1
RECHTZAKEN.
nV „v
-, •l|HVr:. *$JSB9S!Sm&&& ;■•->■*
de jonge dokter kan ook elders benoemd
worden.
De heer VAN ANDEL vraagt wat er
dan zou moeten gebeuren, volgens den
heer Onderdijk.
De heer ONDERDIJK zal dat nu niet
zeggen, hij kan niet namens B. en W.
spreken.
De heer VAN DER FELTZ wil voor
stellen voor de reorganisatie bij de be
grooting.
De VOORZITTER zegt overweging
toe.
Het advies wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Hetzelfde wordt gedaan met het ant
woord van B. en W. op vragen van den
heer Heemskerk in zake de berekening
van rente tusschen de bedrijven onder
ling en met een verzoek van een in
woner te den Haag, die een betrekking
vraagt bij de gemeente Middelburg. De
verzoeken van Handelsbelang inzake de
winkelssluiting en dat inzake de perso-
neele belasting van café's worden in han
den gesteld van B. en W. om advies.
Ged, Staten melden nog, dat de auto
markt te Middelburg is goedgekeurd en
de heer PAUL vraagt deze op andere
uren en dan bijv. op het Molenwater of
de Groenmarkt te houden.
3. Benoeming Voorzitter Burgerlijk
Armbestuur.
De raad benoemt den heer mr. F. B,
Evers met algemeene stemmen.
4. Benoeming lid Commissie van toe
zicht gemeentelijke dienst Werk
loosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling.
De raad benoemt den heer J. Mon-
deel met algemeene stemmen.
5. Eervol ontslag en op-wachtgeld
stelling Onderwijzeres School K.
B. en W. stellen voor mej. G. W. Bot
op wachtgeld te stellen.
De heer JERONIMUS stelt voor dit
aan te houden en eerst aan den minister
te vragen welke gedragslijn moet wor
den gevolgd en wel of men de oudste
leerkracht in de geheele gemeente of
wel die eener bepaalde school moet
ontslaan.
De heer PAUL meent, 'dat mej. Bot
beide is.
De VOORZITTER zegt, dat de heer
Jeronimus algemeen spreekt. De over
plaatsing naar school K zou moeten voor
afgaan, en dat beschouwt men als een
belooning, anders zou men wachtgel
ders moeten doen voorgaan. Er zijn
geen gewichtige motieven aan te voeren
om voor Middelburg op afwijking der re
geling aan te dringen.
De heer JERONIMUS meent dat er
een is met 42 dienstjaren, die dus spoedig
vol pensioen kan krijgen. Men mag niet
rekenen met andere door den heer Paul
bedoelde motieven. Spr. meent dat alles
niet duidelijk is, en wil nog eens inlich
tingen vragen.
De heer BOASSON verzekert, dat
geen andere motieven medewerkten aan
de voorstellen.
De klasse van mej. Bot vervalt en het
is daarom dat zij voorgedragen wordt
voor ontslag. Gewichtige redenen om
daarvan af te wijken en een ander aan
te wijzen, waren er niet.
Een andere persoon, mej. Eesink, heeft
evenveel recht om voor haar belangen
op te komen en zich tegen een ongemo
tiveerd ontslag te verzetten.
De heer PAUL zegt dat hij meende
dat de heer Jeronimus wist, dat er over
plaatsing aan vooraf moest gaan.
Spr. kan zich bij het standpunt van
B. en W. neerleggen.
De heer VAN ANDEL vraagt of het
juist is, dat degene, die op mej. Bot
volgt, gedurende de laatste jaren meer
malen ziek is geweest. Kan men die dan
niet op wachtgeld stellen? Mej. Bot had
er extra werk door.
De heer BOASSON geeft toe, dat be
doelde meermalen ziek is geweest, maar
het is hier een delicate kwestie om uit
een te zetten, dat er geen reden is te
handelen als de heer Van Andel zou
willen.
