BINNENLAND.
WEER EN WIND.
NUMMER 239.
TWEE BLADEN.
DINSDAG
10 OCTOBER 1933.
EERSTE BLAD.
176e JAARGANG.
Het Bruinboek der
Hitler-Terreuf
MODERNE ULSTERS
H00FTMAN Jr.,
aren
ege-
in-
vor-
usie
sa-
ond,
ers-
lond
so-
ge-
zoo
de
die
gen,
eeft
ver-
>pa-
l, is
■leg:
lelb.
n,
van
hun
EN-
:cht-
ning
5
ngs-
cend
no.
24
933.
ders
aris,
J b
D.
i hi
F.
1 i-i
18
C.
|eb,
ster
b!
E.
rwittci&U
E3ËS*
DDELBURQSCHE COURANT
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent
schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w.. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
GOESCHE COURANTE
Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap ,,De Middelburgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon: Redactie 269, Administratie 139. Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 17
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek
Kleine Adevrtentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 6 c«st
Tiir-i I - iiiii ■■Hm ii m i Mina mui i
Iets later dan in andere landen, maar
nog tijdig om te profiteeren van de be
langstelling, welke het proces om den
brand in den Duitschen Rijksdag ver
oorzaakt, is de Nederlandsche uitgave
verschenen van 't „Bruinboek van de
Hitler-terreur"
Op den omslag een bloederig haken
kruis, waarvan de druppels vallen op
het roodgekleurde Duitschland; de in
houd een dikke driehonderd pagina's,
met veel verschrikkelijke, beestachtige
dingen. Een sobere, rustige voorrede
van den Nederlandschen hoogleeraar
Kernkamp, een inleidend woord door
Lord Marley, vice-president van het
Engelsche Hoogerhuis. En tal van foto's
waaronder een aantal die een felle aan
klacht vormen tegen het Hitler-régime.
Uit Kernkamps voorrede citeeren we
enkele zinsneden.
,,Er zijn er, aldus prof» Kernkamp, die
vele in het tegenwoordige Duitschland
bedreven wandaden vergoelijken als
„begeleidingsverschijnselen", die nu een
maal bij elke revolutie voorkomen, maar
die straks zullen verdwijnen, zoodra de
regeering zich stevig genoeg gevestigd
acht om de door haar zelf afgekeurde
excessen te bestrijden.
Ongetwijfeld zijn er door nationaal-
socialisten, in den roes van de overwin
ning, deels uit aangeboren wreedheid en
machtswellust, deels om persoonlijke
wraakzucht bot te vieren, gewelddaden
gepleegd, die de opperhoofden der par
tij, na ze aanvankelijk misschien met
eenig welgevallen te hebben aangezien,
tenslotte moesten tegengaan, omdat zij
naar buiten te veel afbreuk deden aan
de reputatie van Duitschland; ook zul
len de leiders de noodzakelijkheid heb
ben begrepen om hun volgelingen onder
tucht, en zelf het heft in handen te hou
den.
Maar de Joden-vervolging is geen „be
geleidingsverschijnsel"; zij is inhaerent
aan het nationaal-socialisme; zij vloeit
voort uit het diepste wezen daarvan"..
Het communisme van een aantal Jo.-
den, en hun, in verhouding van hun ge
talsterkte, groote maatschappelijke be-
teekenis, hebben het gemakkelijk ge
maakt de Joden-vervolging door velen
goed te doen keuren, althans niet zoo
heel erg te vinden. Maar dezen verge
ten, dat de vervolging zich richt tegen
het Jodendom in zijn geheel, en dat de
ware reden ervan te zoeken is in het
waanzinnige rassenbegrip van het natio
naal-socialisme, dat de zuiverheid van
den Arischen „stam" niet wil laten „be
smetten en door vermenging met Joodsch
bloed, dat niet kan dulden, dat een Jood
als rechter of als magistraat uitspraak
zou doen of gezag zou uitoefenen over
een Ariër.
De quasi-wetenschap, die het Duitsche
nationaal-socialisme over den Arischen
„stam" verkondigt.... dient alleen om
het verwaten begrip ingang te doen vin
den, dat het Duitsche volk een supra-
volk is, door God tot groote dingen uit
verkoren en o.a. bestemd om zijn poli
tieke macht en zijn geestelijken invloed
uit te breiden, voorloopig nog maar over
Noord- en West-Europa; later kan dan
meer volgen. Het nationaal-socialisme
levert daardoor een gevaar op voor het
zelfstandig voortbestaan met name van
ons land, een gevaar, dat nog hierdoor
verhoogd wordt, dat een aantal aanhan
gers van de Dietsche beweging en daar
mede verwant nationalistische groepen,
uit antipathie tegen België en Frankrijk
verdwaasd genoeg zijn om sympathie te
gevoelen voor het nationaal-socialisme,
al durven niet alle organen van deze
richtingen vooralsnog daarvoor
openlijk uitkomen.
