BINNENLAND. ZEELAND. LANDBOUW. M 50, ip- rip- fi ll kg looie Fre- 455, iS 27 Lan- \OK'% en aï wit, irème I? Ga llena- daar fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIAL^ LEtUWSCHE MiDDELBURbauiL ut ÜUESCHl CKÏ. VAN VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933. No. 218. HET NEDERLANDSCHE FASCISME VAN Ir; A. A. MUSSERT. KAPITEIN SAXON. WALCHEREN. ZUID-BEVELAND. raad van kloetinge. 4 jaar Uw kamerplanten bemesten 2 cent I vaas bloemen langer goedhouden l/i cent DAT IS GOEDKOOP I!I H. P. Bendien Pokonfabriek Naarden SCHOUWEN-DUIVELAND. ipun- 2 ring terij, rhan- de lend, Iraat, ;oede jond. Vol- pond. and- 5- en prij- lidd, )RES to- inren B 11, tbak- [•bies- lico- :ake, ver- [gebr. le 18, 10 ct„ spek 30 ct. lidd. van- plat, 2man, een atese tig te SBSI |ivou- ora- Iman- Izeer- ïreau atter- der Veren ïlan- dern. selen VIII. Geen ontwapenaarsl Aangezien de fascisten het rijk deug delijk willen verdedigen tegen aanval len van buiten af agressief zooals het Duitsche nationaal-socialisme is de Ne- derlandsche N.S.B. niet zijn zij uiteraard geen ontwapenaars. Integen deel: „met de geestesgesteldheid en het volslagen gebrek aan offerzin, dat on ze ontwapenaars kenmerkt, is voldoen de verdediging niet mogelijk- Maar met nationaal-socialistischen wil en na- tionaal-socialistischen offerzin is ook dit zeer wel te bereiken. Dan zullen leger en vloot echter niet stelselmatig afge broken worden van boven, en onder mijnd van onder. Dan zullen onze man nen weten, dat het gansche volk achter hen staat en zich één voelt met hen die, als het er op aan komt, voor onze eer en o n s bestaansrecht de hoogste offers zullen moeten brengen, Wij nationaal- socialisten zullen onze zonen en broe ders niet de beste weermiddelen ont houden en hun uitsturen op zwakke schepen of hen in het vuur brengen met onvoldoende dekking. Daarvoor zijn ons hunne levens te kostbaar. Voor hen is het beste afweermateriaal nauwelijks goed genoeg. Wij hechten nu eenmaal meer aan de levens van onze kamera den, dan aan de welgevuldheid van on zen buidel!" In dit verband moet men dan ook zien art. 7 van het programma, dat af schaffing van den verminkten militairen dienstplicht met het daarbij behoorend onzedelijke lotingssysteem verlangt en toekenning van weerrecht aan alle weer bare staatsburgers, die daarvoor waar dig gekeurd worden. Inderdaad, een formuleering die van een zuiverder geesteshouding tegenover dit probleem getuigt- „Een eenvoudige daad van logica en sociale rechtvaardigheid zou zijn, dat voor het leger uitgezocht worden de jongelui, die door hun geestelijke en lichamelijke eigenschappen daarvoor het meest in aanmerking komen (met zorg vuldige wering van alle elementen, wel ke minder gewenscht zijn in de weer macht) en dat zij, die afvallen, de meer derheid dus, gedurende minstens den zelfden tijd het land op andere wijze moeten dienen. Onder het huidige regime is hiervan geen sprake. Inplaats van een welover wogen keuze, wordt er geloot, wie den dienstplicht zal hebben te aanvaarden, dat zijn de z.g. „gesjochte jnogens" en de rest (de overgroote meerderheid) pa rasiteert verder op het offer, dat docr hun kameraden gebracht wordt". Het niet-agressieve karakter onzer weermacht wordt tenslotte nogals volgt geformuleerd: „Wij staan op het standpunt, dat het tot den plicht van den volwaardigen man en Nederlandschen staatsburger behoort paraat te zijn om het vader land tegen aanvallen van buiten te be schermen, zoolang de mogelijkheid daartoe bestaat. Wij kunnen dat hier in Nederland des te geruster doen, omdat alleen een onnoozele of een volslagen kwaadwillige in staat is de dwaasheid te insinueeren, dat onze weermacht in stand gehouden wordt voor aanvalsdoel einden, voor veroveringstochten". En zij, die niet in het leger of op de vloot komen, dienen op andere wijze, want in punt 11 van het programma, is o-m. de bepaling opgenomen, dat voor Oorspronkelijk verhaal door G. P. BAKKER. 