BINNENLAND.
ZEELAND.
LANDBOUW.
M 50,
ip-
rip-
fi
ll kg
looie
Fre-
455,
iS 27
Lan-
\OK'%
en aï
wit,
irème
I? Ga
llena-
daar
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIAL^ LEtUWSCHE MiDDELBURbauiL ut ÜUESCHl CKÏ. VAN VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933. No. 218.
HET NEDERLANDSCHE
FASCISME
VAN Ir; A. A. MUSSERT.
KAPITEIN SAXON.
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
raad van kloetinge.
4 jaar Uw kamerplanten bemesten 2 cent
I vaas bloemen langer goedhouden l/i cent
DAT IS GOEDKOOP I!I
H. P. Bendien Pokonfabriek Naarden
SCHOUWEN-DUIVELAND.
ipun-
2 ring
terij,
rhan-
de
lend,
Iraat,
;oede
jond.
Vol-
pond.
and-
5- en
prij-
lidd,
)RES
to-
inren
B 11,
tbak-
[•bies-
lico-
:ake,
ver-
[gebr.
le 18,
10 ct„
spek
30 ct.
lidd.
van-
plat,
2man,
een
atese
tig te
SBSI
|ivou-
ora-
Iman-
Izeer-
ïreau
atter-
der
Veren
ïlan-
dern.
selen
VIII.
Geen ontwapenaarsl
Aangezien de fascisten het rijk deug
delijk willen verdedigen tegen aanval
len van buiten af agressief zooals het
Duitsche nationaal-socialisme is de Ne-
derlandsche N.S.B. niet zijn zij
uiteraard geen ontwapenaars. Integen
deel: „met de geestesgesteldheid en het
volslagen gebrek aan offerzin, dat on
ze ontwapenaars kenmerkt, is voldoen
de verdediging niet mogelijk- Maar met
nationaal-socialistischen wil en na-
tionaal-socialistischen offerzin is ook dit
zeer wel te bereiken. Dan zullen leger
en vloot echter niet stelselmatig afge
broken worden van boven, en onder
mijnd van onder. Dan zullen onze man
nen weten, dat het gansche volk achter
hen staat en zich één voelt met hen die,
als het er op aan komt, voor onze eer
en o n s bestaansrecht de hoogste offers
zullen moeten brengen, Wij nationaal-
socialisten zullen onze zonen en broe
ders niet de beste weermiddelen ont
houden en hun uitsturen op zwakke
schepen of hen in het vuur brengen met
onvoldoende dekking. Daarvoor zijn ons
hunne levens te kostbaar. Voor hen is
het beste afweermateriaal nauwelijks
goed genoeg. Wij hechten nu eenmaal
meer aan de levens van onze kamera
den, dan aan de welgevuldheid van on
zen buidel!"
In dit verband moet men dan ook
zien art. 7 van het programma, dat af
schaffing van den verminkten militairen
dienstplicht met het daarbij behoorend
onzedelijke lotingssysteem verlangt en
toekenning van weerrecht aan alle weer
bare staatsburgers, die daarvoor waar
dig gekeurd worden.
Inderdaad, een formuleering
die van een zuiverder geesteshouding
tegenover dit probleem getuigt-
„Een eenvoudige daad van logica en
sociale rechtvaardigheid zou zijn, dat
voor het leger uitgezocht worden de
jongelui, die door hun geestelijke en
lichamelijke eigenschappen daarvoor het
meest in aanmerking komen (met zorg
vuldige wering van alle elementen, wel
ke minder gewenscht zijn in de weer
macht) en dat zij, die afvallen, de meer
derheid dus, gedurende minstens den
zelfden tijd het land op andere wijze
moeten dienen.
Onder het huidige regime is hiervan
geen sprake. Inplaats van een welover
wogen keuze, wordt er geloot, wie den
dienstplicht zal hebben te aanvaarden,
dat zijn de z.g. „gesjochte jnogens" en
de rest (de overgroote meerderheid) pa
rasiteert verder op het offer, dat docr
hun kameraden gebracht wordt".