„Wat ook geen „begeleidingsver
schijnsel is, maar tot den waren aard
van het nationaal-socialisme behoort, is:
de onderdrukking van de vrijheid van
meeningsuiting, het verwijderen uit alle
ambten van hen, wier geweten hen ver
biedt instemming met het nationaal-so
cialisme te huichelen, de rechteloosheid
van allen, die zich er openlijk tegen kee-
ren.
Deze terreur is een uiting van het
urn- ^®sef verdoemelijk, oi.,t.-
schillig waar het wordt aangetroffen, bij
welke partij ook, die de macht heeft ver
overd dat wie anders denkt en voelt
dan het volk, d.w.z. de partij eischt, een
ver-
onver-
Scheltens en Giltay, Amsterdam.
misdadiger is, die bij actief verzet, zij het
ook alleen in woord of geschrift, met ge
vangenschap of verbanning, zoo niet met
den dood, moet worden gestraft, maar
die ook, zoo hij zich rustig houdt, niet
als gelijkgerechtigd burger kan worden
beschouwd en buiten de gemeenschap
moet worden gesloten. Dit besef is de
grondidee van fascisme en nationaal-
socialisme".
„Welk een medelijden moet men heb
ben met de duizenden Duitschers, die zich
schamen over hun eigen volk, maar die
het niet durven bekennen!"
Hiermede is Kernkamps houding tegen
over de machthebbers in het tegenwoor
dige Duitschland geteekend. Ten aanzien
van den inhoud van het Bruinboek schrijft
hij nog:: „Natuurlijk kan ik zelf niet in
staan voor de juistheid van elk bericht.
maar al zou ook slechts de helft van de
berichten geheel juist blijken te zijn, dan
is het.waarachtig al erg genoeg."
Op prof. Kernkamp „die door zijn stu
die eenigszins vertrouwd is geraakt met
het uitoefenen van historische kritiek,
maakt het geheel den indruk van be
trouwbaarheid".
Het spreekt vanzelf, dat hij die zich
zet tot een rustig oordeel over dit boek,
daarbij niet kan volstaan met het aaneen
rijen van een aantal bijvoegelijke naam
woorden. De mededeeling dat het ver
schrikkelijk is, is afdoende noch vol
doende.
Men zal dienen te beginnen, met en
kele zeer verschillende punten er uit te
halen, en die afzonderlijk te beschouwen.
Dat zijn dan, dunkt ons, in hoofdzaak
de volgende:
1. de historische ontwikkelingsgang van
het Hitlerianisme.
2. de Rijksdagbrand;
3. de Jodenquaestie;
4. mishandelingen en veemmoorden;
5. de concentratiekampen.
Vooraf de algemeene opmerking, dat
dit Bruinboek zijns ondanks zelf ook een
ergDuitschen geest ademt, in z'n stre
ven naar „Gründlichkeit", z'n werken
met protocollen en attesten en documen
ten etc, Dat poogt wel eens een grooteren
indruk te wekken, dan het verdient.
Want een, b.v. ten overstaan van 'n no
taris opgemaakte en met getuigen (van
dat opmaken) onderteekend proto
col is daarom nog niet een objectieve
vaststelling van feiten en beweegrede
nen!
Neemt men dan nog in aanmerking,
dat dit boek is samengesteld door na
tuurlijke, maar felle vijanden van het
nationaal-socialisme a Ia Hitier dat in
Duitschland tegenwoordig regeert, dan
wil het óns voorkomen dat prof. Kern
kamp, wilde hij de volstrekte objectivi
teit nastreven welke het sieraad van el-
ken geschiedvorscher dient te wezen,
daarop in zijn voorwoord toch ook wel
even gewezen had mogen hebben. Het
Bruinboek is o.i, een vechtboek, dat
als eenzijdig historisch document pas zijn
volle waarde kan krijgen, wanneer het er
in vermelde ook door de wederpartij toe
gelicht zal wezen.
Om deze reden heeft de historische
schets „De weg naar de macht", welke
het eerste hoofdstuk vormt, voor ons
slechts betrekkelijke waarde. Zooals de
geschiedschrijving van Hitler in „Mein
Kampf" ons door haar eenzijdigheid aller
minst vermag te bekoren, zoo' zien wij in
den hier beschreven ontwikkelingsgang
daarvan slechts den tegenkant.. Bij Hit-
Ier zijn de marxisten en de joden allemaal
schurken bij de samenstellers van het
Bruinboek is 't net andersom.
