreemd. Dit bericht werd een oogenblik
later door den luitenant ter zee Rey-
nierse bevestigd. Hij voegde aan deze
mededeeling toe, dat de officieren de
pistolen moesten laden. Hoeveel muni
tie er gestolen was, kon niet worden na
gegaan, daar de inventarislijst niet bij
de hand was.
De officieren snelden naar hun hut
ten, doch aangezien de patronen voor de
pistolen geborgen waren in dichtgesol-
deerde doosjes kon de bewapening niet
zoo snel geschieden.
Daarop klonk het fluitsignaal, waar
mede de muiters in actie werden ge
bracht en dat van tevoren was afgespro-
Had ik Sloan's
Liniment maar
eerder gebruikt.
Het is wonder
baarlijk.
Met Sloan's Liniment steeds binnen Uw bereik, behoeven
rheumatiek of welke spier- en gewrichtspijnen ook, nim
mer de bovenhand te krijgen. Sloan's doodt de pijn, snel
en zeker. Het wordt door millioenen menschen over de
gansche wereld gebruikt. Schaf 'U nog heden een flacon
aan. Gebruik Sloan's voor Rheumatiek, Lendejicht, Ischias,
Pijn in den Rug, Verstuikingen, Kneuzingen en voor alle
Pijnen in Spieren en Pezen.
ken. Den officieren werd door de mui
ters aangezegd dat zij zich rustig had
den te houden en zich naar het achter
schip hadden te begeven, waar zij
moesten blijven.
Het blad gaat dan voort: „Geen der
officieren heeft zich verzet; en hoewel
zij voor des nachts 1 uur het tijdstip
waarop het schip wegvoer, wel over ge
laden pistolen beschikten, is ook geen
enkele poging beproefd om tegenover
de muiters op te treden."
Een deputatie muiters.
Nadat het muitende schip van de
reede was weggestoomd kregen de of
ficieren van de muiters het bevel «om
zich in de longroom te verzamelen ten
einde aldaar een deputatie te ontvangen.
Hoewel een luitenant ter zee der der
de klasse daar aanvankelijk tegen was,
werd de deputatie der muiters ontvan
gen en te woord gestaan.
Korperaal Bosschart sprak namens de
Europeanen, terwijl Paradja -namens de
Inlanders het woord voerde. Beiden
deelden mede, dat de muiters geen
kwaad in den zin hadden en niet voor
nemens waren van wapens gebruik te
maken.
Een der oudere officieren bleek vol
strekt niet gestemd te zijn voor verzet.
„Alles moest", zoo zeide deze officier,
„zoo soepel mogelijk verloopen".
Toen de muiters uit de radio-berich
ten vernamen dat zij in Nederland en
in Indië voor communisten werden aan
gezien, besloot de meerderheid der
muiters zich weer onder de officieren
te stellen, den commandant aan boord
toe te laten. Hiertegen vCrzette zich
Kawilarang, die de „De Zeven Provin
ciën'' bestuurde. Door dit verzet is men
op het plan om zich weer onder de of
ficieren te stellen, teruggekomen.
Gedurende de vaart toonde de op
roerige bemanning eerbied voor de vlag
Toen het eskader in zicht kwam en
de eisch gesteld werd de witte vlag te
hijschen werd dit niet serieus opgeno
men en gezegd: ,,Ze doen toch nipts.
Het is bangmakerij, er zijn immers offi
cieren aan boord.
Nadat de bom bijna 50 dooden en ge
wonden had gemaakt sprongen de offi
cieren, dreigend met de revolver in de
hand te voorschijn, waarop korporaal
Bosschart met ongewilde ironie zeide:
„Het is nu niet meer noodig."
Voorts is gebleken, dat 2 luitenants een
paar malen onder hun collega's 't denk
beeld opperden een overval op de mui
ters te doen. Anderen vonden dit nutte
loos.
Toch deden de muiters niet erg bloed
dorstig. Toen een jong matroos met een
geladen geweer zat te spelen en door
een verkeerde beweging het schot af
ging. ontstond onder de bemanning een
volslagen paniek.
(Ingez. Med.)
Gemoedelijk berusten.
Gedurende de reis ging het onder de
officieren zeer gemoedelijk toe. Er werd
zelfs gebridged!
Eerst dagen later, 'toen de bom bijna
20 dooden had gemaakt, sprongen de
officieren dreigend met hun revolvers
naar voren, waarop de Europeesche lei
der der muiters uitriep: „Het is nu niet
meer noodig!"
misschien, wanneer Antonius Oliver, de
heraut van den hertog van Alva, uit
Brussel terugkeert?"