37.) - Saxon was afgestegen, gaf den teugel van Balder aan een der kurassiers en verdween langs den weg, dekking zoe kend achter de struiken. Hij hoorde den ruiter antwoorden: „Halt. Waarom? Goede vriend, ben je een struikroover of is de weg alleen V°°M '°U aange'egd?" "u °°k één, noch het ander, zie je, ik ben een beetje nieuwsgierig uitgeval len' De vreemdeling stond met zijn paard in het volle maanlicht. Een lange, ma gere man op een groot paard, een drei gende, zwarte silhouet. „Onze oude vriend", dacht Saxon en trad te voorschijn. „Goeden nacht, vreemdeling", sprak hij. „Wat voert u voor de derde maal op mijn weg?" '„Kapitein Saxon. Gelukkig", klonk het antwoord. „Dat spaart een lange woordenwisseling met dezen vriend. Ik ben u nagereden", „Waarom?" „U wordt gevolgd door ejen tiental huzaren van Von Pappenheim. Als zij u inhalen, zal de strijd zeer ongelijk zijn. Vier mannen en een vrouw!" Saxon keek zeer verbaasd. „Maar vreemdeling", vroeg hij. „Weet u dan alles? Ik ben u nog grooten dank verschuldigd; u heeft ons in de onder- ieder e n jongeman een verplicht ar beidsjaar geldt. „Door hen, die in de weermacht wor den opgenomen, wordt dit verplicht ar beidsjaar dus geheel of ten deele door gebracht in het leger of op de vloot. Een deel van de overigen zal geduren de hun arbeidsjaar, worden belast met den arbeid van corvéer (het schoon houden van de kazernes, de militaire terreinen, het bereiden van het eten voor de militairen enz.). Een ander deel werkt in de magazijnen, de munitie bergplaatsen, enz. Het verplicht arbeidsjaar geldt voor een ieder!" ONZE VISCHUITVOER NAAR FRANKRIJK. De minister van oeconomische zaken heeft met betrekking tot den uitvoer naar Frankrijk van gedroogde, gezou ten of gerookte visch, andere dan ka beljauw, schelvisch, klipvisch, haring en heilbot het in het Kon. besluit van 14 Augs. j.l. tot regeling van den uitvoer naar Frankrijk bedoelde tijdvak bepaald op 1 Januari 19311 Januari 1933- Met ingang van 1 October zullen certi ficaten daarvoor worden afgegeven, waarmede is belast de heer W. J. Jans- sens, inspecteur der visscherijen te 's-Gravenhage. Prinses Juliana maakt op het oogenblik de feesten der Novieten van de Vereeniging voor vrouwelijke studen ten te Leiden gedeeltelijk mee, aldus lezen wij in de N. Rott. Crt. Woensdag was zij te Leiden en gister maakte zij den boottocht, die de studenten naar de Brasemermeer en de Kagermeer maak ten, mee. Naar de N. R. Crt. verneemt is de verkeersvlieger Evert van Dijk, die tot heden met de heeren Blackstone en Schepel deel uitmaakte van de commis sie van advies, aan wie de bekende kwestie tusschen de K.L.M.-vliegers en de directie van deze maatschappij was voorgelegd, uit deze commissie getre den, voordat nog een advies kon wor den uitgebracht. Op het veemarktterrein aan de Croeselaan te Utrecht werd Woens dag de groote jaarlijksche Nationale Vee- en Paardententoonstelling gehou den. In alle rubrieken waren prachtige inzendingen en ondanks het mond- en klauwzeer was ook de afdeeling rund vee uitstekend vertegenwoordigd. In totaal was het aantal inzendingen groo- ter dan dat van verleden jaar. Aneta meldt uit Bandoeng: De Ned.