RHEUMATIEK Z0Ë DE DOCHTER VAN ALVA. m LEGER EN VLOOT. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE COESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 14 OCTOBER 1933. No. 243. HET LAWAAI VAN DE GROOTE STAD. BHMEKLiUID. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. r-».«gsgjg«gH3 De geluidlooze wethouder. De strijd tegen het lawaai, Wat kunnen wij doen om het te voorkomen? Het lawaai, dat een groote stad Pro" duceert, schijnt een langzaam-werkend zenuwvergif te zijn. Het maakt ons, hoofdstedelingen, nerveus zonder dat wij er begrip van hebben, dat dit daarvan de oorzaak is. Maar het lawaai is dan ook overweldigend, te meer valt dit op nu er instrumenten bestaan die ons aan- toonen hoe de verhoudingen van de ver schillende hinderlijke geluiden zijn. Een tram, die door een bocht giert; 'n koop man, die waren vent; een remmende automobilist; een met zijn beenen over de straat sleepende slagersjongen; het bellen van ietsers en vooral de signalen van autobestuurders blijken de geluids sfeer van de stad danig te bezwaren. Verschillende woningen in Amster dam kunnen niet met open ramen of ge opende balcondeuren bewoond worden. Op drukke verkeerswegen, zooals Dam rak, Rokin, Overtoom, Weteringschans, Leidsche- en Utrechtsche straat, en dan in hoofdzaak bij kruispunten, is het la waai zoo hinderlijk en enerveerend, dat de omwonenden hun ramen aan de straatzijde angstig gesloten houden en zich somtijds van dubbele ramen voor zien. Wij hebben het lawaai niet eerst sinds kort ontdekt, al kon men deze week in Amsterdam op verschillende punten den hoofdinspecteur van het verkeerswezen J. C. L. Staal, zien gewapend met een kleine microfoon, die de 'geluiden op ving, welke geluiden via de microfoon op de daarbij behoorende instrumenten werden geregistreerd. Wethouder Ter Haar, die deze func tie van 19211929 in Amsterdam be kleedde, werd in dien tijd de geluidloo ze wethouder genoemd. Want het is zijn verdienste geweest, dat Amsterdam is voorzien van vele ge asfalteerde straten. Aan hem danken wij een groote vermindering van lawaai, en de fietsers een goedkoope bandenreke ning. Door die asfalteering van de stad is het lawaai veel verminderd en ook door het feit, dat vele door paarden ge trokken voertuigen zijn vervangen door vrachtwagens en rijtuigen op luchtban den. De handkar, die zoo treiterend over de keien kon ratelen, heeft voor de mo derne techniek ook al het loodje moeten leggen. Rijwielen op drie wielen, met een even groote laadbak als de handkarren, werden geluidloos over de straten voort bewogen. Ook de hoofdcommissaris van politie heeft al eens een verzoek tot de bur-, gerij gericht en speciaal tot bestuur ders van auto's en rijwielen om een beetje zuinig met het geven van signalen te zijn. Er wordt veel te veel op den claxon gedrukt en met den fietsbel ge werkt. In de eerste plaats door de bang- hartigen en in de tweede plaats door de onbeschaafde rijders. Het is heelemaal niet noodig, als men, voorzien van een wagen of rijwiel met goed werkende remmen, in een voor de stad redelijk tempo rijdt, om als-maar-weer-door te claxonneeren en te bellen. Indien derge lijke verzoeken slechts in één stad tot de burgerij worden gesproken heeft dat ook weer zijn bezwaren, want wanneer men dan in een andere gemeente komt, en men houdt zich aan het voorschrift van zijn eigen autoriteiten, dan blijkt het soms dat de autoriteiten van die andere plaatsen daar anders over denken. Het gebruik van claxons is in de be bouwde kommen bij de wet verboden. Het zijn dan ook niet de claxons die het walgelijke geluid in de lucht slingeren, doch de hoorn, welke bij de wet