De heer ONDERDIJK geeft toe, dat
bedoelde dit jaar twee maanden ziek is
geweest, maar er zijn toen drie tijde
lijke krachten geweest en heeft mej.
Bot dus niet altijd moeten vervangen.
Mevr. WEIJL heeft zich op het stand
punt geplaatst dat er voor de raadsle
den wel heel bijzondere redenen moeten
zijn om af te wijken van het advies van
B. en W., inspectie en hoofd der school.
Het is het beste de ouderen eerst te
ontslaan; en hier geldt, dat men moei
lijk mej. Eesink kan ontslaan.
De VOORZITTER verzekert, dat hij
niet zoo pertinent de meening van den
minister naar voren zou brengen, als hij
er niet zeker van was.
Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
6. Regeling openbaar Vervolg-onder-
wijs.
De VOORZITTER zegt, dat bij aan
name van het meerderheidsvoorstel,
toestemming zal moeten gevraagd wor
den om af te wijken van het minimum
aantal lesuren.
De heer HEEMSKERK meent dat als
er behoefte aan dit onderwijs is, dit
moet blijken van de zijde der belang
hebbenden zelf. Het staat vast dat op
ieder punt waar het mogelijk is, bezui
nigd dient te worden.
Spr. gaat daarom mede met de min
derheid van B. en W. en hij hoopt dat
de raadsleden dit zullen volgen. Ook al
kent men de begrooting 1934 nog niet.
Mevr. WEIJL kan ook alleen mede
gaan met het meerderheidsvoorstel, ge
zien de noodzakelijkheid, al voelt zij 't
groote bezwaar van het halveeren van
den leertijd, maar heel onbillijk is deze
kinderen geheel van onderwijs te ver
stoken voor 500 besparing die ook
op andere posten te vinden zullen zijn.
De heer VAN ANDEL zegt, dat het
gaat over 1016. Op de bijzondere scho-'
len gaan meer kinderen en daar heeft
men geen vervolgonderwijs. Spr, meent
geen hatelijkheid als hij vraagt of het
openbaar onderwijs niet zoo' goed is,
dat er voor de 30 leerlingen nog een
herhaling noodig* is.
Spr. voert plannen van andere ge
meenten aan, o.a. van Haarlem, waar
700 kinderen van het vervolgonderwijs
aan openbare en bijzondere cursussen
genoten.
Spr. is voor het minderheidsvoorstel,
mede omdat er op de avondschool voor
N.O., de Huishoudschool en de Handels
school gelegenheid tot verder leeren
blijft.
De heer PAUL kan alleen, gezien den
toestand, mede gaan met het voorstel tot
halveering van het aantal lesuren. Spr.
hecht nog waarde aan dit vervolgonder
wijs. Met Haarlem blijkt, dat de heer
Van Andel met zijn niet als hatelijkheid
bedoelde opmerking, er naast is.
De heer v- d. FELTZ meent, dat men
de kwestie openbaar en bijzonder on
derwijs hierbij ter zijde moet stellen.
Volgens spr. zit geen waarde in een
cursus van 16 weken, te meer waar
men blijft beneden het wettelijk mini
mum en dit vrijwillig genoten onder
wijs is, waarbij makkelijk kan worden
weggebleven.
Men weet gewoonlijk wel welke le
den van B. en W. of van de Commissie
van Financiën een bepaalde meening in
de voorstellen of adviezen naar voren
doen komen. Hier is de minderheid van
B- en W. in deze wel hij, die met de
financiën is belast, en men kan niet
meer inkomsten krijgen en men moet
dus bezuinigen. Dit kan men niet doen
op gezondheidsbelangen maar wel op
dit punt.
Gezien ook de aankondiging van
minder uit de fondsbelasting, zal men
later toch tot opheffing moeten over
gaan.
De heer JERONIMUS wil in afwach
ting van de toekomst niet verder tor
nen aan het onderwijs, dat het eenige
is wat men het volkskind nog kan
mede geven en zal voorloopig mede
gaan met het meerderheidsvoorstel. Er
zijn andere zaken, Kunst en Weten
schappen die een veer moeten laten.