Maar dat doet kapitein Guido Ama-
tix geheel in de achting dalen bij Wfiar-
da Schwartz, het kamermeisje van de
dochter van den vroegeren burgemees
ter en met brutale hooghartigheid ant
woordt zij:
„Hoe komt u daar aan! Die nietsnut
tende, berooide schilder? Ik weet niets
van hem. Ik had gedacht dat mijnheer
de kapitein met den adel verkeerde!"
Zonder iets wijzer te zijn geworden,
gaat hij dus het huis weer uit, maar het
ontsnapt hem niet, dat juffrouw Schwartz
haar neusje erg hoog in de lucht steekt
en met haar sierlijke voetjes een lustig
dansje over het vloerkleed uitvoert.
„Er schiet me dus niets anders over
als rustig te gaan slapen tot morgen.
Dat heb ik dan ook wel noodig", pre
velt de Engelschman. „De hemel weet
wat mij de dag van morgen brengen zal".
Hij roept daarom de fakkeljongen
weer, die blijkbaar in de buurt is ge
bleven in het vertrouwen, dat het be
zoek bij den voormaligen burgemeester
niet van langen duur zou zijn, en gelast
hem naar den herberg bekend als „Het
geschilderde huis" te brengen; dat is
vermaard om zijn wijn en bier en ge
legen aan de Schoenenmarkt tegenover
de Meir. Het is dus slechts enkele
schreden verwijderd van het huis van
den koopman, en gelijk Guy? bij nadering
constateert, duidelijk te onderkennen
door zijn hooge geschilderde topgevels,
S waaraan het zijn naani te danken heeft.
fel aan den voorkant is versierd met
planten en struiken en een aantal wel
gestelde burgers, enkele Spaansche of
ficieren, alsmede een half dozijn reizi
gers houden zich daar nog op. Hoewel
het reeds zeer laat is komt uit de gelag
kamer nog net gedruisch van het gelag.
Hij wordt verwelkomd door den herber
gier, Herman van Oncle, die op weg is
om fortuin te maken met zijn vermaar
de soupers en trouwpartijen, want zijn
zaak is de inrichting voor het geven van
feesten bij uitnemendheid in Ajntwerpen.
„De Roode Leeuw" mag dan meer in
trek zijn bij de aristocratie, „Het ge
schilderde huis" is toch maar de beste
inrichting om een fijn glas wijn,
flink glas bier te drinken of wel
bruiloft te vieren die drie dagen
één stuk voortduurt.
Onze financieele deskundige schrijft
ons uit Amsterdam:
Onze beurs heeft in de afgeloopen
week wederom een uiterst lusteloos ver
loop gehad. Ook op de obligatiemarkt
waar tot nu toe de omzetten vrij belang
rijk waren geweest, zijn de zaken inge
krompen. De aankondiging van de nieu
we 4 pCt. staatsleening tegen' 99 heeft
een lichte reactie veroorzaakt in de
koersen der goudgerande waarden. De
4 pCt. 1933, die een fractie boven pari
waren gestegen, noteeren thans weer
iets onder pari. Over het algemeen ver
wacht men, dat de nieuwe leening een
goed onthaal zal hebben. Van de uit te
geven 200 millioen is een bedrag van
30 milloen reeds bij de fondsen verze
kerd, d.w.z. dat indien de inschrijving
van de open markt minder dan 70 milli
oen mocht bedragen, het ontbrekende
bedrag tot een max. van 73 millioen
bij de Rijksfondsen zou kunnen worden
geplaatst.
De conversieleening 'Haarlem heeft
niet zulk een goed onthaal, als men ge
hoopt had. De toewijzing zal dan ook
ten volle geschieden. Daarentegen is de
leening Arnhem eenige malen overtee-
kend. Met plaatsing van het restant
der leening wordt voortgegaan. Er is nog
een kleine leening aangekondigd van
de gemeente Voorburg en wel een lee
ning tegen 9714 tot een bedrag van
565 millioen.
Duitsche obligaties waren wederom
vast gestemd op de overweging, dat
deze op de huidige koersen een behoor
lijke rendement bieden, De onderhande
lingen over de Duitsche scrips hebben
nog niet tot een definitief resultaat ge
leid. De regeeringsvertegenwoordigers
zijn uit Berlijn teruggekeerd en zullen,
tezamen met vertegenwoordigers der
obligatiehouders waarschijnlijk de vol
gende week opnieuw naar Berlijn gaan
om de besprekingen voort te zetten. De
onderhandelingen hebben zich verplaatst
naar handelspolitiek terrein en wel in
zooverre, dat tegenover de van Neder-
landsche zijde geuite wensch om de obli
gaties tegen de volle 100 pCt. te doen
waardeeren bepaalde concessies op het
gebied van handelspolitiek aan Duitsch-
land zouden moeten worden gedaan. Het
een
een
aan
van te zijn. Zelfs uit Brussel is een de
legatie gekomen. Het gerucht gaat, dat
de Hertog in eigen persoon morgen zal
overkomen. Misschien vereert hij mij
wel met een bezoek, misschien wil hij
ook wel getuige zijn van den grootsten
drinkwedstrijd, die er ooit is vertoond
in Vlaanderen, Brabant of Holland! Ik
zal zeker wel twintig vaten rijnwijn te
verschenken krijgen".
