„Dat is toch al te bar!
VERKEERSWEZEN P. T. T.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUW5CHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.ü. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933. No. 223.
m
HET NEDERLANDSCHE
FASCISME
VAN Ir. A. A. MUSSËRT.
KAPITEIN SAXON.
DE GEMEENTEBEDRIJVEN TE
MIDDELBURG.
Verslag over 1932.
III. ELECTRISCH BEDRIJF.
Die goede lepels en vorken vol met krassen.al de
glans er af - ondanks alle zorgen en moeiteDoe het
voortaan anders - poets Uw kostbaar tafelzilver niet
meer met scherpe schuurmiddelen maar met VIM
GEMEENTERAAD VAN
MIDDELBURG.
De gemeente-geneesheeren.
-rÜUiSÓH
jfcJfS..11".-
XII.
Kultureele en sociale voorzie
ningen.
De kultuur-paragraai van het N. S.
B-programma is zeer sober, en vrij
vaag, behalve op één punt. Zij luidt al-
-,dus:
„15. Volledige godsdienst- en gewe
tensvrijheid, met bescherming van den
Christelijken godsdienst voor het in
Europa gelegen deel van het rijk.
16. Opvoeding van de jeugd tot ze
delijkheid, orde* tucht, burgerzin en
arbeidzaamheid. Bevordering van de
vorming van leidende, karaktervolle
persoonlijkheden in iederen stand en
ieder beroep.
11, Bevordering van wetenschappen
en kunsten; onderdrukking van leerstel
lingen, instellingen en handelingen, die
de eenheid en de onafhankelijkheid van
de natie en de goede zeden aantasten.
Krachtige bescherming van ihet land
schap- en stedenschoon."
Slechts in punt 17 zit een addertje,
misschien zelfs wel een boa-constric-
tor onder 't gras. 't Hangt er maar van
af wie „de leerstellingen, 'instellingen
en handelingen, die de eenheid en de
onafhankelijkheid van de natie en de
goede zeden aantasten", zal beoordee-
len en veroordeelen en.... onderdruk
ken. Als de Nederlandsche fascisten,
in Nederland eens de baas geworden
zouden zijn wij zeggen allerminst
dat we dit nu of in een nabije toekomst
verwahten! dan is 't maar de vraag
of de rechters, die deze maatstaven zul
len moeten aanleggen, allemaal breed-
denkende, nobele, hooggstaande lie
den zuilen zijn. Dan is 't addertje mis
schien, heel misschien zelfs, ongevaar
lijk. Maar als Duitsche bruinbroek ty
pen hie. zulke varkentjes zullen moe
ten wasschen, of onbezonnen knapen
dan zal het Nederlandsche individua
lisme, de Nederlandsche ivrijheids- en
onafhankelijkheidszin zich dra dermate
doen gelden, dat die onderdrukkerij op
niets uitloopt!
„Is de eisch tot onderdrukking van
leerstellingen, instellingen en (hande
lingen, die de eenheid en de onafhan
kelijkheid van de natie ende goede ze
den aantasten, niet in tegenspraak met
punt 15 van ons programma, dat volle
dige godsdienst- en gewetensvrijheid
waarborgt?", zoo vraagt Mussert zelf.
Het antwoord luidt:
„Geenszins! Evenzeer zou men kun
nen vragen, of het verbod om op een
gevaarlijke plaats in de rivier te ba
den, niet in strijd is met den wensch
naar reinheid van lichaam. Zeker, ook
ter plaatse van een draaikolk zal het
lichaam gereinigd worden, maar met de
kans, dat het snel een lijk zal zijn. De
wensch naar hygiëne moet wijken voor
de noodzakelijkheid het gevaar voor
verdrinking te ontgaan.
Zoo moet ook de eisch van gods
dienst- en gewetensvrijheid wijken voor
den eisch, dat de eenheid en de onaf
hankelijkheid van de natie en de goede
zeden onaangetast moeten blijven."
De sociale voorzieningen zijn vervat
in de paragrafen 18-20; zij luiden
ter herinnering als volgt:
„18. Deelgerechtigheid in de winst
van de waardescheppende bedrijven
van alle daarin werkzaam zijnde perso
nen. onder mede-verantwoordelijkheid
voor den goeden gang van zaken in de
bedrijven.