is toe gelaten. De wetgever heeft daarbij natuurlijk gedacht aan den hoorn met den zwar ten bal, die in den kindermond de „poe- poe" heet. Maar de technici hebben dien bal vervangen door een electrisChe luchtgever, die zoolang den hoorn in werking houdt als de bestuurder op den knop wenscht te drukken. Onder een hoorn, hetzij een electrische of een ge wone, verstaat de wetgever een één tonig geluid; de claxon produceert twee of meer signalen van verschillende toon hoogten. Hij heeft ook een minimum ge luid voorgeschreven. Van een maximum geluid wordt niet gesproken, en dat maximum geluid is het juist, dat al het lawaai veroorzaakt! Dat zou dus ook bij de wet moeten worden vastgesteld om het lawaai te verminderen. Een andere moeilijkheid bij het steeds groeiend automobielverkeer is het wet telijk voorschrift, dat een autobestuurder verplicht is signaal te geven, wanneer de veiligheid dit vordert. Die veiligheid is zeer rekbaar en die beheerscht een andere factor dan het lawaai-maken. 'n Beschaafd autobestuurder rijdt dusdanig, vooral bij hoeken van straten, dat hij aan een klein of geen signaal voldoende heeft en voor de rest de veiligheid van den weggebruiker in zijn remvermogen besloten houdt. De drommen fietsers in de hoofdstad vragen door hun onoordeel kundig rijden wel van tijd tot tijd een signaal van den autobestuurder, doch in zulke gevallen kan die bestuurder met een zeer kort drukje op zijn signaalknop' volstaan, doch wij hebben ervaren, dat menig autobestuurder meende op het Koningsplein te moeten worden gehoord, wanneer hij bij den schouwburg op het Leidsche plein een wielrijder van zijn aanwezigheid wilde overtuigen. De signalen van de auto's zijn dus wel de grootste lawaaischoppers. Een andere categorie vormen de trams. Het rijden van de tram geeft veel le ven, erger wordt dit in bochten, op wis sels en op kruisstukken. De tram in Amsterdam zal dus uit de bebouwde kom van Amsterdam moeten verdwijnen en moeten worden vervangen door de autobus. Vijftig procent van lawaai-ze- nuwzieken en van de slapeloozen zullen dan weder hun gezondheid en hun slaap in vollen omvang kunnen genieten. Veel zal al gewonnen zijn zij geloo- ven voorloopig niet in de mogelijkheid, dat d.6 tram zal verdwijnen wanneer de bestuurders bij uitzondering van hun bel gebruik maken. Adam Weevers. door ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 14). In antwoord op de ietwat hooghartige ■wijze waarop het meisje hem te woord staat, zegt hij: ..Ik ben kapitein Guido Amato van de infanterie van Romero. Zou ik een oogenblik door Vrouwe Bodé Volcker ontvangen kunnen worden?" nDan m0et u naar de andere wereld Êaan', antwoordt zij brutaal Vr°uwe Bodé Volcker is ongeveer vier laar éeWen gestorven". at is wel -wat verder dan een wan- eling naar de pakhuizen van haar we uwnaar antwoordt Guy met een glim lachje. Waarop hij voortgaat: „Maar mag ik dan de vrouw des huizes spreken? „O, bedoelt u misschien freule Wil- helmina Bodé Volcker?" antwoordt het meisje om er dan statig 0p te laten vol gen: „Freule Wilhelmina Bodé Volcker is op het oogenblik op het feest van de gravin Mansfield". Zich herinnerend op welk een laat dunkende wijze de lakei van de gravin van Mansfield zich had uitgelaten over de dochter van een voormaligen burge meester, dansend in haar kostbaarste zijden kleed tot vermaak van de aan wezigen, kon Chester een glimlach niet onderdrukken. Daar hij intusschen drin gend het een en ander moet te weten komen, vraagt hij verder: Bij beschikking D, v. D. Ill Afd. B. No. 117 d;d. 9 October 1933 is de 2e Luitenant J. Serre van het 14e Regi-I ment Infanterie krachtens punt 3 