Het niet-agressieve karakter onzer
weermacht wordt tenslotte nogals volgt
geformuleerd:
„Wij staan op het standpunt, dat het
tot den plicht van den volwaardigen
man en Nederlandschen staatsburger
behoort paraat te zijn om het vader
land tegen aanvallen van buiten te be
schermen, zoolang de mogelijkheid
daartoe bestaat. Wij kunnen dat hier in
Nederland des te geruster doen, omdat
alleen een onnoozele of een volslagen
kwaadwillige in staat is de dwaasheid te
insinueeren, dat onze weermacht in
stand gehouden wordt voor aanvalsdoel
einden, voor veroveringstochten".
En zij, die niet in het leger of op de
vloot komen, dienen op andere wijze,
want in punt 11 van het programma, is
o-m. de bepaling opgenomen, dat voor
Oorspronkelijk verhaal door
G. P. BAKKER.
37.) -
Saxon was afgestegen, gaf den teugel
van Balder aan een der kurassiers en
verdween langs den weg, dekking zoe
kend achter de struiken. Hij hoorde den
ruiter antwoorden:
„Halt. Waarom? Goede vriend, ben
je een struikroover of is de weg alleen
V°°M '°U aange'egd?"
"u °°k één, noch het ander, zie je,
ik ben een beetje nieuwsgierig uitgeval
len'
De vreemdeling stond met zijn paard
in het volle maanlicht. Een lange, ma
gere man op een groot paard, een drei
gende, zwarte silhouet.
„Onze oude vriend", dacht Saxon en
trad te voorschijn.
„Goeden nacht, vreemdeling", sprak
hij. „Wat voert u voor de derde maal
op mijn weg?"
'„Kapitein Saxon. Gelukkig", klonk
het antwoord. „Dat spaart een lange
woordenwisseling met dezen vriend. Ik
ben u nagereden",
„Waarom?"
„U wordt gevolgd door ejen tiental
huzaren van Von Pappenheim. Als zij
u inhalen, zal de strijd zeer ongelijk zijn.
Vier mannen en een vrouw!"
Saxon keek zeer verbaasd.
„Maar vreemdeling", vroeg hij. „Weet
u dan alles? Ik ben u nog grooten dank
verschuldigd; u heeft ons in de onder-
ieder e n jongeman een verplicht ar
beidsjaar geldt.
„Door hen, die in de weermacht wor
den opgenomen, wordt dit verplicht ar
beidsjaar dus geheel of ten deele door
gebracht in het leger of op de vloot.
Een deel van de overigen zal geduren
de hun arbeidsjaar, worden belast met
den arbeid van corvéer (het schoon
houden van de kazernes, de militaire
terreinen, het bereiden van het eten
voor de militairen enz.). Een ander deel
werkt in de magazijnen, de munitie
bergplaatsen, enz.
Het verplicht arbeidsjaar geldt voor
een ieder!"
ONZE VISCHUITVOER NAAR
FRANKRIJK.
De minister van oeconomische zaken
heeft met betrekking tot den uitvoer
naar Frankrijk van gedroogde, gezou
ten of gerookte visch, andere dan ka
beljauw, schelvisch, klipvisch, haring en
heilbot het in het Kon. besluit van 14
Augs. j.l. tot regeling van den uitvoer
naar Frankrijk bedoelde tijdvak bepaald
op 1 Januari 19311 Januari 1933-
Met ingang van 1 October zullen certi
ficaten daarvoor worden afgegeven,
waarmede is belast de heer W. J. Jans-
sens, inspecteur der visscherijen te
's-Gravenhage.
Prinses Juliana maakt op het
oogenblik de feesten der Novieten van
de Vereeniging voor vrouwelijke studen
ten te Leiden gedeeltelijk mee, aldus
lezen wij in de N. Rott. Crt. Woensdag
was zij te Leiden en gister maakte zij
den boottocht, die de studenten naar de
Brasemermeer en de Kagermeer maak
ten, mee.
Naar de N. R. Crt. verneemt is de
verkeersvlieger Evert van Dijk, die tot
heden met de heeren Blackstone en
Schepel deel uitmaakte van de commis
sie van advies, aan wie de bekende
kwestie tusschen de K.L.M.-vliegers en
de directie van deze maatschappij was
voorgelegd, uit deze commissie getre
den, voordat nog een advies kon wor
den uitgebracht.
Op het veemarktterrein aan de
Croeselaan te Utrecht werd Woens
dag de groote jaarlijksche Nationale
Vee- en Paardententoonstelling gehou
den. In alle rubrieken waren prachtige
inzendingen en ondanks het mond- en
klauwzeer was ook de afdeeling rund
vee uitstekend vertegenwoordigd. In
totaal was het aantal inzendingen groo-
ter dan dat van verleden jaar.
