n. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933. No. 213. [aagd, I Middel- HET NEDERLANDSCHE FASCISME VAN Ir. A. A. MUSSERT. §§§- KAPITEIN SAXON. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. MIDDELBURG. ZEEUWSCH-VLA&IDEStEH W.D. •d imm leerjaar, ïlad. li asffissas alle I korting. |nameu- kwali- Jrdeelig. jernler, 3ie fijne renkaas fAanbe- |ag. de p, Midd. Jefzakje Spe- rijs van Jan he- ast Mil. se pers. >ordee- u eens Vliss. e exa- franco n, Lee- i, Mid- verken. If Sep- oskade ifil» REES t F 14a rsussen tevens i0 uur. BOND. >erking i tingen ffrouvr 278, ê- elburg invali- >eleefd rengen 1 IIL De solidariteitsgedachte. De in vakvereenigingstheorie niet ge heel ongeschoolde weet, dat de con- fessioneele, dat wil zeggen de orthodox- protestantsche en roomsch-katholieke, vakvereenigingstactiek berust op de solidariteitsgedachte, in tegenstelling met de dusgenoemde moderne, d.w.z. de socialistische, vakvereenigingen, die op het standpunt van den klassenstrijd staan. De solidariteitsgedachte, n.l. dat de belangen van werknemers en werkge vers niet strijdig zijn, maar parallel loo- pen, ja één en dezelfde zijn, vindt men in het fascisme terug. Musserts nationaal-socialisme ver langt op des leidend beginsels „onont- beerlijken grondslag, aan ieder lid van de natie te kunnen bieden de mogelijk heid, niet alleen tot een menschwaardig bestaan, maar tot een bestaan, waarin alle geestelijke en lichamelijke behoef ten, zooveel mogelijk op harmonische wijze, bevredigd worden". De N.S.B. wil een zoodanige maat schappij vormen, dat in de eerste plaats de tienduizenden tot werkloosheid ge doemde intellectueelen behoorlijk be taalden arbeid krijgen. Maar ook aan het breedere en diepere probleem der mechanisatie en rationa lisatie schenkt zij aandacht. Een verbod van gemechaniseerden arbeid acht Mussert, terecht, onzin: „Het noodlot tig gevolg daarvan zou zijn, dat een ont zaglijke, erger dan middeleeuwsche ma- teriëele armoede zou ontstaan, omdat dan de honderdduizenden paardekrach- ten der machines, die, dag in dag uit, aan de materiëele verzorging van de menschheid medewerken, gemist zou den moeten worden". In plaats van een verbod of inkrim ping van den mechanischen arbeid zoekt de N.S.B. naar een andere oplossing van dit moeilijke probleem, waarop econo men en politici van zeer uiteenloopende richting zich de tanden al stomp gebe ten hebben. De uitweg, dien Mussert aangeeft, is deze: „dat, niettegenstaande den geme chaniseerden arbeid, de arbeider, be halve het materiëele fundament van zijn bestaan, ook verkrijgt een /geestelijk fundament, doordat hij er ten volle van bewust is, dat de arbeid, welken hij ver richt, moge hij dan ook eentonig zijn, noodzakelijk is voor diJ ^instandhouding van de gemeenschap, dat hij dus, door het met toewijding en plichtsbesef ver richten van dien arbeid, een nuttig lid van de werkgemeenschap is, dat hij als zoodanig wordt gewaardeerd en dat hij er van overtuigd is, dat het bedrijf hem betaalt tot de grens van het mogelijke. Voorts, dat hij, na afloop van zijn werk, de geestelijke en lichamelijke ontspan ning vindt, waaraan hij behoefte heeft. Dit is hetgeen de nationaal-socialisten voor de arbeiders willen veroveren: niet alleen een materieel, maar daar nevens een geestelijk fundament voor hun bestaan, welke te zamen den grond slag zullen moeten vormen voor de levensvreugde in den besten zin des woords, waaraan onder het huidige re gime een zoo groot tekort is". Ook dit, zal men zeggen, is nog veel grauwe theorie, nog zeer algemeen. Maar een lichtpunt is er in te vinden: Jat men aan den binnenkant wil beginnen. Zooals het elders, zeer te recht karakteriseerend de huidige gees teshouding van velen, heet: „wij willen strijden tegen „het gekanker op de rotzooi". Inderdaad: daar is althans het b e- g i n van alle beterschap in dit opzicht te vinden. Gebruikelijke en hier verder te ge bruiken afkortïnjg voor Nationaal Socia listische Beweging in Nederland. Oorspronkelijk verhaal door G. P. BAKKER. 