-Indische Radiodienst zal 19 dezer de Nederlandsche uitzending van de Troonrede herbroadcasten, op den zender P.L.V., golflengte 31.86 meter. Moreele verzorging werkloozen. KOUDEKERKE. Woensdagavond is alhier een vergadering gehouden, uitge schreven door den Chr. Besturijbond, waar tegenwoordig waren den afgevaar digden van de Protestantsch-Christe- lijke groepen, 't "gemeentebestuur en de beide predikanten. Na opening door den voorzitter op de gebruikelijke wijze, heeft de heer J. Lorier jr., secretaris van het Pro vinciaal Comité in Zeeland, de vraag in geleid „Wat kunnen wij doen voor de moreele verzorging van de werkloozen". Na het uiteenzetten van het doel van „de Centrale" wees spr. er op, dat de vakopleiding, wel de voornaamste plaats moet innemen in het werk, daarnaast komt de algemeene ontwikkeling. Bij 't onderwijs aan de werkloozen dient men er voor te waken dit niet op schoolsche wijze te geven, daar het bewezen is, dat de belangstelling dan heel spoedig ver slapt. Spr. zette uiteen waarom het niet mogelijk is in deze gemeente cursussen te houden en wees erop, dat het de wensch van den minister van sociale za ken is, zooveel mogelijk te komen tot streekplannen. De werkloozen bezoe ken dan de cursussen, die in de centrum gemeente plaats hebben. Naast de vakopleiding en ontwikke ling dient de aandacht te worden ge schonken aan de ontspanning, in de eer ste plaats is het noodig een lokaliteit open te stellen, opdat de werkloozen b. v. in de middaguren een gelegenheid hebben den tijd door te brengen. Na deze inleiding volgde een zeer uitvoerige gedachtenwisseling. Ds. R. ten Kate besprak de moei lijkheid om te komen tot het openstel len van een ontspanningslokaal in deze gemeente, de bewoners van het Zand zullen daar wellicht niet komen, terwijl spr. er op dit oogenblik ook de noodza kelijkheid niet van inzag. Verder stelde spr. de vraag of het noodig is te komen tot oprichting van een comité, daar de Chr. Besturenbond, die alle groepen om vat, een vergadering als deze blijkt bij een te kunnen roepen, als dit noodig is. De heer A. Bakker, burgemeester, zette uiteen, waarom het gemeentebe stuur wel eenig bezwaar heeft gehad, dat werkloozen uit deze gemeente, de cursussen volgden te Middelburg, daar het niet mogelijk was te begrooten hoe veel de kosten zouden bedragen. Daar deze kosten nu bekend zijn, zijn de be zwaren opgeheven en gaf spr. de ver zekering, dat op de volle medewerking van het gemeentebestuur kan worden gerekend. De heer J. A. Contant, wethouder, deelde mede, dat hij de tentoonstelling van teekeningen en werkstukken, ver vaardigd op de Cursussen te Middelburg, bezocht, en sprak zijn groote waar deering uit voor het werk, dat daar is verricht, spr. spoorde de jonge werk loozen aan deze cursussen te bezoeken. Voor het openstellen van een ontspan ningslokaal voelt spr. heel weinig. De heer Lorier gaf nog inlichtingen over de cursussen te Middelburg en deelde mede, dat er gelegenheid bestaat zich te doen inschrijven op Vrijdag 22 September in het Militair Hospitaal. Na een woord van dank van den voorzitter tot de aanwezigen, ging ds. Ten Kate voor in dankgebed. Geen belastingverhooging. KLOETINGE- De raad dezer gemeen te kwam Donderdagavond in vergade ring bijeen onder voorzitterschap van burgemeester Zandee. Afwezig is de hr. Buitenhuis. Ingekomen is o.a. een verzoek van de buurtvereeniging „De To om plaatsing van een lantaarn op den 's Gravenpolderschenweg, bij het Nisse- padje. B. en W. zullen van advies d:enen De V