De heer CORNELISSE had eerst de
begrooting willen afwachten; maar dit
kan niet gezien de stemming in den
raad- Hij zal met de meerderheid van
B. en W, medegaan. Het is geen ver
plicht onderwijs, maar dat is het gym
nasium ook niet, en dat kost heel wat
meer.
Iedere leerling van het gymnasium
kost 450 a 500 en dit onderwijs kost
na de halveering in totaal zoo veel.
De heer van Andel valt dit onder
wijs herhaaldelijk aan en spr. wenscht
hem geluk met zijn succes maar .nog is
hij niet tevreden.
De heer v, d, Feltz zegt ten onrech
te, dat men dit onderwijs kunstmatig in
't leven houdt, en spr. vraagt of men ook
met de leerplichtwet het openbaar la
ger onderwijs kunstmatig in het leven
houdt.
De heer DEN HOLLANDER zegt, dat
de heer Jeronimus bij een vorig punt
sprak over de noodzakelijkheid en nu
over de nuttigheid van een zaak.
Men moet z.i- eerst de noodzakelijk
heid beoordeelen en dan wijst spr, op
de centrale zevende klasse school, die
vroeger niet bestond Voor een cursus
van 32 weken, had men moeite leerlin
gen bijeen te brengen, en dan twijfelt
spr, ook aan de nuttigheid.
Men moet niet wachten op het vol
gend jaar, en spr. wijst op den huidigen
minister van onderwijs, die begrijpt de
bakens te moeten verzetten als het getij
verloopt.
Is het niet beter nu in eens op te hef
fen, dan nu de helft en volgend jaar de
rest.
Spr. wil er alleen op wijzen, dat met
één uitzondering, er bij het bijzonder-
onderwijs, nimmer 'vervolgonderwijs is
gegeven.
De heer MES zegt, dat alleen aan de
R.K. gratis vervolgonderwijs wordt ge
geven. Spr. zou gaarne mede gaan met
de meerderheid van B. en W. maar
stelt veel vertrouwen in de minderheid
en zal die dan ook steunen.
De heer HEEMSKERK ontkent ge
zegd te hebben, dat men alleen moett
uitgeven, waartoe de wet verplicht, zoo
als de heer Paul meent, maar waartoe
men volstrekt verplicht is.
Spr. meent dat er dit jaar maar een
klasse zal zijn en eerst volgend jaar
twee, en dan wordt het ineens duurder.
Spr, wil nu de cursus opheffen, maar
de cursus 1933 nog voortzetten in 1934.
De VOORZITTER geeft toe dat het
jammer is dat de begrooting 1934 nog
niet bekend is, maar men meende re
kening te moeten houden met den aan
vang van den cursus.
De> heer BOASSON verdedigt het
meerderheids voorstel en zegt, dat ook
de meerderheid volkomen den moeilij
ken finantieelen toestand voelt, al kent
ook zij de cijfers der begrooting nog
niet. Dit, omdat men meermalen hoor
de, dat men meer vertrouwen stelt
in de minderheid, 't Voorstel sluit twee
gedachten in zich ten eerste dat er
bezuinigd moet worden, het gaat er maar
om hoever men dit wil voortzetten.
Men moet zich afvragen of 't vervolg
onderwijs nuttig en noodzakelijk is, en
de meerderheid meent van beide, om
dat het is voor de kinderen, die niet op
andere wijze onderwijs krijgen.
Aan de zevende klasse school wordt
overdag les gegeven; 't vervolgonderwijs
aan hen, die over dag gewerkt hebben.
Spr. is in goed gezelschap van den in
specteur, de commissie van toezicht op
het L. O., en ook de organisaties van
onderwijzers, die op objectieve gronden
het nut van het vervolgonderwijs be
pleiten.
Het is een kwestie van persoonlijk
inzicht of uitgaven volstrekt vereischt
zijn of niet.
