ZEELAND. Voor kleine tuinen, GOES. vestigd te 's-Gravenhage, Laan Copes van Cattenburg 62, directeur F. V. Val- star. De invoer van vruchten, versch zoowel als gedroogd of op eenigerlei wijze inge maakt, zal slechts kunnen geschieden na overlegging aan de douanekantoren van een machtiging tot invoer verleend door de Nederlandsche Groenten- en Fruit-Centrale. Genoemde machtigingen worden slechts verstrekt na betaling van de door den minister van oeconomischen zaken ten behoeve van 't Landbouw-Cri- sisfonds vastgestelde bedragen. Deze bedragen zijn: sinaasappelen 2 ets, mandarijnen 2 ct., per kg. bruto; bananen 5 ct. per kg netto; appelen ver pakt 4 ct. appelen onverpakt 2 ct,, pe ren verpakt 4 ct.. peren onverpakt 2 ct., pruimen 7 Yï ct., abrikozen 7 Y> ct. per ziken 7 y2 ct„ druiven 7% ct„ per kg brut.; gedroogde appelen 6 ct., id. prui men 6 ct., id. abrikozen 6 ct., id. per ziken 6 ct., per kg bruto, en mengels hiervan, ook met andere producten. Toebereide vruchten: in verpakking tot en met 1.2 kg 10 ct., in verpakking boven 1.2 tot en met 5 kg 5 ct,, in ver pakking boven 5 kg 4 ct., per kg netto. Restitutie van de betaalde bedra gen kan verkregen worden, indien ge noemde goederen, al dan niet verwerkt opnieuw worden uitgevoerd. Voor een vlotte afdoening van de za ken kunnen importeurs ten behoeve en volgens voorschrift van de Nederland sche Groenten- en Fruit-Centrale een bankgarantie stellen of een depot stor ten. STROOMLIJNWIEKEN VOOR MOLENS. Groot succes. Tegen Zaterdag hadden wij een uit- noodiging gekregen voor een bezoek aan den molen te Koudekerke, die van nieuwe wieken is voorzien, zooals on langs is gemeld. Andere werkzaamhe den noodzaakten ons aan die uitnoodi- ging geen gehoor te geven, doch wij von den den heer J. Mullié bereid ons het volgende mede te deelen: Het zal voor uw lezers wellicht inte ressant zijn iets naders te vernemen over de vinding van den heer A. J. Dekker, molenbouwer en waterbouwkundige te Leiden. Deze vinding is vooral zoo mooi, omdat onze mooie molens nu minder in gevaar zijn om in sloopershanden te val len of totaal te worden verminkt. Als adviseur der vereeniging „De Hol- landsche Molen", wier doel het is om onze molens voor ondergang te behoe den, moest de heer Dekker wel alle po gingen aanwenden om een afdoend mid del te vinden, bevorderlijk aan het doel der vereeniging. Hij is na een ernstige studie en tal van proefnemingen hierin volkomen geslaagd door het ontwerpen van „stroomlijnwieken" en is hem daar voor octrooi verleend onder nummer 24753. De heer Dekker wist nu wel, dat zijn uitvinding goed was, maar daarom ge loofden de molenaars het nog niet en het kostte evenveel moeite den mole naar te doen begrijpen dat deze vinding bij toepassing een redmiddel moest zijn. Het spreekt vanzelf, dat de vereeni ging „De Hollandsche Molen" den heer Dekker behulpzaam was bij het zoeken naar een molenaar, die bereid zou zijn om de wieken van zijn molen te laten „verdekkeren"; men vond dien in de eigenares van den Dorpspoldermolen te Waardenburg en is deze molen in 1927 van stroomlijnwieken voorzien. Als eerste korenmolen volgde in 1930 de molen „De Gooijer" te Amsterdam. Toen in 1930 de algemeene vergadering van den Molenaarsbond aldaar plaats had, heeft schrijver dezes met enkele molenaars genoemden molen bezocht en ook toen stond men nog wat sceptisch tegenover het nieuwe, doch toch zijn in 1927 één, 1928 vijf, 1929 drie, 1930 vier, 1931 vier, 1932 acht, 1933 tot 1 Augus tus 20 molens van de stroomlijnwieken voorzien en is men met nog verschil lende molenaars in onderhandeling. Zoo wel het hoofdbestuur van den Mole naarsbond als het afdeelingsbestuur in Zeeland stelden den heer Dekker in de gelegenheid zijn vinding mondeling toe te lichten, resp. in 1932 en in April 1933. Vooral te Middelburg was de belangstel ling zeer groot en wat voor ons Zeeu wen, die zoo trotsch zijn op onze mooie molens, het voornaamste is, wij kunnen thans in ónze onmiddellijke omgeving de stroomlijnwieken bezichtigen. De fraaie molen van den heer G. de Regt te Kou dekerke is thans „verdekkerd". De mo lenmaker K. de Troye heeft dit werk uitstekend uitgevoerd. Men wachtte nu met belangstelling op het resultaat. Den 14 Augustus was er een zeer zwakke wind. De molens in de omgeving van Koudekerke probeerden wel te