Aneta meldt uit Bandoeng:
De Ned.-Indische Radiodienst zal 19
dezer de Nederlandsche uitzending van
de Troonrede herbroadcasten, op den
zender P.L.V., golflengte 31.86 meter.
Moreele verzorging werkloozen.
KOUDEKERKE. Woensdagavond is
alhier een vergadering gehouden, uitge
schreven door den Chr. Besturijbond,
waar tegenwoordig waren den afgevaar
digden van de Protestantsch-Christe-
lijke groepen, 't "gemeentebestuur en de
beide predikanten.
Na opening door den voorzitter
op de gebruikelijke wijze, heeft de heer
J. Lorier jr., secretaris van het Pro
vinciaal Comité in Zeeland, de vraag in
geleid „Wat kunnen wij doen voor de
moreele verzorging van de werkloozen".
Na het uiteenzetten van het doel van
„de Centrale" wees spr. er op, dat de
vakopleiding, wel de voornaamste plaats
moet innemen in het werk, daarnaast
komt de algemeene ontwikkeling. Bij 't
onderwijs aan de werkloozen dient men
er voor te waken dit niet op schoolsche
wijze te geven, daar het bewezen is, dat
de belangstelling dan heel spoedig ver
slapt.
Spr. zette uiteen waarom het niet
mogelijk is in deze gemeente cursussen
te houden en wees erop, dat het de
wensch van den minister van sociale za
ken is, zooveel mogelijk te komen tot
streekplannen. De werkloozen bezoe
ken dan de cursussen, die in de centrum
gemeente plaats hebben.
Naast de vakopleiding en ontwikke
ling dient de aandacht te worden ge
schonken aan de ontspanning, in de eer
ste plaats is het noodig een lokaliteit
open te stellen, opdat de werkloozen b.
v. in de middaguren een gelegenheid
hebben den tijd door te brengen.
Na deze inleiding volgde een zeer
uitvoerige gedachtenwisseling.
Ds. R. ten Kate besprak de moei
lijkheid om te komen tot het openstel
len van een ontspanningslokaal in deze
gemeente, de bewoners van het Zand
zullen daar wellicht niet komen, terwijl
spr. er op dit oogenblik ook de noodza
kelijkheid niet van inzag. Verder stelde
spr. de vraag of het noodig is te komen
tot oprichting van een comité, daar de
Chr. Besturenbond, die alle groepen om
vat, een vergadering als deze blijkt bij
een te kunnen roepen, als dit noodig is.
De heer A. Bakker, burgemeester,
zette uiteen, waarom het gemeentebe
stuur wel eenig bezwaar heeft gehad,
dat werkloozen uit deze gemeente, de
cursussen volgden te Middelburg, daar
het niet mogelijk was te begrooten hoe
veel de kosten zouden bedragen. Daar
deze kosten nu bekend zijn, zijn de be
zwaren opgeheven en gaf spr. de ver
zekering, dat op de volle medewerking
van het gemeentebestuur kan worden
gerekend.
De heer J. A. Contant, wethouder,
deelde mede, dat hij de tentoonstelling
van teekeningen en werkstukken, ver
vaardigd op de Cursussen te Middelburg,
bezocht, en sprak zijn groote waar
deering uit voor het werk, dat daar is
verricht, spr. spoorde de jonge werk
loozen aan deze cursussen te bezoeken.
Voor het openstellen van een ontspan
ningslokaal voelt spr. heel weinig.
De heer Lorier gaf nog inlichtingen
over de cursussen te Middelburg en
deelde mede, dat er gelegenheid bestaat
zich te doen inschrijven op Vrijdag 22
September in het Militair Hospitaal.
Na een woord van dank van den
voorzitter tot de aanwezigen, ging
ds. Ten Kate voor in dankgebed.
Geen belastingverhooging.
KLOETINGE- De raad dezer gemeen
te kwam Donderdagavond in vergade
ring bijeen onder voorzitterschap van
burgemeester Zandee. Afwezig is de hr.
Buitenhuis.
Ingekomen is o.a. een verzoek van
de buurtvereeniging „De To om
plaatsing van een lantaarn op den 's
Gravenpolderschenweg, bij het Nisse-
padje.