van artikel 70 van de Bevorderingswet voor de Landmacht met ingang van 16 Octo-| )er 1933 'op non activiteit gesteld. Op le October 1933 worden aan-j gesteld tot dienstpl. sergeant titulair de dienstplichtige Korporaals: P. A. de Hullu en J. C. van Nielen beiden be hoorende tot het 14e Regiment Infante rie en leerlingen van de School Reserve Officieren der Infanterie. voor GOLFLENGTE DISTRIBUTIE De „Union Internationale de Radio- diffusion", die bijna alle Europeesche radio-omroepvereenigingen omvat, heeft, zooals men weet, te Amsterdam aantal bijeenkomsten gehouden, onder voorzitterschap van vice-admi- raal sir Charles Carpendale, (Groot- Britannië), met de nieuwe vice-presi- denten baron van den Bosch (België), de Cambellan Lerche (Denemarken) en dr ir. Marcessi (Italië) Omroepvereenigingen en directies der P.T.T. uit 24 landen waren vertegen woordigd, o.a. de directies der P.T.T. van Algierië, Turkije en van de U.S.S.R. Over het verloop en resultaat der be sprekingen werd een communiqé ver strekt waaruit blijkt dat een der voor naamste onderwerpen dezer bijeen komst was de bespreking omtrent de voorwaarden, waarop het voorstel van Luzern betreffende de verdeeling van de Europeesche golflengten op 15 Janu ari 1934 tot stand zou kunnen komen, daarbij rekening houdende met het feit, dat tot nu toe een of andere regeering zich daarmede niet vereenigen kan. Het is gebleken, dat de moeilijkheden prac- tisch beperkt blijven totj de lange golf, doch niettemin zal het mogelijk zijn 'n modus vivendi te treffen, in afwachting dat eenige stations, wélke onder het Luzern-plan vallen, in werking zullen zijn gesteld. De Union, heeft, in haar hoedanigheid van expert der regeeringen, voor zoo ver betreft de technische vraagstukken, die den radio-omroep raken, verschil lende practische besluiten genomen, welke aan deze laatste zullen worden medegedeeld, teneinde eventueel tot 'n schikking volgens het Luzern-plan te kunnen geraken en daarbij het Euro peesche omroepgebied met 15 Januari e. k. zoodanig te veranderen, dat daarbij een minimum stoornis voor de luisteraars ontstaat. De besprekingen hebben bewezen, dat reeds zeer belangrijke resultaten zijn bereikt in verschillende landen en dat de generalisatie reeds een groote verbetering in den bestaanden toe stand heft gebracht. DE MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIëN" Nog meer bijzonderheden Nu het begin van het proces over de Muiterij aan boord van de „Zeven Pro vinciën" nadert (a.s. Maandag zullen de dagvaardingen aan de eerste groep wor den beteekend) komen er steeds meer bijzonderheden los. Thahs weet de Java Bode een en ander te vertellen over de houding der officieren vóór en tijdens de Muiterij aan boord, Voor het signaal tot muiterij weer klonk, meldde de sergeant-constabel Van Florestin in de long room dat uit de verlaat-rol-kist munitie was ont vreemd. Dit bericht werd een oogenblik later door den luitenant ter zee Rey- nierse bevestigd. Hij voegde aan deze mededeeling toe, dat de officieren de pistolen moesten laden. Hoeveel muni tie er gestolen was, kon niet worden na gegaan, daar de inventarislijst niet bij de hand was. De officieren snelden naar hun hut ten, doch aangezien de patronen voor de pistolen geborgen waren in dichtgesol- deerde doosjes kon de bewapening niet zoo snel geschieden. Daarop klonk het fluitsignaal, waar mede de muiters in actie werden ge bracht en dat van tevoren was afgespro- Had ik Sloan's Liniment maar eerder gebruikt. Het is wonder baarlijk. Met Sloan's Liniment steeds binnen Uw bereik, behoeven rheumatiek of welke spier- en gewrichtspijnen ook, nim mer de bovenhand te