1 19. Pensioengerechtigheid op 50- of
60-jarigen leeftijd (afhankelijk van den
aard vein het beroep) van iederen staats
burger, die de gemeenschap naar be-
hooren gediend heeft. Vroegtijdige pen-
sionneerin'g bij Invaliditeit. Ziektever
zekering-
20. Armverzorging van behoeftige
Nederlanders, die door geestelijke of
lichamelijke gebreken geen deel kun
nen uitmaken van de arbeidsgemeen
schap."
Bij het laatste punt wordt aangetee-
kend, dat dit betreft de verzorging van
onvolwaardigen. „De steun en de be
deeling, welke voor de volwaardigen
een vernedering is, is voor de onvol
waardigen een gerechtvaardigde tege
moetkoming in de voor hen zooveel
zwaarder te dragen moeilijkheden van
het leven. Deze verzorging van de on
volwaardigen is dus niet meer dan een
daad van sociale rechtvaardigheid."
En hiermede besluiten wij onze serie
artikelen over het Nederlandsche fas
cisme, zooals dat in de Nationaal-Soci-
alistische-Beweging van ir. Mussert be
lichaamd is.
Het ware een betrekkelijk eenvoudig
en goedkoop kunstje, de verschillende
programpunten te toetsen aan die van
een andere partij b.v. de Liberale
Staatspartij en dan aan te toonen
„dat het goede 't welk in 't fascisme te
vinden is" ook wel „op den grondslag
van cns Liberale Programma verwezen
lijkt kan worden." Wij twijfelen er niet
aan, of dat zou ons voor een deel wel
lukken. Met een ander politiek pro
gramma misschien eveneens....
Maar daar was het ditmaal nu eens
niet om begonnen-
Behoudens een enkele kritische op
merking, waar het o.i. wel wat ver over
de schreef ging, of bedenkelijk was,
wilden wij onzen lezers eens in de woor
den der fascisten zelf d.w.z, van een
o.i. eerlijk en fatsoenlijk deel van wat
momenteel al fascist is in ons land
laten lezen wat men in die kringen wil,
hoe men dat meent te zullen kunnen
bereiken.
Dat leek ons nuttig en noodig, omdat
oh. de liberale pers in het algemeen,
misschien uit verkeerd begrepen zucht
tot zelfbehoud, te weinig aandacht aan
de fascistische tendenzen van dezen
tijd schenkt.
Indien wij dus eenig licht over deze
zaak hebben mogen verspreiden, jdan
is het met deze artikelen uitsluitend
beoogde doel bereikt.
Oorspronkelijk verhaal door
G. P. BAKKER.
42.)
De boomen begonnen luider te
ruischen; het klonk hun in de ooren als
een spookachtig gefluister. Het werd
donker om hen heen, de zwoele lucht
woog zwaar; wilde loodkleurige storm-
wolken joegen dreigend door den he
mel, het vogelkoor boven hun hoofden
was verstomd. Dan vielen harde, dikke
regendroppels als voorboden van een
hevig onweer, ritselend door de blade
ren.
Zij gingen tegen den stam van een
zwaren boom zitten. Saxon sloeg zijn
mantel om hen heen.
Toen hoorden zij in de verte het rom
melen van den donder. De hemelpoorten
openden zich, zware stortbuien vielen
neer op de aarde. Plots een felle,
schelle bliksemslag, die den geheelen
omtrek hel en valsch verlichtte, gevolgd
door een diepe duisternis en het oor-
verdoovend rumoer van den rollenden
on er. Dan weer een foelie lichtflits,
16 'jj Sm\erpe boeken zijn doel zocht,
TZi rS geV°Llgd door ratelende
donderslagen, achterhaald door den
bliksem. i
De geheele omgeving was verlicfo
toen Saxon op eemgen afstand eens
klaps twee mannen zag staan met paar-!
den aan de teugels, maar hij wist dat
Marion en hij op den grond achter den
(Slot.)
Het dienstjaar 1932 is afgesloten met
een winst van 65.588 tegen een ge
raamde winst van 58.099.
Het Centraal Hoogspanningsstation
aan den Poelendalesingel onderging
geen wijziging, behoudens dat ter con
trole van het hoogspanningskabelnet op
aardsluitingen een drietal Voltmeters
met bijbehoorende spanningstransforma
toren werden ingebouwd.
In verband met de sectionneering van
het kabelnet vonden enkele uitbreidin
gen plaats en ook zijn andere uitbreidin
gen tot stand gekomen.
In 1932 traden de volgende storingen
op:
25 Maart: kabelstoring in laagspan-
ningsmof Oude Kerkstraat; 14 Aug.:
boom onzichtbaar waren. Bij elke blik
semstraal zag hij die beide gestalten.