Alles wat wel degelijk het opkomen
van de nazi-beweging verklaart, en, naar
onze meening, ook ten deele zelfs recht
vaardigt men zal er hier met geen
woord van gerept vinden.
Ten aanzien van den Rijksdagbrand
staat de zaak onzes inziens nóg zwak
ker. Indien er niet, desnood na het thans
in gang zijnde proces, andere, veel be
langrijker en doorslaande argumenten,
documenten en bewijzen zullen komen
dan hier gegeven worden, dan staat het
er met hen, die b e w ij z e n willen dat
Göring en zijn S, A.-mannen den Rijks
dag in brand staken, onzes inziens al
heel slecht voor.
Want de geheele bewijsconstructie
komt hier op neer: dat het m o g e 1 ij k
was, dat de Nazi's den Rijksdag in brand
gestoken hebben (door een inderdaad
bestaande onderaardsche gang) en dat
het den Nazi's zoo drommels goed gele
gen kwam. Maar in gemoede: dat is
toch geen b e w ij s
Het is met begrippen wel eens als
met brood: het nieuwe is smakelijker,
maar hei oude is toch gezonder.
Een voorbeeld. Op pag. 91 staat:
„Het bewijs voor de schuld der Nazi's."
Als „een direct bewijsmiddel", en nog
wel een der „ernstigste en belangrijkste"
geldt dan dit: „om 9 uur 15 werd de
brand in den Rijksdag ontdekt; de mas
sa-arrestaties in Berlijn begonnen kort
na middernacht. Bijna alle bevelen tot
arrestatie waren van foto's der aan te
houden personen voorzien, de datum
van het bevel tot arrestatie was met
inkt ingevuld."
Dit zal nu een b e w ij s heeten maar
het verhaal vervolgt zelf, dat men al
eenige dagen met het vervaardigen
van deze bevelen bezig was, en slechts
den datum oningevuld liet.
Kan men, vragen wij, met een perfek-
te organisatie en tal van rappe handen,
niet in een half uur 1500 datums invul
len?
Vervolgens: is het feit, dat Hitier, Gö
ring en Göbbels dien avond géén spreek
beurten hadden aangenomen, een b e-
w ij s, dat ze „er van af wisten?" Zou
den ze dan niet eerder juist voor een
„alibi" gezorgd hebben, door zgn. van
den prins geen kwaad wetende ergens
te staan spreken?
Is het feit -gelet op Hitiers bekende
visie op Duitsche toestanden dat hij
een half uur na het ontdekken van den
brand, zegt: „dat is door communisten
aangestoken" ook al kon Hitier toen
nog niets van het resultaat van het ge
rechtelijk onderzoek weten weder
om een b e w ij s van vóór-wetenschap,
of niet veeleer voor den nuchteren be
schouwer een van zelf sprekende opvat
ting van een monomaan als Hitier?
Zoo zouden we kunnen doorgaan
maar genoeg. Dat de Rijksdagbrand den
Nazi's buitengewoon gelegen kwam; dat
ze den brand zouden hebben kunnen
stichten, zooals dat in het Bruinboek als
vaststaand aangenomen en geschetst
wordt; dat der Nazi's geestesgesteldheid
zelfs het recht tot zulk een onder
stelling geeft we geven het alles
grif toe. Maar het Bruinboek b e w ij s t
te -dezen opzichte niets.
-**
Anders staat het met de punten 3, 4
en 5 die wij hierboven noemden.
Wanneer we uiteraard daarover kor
ter zijn, dan is dat niet, wijl we het van
minder belang achten: integendeel.
Hierin ligt o.i. zelfs de groote waarde
van dit boek.
Het stelt vast en, om met Kern
kamp te spreken: als de helft er maar
van waar is, dan is het al erg genoeg
dat kwajongensbendes en -horden
dag-in dag-uit op de denkbaarst schun
nige, beestachtige, sadistische wijze zijn
opgetreden; dat er naar echt revolu
tionairen trant gemarteld en gefolterd,
verminkt en vermoord is kortom, dat
de dierlijke instincten die op den bodem
van onze ziel liggen, zooals bij alle re
voluties, opgestegen zijn en als roode
duivels hun geesel over het Duitsche
volk striemden.
Dit documentaire deel van het boek is
verschrikkelijk; een zuiver evenbeeld
van de martel-, folter- en moordboeken
uit de dagen der Tsjeka.en dat wa
ren nog Russen, dus semi-beschaafde
Aziaten.