krijgen. Sloan's doodt de pijn, snel en zeker. Het wordt door millioenen menschen over de gansche wereld gebruikt. Schaf 'U nog heden een flacon aan. Gebruik Sloan's voor Rheumatiek, Lendejicht, Ischias, Pijn in den Rug, Verstuikingen, Kneuzingen en voor alle Pijnen in Spieren en Pezen. ken. Den officieren werd door de mui ters aangezegd dat zij zich rustig had den te houden en zich naar het achter schip hadden te begeven, waar zij moesten blijven. Het blad gaat dan voort: „Geen der officieren heeft zich verzet; en hoewel zij voor des nachts 1 uur het tijdstip waarop het schip wegvoer, wel over ge laden pistolen beschikten, is ook geen enkele poging beproefd om tegenover de muiters op te treden." Een deputatie muiters. Nadat het muitende schip van de reede was weggestoomd kregen de of ficieren van de muiters het bevel «om zich in de longroom te verzamelen ten einde aldaar een deputatie te ontvangen. Hoewel een luitenant ter zee der der de klasse daar aanvankelijk tegen was, werd de deputatie der muiters ontvan gen en te woord gestaan. Korperaal Bosschart sprak namens de Europeanen, terwijl Paradja -namens de Inlanders het woord voerde. Beiden deelden mede, dat de muiters geen kwaad in den zin hadden en niet voor nemens waren van wapens gebruik te maken. Een der oudere officieren bleek vol strekt niet gestemd te zijn voor verzet. „Alles moest", zoo zeide deze officier, „zoo soepel mogelijk verloopen". Toen de muiters uit de radio-berich ten vernamen dat zij in Nederland en in Indië voor communisten werden aan gezien, besloot de meerderheid der muiters zich weer onder de officieren te stellen, den commandant aan boord toe te laten. Hiertegen vCrzette zich Kawilarang, die de „De Zeven Provin ciën'' bestuurde. Door dit verzet is men op het plan om zich weer onder de of ficieren te stellen, teruggekomen. Gedurende de vaart toonde de op roerige bemanning eerbied voor de vlag Toen het eskader in zicht kwam en de eisch gesteld werd de witte vlag te hijschen werd dit niet serieus opgeno men en gezegd: ,,Ze doen toch nipts. Het is bangmakerij, er zijn immers offi cieren aan boord. Nadat de bom bijna 50 dooden en ge wonden had gemaakt sprongen de offi cieren, dreigend met de revolver in de hand te voorschijn, waarop korporaal Bosschart met ongewilde ironie zeide: „Het is nu niet meer noodig." Voorts is gebleken, dat 2 luitenants een paar malen onder hun collega's 't denk beeld opperden een overval op de mui ters te doen. Anderen vonden dit nutte loos. Toch deden de muiters niet erg bloed dorstig. Toen een jong matroos met een geladen geweer zat te spelen en door een verkeerde beweging het schot af ging. ontstond onder de bemanning een volslagen paniek. (Ingez. Med.) Gemoedelijk berusten. Gedurende de reis ging het onder de officieren zeer gemoedelijk toe. Er werd zelfs gebridged! Eerst dagen later, 'toen de bom bijna 20 dooden had gemaakt, sprongen de officieren dreigend met hun revolvers naar voren, waarop de Europeesche lei der der muiters uitriep: „Het is nu niet meer noodig!" misschien, wanneer Antonius Oliver, de heraut van den hertog van Alva, uit Brussel terugkeert?" Maar dat doet kapitein Guido Ama- tix geheel in de achting dalen bij Wfiar- da Schwartz, het kamermeisje van de dochter van den vroegeren burgemees ter en met brutale hooghartigheid ant woordt zij: „Hoe komt u daar aan! Die nietsnut tende, berooide schilder? Ik weet niets van hem. Ik had gedacht dat mijnheer de kapitein met den adel verkeerde!" Zonder iets wijzer te zijn geworden, gaat hij dus het huis weer uit, maar het ontsnapt hem niet, dat juffrouw Schwartz haar neusje erg hoog in de lucht steekt en