32.) Saxon dacht aan Marion- Wat zou ze nu doen? Hij zag ze voor zich, het slanke, ranke meisje met de mooie don kere oogen en de zwarte zijden lokken en een glimlach verscheen op zijn flink gezicht, waarop de wind weer wat kleur had geteekend. Hij zag Marion voor zich en al het andere was vergeten. Hij neuriede op de cadens van zijn paard: Meisje met je mooie, donk're oogen, Met je hooge, ranke, slanke leest. Zelfs de zwarste zorgen zijn vervlogen Zweeft je zonnig wezen voor mijn geest. Meisje met je mooie, donk're oogen. Zoo passeerden ze de wachtposten- Bij de legerplaats meldde de luitenant zich. Een kapitein verscheen en verzocht Saxon hem te volgen. Saxon steeg af. Balder bleef met Melchior aan den ingang van het kamp wachten. „Mij is opgedragen u naar Zijne Ex cellentie, den veldmaarschalk te gelei den", sprak hij voorkomend. Saxon ver wonderde zich over <Ke beleefde ont vangst. „En mijn andere gevangene, de dame?" vroeg de luitenant. De kapitein keek Lize onderzoekend aan. „Ik zal verslag uitbrengen aan Zijne Excellentie", antwoordde hij. Hij geleide Saxon door het kamp Onze financieele deskundige meldt ons uit Amsterdam d-d. gisteren: Van buitenlandsche obligatiën waren de Duitsche soorten in de afgeloopen week weer ongunstig gedisponeerd. Belgische en Fransche leeningen waren daarentegen goed gevraagd. Ook voor binnenlandsche en Ned. Indische lee ningen was het koersverloop prijshou dend. De 4 pCt. Nederlandsche staats- leening beweegt zich voortdurend slechts een fractie beneden pari, zoodat het wellicht voor de regeering moge lijk zal zijn, de nieuwe, binnenkort te verwachten leeningstransactie, op een 4 pCt. basis, iets beneden pari, door te voeren. Melding moet worden gemaakt van 'n koersstijging van de 6 pCt. obligatiën der Holland Amerika Lijn, als direct uitvloeisel van het dezer dagen gepu bliceerde reorganisatieplan. Op grond hiervan zal n-1. iedere obligatie van 500 een aandeel van 200 in de ge reorganiseerde vennootschap ontvan gen. Een syndicaat heeft zich echter bereid verklaard, om de nieuwe aan- deelen van 200 binnen een nader te bepalen tijd tegen 140 in te koopen. Obligatiehouders, die de bedrijfsrisico's van de gereorganiseerde onderneming niet wenschen te dragen, werden hier door in staat gesteld, 28 pCt. van hun vroeger bezit in contanten te ontvan gen. Over de vraag, of met dit aanbod het beste voor obligatiehouders bereikt is, wat onder de huidige omstandigheden voor ze te bereiken was, loopen de meeningen sterk uiteen. In een door de meerderheid van de destijds ingestelde commissie ter behar tiging van de belangen van obligatie houders uitgebracht* rapport wordt aan neming van het voorstel bepleit. Een minderheidsrapport ontraadt dit ech ter sterk, en sluit zich aan bij het ad vies van den gedelegeerden Commissa ris, den heer Bronsing, die verkoop van het eigenlijke bedrijf aanraadt met behoud van verschillende vlottende ac tiva, kasmiddelen, effecten, deelnemin gen enz. voor obligatiehouders. Hij raamt de liquidatiewaarde van het ver mogen der Mij. op minstens 30 a 40 pet- van de nominale waarde der obligati ën, en meent derhalve, dat het bod van 28 pCt. te laag is. Ook meent de heer Bronsing, dat 't mogelijk zou zijn, obligatie-houders, die bij het bedrijf betrokken wenschen te blijven, de gelegenheid