Inzake het optreden tegen de Joden
vindt men hier veel bijzonderheden, gru
welijker dan die welke de Commissie
voor de berichtgeving de Nederlandsche
pers als regel zendt. De mishandelingen,
folteringen, wreede Nazi-moorden vor
men een onuitwischbare schande voor
Hitier en de zijnen bijzonderheden
laten we hier achterwege, maar het boek
is er vol van en wat uit de concen
tratiekampen gemeld wordt is al even
erg soms. Wat, om eens één voorbeeld
te noemen, te zeggen van het volgende
geval
Midden April berichtte het Wolff-
bureau dat in het concentratiekamp Da
chau vier communisten bij een po
ging om te vluchten waren doodge
schoten.
Ziehier het verhaal van de ware toe
dracht der zaak, zooals een uit .Dachau
ontvluchte gevangene het vertelde:
„Voor eenige dagen marcheerden wij
naar 't werk. Plotseling kregen vier
joodsche gevangenen, de koopman
Goldmann, de advocaat Benario, uit
Neurenberg en de kooplieden Arthur
en Erwin Kahn bevel, uit het gelid te
treden. Zonder dat ook maar één
woord gezegd werd, schoten eenige
S A mannen op de gevangenen, die
geenerlei aanstalten om te vluchten
hadden gemaakt. Alle vier waren di
rect dood. De lijken vertoonden scho
ten in het voorhoofd.... Een storm
troepleider hield een toespraak en
verklaarde, dat het wel goed was, dat
deze vier varkensjoden dood wa
ren"
Nog 20 Dachauer moorden noemt-het
boek. De heele moordlijst van het Der
de Rijk bevat meer dan 500 namen.
Resumeerende: op het punt van _den
Rijksdagbrand voldoet het Bruinboek
stellig niet aan de opgewekte verwach
tingen, dat het de brandstichting door
de Nazi's zou bewijzen of zelfs maar
aannemelijk maken.
Ten aanzien van de Jodenquaestie
bevestigt het, met nadere bijzonderhe
den, wat we al wisten.
Over de veemmoorden, mishandelin
gen, folteringen en de concentratiekam
pen brengt het echter in overstelpende
hoeveelheid gruwelijke bijzonderheden
en documenten, die den naam van het
boek der „Hitler-terreur" desalniette
min volkomen rechtvaardigen.
9.75 f 12.50 16.50 22.—.
MIDDELBURG.
(Ingez. Med.)
VLASMARKT,
MARMEREN PLAQUETTE VAN
PRINSES JULIANA.
Naar wordt vernomen heeft H. K. H.
Prinses Juliana er in toegestemd te po
seeren voor den beeldhouwer L. Zijl,
Deze zal van de Prinses een marmeren
plaquette vervaardigen, welke geplaatst
zal worden in het instructievaartuig
„Prinses Juliana" van het Onderwijs
fonds voor de scheepvaart.
DE STEUN VOOR ROGGE EN GERST.
Streven naar vooroorlogsch peil.
Naar aanleiding van schriftelijke vra
gen van den heer Van den Heuvel, deelt
minister Verschuur mede, dat het in de
bedoeling ligt alle rogge en gerst van
den oogst 1934 te steunen. Een garantie
prijs wordt voor deze producten niet be
paald. Het streven is echter om met be
hulp van het graanmonopolie de prijzen
te brengen op het peil van vóór den
oorlog, welke prijs lag tusschen 7 en
8 per 100 kg.
Eveneens zal worden getracht voor
den oogst 1933 den vóór-oorlogschen
prijs te bereiken. Beperking in den ver
bouw van deze cultures ligt niet in de
bedoeling.
DE OMZETBELASTING.
V. V, Eerste Kamer.
In het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over het wetsontwerp tot heffing
eener omzetbelasting wordt algemeen
hulde gebracht aan den minister van Fi
nanciën voor de vele wijzigingen en ver
beteringen in den tekst van het ont
werp. Uit deze vruchtbare samenwer
king tusschen regeering en volksverte
genwoordiging is wederom ten duidelijk
ste het nut van parlementairen arbeid
gebleken.
Enkele leden beschouwden ook de
nieuwe belasting als een maatregel, uit
sluitend door de crisis vereischt, en
mitsdien bestemd om te worden inge
trokken, zoodra gunstiger tijden zullen
zijn gemaakt.
Met dit voorstel achtten zij de uiter
ste grens voor de verbruiksheffingen be
reikt.