Eensklaps greep Marion hem bij den
arm.
„Zie je die beide mannen daar?"
vroeg ze ontsteld.
„Ja", antwoordde de avonturier,
„maar ze kunnen ons hier tusschen de
boomen onmogelijk ontdekken. Ik be
grijp niet, wie het zijn".
Het onweder nam langzamerhand in
hevigheid af; het tijdsverloop tusschen
den bliksem en den donder werd groo-
ter, de regen verminderde merkbaar.
„Zullen wij ons in de struiken verber
gen?" vroeg zij. „Misschien komen die
mannen dezen weg langs, ik meen
straks een glinsterende helm gezien te
hebben".
Zij kropen in het bosch en gingen op
Saxon's mantel zitten.
Het was juist op tijd. Weldra klonken
naderende voetstappen en het klossen
van paardehoeven op den vochtigen bo
dem.
Bij den dikken boom bleven zij staan.
„Hier is het vrij droog gebleven",
sprak een der mannen. „Laten we een
oogenblik uitrusten".
„Ginds stonden wij ook goed be
schermd. Forsche boomen in dit bosch".
„Bind de paarden maar aan dat
boompje".
,,Ik ben toch nat geworden; we had
den beter gedaan onze jassen aan te
trekken".
„De boomen gaven geen voldoende
beschutting, maar het was zoo ver
vloekt heet".
kabelstoring t.g.v. defect in hoogspan
ningskabel Zuidsingel; 11 Nov.: kabel
storing in hoogspanningsverbindingsmoi
PoelendalesngelNieuwe Vlissingsche
weg; 11 Nov.: kabelstoring in laagspan-1
ningsmof Turfkaai; 16 Nov.: kabelstoring
in laagspanningsmof Korte Delft.
De voordeelen der sectionneering
kwamen hierbij duidelijk tot uiting. j
Aangekocht werden 1946011 KWU j
tegen 1882850 KWU in 1931.
Het verbruik voor verlichting en
huishoudelijke doeleinden nam toe met
84675 KWU, zijnde 9.04 pet. meer ver-;
geleken met 1931.
Het krachtverbrufk daalde van t
703426 KWU tot 700230 KWU, zijnde
met 0.45 pet. Waar in genoemd cijfer.
tevens begrepen is het verbruik van één
grootverbruiker, n.l. den Polder Wal- j
cheren, wiens verbruik in 1932 t.g.v. den
hoogen waterstand belangrijk hooger
was dan in 1931 (1932: 209000 KWU en i
1931: 150.000 KWU), is in werkelijkheid
de daling van het verbruik van de overi-
krachtverbruikers belangrijk grooter. j
Verkocht werden in totaal 1721367
KWU tegen 1639888 KWU in 1931.
De maximale belasting, welke voor
verrekening met de P.Z.E.M, in aanmer
king komt, bedroeg 776 KW., tegen
766.500 K.W. in 1931.
Het aantal aangesloten installaties!
onderging wederom een belangrijke stij-
ging en bedroeg op 1 Januari 1933 4033
tegen 3802 op 1 Januari 1932, een toe
name dus van 231.
Het totaal aantal aanvragen over 1932
bedroeg 247, zoodat nog 16 installaties
moesten aangesloten worden.
De toename van het aantal aangeslo
ten installaties gedurende de afgeloopen
10 jaren moge blijken uit onderstaande
opgave.
1 Januari 1933 4033; 1932 3802; 1931
3550; 1930 3176; 1929 2901; 1928 2675;
1927 2499; 1926 2331; 1925 2127; 1924
1795.
Op 31 December waren geplaatst
4133 meters.
Muntmeters 59 stuks.
Een aanvang werd gemaakt met de
revisie der geplaatste meters.
Gedurende het verslagjaar werd de
electrische straatverlichting uitgebreid
met: 3 lantaarns aan den Ouden Vliss.
weg; 1 lantaarn aan de Pottenmarkt; 1
lantaarn aan de Meidoornlaan.
Op 31 December waren in bedrijf:
308 lantaarns, waarvan 168 voor avond
en nachtverlichting, 138 uitsluitend voor
avondverlichting en 2 uitsluitend voor
nachtverlichting.
Door het politiecorps werd controle
gehouden op de straatverlichting wat
het uitgaan der lantaarns in de morgen
uren betreft.
Naast het bestaande tarief werd, in
gaande 1 Mei 1931, een vastrechttarief
ingevoerd voor verlichting en huishou
delijk gebruik.