Spr. ontkent dat het vervolgonder
wijs met kunst- en vliegwerk in 't leven
wordt gehouden.
Het hoofd schrijft alleen de ouders
aan, dat er gelegenheid is het vervolg
onderwijs te volgen, voor het geval zij
de advertenties niet lazen, maar verder
wordt geen drang uitgeoefend,
Er zijn nu 25 aanvragen van de eer
ste klasse, w-o. 5 van Kinderzorg, 3 van
het bijzonder onderwijs en 11 zijn er
voor de tweede klasse. Dit eerste klinkt
eigenaardig en doet de vraag rijzen of
er niet financieele redenen zijn om aan
de bijzondere scholen geen vervolgon
derwijs te geven.
De heer v. d. Feltz heeft toch vroe
ger erkend, dat dit onderwijs zeer nut
tig is, en dit wordt toch niet zooveel
minder als men het van 8 tot 4 maan
den terug brengt, waar het in vele
plaatsen nu ook maar zes maanden
duurt.
Het is goed iets over te houden om
het in de toekomst bijv. tot zes maan
den te kunnen uitbreiden.
Inzake het uitgeven als het niet nood
zakelijk is, herhaalt spr. dat dit een
persoonlijke opvatting is, men zal ze
ker moeten bezuinigen en hier is dit
niet minder dan 50 pCt,
De VOORZITTER acht, als minder
heid dit onderwijs ook zeer nuttig. Maar
tal van andere gemeenten hebben om
redenen van finantieelen aard, dit on
derwijs opgeheven.
Het onderwijs-rapport 1929-1930
meldt, dat het vervolgonderwijs bijna
geheel verdwenen is en dit is een gewijs
dat er geen behoefte meer aan be
staat, volgens de verschillende hoofd
inspecteurs, gezien de rapporten der
inspecteurs, en dit blijkt ook uit vorige
verslagen.
Het achteruitgaan is zeker voor een
groot deel een gevolg van andere onder-
wijsgelegenheid, die ontstond.
Spr. ontkent niet de beteekenis voor
herhaling aan dit onderwijs, maar er
zijn meer voorzieningen, die zullen
moeten lijden; en telkens kan men die
zelfde tegen-motieven hooren en het
blijft onplezierig aan het een of andere
te tornen.
Spr was aanvankelijk geneigd jnet
de meerderheid mede te gaan, maar
meende dat dit financieel niet kon, al
ontkent hij, meer van den financieelen
toestand te weten, dan de meerderheid-
Spr. denkt, dat men tusschen 40.000
en 50 000 zal moeten dekken. Dit zal
veel moeite kosten en daarom moet
men elke 1000 en elke 500, die
kunnen, bezuinigen. Het is jammer dat
men zulke groote argumenten moet ge
bruiken bij een voorstel als dit, maar
het is noodzakelijk. Men denkt aan een
typogjrafencursus, men steunt ontwik
kelingscursussen voor werkloozen en
dit breidt de zorg steeds uit.
Spr. heeft eerbied voor hen, die meer
waarde hechten aan het vervolgonder
wijs, dan hij, maar hij vreest, dat de
eerste stap toch spoedig door een twee
den zal moeten worden gevolgd-
De heer PAUL repliceert en zegt, dat
de eischen, die aan het leven gesteld
worden, hooger zijn dan in den tijd toen
er nog geen leerplicht en geen vervolg
onderwijs was.
Spr. zou eenigen drang op de ouders
nog niet zoo erg vinden. Spr. gelooft
niet dat ook bewaarschool-onderwijs en
de meisjesschool door den burgemees
ter genoemd, geen 50 pCt. moeten la
ten vallen. De rapporten door hem
voorgelezen spreken niet van de nut
tigheid al of niet van dit onderwijs
De heer JERONIMUS: Stemmen,'wij
weten het nu wel.
De heer HEEMSKERK wil het eerste
stemmen over algemeene opheffing en
stelt voor in 19331934 alleen de twee
de klasse te doen voortzetten. Men
kan dan het voor 1933 reeds toegestane
naar 1934 overbrengen.