Met het pleidooi voor een winstbelas
ting, geheven van de naamlooze ven
nootschappen, verklaarde men zich
slechts onder sterk voorbehoud te kun
nen vereenigen. Voornamelijk verzette
men zich tegen het denkbeeld, meer
dekking te zoeken in verhooging der di
recte belastingen, en niet alleen om re
denen van louter practischen aard.
Verscheidene leden betreurden de
handhaving der weeldebelasting.
Eenige leden vestigden de aandacht
op de groote moeilijkheden, waarvoor
de gemeentebesturen zullen komen te
staan, indien dit ontwerp tot wet zal
worden verheven, voornamelijk ten aan
zien van de levering van gas, water en
electriciteit aan de ingezetenen. Zij
drongen er op aan, dat eerlang eene
ALLE GOEDE DINGEN BESTAAN
UIT 3
zegt het spreekwoord en dat is waar.
Neem nu b.v, „1. 2. 3." Hollandsch
zelfwerkend waschmiddel.
lo. Is het 5 cent per pak goedkooper
dan de buitenlandsche merken.
2o. Verschaft het geregeld werk aan
vele Hollandsche arbeiders.
3o. Zijn de resultaten, die andere huis
vrouwen ermee bereiken, uitste
kend, zoowel bij de gezinswasch als
voor het fijne goed.
Begin toch ook met „1. 2. 3." Hol
iandsch zelfwerkend waschmiddel voor
17J cent per pak. U zult zéér tevreden
zijn.
TOT 14 OCTOBER SPECIALE
RECLAME
2 PAKKEN „1. 2. 3."
30 cent,
(Ingez. Med.)
Middelburg, 10-X-'33. Maandag hoog
ste lucht temperatuur 18.9 °C; (66 °F);
laagste 15.2 °C (59 °F). Heden 9 h: 16.6
°C; 12 h: 19 °C. Geen regen of neer
slag. Hoogste barometerstand te dezer
stede, in het afgeloopen etmaal: 759
mm; laagste 758 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 765.6 mm
te Ziirich; laagste 722.4 mm te Thors-
havn.
Verwachting tot morgenavond:
Meest krachtige, tijdelijk afnemende
Z.W, wind, zwaar bewolkt met tijdelijke
opklaring, waarschijnlijk enkele regen
buien, later iets koeler.
Zon op: 6 h 17; onder: 17 h 16. Licht
op: 17 h 46. Maan op: 20 h 36; onder: 13
h 52. L.K.: 11 October.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later.
(S springtij.)
October. N
Hoogwater. Laagwateï.
Di. 10 4.56 17.22 11.23 23.41
Wo. 11 5.44 18.15 12.04
Do. "12 6.42 19.30 0.30 13.02
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge.
October.
Hoogwater. Laagwater.
Di. 10 6.45 19.03 0.06 12.25
Wo. 11 7.27 19.49 0.49 13.09
Do. 12 8.18 20.58 1.37 14.04
wetswijziging aan dien ongewenschten
toestand een einde zou maken.
Verscheidene leden waren bevreesd,
dat de toepassing der ontworpen maat
regelen op groote bezwaren zal stuiten,
zoowel wat betreft de controle als wat
de vrijstellingen aangaat. Daar het te
heffen percentage tamelijk hoog is ge
steld, zal ongetwijfeld in ruime mate
worden getracht de wet te ontduiken.
Gaarne zou men vernemen, of bij de
raming van 85 millioen wel is gere
kend met de mogelijkheid van achteruit
gang der omzetten als gevolg der nieu
we belasting.
TEXTIEL-lNDUSTRIE-
MOGELIJKHEDEN IN NED. INDIë.
In zijn memorie van Antwoord op het
V.V. der Eerste Kamer betreffende
goedkeuring van diverse besluiten van
den Gouverneur Generaal van Ned. In-
dië, zegt de minister van Kolonië o.a.
dat omtrent het instellen van een onder
zoek naar de mogelijkheid tot vestiging
van een textielindustrie op Java nog
kan worden medegedeeld, dat bij een
combinatie van Nederlandsche onderne
mers het voornemen bestaat ten spoe
digste een deskundige commissie naar
Nederlandsch-Indië te zenden ter bestu
deering van de levenskansen van een
textielfabriek.
Bij Kon. besluit is, met ingang van
1 November 1933, mr. J. A. G. M. van
Hellenberg Hubar benoemd tot burge
meester der gemeente R ij s w ij k (Z.-H.)
Z. K. H. de Prins is vpornemens
zijn belangstelling te toonen in het gou
den jubileum van den Nederlandschen
Journalistenkring door aan het diner ter