te geven, om in plaats van contanten een aandeel in het bedrijf te doen houden. Men zou dan het bedrijf niet behoeven te verkoopen, Saxon keek niet rond, verried niet de geringste nieuwsgierigheid. Maar de pestvlag op eenige afzonderlijk staan- den tenten ontging hem niet en de slechte toestand, waarin de manschap pen verkeerde, evenmin. Hij voelde zijn bewondering groeien voor den aanvoer der, die Maagdenburg had veroverd. Bij een groote, mét rijke kleeden ge tooide tent, waarop de keizerlijke standaard wapperde in de blauWe lucht en waarvoor twee hellebaardiers met gekruiste hellebaarden de wacht hiel den, zei de officier: „Wilt u even wachten". Een korte tijd verstreek. De kapitein kwam naar buiten. „Wilt u mij volgen?" Saxon trad de tent binnen. HOOFDSTUK XIX. De veldmaarschalk, graaf Von Pap- penheim, zat in zijn weelderige veldtent aan een groote tafel, waarop een kaart van Maagdenburg, zooals ze door den stadsingenieur Guerike was gete'ekend, lag uitgespreid. Saxon trad binnen en ging in d.e hou ding staan. „Kapitein Saxon", meldde de keizer lijke officier. De veldmaarschalk stond op, keek den avonturier scherp aan en vroeg: „Kapitein Saxon?" „Tot uw orders, Excellentie", luidde het antwoord. Veldmaarschalk graaf Von Pappen- heim was een krijgshaftige verschijning in de kracht van leven, nauwelijks ze ven en dertig jaar- Zijn gelaat droeg de sporen van menige verwonding. Hij was een aanvoerder uit den gulden ridder maar zou alleen de kasmiddelen en de overige, niet voor het bedrijf noodza kelijke activa uit de Mij. kunnen lich ten, waardoor aanstonds ca. 10 pCt. in contanten en op den duur nog 15 a 20 pCt. zou kunnen worden uitgekeerd, terwijl obligatiehouders voor de rest van hun vordering dan aandeelen in 't bedrijf zouden krijgen. Ter voortzetting van het bedrijf zou dan een geldleening moeten worden aangegaan, waarvoor, naar de heer Bronsing meent, waar schijnlijk wel de medewerking zal kun nen worden verkregen van de Mij. ter behartiging van de Nationale Scheep vaart belangen, waarbij, naar men weet, de regeering betrokken is- Of de heer Bronsing goede gronden heeft, waarop hij laatstbedoelde mee ning baseert, weten wij niet, In elk ge- val komt het ons voor, dat obligatie- houders zich wel dienen te bedenken i of zij belang wenschen te nemen bij 'n scheepvaartonderneming, met alle, meer kwade dan goede kansen, die zulk een bedrijf onder de tegenwoordige om-1 standigheden met zich brengt. De de- pressie in de wereldscheepvaart houdt nog altijd aan; zelfs zijn de moeilijkhe den nog toegenomen, als gevolg van de koersdaling van het Pond Sterling en den Dollar. Dezer dagen werd nog medegedeeld, dat de groote Duitsche scheepvaarton dernemingen. de Hamburg-Amerika Li nie en de Norddeutsche Lloyd, die met steun der regeering eerst zeer onlangs waren gereorganiseerd, in de eerste helft van dit jaar weer zeer ongunstige resultaten hebben geboekt, zoodat een nieuwe, nog meer ingrijpende organi satie onvermijdelijk zal zijn. De obligatiehouders, die zich tegen nieuwe teleurstellingen in de toekomst willen dekken, zullen dan ook goed doen, van de hun thans geboden gele genheid, om tenminste een klein deel van hun bezit „veilig te stellen", ge bruik te maken. Intusschen behoeft de mogelijkheid,) dat de gereorganiseerde maatschappij zal kunnen profiteeren van een verbetering van de conjunctuur niet geheel uitgeschakeld te worden. Natuurlijk zal dit eerder het geval kunnen zijn voor een maatschappij, die 'van alle financieele lasten bevrijd is, dan voor een onderneming, die voor haar bedrijfsvoering onmiddellijk een nieuwe leening zal moeten aangaan, hetgeen zou geschieden', wanneqr