met haar sierlijke voetjes een lustig dansje over het vloerkleed uitvoert. „Er schiet me dus niets anders over als rustig te gaan slapen tot morgen. Dat heb ik dan ook wel noodig", pre velt de Engelschman. „De hemel weet wat mij de dag van morgen brengen zal". Hij roept daarom de fakkeljongen weer, die blijkbaar in de buurt is ge bleven in het vertrouwen, dat het be zoek bij den voormaligen burgemeester niet van langen duur zou zijn, en gelast hem naar den herberg bekend als „Het geschilderde huis" te brengen; dat is vermaard om zijn wijn en bier en ge legen aan de Schoenenmarkt tegenover de Meir. Het is dus slechts enkele schreden verwijderd van het huis van den koopman, en gelijk Guy? bij nadering constateert, duidelijk te onderkennen door zijn hooge geschilderde topgevels, S waaraan het zijn naani te danken heeft. fel aan den voorkant is versierd met planten en struiken en een aantal wel gestelde burgers, enkele Spaansche of ficieren, alsmede een half dozijn reizi gers houden zich daar nog op. Hoewel het reeds zeer laat is komt uit de gelag kamer nog net gedruisch van het gelag. Hij wordt verwelkomd door den herber gier, Herman van Oncle, die op weg is om fortuin te maken met zijn vermaar de soupers en trouwpartijen, want zijn zaak is de inrichting voor het geven van feesten bij uitnemendheid in Ajntwerpen. „De Roode Leeuw" mag dan meer in trek zijn bij de aristocratie, „Het ge schilderde huis" is toch maar de beste inrichting om een fijn glas wijn, flink glas bier te drinken of wel bruiloft te vieren die drie dagen één stuk voortduurt. Onze financieele deskundige schrijft ons uit Amsterdam: Onze beurs heeft in de afgeloopen week wederom een uiterst lusteloos ver loop gehad. Ook op de obligatiemarkt waar tot nu toe de omzetten vrij belang rijk waren geweest, zijn de zaken inge krompen. De aankondiging van de nieu we 4 pCt. staatsleening tegen' 99 heeft een lichte reactie veroorzaakt in de koersen der goudgerande waarden. De 4 pCt. 1933, die een fractie boven pari waren gestegen, noteeren thans weer iets onder pari. Over het algemeen ver wacht men, dat de nieuwe leening een goed onthaal zal hebben. Van de uit te geven 200 millioen is een bedrag van 30 milloen reeds bij de fondsen verze kerd, d.w.z. dat indien de inschrijving van de open markt minder dan 70 milli oen mocht bedragen, het ontbrekende bedrag tot een max. van 73 millioen bij de Rijksfondsen zou kunnen worden geplaatst. De conversieleening 'Haarlem heeft niet zulk een goed onthaal, als men ge hoopt had. De toewijzing zal dan ook ten volle geschieden. Daarentegen is de leening Arnhem eenige malen overtee- kend. Met plaatsing van het restant der leening wordt voortgegaan. Er is nog een kleine leening aangekondigd van de gemeente Voorburg en wel een lee ning tegen 9714 tot een bedrag van 565 millioen. Duitsche obligaties waren wederom vast gestemd op de overweging, dat deze op de huidige koersen een behoor lijke rendement bieden, De onderhande lingen over de Duitsche scrips hebben nog niet tot een definitief resultaat ge leid. De regeeringsvertegenwoordigers zijn uit Berlijn teruggekeerd en zullen, tezamen met vertegenwoordigers der obligatiehouders waarschijnlijk de vol gende week opnieuw naar Berlijn gaan om de besprekingen voort te zetten. De onderhandelingen hebben zich verplaatst naar handelspolitiek terrein en wel in zooverre, dat tegenover de van Neder- landsche zijde geuite wensch om de obli gaties tegen de volle 100 pCt. te doen waardeeren bepaalde concessies op het gebied van handelspolitiek aan Duitsch- land zouden moeten worden gedaan. Het een een aan van te zijn. Zelfs uit Brussel is een