Als er in de toekomst weer behoefte
aan bestaat, dan komt het vervolgonder
wijs toch weer terug. De gunstige con
junctuur zal, naar spr. meent, lang op
zich laten wachten.
De heer VAN DER FELTZ heeft
eigenlijk na het betoog van den voor
zitter, geen behoefte meer iets te zeg-
gen.
De heer JERONIMUS: Houdt dan je
mond!
De heer VAN DER FELTZ zal bij de
begrooting wel voorstellen of discussi
eeren met den heer Cornelisse.
De heer BOASSON zegt, dat financi
eel voorloopig het voorstel- van den heer
Heemskerk hetzelfde is als dat der
meerderheid van B. en W., alleen dan
nu reeds over de toekomst.
De heer ONDERDIJK herinnert aan
woorden van wijlen den heer De Veer,
dat ieder object van bezuiniging wordt
bezien van het standpunt dat men over
het object heeft.
Komende uit de arbeidersklasse ke»l
mju he' belang val het herhalingson
der wijs.
Het zal om baas in eigen huis te blij
ven, noodig zijn krachtig te bezuini
gen, dit kan niet meer als bijv. het rijk
niet meer voldoenden steun verleent
voor de werkeloozen. Ook de leerlin
gen van het bijzonder onderwijs kun
nen van dit vervolgonderwijs genieten
het is in aller belang. Het is gebleken,
dat het niet mogelijk is de betrokken
kinderen op een der andere onderwijs
inrichtingen onder te brengen. Spr. zou
niet gaarne -medegaan met verlaging op
andere uitgaven.
De heer VAN ANDEL stelt nu voor
het vervolgonderwijs op te heffen.
Dit wordt verworpen met 9 tegen 8
stemmen. Met links stemt de heer Je
ronimus tegen.
Het voorstel-Heemskerk ondergaat
hetzelfde lot
Het voorstel van de meerderheid van
B. en W. wordt daarna aangenomen met
15 tegen 2 stemmen, die der heeren Van
Andel en Harthoorn.
Zulks nadat er op gewezen was, dat
bij verwerping van dit voorstel het ver-
volg-onderwijs ongewijzigd behouden
blijft.
7. Aankoop grond Blauwendijk.
De raad neemt dit voorstel z. h. st.
aan.
8. Overneming grond Zusterstraat.
Z, h. st. vereenigt de Raad zich met
dit voorstel.
9. Wijziging kapitaalsbegrooting 1933
Electrisch Bedrijf.
De Raad kan zich zonder op- of aan
merkingen met dit voorstel vereenigen.
10. Verbetering stroomvoorziening N.
Vlissingsche weg.
De heer PAUL komt er tegen op, dat
dit voorstel niet bij de commissie van
fabricage is geweest.
De heer BOASSON meende, dat het
voldoende was bij financiën en bij de
commissie van bijstand voor de bedrij-
venn.
De heer ONDERDIJK geeft toe, dat
vroeger zulk een voorstel ook naar fa
bricage ging.
De heer Paul krijgt de toezegging dat
in het vervolg met een en ander reke
ning zal worden gehouden.
De heer HEEMSKERK zegt te mee-
nen, dat de commissie van bijstand voor
de gemeentebedrijven toch is ingesteld
om B. en W. voor te lichten en niet den
raad. Daarom heeft het geen zin mede
te deelen, dat deze commissie zich met
het voorstel vereenigt, of men moet
ook haar advies aan den raad mede
deelen, als het afwijkt van het voorstel,
wat z. i. niet kan, want dan zou het
voorstel er niet komen.
De heer BOASSON zegt, dat thans de
gang van zaken is, dat de directeur een
voorstel ontwerpt.
Dit gaat dan naar de commissie van
bijstand en komt dan bij burg. en weth.
maar deze kunnen gerust afwijken van
de meening der commissie. In zulk ge
val is er z.i, geen reden om niet ook het
advies der commissie aan den raad over
te leggen.