het bedrijf op de door den heer Bronsing voorgestelde basis zou worden voort gezet. De beurskoers der obligatiën, die van 'n laagste noteering van 11% pCt. in 1932 geleidelijk was opgeloopen tot ca. 24 pCt-, is in de laatste week ver der gestegen tot 26 pCt. De aandeelenmarkt was, als in den aanvang reeds opgemerkt, beurtelings hooger en lager, terwijl dei handel zeer beperkt bleef. Petroleumaandeelen wer den slWhts tijdelijk gunstig beinvloed door de invoering der code in de Ame- rikaansche petroleumindustrie. Ook sui- keraandeelen hebben een in het begin week ingetreden koersstijging niet kun nen handraven. De vooruitzichten voor de suikercultuur kunnen dan ook alles behalve gunstig worden beoor deeld. In een dezer dagen door Dr. Prinsen Geelings in „In- en Uitvoer" gepubliceerde beschouwing heeft deze als zijn meening te kennen gegeven, dat hoogstwaarschijnlijk vele der in 1934 stilliggende fabrieken nooit meer zullen worden heropend, ook al omdat de kos ten hiervoor te hoog zouden komen te staan. Zoolang de toestand zoo blijft, als tijd met een ontembaren moed, die zelf zijn ruiters voorging in het handgemeen, de eerste in den aanval, de laatste bij den terugtocht. Zijn voorbeeld deed de geestdrift oplaaien bij zijn soldaten, zelfs als ze half verhongerd waren of in geen weken soldij hadden ontvangen, hetgeen bij de schrielheid en onmacht van keizer Ferdinand van Oostenrijk geen uitzondering was, „Mijn mannen hebben u toevallig ont dekt, heb ik gehoord", begon de veld maarschalk. „Ik vernam, dat u de wa pens tegen mij hebt opgenomen". „Excellentie", sprak Saxon, zonder de oogen neer te slaan voor diens blik, „het is in zekeren zin waar. Het feit valt niet te ontkennen". „In zekeren zin, kapitein? Wat be- teekent dat? Men vecht voor of tegen ••11 mij „Ik was in de stad om enkele inlich tingen in te winnen, toen uw zege vierende ruiters de veste binnenreden. Ik geraakte in de mêlée en had geen keuze. Het was slaan of geslagen wor den; toen kwam de gevechtswoede over mij, maar dat behoef ik Uwe Excellen tie zeker niet nader uit te leggen". „Wat deed u in een belegerde ves ting? O ja! U is een spion van Zijn Door luchtige Genade vorst van Wallenstein, hertog von Friedland". „Spion is een leelijk woord, Excellen tie. Kan ik vrijuit spreken?" „Zeker". „Vele vrienden van den hertog zou den niets liever willen dan hem weer als opperbevelhebber der gebeele ar mada te begroeten. Hij alleen bezit de noodige macht, de hooge autoriteit, de ijke hulpbronnen, de buitengewone ta hij nu is, zal het voor degenen, die nu de kosten maken voor tijdelijk in rust te gaan, voordeeliger blijven, in dien rusttoestand te blijven dan daaruit on tijdig te ontwaken. Van industriëele waarden hebben aandeelen Philips slechts een deel van de behaalde koerswinst behoeven prijs te geven. Tabaksaandeelen zijn slechts weinig in koers veranderd; de eerste najaarsinschrijving, die Vrijdag j.l. heeft plaats gevonden, kon slechts weinig ver rassingen opleveren. In de financiëele resultaten voor het geheele jaar, zooais deze tot dusverre op grond van de in de voorjaarsinschrijvingen behaalde prij zen, zijn geraamd, kunnen zij nauwelijks wijziging brengen. Voor rubberaandee- len bleef de belangstelling weer gering. m Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Youngleening 39%, 35%, 37%. Koloniale Bank 61, 59%. Philips 185, 189%, 185%, 187%. Unilever 92%, 87%. Kon. Petroleum 185%, 178%, 180 179. Amsterdam Rubber 101%, 96%, 97%. Ned. Scheepvaart Unie 57%, 55%. Handelsver. „Amsterdam" 201, 193 1%. Javasche Cultuur 103, 96%. Deli Batavia My. 135, 132, Senembah My. 139, 142, 139. EEN KIJKJE IN DEN SCHOUWBURG. De