B. en W. zullen van advies d:enen
De V o o rz. deelt mede, dat van 15
Sept. af het licht weer aan te steken en
aardsche gang door uw aanwijzingen het
leven gered".
„Soms moeten de menschen elkaar
een beetje helpen".
„De plaats -is buitengewoon geschikt",
vervolgde hij. „Daar een bocht in den
weg en hier een donkere plek in de
schaduw der groote boomen",
„Zijn ze ons zoo dicht op de hielen?"
„Met een kwartier kunnen ze hier
zijn. Binnen een uur hadden ze u inge
haald".
„Dan is het raadzaam hen af te wach
ten. Beter verrassen dan verrast te wor
den", beweerde Saxon. „Het schijnt dat
u mij steeds op het juiste oogenblik
komt waarschuwen".
„Heb ik u niet gezegd, dat ik een
vriend ben?"
„Zeker, maar er moet een reden voor;
zijn. Een goede of een slechte daad, een
drijfveer moet er wezen".
„Zullen wij den kostbarep tijd ver-
morsen met het oplossen van raadsels,
kapitein? Dit wil ik u wel zeggen", hij
liet zich van zijn paard glijden en trok
Saxon terzijde. „Heksenmeesters of
toovenaars bestaan er niet. Later zal ik
u wellicht een en ander uitleggen",
„En nu kapitein, wat wilt u doen?"
hernam de vreemdeling.
„Vechten is het eenige, voor zoover
ik kan nagaan", meende Saxon.
„Een anderen weg volgen?" vroeg
Melchior.
„Om met een paar uren een heel es-
cadron in de armen te rijden? Talrijke
patrouilles huzaren zijn er op uitgezon
den".
„Het beste hernam de vreemdeling,
„schijnt mij een krijgslist. Zooals ik
reeds opmerkte, hier ligt een zware
schaduw over den weg, daar is een
bocht. Tusschen deze dikke boomen
spannen wij een sterk touw. Ze zullen
het niet zien. Uw ruiters wachten den
vijand kalm af",
„Begrepen", zei Melchior, die zijn
wantrouwen geheel had afgelegd.
„Maar het koord?" vroeg hij,
„Een sterk touw heb ik altijd bij mij",
klonk het antwoord en hij wees naar
een forschen boomtak. Melchior kon
een huivering niet onderdrukken. Hij
zag bloed aan het koord.
„Ik zou ze liever zoo ontvangen",
mompelde Saxon.
„Overdreven gewetensbezwaar tegen
die beulen!" antwoordde de vreemde
ling. „Bovendien mag er niet één ont
komen, anders loopen we nog grooter
gevaar".
„En als de freule in hun handen
valt...." voegde Melchior er aan toe.
„Je hebt gelijk", besloot Saxon.
Saxon zocht voor Marion een veilige'!
schuilplaats in het woud.
„Marion", raadde hij, „wacht hier; de
vijanden zijn in aantocht. Als de scher
mutseling afgeloopen is, kom ik je ha-:
len".
„Neen!" zeide ze. „Ik ben een offi
cier, ik wil meevechten".
De vreemdeling was inmiddels diep
buigend genaderd.
„Freule!" begon hij, „wilt u nog een
maal mijn raad volgen? Luister dan naar
de wijze woorden van den kapitein. Ik
B. en W- stellen voor Van de Velde
weer met de verzorging te belasten.
De hr. S t r a u b betreurt, dat dit
punt niet op de agenda staat
De hr. Kousemaker wil er een
vaste functie van maken opdat hier elk
jaar niet over gesproken behoeft te
worden/
De Voorz. zegt dit te zullen bezien.
Daarna wordt, als voorgesteld, beslo
ten.
De raad stelt vervolgens den pensi
oengrondslag voor den gemeenteveld
wachter vast op 1975. De rekening
1932 wordt voorloopig vastgesteld.
Naar aanleiding van het rapport van
de commissie tot onderzoek der reke
ning 1932 en de begrooting 1934 van 't
Burgerlijk Armbestuur, stellen B. en W.
voor: a- de jaarwedde en den pensioen
grondslag van K. H. Woude, als ge
meentegeneesheer, vast te stellen op
900 450 voor rekening der gemeente
en 450 voor rekening van het B. A,);
b. de jaarwedde en den pensioengrond
slag van W. Oostingh als secr.-penning
meester van het B. A. vast te stellen
op 450.