o o rz. deelt mede, dat van 15 Sept. af het licht weer aan te steken en aardsche gang door uw aanwijzingen het leven gered". „Soms moeten de menschen elkaar een beetje helpen". „De plaats -is buitengewoon geschikt", vervolgde hij. „Daar een bocht in den weg en hier een donkere plek in de schaduw der groote boomen", „Zijn ze ons zoo dicht op de hielen?" „Met een kwartier kunnen ze hier zijn. Binnen een uur hadden ze u inge haald". „Dan is het raadzaam hen af te wach ten. Beter verrassen dan verrast te wor den", beweerde Saxon. „Het schijnt dat u mij steeds op het juiste oogenblik komt waarschuwen". „Heb ik u niet gezegd, dat ik een vriend ben?" „Zeker, maar er moet een reden voor; zijn. Een goede of een slechte daad, een drijfveer moet er wezen". „Zullen wij den kostbarep tijd ver- morsen met het oplossen van raadsels, kapitein? Dit wil ik u wel zeggen", hij liet zich van zijn paard glijden en trok Saxon terzijde. „Heksenmeesters of toovenaars bestaan er niet. Later zal ik u wellicht een en ander uitleggen", „En nu kapitein, wat wilt u doen?" hernam de vreemdeling. „Vechten is het eenige, voor zoover ik kan nagaan", meende Saxon. „Een anderen weg volgen?" vroeg Melchior. „Om met een paar uren een heel es- cadron in de armen te rijden? Talrijke patrouilles huzaren zijn er op uitgezon den". „Het beste hernam de vreemdeling, „schijnt mij een krijgslist. Zooals ik reeds opmerkte, hier ligt een zware schaduw over den weg, daar is een bocht. Tusschen deze dikke boomen spannen wij een sterk touw. Ze zullen het niet zien. Uw ruiters wachten den vijand kalm af", „Begrepen", zei Melchior, die zijn wantrouwen geheel had afgelegd. „Maar het koord?" vroeg hij, „Een sterk touw heb ik altijd bij mij", klonk het antwoord en hij wees naar een forschen boomtak. Melchior kon een huivering niet onderdrukken. Hij zag bloed aan het koord. „Ik zou ze liever zoo ontvangen", mompelde Saxon. „Overdreven gewetensbezwaar tegen die beulen!" antwoordde de vreemde ling. „Bovendien mag er niet één ont komen, anders loopen we nog grooter gevaar". „En als de freule in hun handen valt...." voegde Melchior er aan toe. „Je hebt gelijk", besloot Saxon. Saxon zocht voor Marion een veilige'! schuilplaats in het woud. „Marion", raadde hij, „wacht hier; de vijanden zijn in aantocht. Als de scher mutseling afgeloopen is, kom ik je ha-: len". „Neen!" zeide ze. „Ik ben een offi cier, ik wil meevechten". De vreemdeling was inmiddels diep buigend genaderd. „Freule!" begon hij, „wilt u nog een maal mijn raad volgen? Luister dan naar de wijze woorden van den kapitein. Ik B. en W- stellen voor Van de Velde weer met de verzorging te belasten. De hr. S t r a u b betreurt, dat dit punt niet op de agenda staat De hr. Kousemaker wil er een vaste functie van maken opdat hier elk jaar niet over gesproken behoeft te worden/ De Voorz. zegt dit te zullen bezien. Daarna wordt, als voorgesteld, beslo ten. De raad stelt vervolgens den pensi oengrondslag voor den gemeenteveld wachter vast op 1975. De rekening 1932 wordt voorloopig vastgesteld. Naar aanleiding van het rapport van de commissie tot onderzoek der reke ning 1932 en de begrooting 1934 van 't Burgerlijk Armbestuur, stellen B. en W. voor: a- de jaarwedde en den pensioen grondslag van K. H. Woude, als ge meentegeneesheer, vast te stellen op 900 450 voor rekening der gemeente en 450 voor rekening van het B. A,); b. de jaarwedde en den pensioengrond slag van W. Oostingh als secr.