de legatie gekomen. Het gerucht gaat, dat de Hertog in eigen persoon morgen zal overkomen. Misschien vereert hij mij wel met een bezoek, misschien wil hij ook wel getuige zijn van den grootsten drinkwedstrijd, die er ooit is vertoond in Vlaanderen, Brabant of Holland! Ik zal zeker wel twintig vaten rijnwijn te verschenken krijgen". „Twintig vaten wijn voor zes drinke broers?" vraagt Guy lachend. „Wel neen; de heele stad komt kijken en de heele stad zal dus ook dronken worden!" „Het zou me wel zoo lief zijn, als het wat rustiger was in de stad", merkte Guy op, die wel begrijpt dat er van sla pen niet veel zal komen bij het hooren van het rumoer in de gelagkamer. „Stil!" fluisterd de herbergier zenuw „Maar misschien zou u me toch een 5 Uit de ramen der gelijkstraatsche ver vraag kunnen beantwoorden. Weet u dieping schijnt nog licht, de houten lui „Welkom in „Het geschilderde huis!"| roept de spraakzame waard, „welkom,achtig, terwijl zij naar binnen gaan senor kolonel!" i „laten we ze niet storen. Dat zijn, „en „Neien, kapitein" antwoordt Guy. bewondering straalt uit zijn oogen dat „Welkom is mij ieder die in dienstzijn de zes drinkebroers uit Brussel bij van den staat is, hij zij burger of mili- hun avondmaal, tair" „Ik wilde een kamer met bed heib ben". „Onmogelijk!" „Onmogelijk?" „Ja, mijn herberg is tjokvol". „Met een hokje ben ik al tevreden" „Nu, een hokje boven de stal dan. Mijn inrichting is meer dan bezet; heeft u er niets van gehoord? Morgen heeft het groote duel in het drinken plaats tusschen onzen beroemden schilder Frans Floris en de zes drinkebroers uit Brussel. Uit naburige steden zijn nieuws- I „Blijkbaar sparen de heeren zich niet -erg met het oog op morgeri", zegt Guy, die niet sterk onder den indruk is van hun mooie benaming. ,„Ze nemen het er nog al goed van." „Juist, maar dat is er het mooie van zegt de waard, terwijl hij vol bewonde- ring met zijn handen naar hen wuift. „Daarom noemt men hen de drinke broers, omdat zij door niets beschonken worden. Ze hebben nu zes pint wijn naar binnen en dat is een begin. Zij hebben een kostelijke dufvenpastei voor 'zich staan; ik heb die zelf gemaakt van dui- geleverd heeft. Hij is de aanvoerder van de zes drinkebroers. Er wordt nog altijd twee tegen een gehouden op den schil der, onzen roem, al is hij me nog vier duizend Carolusguldens schuldig. Maar wilt u nog niet wat gebruiken, senor Capitan, alvorens u naar den zolder bo ven de stal te begeven?" „Ja, geef me maar een kan Rijnwijn", antwoordt Guy. „Of neen", vervolgt hij, „u is bekend voor uw goed bier, Iaat ik dat maar eens probeeren". „Het is het beste bier van heel Vlaan deren. Maar we hebben ook nog een zending bier uit Londen". „Ja, dat moet ik hebben, roept Guy geheel vergetend, dat hij voor Span-® jaard speelt; „Engelsch bier is juist iets voor mij!" Maar dan herstelt hij zijn ver gissing en laat er op volgen: „Ik heb al den heelen dag Rijnwijn gedronken". Nadat de waard hem verlaten heeft, kijkt hij wat rond in afwachting dat zijn avondmaal gereed zal zijn. Met de punt van zijn schoen trekt hij figuurtjes in het witte zand, dat over den vloer is ge strooid of leest de aanplakbiljetten die de muren van de gelagkamer versieren. Een er van kondigt den grooten drink wedstrijd tusschen Frans de Vriendt, bijgenaamd Floris, en de zes der meest- vermaarde drinkebroers van Brussel aan. Dit papier prijkt naast Alva's uit- lovin'g van drieduizend Carolus-gulden aan wie hem het hoofd van den En gelschman uitlevert. (Wordt vervolgd)- gierigen overgekomen, om er getuige'ven, die Senor Vasco Guerra zelf me

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5