De Voorz, deelt mede, dat het B.
A. de jaarwedde met 100 verlaagd
heeft. Spr. merkt op, dat bedoeld is, de
bijdrage in de jaarwedde. Vorig jaar
droeg het B. A. 550 bij.
De hr. K ousemaker wijst op de
opmerking der commissie, dat er nog
een belangrijk bedrag aan achterstallige
pacht is, dat mogelijk bij strenger op
treden geïnd kan worden. Spr. vraagt
wat het B. A. doen zal-
Wethouder Eversdijk wijst op de
groote moeilijkheid de bedoelde bedra
gen te innen. De menschen gerechtelijk
aanspreken, doet men niet zoo spoedig.
De resultaten zijn ook vaak niet loo-
nend Na een opmerking van den hr.
S t r a u b beaamd spr.. dat men -het B.
A. meestal tot het laatst laat wachten.
Het B. A, zal echter maatregelen nemen
om de betreffende gevallen af te wik
kelen.
De rekening en begrooting werden
hierna vastgesteld.
B. en W. bieden vervolgens de ge-
meentebegrooting 1934 aan. Deze sluit
met 60.789 w.o. onvoorzien 2486.
De voorz. constateert met voldoe
ning, dat de begrooting sluitend kan
worden gemaakt zonder belastingver-
hoojging- Daarbij is de post onvoorzien
nog hooger uitgetrokken dan vorig jaar.
B. en W. stellen verder voor, op de
secretarie gasverwarming te doen aan
brengen. De kosten bedragen 190. De
huidige kachel is versleten.
De hr. S t r a u b vindt de kosten hoog,
en hij vreest, dat het gebruik ook duur
der zal uitkomen. cL-,--
De voorz- wijst er op, dat in dit be
drag alle kosten, ook die van buizen en
aanleg begrepen zijn. Verder moet deze
kachel prima en zuinig in gebruik zijn.
Dat is gegarandeerd. Volgens bereke
ning is het gebruik voordeeliger dan
van een kolenkachel.
De hr. S t r a u b blijft dit laatste be
twijfelen en merkt op, dat het gebruik
in de consistorie tegenvalt.
Het voorstel van B. en W- wordt met
de stemmen der heeren Straub en
Zweedijk tegen aangenomen.
Een wijziging van de begrooting 1933,
o.a. noodig geworden, doordat uit het
gemeentefonds 920 meer ontvangen is,
dan geraamd was, wordt z.h.st. goedge
keurd.
o Rondvraag,
Be hr- Straub vraagt verbetering
van de Peperstraat.
De hr. Z w e e d ij k wil dan tevens
de daaraan grenzende sloot verbeterd
zien.
verzeker u, dat hij spoedig weer bij u
zal zijn".
„Ik ben u zeer veel verplicht, vreem
deling, daarom zal ik wachten, maar het
gaat tegen mijn zin".
Het touw werd laag gespannen.
Na eenige minuten klonk het getrap
pel van vele paarden over den weg.
„En u?" vroeg Saxon.
„Ik zal ze van achteren aanvallen",
luidde het antwoord. Hij verdween in
de bosschen.
De vier ruiters stonden naast elkaar
op den weg, het bloote zwaard in de
vuist. In het maanlicht geleken het vier
reusachtige heldenfiguren.
Toen de huzarenofficier om de bocht
verscheen, en de ruiters in gevechts
stelling zag staan, schreeuwde hij:
„We hebben hen! Galop! Rijdt hen
onder den voet", en met donderend la
waai stormden de huzaren op de vier
ruiter in.
Het was een doodenrit. De eerste
paarden struikelden over het touw. De
huzaren stortten hals over kop neer.
De volgenden vielen over de eersten.
Een drietal krabbelde weer op de been.
De strijd was spoedig beslist. Slechts de
beide achterste ruiters hadden tijdig hun
paarden kunnen inhouden. Ze wendden
den teugel, maar midden op den weg in
het zilveren maanlicht stond een hoog,
donker paard, waarop een lange, ma
gere gedaante zat, het hoofd bedekt
door een zwarten kap met twee hoog
uitstekende horens,
„De duivel!" gilde een der huzaren.
„Satan komt je halen", klonk een
En dat nog wel met „POKON", den be
kenden oplosbaren kunstmest voor ka
merplanten. Verkrijgbaar in flesschen
vein 40 cent, 1.75 en 3.bij de
bloem- en zaadwinkels, waar gratis kleu
renfoto's met behandeling van veel
planten beschikbaar zijn.