telefooncel, De voorbe reiding voor een revue. „Of wij eens even den Schouwburg binnen liepen"? was de vraag en be grijpende, dat er wat bijzonders te zien zou zijn, voldeden wij daar gaarne aan. Laten wij dan eerst het „nieuwe" melden, dat van blij venden aard zal zijn, en dan denken wij aan den telefoon, die is aangelegd en waarvoor een nette cel is gebouwd, voorzien van geluiddempen de wandbekleeding. Het zal makkelijk zijn als men zijn vaste of andere plaat sen per telefoon kan opgeven onder no. 120., maar ook zullen bezoekers, wij denkejn bijv. aan de doktoren zich rus tig voelen, als zij weten, dat zij ook bij Schouwburgbezoek voor ernstige geval len te bereiken zijn per telefoon. Maar er was nog 'n heel andere re den voor ons bezoek en dan herinneren wij aan een bericht van eenige weken geleden, dat de Volkszangschool van de Vereeniging Uit het Volk-voor het Volk dit jaar 50 jaar bestaat en dat dit zal worden herdacht met de opvoering van een Revue, waarin alles wat deze ver eeniging zoo in den loop der jaren heeft georganiseerd aan de toeschouwers zal voorbijtrekken. Om deze revue goed te doen slagen zijn een zeer groot aantal speciaal ver vaardigde décors noodig en reeds maan den is men aan het vervaardigen daar van bezig. Ongeveer 120 grootere en kleinere zijn reeds afgetimmerd, maar aan het schilderen er van is men nu steeds in den Schouwburg bezig en wij hebben ons nu overtuigd, wat een reu- ren arbeid daaraan geheel belangloos wordt gegeven. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat wij ook geen groote waardeering hebben voor de voorbereiding van zang en spel, maar daarvan zagen wij of hoorden wij nog niets. De décors zouden ons aanleiding kun nen geven den sluier ovey hetgeen te wachten staat wat op te lichten, maar aan een dergelijke onbescheidenheid wil len wij ons niet schuldig maken. Het moge dan voldoende zijn dat wij ovcjr- tuigd zijn, dat als op Dinsdag 17 Octo ber de eerste en op Donderdag 19 Octo ber de tweede opvoering zal hebben plaats gehad, de voorloopig ook over dachte derde op Zaterdag 21 October wel niet achterwege zal kunnen blijven. De ontzagwekkende voorbereidende werkzaamheden rechtvaardigen dit ten volle. HET HUIS MET DE ROODE PILAREN Van 5 op 3. De firma Schulte en Thieme, de eige nares van de alom op Walcheren be kende drogisterij het Huis met de Roode Pilaren, kocht voor enkele maanden 't naast haar zaak gelegen pand aan en volgens plannen van den architect, den heer L. F. Groosman doen verbouwen en bij den bestaanden winkel doen trek ken. Ofschoon uitwendig nog niet geheel gereed, is het nieuwe deel van deze zaak heden geopend en hebben wij er een kijkje genomen. Het aantal roode pilaren is van 5 op 8 gekomen en een veel grootere etalage ruimte maakt het mogelijk een grooter aantal van de hon derden verschillende artikelen tegelijk aan de winkelenden te toonen. De ge vels vormen een geheel en dit is ook 't geval met den stoep. Het ligt in de bedoeling de klanten te blijven bedienen in het oude gedeel te, waaruit een flinke doorbraak naar het nieuwe deel leidt, dat veel berg ruimte biedt en waarin een wat ruim te betreft bescheiden show room zal worden gevormd. Het geheel is keurig licht geschilderd en maakt een groot- steedschen indruk. Voor zoover hetgeen het publiek te zien krijgt, maar ook het kantoor der firma is dubbel zoo groot geworden en de verschillende magazijnen der vroe gere zaken zijn nu onderling verbonden en bieden veel ruimte. In den gang is o-a. een goede garderobe voor het per soneel. Het geheel is een groote ver betering. De binnenweg naar Eede. Men schrijft ons: AARDENBURG. Sedert de binnen weg naar Eede