„Twintig vaten wijn voor zes drinke
broers?" vraagt Guy lachend.
„Wel neen; de heele stad komt kijken
en de heele stad zal dus ook dronken
worden!"
„Het zou me wel zoo lief zijn, als het
wat rustiger was in de stad", merkte
Guy op, die wel begrijpt dat er van sla
pen niet veel zal komen bij het hooren
van het rumoer in de gelagkamer.
„Stil!" fluisterd de herbergier zenuw
„Maar misschien zou u me toch een 5 Uit de ramen der gelijkstraatsche ver
vraag kunnen beantwoorden. Weet u dieping schijnt nog licht, de houten lui
„Welkom in „Het geschilderde huis!"|
roept de spraakzame waard, „welkom,achtig, terwijl zij naar binnen gaan
senor kolonel!" i „laten we ze niet storen. Dat zijn, „en
„Neien, kapitein" antwoordt Guy. bewondering straalt uit zijn oogen dat
„Welkom is mij ieder die in dienstzijn de zes drinkebroers uit Brussel bij
van den staat is, hij zij burger of mili- hun avondmaal,
tair"
„Ik wilde een kamer met bed heib
ben".
„Onmogelijk!"
„Onmogelijk?"
„Ja, mijn herberg is tjokvol".
„Met een hokje ben ik al tevreden"
„Nu, een hokje boven de stal dan.
Mijn inrichting is meer dan bezet; heeft
u er niets van gehoord? Morgen heeft
het groote duel in het drinken plaats
tusschen onzen beroemden schilder
Frans Floris en de zes drinkebroers uit
Brussel. Uit naburige steden zijn nieuws-
I „Blijkbaar sparen de heeren zich niet
-erg met het oog op morgeri", zegt Guy,
die niet sterk onder den indruk is van
hun mooie benaming. ,„Ze nemen het er
nog al goed van."
„Juist, maar dat is er het mooie van
zegt de waard, terwijl hij vol bewonde-
ring met zijn handen naar hen wuift.
„Daarom noemt men hen de drinke
broers, omdat zij door niets beschonken
worden. Ze hebben nu zes pint wijn naar
binnen en dat is een begin. Zij hebben
een kostelijke dufvenpastei voor 'zich
staan; ik heb die zelf gemaakt van dui-
geleverd heeft. Hij is de aanvoerder van
de zes drinkebroers. Er wordt nog altijd
twee tegen een gehouden op den schil
der, onzen roem, al is hij me nog vier
duizend Carolusguldens schuldig. Maar
wilt u nog niet wat gebruiken, senor
Capitan, alvorens u naar den zolder bo
ven de stal te begeven?"
„Ja, geef me maar een kan Rijnwijn",
antwoordt Guy. „Of neen", vervolgt hij,
„u is bekend voor uw goed bier, Iaat ik
dat maar eens probeeren".
„Het is het beste bier van heel Vlaan
deren. Maar we hebben ook nog een
zending bier uit Londen".
„Ja, dat moet ik hebben, roept Guy
geheel vergetend, dat hij voor Span-®
jaard speelt; „Engelsch bier is juist iets
voor mij!" Maar dan herstelt hij zijn ver
gissing en laat er op volgen: „Ik heb al
den heelen dag Rijnwijn gedronken".
Nadat de waard hem verlaten heeft,
kijkt hij wat rond in afwachting dat zijn
avondmaal gereed zal zijn. Met de punt
van zijn schoen trekt hij figuurtjes in het
witte zand, dat over den vloer is ge
strooid of leest de aanplakbiljetten die
de muren van de gelagkamer versieren.
Een er van kondigt den grooten drink
wedstrijd tusschen Frans de Vriendt,
bijgenaamd Floris, en de zes der meest-
vermaarde drinkebroers van Brussel
aan. Dit papier prijkt naast Alva's uit-
lovin'g van drieduizend Carolus-gulden
aan wie hem het hoofd van den En
gelschman uitlevert.
(Wordt vervolgd)-
gierigen overgekomen, om er getuige'ven, die Senor Vasco Guerra zelf me