(Ingez. Med.)
De voorz. zal er aandacht aan
schenken.
Dehr. Kousemaker vraagt
hoe het staat met de brandweer.
De voorz. deelt mede, dat het
kleine materiaal ontvangen is. De spuit
is op komst.
ZIERIKZEE. De Commissaris der Ko
ningin bracht Dinsdag zijn aangekondigd
bezoek per vliegtuig aan diverse ge
meenten op ons eiland. De Commissaris
werd des morgens op het vliegveld
Haamstede ontvangen door burgemees
ter jhr. Roëll, en des namiddags bij zijn
vertrek naar Zeelands hoofdstad uitge
leide gedaan door den voorzitter van 't
Luchtvaartcomité.
DE AARDAPPELSTEUN IN ZEELAND,
Mededeelfngen van de Gewes
telijke aardappelorganisatie in
Zeeland,
II
Boven de minimum richtprijzen moet
voor de aardappelen van de groepen I,
II en III een toeslag aan den teler be
taald worden. Voor levering in de peri
ode van 1 December1 Maart bedraagt
deze Maart 0.20, April 0.40 en Mei
tot het einde seizoen 0.60 per 100 kg.
Voor zandaardappelen zijn deze bedra
gen op de helft van de genoemde vast
gesteld. Van deze minimumprijzen (dus
niet van hetgeen de verbouwer boven
den minimumprijs heeft ontvangen)
wordt Vu door het Gewest ingehouden,
om met het saldo van het heffingsfonds
de overblijvende consumptie-aardappe
len te steunen en zoo mogelijk nog een
gedeelte ervan uit te keeren.
Deze minimumprijzen dient de teler
minstens te bedingen. Het is den teler
verboden voor prijzen lager dan den mi
nimumprijs te verkoopen, doch hij mag
zonder eenig bezwaar boven de mini
mumprijzen aanbieden. De kooper is ver
plicht minstens de vastgestelde mini
mumprijzen voor de verschillende soor
ten te betalen. De kooper moet als han
delaar erkend zijn. De minimumprijzen
gelden bij levering franco laadplaats.
Consumptie-aardappelen die op het
einde van het seizoen onverkocht zijn
gebleven, worden door de Centrale
overgenomen, waarbij rekening wordt
gehouden met hét bewaarloon.
Met ingang van 4 September j.l. werd
het vervoer van alle aardappelen al
leen toegestaan, wanneer dit gedekt
was door een geldig vervoerbewijs. Het
vervoer van hoogstens. 10 kg aardappe
len, wanneer ze kennelijk bestemd zijn
voor een gezin om te worden gebruikt,
is toegestaan.
Partijen aardappelen die zonder ver
voerbewijs worden vervoerd, kunnen in
beslag worden genomen, terwijl de des-
snijdende stem en door een slag van zijn
groot zwaard, dat op een beulszwaard
geleek, velde hij den ruiter neer.
Een snerpend hoongelach weerklonk
door de wouden, zoo angstwekkend, dat
de strijders hun harten als steen voel
den verstijven.
De tweede huzaar, een forsche kerel,
schreeuwde: „Duivel of geen duivel, te
rug naar de hel", en deed een uitval
naar den vreemdeling. Deze week ter
zijde, wierp het zwaard over in de
linkerhand en doorstak zijn tegenstan
der, maar zijn rechterarm was getrof
fen.
Van de tien huzaren was er niet één
meer in leven,
„Het touw oprollen", beval de vreem
deling. „Tien beulen minder". Toen rol
de hij voorover van zijn paard,
Saxon en Melchior snelden naar hem
toe. Saxon knielde bij hem neer. „Hij
leeft", sprak hij. Melchior goot den ge
wonde een teug wijn tusschen de tan
den en begon hem te verbinden. Hij
opende de oogen.
„Ik zal mij wel redden", waren zijn
eerste woorden, „vervolg uw tocht".
„Geen denken aan", antwoordde Sa
xon. „Probeer op te staan. U gaat met
ons mede".
De mannen hielpen hem op zijn paard,
dat met voorovergebogen kop naar zijn
meester keek.
Melchior steunde hem, den arm om
het middel.
(Wordt vervolgd).