De heeren JERONIMUS, PAUL en
BYBAU meenden, dat er in een voor
stel hoogstens kan staan „gehoord de
commissie van bijstand".
De heer MONDEEL zal de adviezen
der commissie gaarne kennen.
De heer ONDERDIJK meent, dat men
dan een ander soort commissie had moe
ten instellen.
Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
11. Aangaan annuïteitsleening voor af
koop onderhoudsbijdrage Nieuwe
Vlissingsche weg.
De heer JERONIMUS vraagt hoe het
komt, dat men pet. provisie voor
plaatsing moet betalen en de polder
Walcheren kort geleden maar 3/8.
De heer HARTHOORN zegt, dat dit
afhangt van den vraag of men met een
annuiteitsleening of een obligatieleening
te maken heeft, de eerste is moeilijker
te plaatsen.
De VOORZITTER zegt, dat dit de
eenige aanbieding was, de raad trok het
destijds in twijfel of men wel een an
nuiteitsleening zou kunnen sluiten.
De heer JERONIMUS had alleen de
bedoeling inlichtingen in te winnen.
De raad vereenigt zich met het voor
stel z.h.s.
12. Goedkeuring rekening 1932 Armen
raad.
De heer PORTHEINE vraagt of men
gezien de z.i. hooge post voor salaris
sen niet tot vermindering kan komen,
door samenvoeging met andere licha
men, bijv. het Burgerlijk Armbestuur.
De VOORZITTER zegt, dat burg. en
weth. in deze richting werkzaam zijn
en men nu in onderhandeling is met den
Armenraad.
De heer CORNELISSE zegt, dat de
commissie van financien reeds meer
malen op de hooge posten heeft gewe
zen.
De heer JERONIMUS acht de kosten
van drukken van het jaarverslag, waar
van slechts een 100-tal gedrukt worden,
te hoog.
De VOORZITTER zegt, dat binnen af-
zienbaren tijd, als het contract met den
drukker eindigt, voorstellen zullen ko
men tot het vermenigvuldigen van stuk
ken enz. op andere wijzen.
Het verslag keurt de raad z.h.s. goed.
13. Bezwaarschriften tegen aanslagen
straatbelasting.
Besloten overeenkomstig de voor
stellen.
Rondvraag.
De heer DEN HOLLANDER komt met
zijn vragen naar voren inzake het ge
huwd zijn van een onderwijzeres en her
innert er aan, dat bepaald is, dat een
ambtenares, die huwen wil, toestemming
van den Raad noodig heeft.
De VOORZITTER wijst er op, dat als
de heer Den Hollander vragen wil stel
len, hij daarvoor toestemming van den
Raad moet hebben. Het geldt hier een
kwestie waarover hij reeds met burg. en
weth. onderhandeld heeft.
De heer DEN HOLLANDER wijst er
op, dat de wet ontslag van de huwende
onderwijzeres niet voorschrijft, maar de
bevoegdheid aan den Raad laat ten deze
een verordening te maken.
Het geldt hier een ambtenares door
den Raad benoemd, en die ook door de
zen kan worden ontslagen.
De VOORZITTER geeft in overwe-
ging de stukken in de trommel ter visie
te leggen, dan kunnen de raadsleden na
gaan of zij meenen dat hier art. 56 van
het ambtenarenreglement van toepas
sing is. Op een vraag van den heer v. d.
Feltz zegt spr., dat als raadsleden er
niet mede accoord gaan, wat burg. en
weth. mededeelen, zij er een interpella
tie over kunnen aanvragen.
De heer PAUL bespreekt den stank
in de vesten en vraagt, om, als het uit
diepen nog lang op zich laat wachten,
speciaal bij den Noordweg reeds voor
loopig maatregelen te treffen, daar is
het wel het ergste.