Op 31 December 1932 waren 619
vastrechtovereenkomsten afgesloten. Ge
zien den korten tijd dat dit tarief in
werking is, is juist oordeel omtrent de
resultaten er van nog niet mogelijk. De
voorloopige indruk is, dat het tarief een
toename van het verbruik met zich mee
brengt.
Wat de microscoop toont:.
Verplaatst met ingang van 10 Oct.
a-s. de electro-technisch ambtenaar H.
K. W Haarman van het bureel van den
ingenieur bij de telegrafie en telefonie
te Vlissingen naar het telegraaf-
en telefoonkantoor te Rotterdam,
Gewoon schuur- Wereldberoemd rei-
middel, 50 maal nigingsmidde! VIM,
vergroot. Grove 50 maal vergroot. De
stukken mineraal bestanddeelen geven
zijn de oorzaak van een fijn en zacht
die akelige kras- poetsmiddel. Daar-
sen en schrammen, om krast VIM nooit.
Bewijst dit niet hoezeer
VIM andere poets
en schuurmiddelen over
treft? VIM, in de prac-
tische strooibus, is overal
verkrijgbaar.
Gewone bus slechts 20 ets.,
groote bus slechts 37£ ets.
LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ N.V., VLAARD IN GEN
V25-020 H
llngez. Med.)
Vergadering van Woensdag 20 Sept.
Voorzitter de burgemeester, de heer
M. Fernhout.
Aanwezig alle leden.
1, Notulen vorige vergaderingen.
Deze worden z. h. st. goedgekeurd.
2. Ingekomen stukken.
Verschillende berichten van goedkeu
ring van raadsbesluiten zijn ingekomen.
Deze worden voor kennisgeving aan
genomen, evenals de jaarverslagen van
de Godshuizen en van den Keurings
dienst van waren.
Het bericht van B. en W; inzake één
of twee gemeentegeneesheeren, geeft
den heer VAN DER FELTZ aanleiding
te zeggen, dat er voor één te veel, voor
twee te weinig werk is.
Spr. meent, dat een uitweg is, dat dr.
Broekhuijsen als gemeentegeneesheer
wordt aangewezen, en dr. Weijl reserve,
maar dan voor hem met minder salaris.
Is dit niet gewenscht, dan moeten beide
salarissen naar beneden en is dit voor
eerstgenoemde op andere wijze te ver
effenen.
De heer JERONIMUS wijst op het
rapport van het B. A., waaruit blijkt dat
bij eventueele vacature is te overwegen
of met één kan worden volstaan.
Regeeren is vooruitzien, en het is geen
tijd om niet iedere overtollige uitgave
na te laten.
Men moet doen als met de vroed
vrouw toen is gezegd, men heeft geen
„Als we geluk hebben, is de beloo
ning de moeite waard, luitenant".
„Natuurlijk, kapitein, tienduizend gul
den voor het vinden der prinses is geen
kleinigheid. In dezen armzaligen tijd
koop je er een riddergoed voor".
„En dan kapitein, het moet een ver
vloekt mooie meid zijn. Ik dacht dat ik
haar te pakken had. De veldmaarschalk
wou mij met haar laten trouwen, maar
't bleek een verkeerde te wezen".
„Wil je wel gelooven", babbelde hij
voort, „dat ik nu weer begin te twijfe
len of zij het toch niet geweest is, of die
overste ons toch nog niet allemaal bij
den neus heeft gehad. Het was een
mooie slanke vrouw met een paar vu
rige kijkers en een bekje om te zoenen".
„Wij zullen haar wel weer te pakken
krijgen, luitenant".
„In de Oude Herberg hielden zij zich
van den domme. Een prinses was daar
nooit geweest en kapitein Saxon was er
op uit om haar te zoeken".
Saxon en Marion verstonden alles,
woord voor woord. Zij zaten doodstil.
Saxon had zijn getrokken zwaard naast
zich neergelegd reikte Marion zijn
geladen pistool.
De zon begon weer tusschen de wol
ken door te schijnen, met stralende lij
nen tooverde zij gouden randen. De
vogels vingen weer aan te zingen.
„Het weer klaart op", sprak de luite
nant.
„Die overste is zeker een handige
duivel", meende de kapitein.
„Geen wonder, een jonge vent nog.
Lang geen dertig en ruiter-overste on
der Von Wallenstein".
„Maar ik neem het tegen hem op".
„Ha, ha", lachte de luitenant, „dat ge
loof ik, een reus als jij. Trouwens, ik ben
ook niet bang uitgevallen".