-penning meester van het B. A. vast te stellen op 450. De Voorz, deelt mede, dat het B. A. de jaarwedde met 100 verlaagd heeft. Spr. merkt op, dat bedoeld is, de bijdrage in de jaarwedde. Vorig jaar droeg het B. A. 550 bij. De hr. K ousemaker wijst op de opmerking der commissie, dat er nog een belangrijk bedrag aan achterstallige pacht is, dat mogelijk bij strenger op treden geïnd kan worden. Spr. vraagt wat het B. A. doen zal- Wethouder Eversdijk wijst op de groote moeilijkheid de bedoelde bedra gen te innen. De menschen gerechtelijk aanspreken, doet men niet zoo spoedig. De resultaten zijn ook vaak niet loo- nend Na een opmerking van den hr. S t r a u b beaamd spr.. dat men -het B. A. meestal tot het laatst laat wachten. Het B. A, zal echter maatregelen nemen om de betreffende gevallen af te wik kelen. De rekening en begrooting werden hierna vastgesteld. B. en W. bieden vervolgens de ge- meentebegrooting 1934 aan. Deze sluit met 60.789 w.o. onvoorzien 2486. De voorz. constateert met voldoe ning, dat de begrooting sluitend kan worden gemaakt zonder belastingver- hoojging- Daarbij is de post onvoorzien nog hooger uitgetrokken dan vorig jaar. B. en W. stellen verder voor, op de secretarie gasverwarming te doen aan brengen. De kosten bedragen 190. De huidige kachel is versleten. De hr. S t r a u b vindt de kosten hoog, en hij vreest, dat het gebruik ook duur der zal uitkomen. cL-,-- De voorz- wijst er op, dat in dit be drag alle kosten, ook die van buizen en aanleg begrepen zijn. Verder moet deze kachel prima en zuinig in gebruik zijn. Dat is gegarandeerd. Volgens bereke ning is het gebruik voordeeliger dan van een kolenkachel. De hr. S t r a u b blijft dit laatste be twijfelen en merkt op, dat het gebruik in de consistorie tegenvalt. Het voorstel van B. en W- wordt met de stemmen der heeren Straub en Zweedijk tegen aangenomen. Een wijziging van de begrooting 1933, o.a. noodig geworden, doordat uit het gemeentefonds 920 meer ontvangen is, dan geraamd was, wordt z.h.st. goedge keurd. o Rondvraag, Be hr- Straub vraagt verbetering van de Peperstraat. De hr. Z w e e d ij k wil dan tevens de daaraan grenzende sloot verbeterd zien. verzeker u, dat hij spoedig weer bij u zal zijn". „Ik ben u zeer veel verplicht, vreem deling, daarom zal ik wachten, maar het gaat tegen mijn zin". Het touw werd laag gespannen. Na eenige minuten klonk het getrap pel van vele paarden over den weg. „En u?" vroeg Saxon. „Ik zal ze van achteren aanvallen", luidde het antwoord. Hij verdween in de bosschen. De vier ruiters stonden naast elkaar op den weg, het bloote zwaard in de vuist. In het maanlicht geleken het vier reusachtige heldenfiguren. Toen de huzarenofficier om de bocht verscheen, en de ruiters in gevechts stelling zag staan, schreeuwde hij: „We hebben hen! Galop! Rijdt hen onder den voet", en met donderend la waai stormden de huzaren op de vier ruiter in. Het was een doodenrit. De eerste paarden struikelden over het touw. De huzaren stortten hals over kop neer. De volgenden vielen over de eersten. Een drietal krabbelde weer op de been. De strijd was spoedig beslist. Slechts de beide achterste ruiters hadden tijdig hun paarden kunnen inhouden. Ze wendden den teugel, maar midden op den weg in het zilveren maanlicht stond een hoog, donker paard, waarop een lange, ma gere gedaante zat, het hoofd bedekt door een zwarten kap met twee hoog uitstekende horens, „De duivel!" gilde een der huzaren. „Satan komt je halen", klonk een En dat nog wel met „POKON", den be kenden oplosbaren kunstmest voor ka merplanten. Verkrijgbaar in flesschen vein 40 cent, 1.75 en 3.bij de bloem- en zaadwinkels, waar