De heer ONDERDIJK zegt, dat deze
kwestie hem zeer ter harte gaat, er was
reeds een plan voor alle vesten opge
maakt door de Heidemaatschappij, maar
dat kost 200.000 en zou maken dat
een paar jaar wonen aan de singels zoo
goed als onmogelijk is. Daarom is er nu
op aangedrongen na te gaan, om door
het maken van een dam in plaats van
de Veersche brug en het werpen van
den bagger uit de andere vesten in het
deel tusschen die brug en het reeds ge
dempte deel der vest, ook een oplossing
is te bereiken, Dit zal nu binnenkort on
derzocht worden. Als het aan spreker
lag, dan zou hij direct er werkloozen aan
zetten, maar men is afhankelijk van het
rijk en dat eischt dat de Heidemaat-
schappij het werk uitvoert.
De heer CORNELISSE wijst op het
lang uitblijven van het verkeersrapport
en vraagt of niet net als voor de Burg
al vast voor de Langedelft maatregelen
kunnen worden getroffen.
De VOORZITTER meent te weten,
dat weer een vergadering van de ver-
keerscommissie op komst is, maar die
zal nog wel door andere gevolgd wor
den. Het Langedelft-vraagstuk komt er
ook aan de orde.
De heer HARTHOORN komt nog te
rug op de vesten en meent, dat het
pompgebouwtje ook stank bevordert.
De heer ONDERDIJK zegt, dat dit
niet mogelijk is, omdat het nog niet
werkt, Jaffa is nog bezig het in orde
te brengen en er moet nog een pomp ge
plaatst worden.
De heer HARTHOORN heeft juist ge
dacht, dat het reeds gereed was.
De heer MONDEEL zegt, dat de reeds
uitgebaggerde vesten zooals de Seisvest
toch nog stinken.
De heer ONDERDIJK beaamt dit en
kan niet zeggen of dit veroorzaakt wordt
door daarin uitloopende riolen of wel
dat de stank afzakt van de andere dee
len van de vest bij lagen waterstand.
De heer MES wijst op het raadsver-
slag van Arnemuiden, waaruit blijkt dat
voor een daar wonende krankzinnige
vrouw Middelburg moet betalen, omdat
de curator in Middelburg woont en
vraagt of burg. en weth. daartegen niets
kunnen doen.
De VOORZITTER verzekert, dat er
niets aan te doen is; burg. en weth. heb
ben gedaan wat zij konden.
De heer MES wil er de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten voor-,
spannen om hierin wijziging te beplei
ten.
De VOORZITTER meent, dat zulks
niet op den weg dier vereeniging ligt.
Te half zes sluit de VOORZITTER de
vergadering.
V-
v
I
r
f
1
1
Politierechter te Middelburg,
M. de B„ 43 jaar, autobusondernemer
te Goes, werd ten laste gelegd, dat hij
op 15 Augustus te Kloetinge met een
auto heeft gereden met een nummerbe-
wijs dat aan een ander toebehoorde.
Eisch en uitspraak 15 of 10 d. h.
D. B., 26 jaar, student te Rotterdam,
werd verdacht dat hij op 10 Aug. te
Souburg, toen hij daar met een rijwiel
reed, niet heeft voldaan aan de vorde
ring van den Rijksveldwachter Janse om
af te stappen.
Eisch 15 of 10 d. h. Uitspraak 7.50
of 5 d. h.
H. A. B., 18 jaar, varensgezel te Vlis-
singen, werd verdacht dat hij op 15 Aug.
te Koudekerke, terwijl hij met een rij
wiel reed dat niet verlicht was, niet
heeft voldaan aan de vordering van den
wachtmeester Hamers om af te stappen.
Eisch 15 of 10 d. h. Uitspraak 7.50
of 5 d. h.
A. H„ 43 j., loondorscher te Ovezan-
de, werd ten laste gelegd dat hij op 19
Aug. te Ovezande den Rijksveldwach-
ter-brig.-majoor Ganseman, die surveil
leerde, heeft beleedigd.
Eisch en uitspraak 15 of 10 d. h.