„Weet jij hoe ze hem noemden in
Wallenstein's leger?"
„Neen".
„Den dollen prins".
„Was hij dan een prins?"
„Wel neen, daar geloof ik niets van.
Zijn naam is Saxon. Hij schijnt door
Wallenstein geadeld te wezen, een stout
moedige avonturier. Kent geen gevaar
en heeft de manieren van een vorst.
Zelfs de veldmaarschalk kwam onder
zijn bekoring",
„Een gare rat, listig en sterk".
„Die tien ruiters kan hij toch niet al
leen verslagen hebben, zelfs niet met
zijn wachtmeester".
„Geen sprake van, maar tegenwoor
dig worden er meer soldaten dood ge
vonden. Gisteren drie, opgehangen aan
een boom".
Marion keek Saxon veelbeteekeneöd
aan; hij knikte begrijpend,
„Wij dwalen af. Meen jij, dat we kans
hebben de prinses te vinden?"
„Zeker, zij moeten hier in het bosch
zijn. Vanochtend zijn twee schooiers,
een groote man en een groote vrouw,
in Leuchtenberg geweest en dat is een
bezitting van de prinses".
„Hoe weet je dat?"
„De veldmaarschalk vertelde het mij.
In deze buurt is zij bekend".
„Wij zijn van den versten kant begon
nen te zoeken, jagen ze nu op".
tweede noodig, maar toen er geen solli
citanten kwamen, droeg men het werk
op aan dr. Feikema.
Dit kan nu ook en dan is de plaats
vervanger waarschijnlijk dr. Weijl, de
wachtgelder. Men mag geen sinecures
continueeren.
De heer VAN ANDEL dankt voor het
ingestelde onderzoek, maar kan met het
antwoord niet meegaan. Spr. wil wach
ten met een voorstel tot de begrooting.
Gisteren heeft men de landsdonderbui
gehoord, de motregen der gemeente
moet nog komen.
De heer MES heeft van een medicus
vernomen, dat een tweede gemeente
geneesheer te Middelburg hoog noodig
is, wellicht zal de toestand de armen
praktijk doen toenemen.
De heer BOASSON ontkent dat hief
sprake mag zijn van een sinecure.
De heer ONDERDIJK zegt dat men
moet rekenen met het advies van het
B. A., want dat is het college, dat het
weet en ook weten moet. De besparing
zou ten slotte van zeer kleinen omvang
zijn; er zal moeten zijn een plaatsver
vanger, die ook geld kost. Het zal hoog
stens 450 besparen, en dan komt de
vraag of men dr. Broekhuijsen het werk
van twee gemeentegeneesheeren kan
opdragen, wellicht blijft er maar 200
a 250 over. Als dr. Weijl met pensioen
gaat, kan men de zaak nader overzien
en zal het wellicht financieel grooter
voordeel brengen.
De heer JERONIMUS heeft zijn ar
gumenten juist aan hei advies van het
B. A. ontleend en daarom wil spr, niet
tot een vacature wachten.
De heer ONDERDIJK zegt, dat de
tijd zal leeren wat het voordeeligst was,
„Ik wou, dat wij ze vonden".
„En ik dan. Ik zou haar meenemen
naar de legerplaats en tegen den veld
maarschalk zeggen: „Excellentie, ik ben
genegen haar te trouwen. Ik ben goed
katholiek en zij zal het worden".
„En als zij niet wil?" vroeg de kapi
tein.
„Niet wil. O, ho". Hij lachte scham
per. „Er zijn honderden geoorloofde
middelen. Zij kunnen haar schatten niet
vinden, zij is op miraculeuze wijze ont
komen de duivel toovenarij. Zij is
een ketter, staat met den duivel in ver
binding. Eerst komt de scherprechter,
scheert al de haren van haar lichaam,
om te zoeken naar het duivelsteeken,
dan de pijnbank dat is nog maer het
begin".
„Kerel, schei uit...."
Saxon was opgestaan, zijn gelaat was
wit van woede, zijn vuisten knepen zich
krampachtig samen, de adem stokte hem
in den keel. Hij greep zijn zwaard.
Maar Marion legde hem de handen op
de schouders. „Stil", zeide ze, „ik wil
niet.
„Zeg, hoor je iets?" fluisterde de
luitenant. „Ik meende dat ik iets in die
struiken hoorde". Hij stond op.
Marion deed alle moeite Saxon te
verhinderen te voorschijn te treden. Zij
fluisterde:
„Neen, neen. Zij gaan straks wel
weg".
(Wordt vervol-d).