gratis kleu renfoto's met behandeling van veel planten beschikbaar zijn. (Ingez. Med.) De voorz. zal er aandacht aan schenken. Dehr. Kousemaker vraagt hoe het staat met de brandweer. De voorz. deelt mede, dat het kleine materiaal ontvangen is. De spuit is op komst. ZIERIKZEE. De Commissaris der Ko ningin bracht Dinsdag zijn aangekondigd bezoek per vliegtuig aan diverse ge meenten op ons eiland. De Commissaris werd des morgens op het vliegveld Haamstede ontvangen door burgemees ter jhr. Roëll, en des namiddags bij zijn vertrek naar Zeelands hoofdstad uitge leide gedaan door den voorzitter van 't Luchtvaartcomité. DE AARDAPPELSTEUN IN ZEELAND, Mededeelfngen van de Gewes telijke aardappelorganisatie in Zeeland, II Boven de minimum richtprijzen moet voor de aardappelen van de groepen I, II en III een toeslag aan den teler be taald worden. Voor levering in de peri ode van 1 December1 Maart bedraagt deze Maart 0.20, April 0.40 en Mei tot het einde seizoen 0.60 per 100 kg. Voor zandaardappelen zijn deze bedra gen op de helft van de genoemde vast gesteld. Van deze minimumprijzen (dus niet van hetgeen de verbouwer boven den minimumprijs heeft ontvangen) wordt Vu door het Gewest ingehouden, om met het saldo van het heffingsfonds de overblijvende consumptie-aardappe len te steunen en zoo mogelijk nog een gedeelte ervan uit te keeren. Deze minimumprijzen dient de teler minstens te bedingen. Het is den teler verboden voor prijzen lager dan den mi nimumprijs te verkoopen, doch hij mag zonder eenig bezwaar boven de mini mumprijzen aanbieden. De kooper is ver plicht minstens de vastgestelde mini mumprijzen voor de verschillende soor ten te betalen. De kooper moet als han delaar erkend zijn. De minimumprijzen gelden bij levering franco laadplaats. Consumptie-aardappelen die op het einde van het seizoen onverkocht zijn gebleven, worden door de Centrale overgenomen, waarbij rekening wordt gehouden met hét bewaarloon. Met ingang van 4 September j.l. werd het vervoer van alle aardappelen al leen toegestaan, wanneer dit gedekt was door een geldig vervoerbewijs. Het vervoer van hoogstens. 10 kg aardappe len, wanneer ze kennelijk bestemd zijn voor een gezin om te worden gebruikt, is toegestaan. Partijen aardappelen die zonder ver voerbewijs worden vervoerd, kunnen in beslag worden genomen, terwijl de des- snijdende stem en door een slag van zijn groot zwaard, dat op een beulszwaard geleek, velde hij den ruiter neer. Een snerpend hoongelach weerklonk door de wouden, zoo angstwekkend, dat de strijders hun harten als steen voel den verstijven. De tweede huzaar, een forsche kerel, schreeuwde: „Duivel of geen duivel, te rug naar de hel", en deed een uitval naar den vreemdeling. Deze week ter zijde, wierp het zwaard over in de linkerhand en doorstak zijn tegenstan der, maar zijn rechterarm was getrof fen. Van de tien huzaren was er niet één meer in leven, „Het touw oprollen", beval de vreem deling. „Tien beulen minder". Toen rol de hij voorover van zijn paard, Saxon en Melchior snelden naar hem toe. Saxon knielde bij hem neer. „Hij leeft", sprak hij. Melchior goot den ge wonde een teug wijn tusschen de tan den en begon hem te verbinden. Hij opende de oogen. „Ik zal mij wel redden", waren zijn eerste woorden, „vervolg uw tocht". „Geen denken aan", antwoordde Sa xon. „Probeer op te staan. U gaat met ons mede". De mannen hielpen hem op zijn paard, dat met voorovergebogen kop naar zijn meester keek. Melchior steunde hem, den arm om het middel. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5