met macadam verhard is, is de Kaaipoort zelden of nooit meer een hindernis voor het- vervoer van te groote vrachten veldvruchten. Wat is daar al niet gewerkt en geploeterd door mensch en dier, en vaak door de tram, om een voer, dat er in was blijven ste ken, er uit te trekken. Thans gaan de groote vrachten buiten om. In de plaats van die poort is echter een andere hin dernis gekomen, die ook heel wat kracht van het paard vergt, en vaak bovendien oponthoud voor den voerman. We bedoelen hiermede de weg met 't nieuwe wegdek, dat over een lengte van 320 m is aangebracht, en dat, zooals een der leden in den raad het uitdrukte, zoo zacht is als spek. Zelfs op de fiets be speurt men de remmende werking, doch beladen wagens worden er door de paar den met moeite door getrokken. We hebben het meermalen gezien, dat een span paarden twee gekoppelde wagens met gemak over de keien trok, doch dat ze op den nieuwen weg niet meer voor bij konden, zoodat de voerman verplicht lenten om de erflanden van Z, M. Kei zer Ferdinand in Duitschland te be schermen en den Koning van Zweden in de Oostzee te jagen". De maarschalk keek hem zwijgend maar verbaasd aan. Hijzelf had Wallen stein nauwelijks een maand geleden on geveer hetzelfde geschreven. „Bovendien, de methode van Wallen stein te wachten en dan den vijand met groote overmacht te verrassen, is de ware gebleken, al hebben velen meer gelachen dan er aan geloofd", vervolgde Saxon, een zin aanhalende uit Von Pappenheim's brief. Saxon wist, dat de maarschalk een groote en trouwe sympathie voor zijn meester had bewaard. Veel grooter dan voor den tegenwoordigen generaal graaf Tilly, wiens bedachtzame voorzichtig heid door den vurigen daadkrachtigen Von Pappenheim als te aarzelend en angstvallig werd gebrandmerkt. „Zeker. U schijnt te weten, dat ik tot zijn trouwste vrienden behoor", ant woordde de veldmaarschalk. „De hertog wenscht van alles op de hoogte te blijven, zelfs van bijzonderhe den, die anderen van geen belang zou den beschouwen. Daarom heeft hij over al zijn vrienden, die hem inlichten, en uit al deze berichten trekt hij als een goed wiskunstenaar zijn conclusies. Zie daar de redenen, waarom ik in Maag denburg was". „Maar weet u welke straf u hebt verdiend?" vroeg de maarschalk. „Voor mij de kogel, Excellentie". Hij wist: de strop. „Als hij sterven moest, goed, maar dan als soldaat", dacht Saxon en on willekeurig schoot door zijn hersenen: Beter als soldaat te sneven Dan te hangen door den beul. „In ernstige oogenblikken heb je soms de dwaaste invallen", dacht hij, maar hij zei: „Omdat Uwe Excellenite den man niet is", en hij maakte zijn wambuis los, „een officier, die den gouden halsket ting van den hertog draagt, een solda tendood te weigeren". „Den gouden ketting? Hoe lang was u bij den hertog in dienst?" „Sinds de hertog in Weenen den kei zer aanbood een leger van twintigdui zend man op zijn eigen kosten te onder houden. Ik was een van die twintig duizend". „Dus zeven jaar officier?" „Juist, Excellentie". „Hoe bent u uit Maagdenburg ont komen?" „Gewond door een sabelhouw op het hoofd, gelukte het mij in een boot de Elbe over te steken en de Oude herberê te bereiken, waar uw huzaren mij von den". „De Oude herberg?" „Ja, ongeveer drie uren van hier, waar een kurassier van mijn vroeger re giment pachter is". „Van wien?" „Van den hertog. Hij kocht die tijdens de vorige belegering en wilde dat ik daar mijn kwartier nam". „U zeide, van uw regiment. Dan moest u overste zijn". „Zeker, Excellentie, maar in mijn te genwoordigen werkkring vond ik kapi tein minder opvallend, het heeft zijn voordeelen". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5