draaien, maar het ging niet. De „verdekkerde" molen draaide er lustig op los. Zaterdag 19 Augustus draaiden alle molens op Walcheren in den top, dat wil zeggen met volle zeilen. De verdek kerde molen van De Regt draaide en maalde zonder zeilen. Den 26sten Aug. was de dag, die voor de molenliefheb bers de belangrijkste zou zijn, want dan zouden jhr. F. van Rijckevorsel uit Den Bosch, de heer Dekker en schrijver de zes, den bedoelden molen grondig in- specteeren. Toen wij te 12 uur te Kou dekerke arriveerden was ook de heer De Troye bij zijn werk present. De mo len stond in volle zeilen en het was bladstil. Toen wij opmerkten, dat wij 't niet troffen omdat het zoo stil was, merkte De Troye op, dat dit juist het mooiste is. Als het waait draaien alle molens, nu staan zij stil. Hij trok den vang in den haak en zoo waar deze molen draaide wel. De wind kwam en reeds een zuchtje was vol doende voor dezen molen om het meel in de zakken te doen stroomen. De heer De Vlieger, molenaar te Oostburg, die ook een kijkje kwam ne men stond met ons perplex over dit re sultaat.. Wat een uitkomst voor de molenaars en wat een vreugde voor allen, die zoo gaarne genieten van den statigen draai- enden dorpsmolen, nu de heer Dekker het mogelijk maakte, dat de molenaar zelfs den minsten wind kan benutten. Nu zullen de molenaars wellicht spoe dig verlost zijn van de benzine-, gas- of ruwolie lucht, van het gesteun en ge kraak van een veel te zwakke motor, die in dagen van stilte als hulpkracht dienst moet doen. Ook de heer De Regt heeft een mo tor, maar deze staat thans in het vet en hij zal er een kaart boven hangen met het opschrift: „Hier rust mijn kwelgeest die mijn hulp moest zijn". „Daar staat mijn molen, altijd klaar, omdat hij is verdekkerd". Het is nu maar te hopen, dat vele Zeeuwsche molenaars zullen besluiten, om hunne molens van stroom- lijnwiekken te vóórzien. De voordeelen zijn groot, want niet alleen zal men bij na altijd kunnen malen, doch gedurende de wintermaanden zal men geen zeilen noodig hebben, althans zoo zeldzaam, dat men deze gerust kan opbergen. De heer jhr. Van Rijckevorsel was evenals wij verheugd, dat de heer De Regt het voorbeeld aan Zeeland heeft gegeven, maar de heer De Regt was wel de gelukkigste van allen en toonde dit door ons als gasten aan tafel te nooden en maakten wij kennis met de goede zorgen van zijn echtgenoote. Na den maaltijd reed De Regt jr. ons met een auto langs verschillende mo lens, waarvan er zeker enkele wel spoedig van stroomlijnwieken zullen zijn voorzien, want de molenaars op Walcheren zijn dit met hart en ziel. Malen met den wind, dat is hun een vreugde, malen met den motor is voor velen een ergenis. Voor dezulken is de uitvinding van den heer" Dekker een ware uitkomst. DE GOESCHE GASTHUISKWESTIE. Voorgesteld wordt de voor stellen der commissie ad hoe te aanvaarden. B. en W. stellen den Raad voor, zijn besluit, dat de gemeente niet verplicht is de Gasthuis-tekorten te dekken, niet in te trekken. Verder gaat het college accoord met de voorstellen der com missie ad hoe, en stelt voor, de tekor ten in de toekomst voor rekening der gemeente te nemen en de reeds ontsta ne door een geldleening te dekken. B. en W. van Goes schrijven aan den Raad o.a-:- De verschillende schrifturen op de Gasthuisquaestie betrekking hebbende, hebben wij aan de leden uwer vergade ring bereids in afschrift doen toeko men. Wij meenen, dat Uwe vergadering er nog prijs op stelt om een voorstel onzer zijds te ontvangen met betrekking tot de door U in dezen te nemen be slissing. Gaarne brengen wij hulde aan de commissie ad hoe voor den inhoud van haar rapport, dat getuigt van veel ar beid en nauwgezette bestudeering der zaak en wij kunnen ons daarmede dan ook wel vereenigen. Ons voorstel zou evenwel o.i. niet volledig zijn, wanneer wij ons er enkel toe bepaalden, tot aanneming der door de commissie ge trokken conclusies zonder meer te ad- viseeren, daar wij er prijs op stellen, op enkele punten, die in het rapport niet zijn aangeroerd of waar er blijkt van meeningsverschil met het Gasthuisbe- stuur, onze opvattingen te doen ken nen. In de eerste plaats meenen wij dan onze aandacht te moeten bepalen tot de brief van Gedeputeerde Staten dd. 14 Juli 1933, strekkende ter begelei ding van een afschrift van het onge- dagteekend schrijven van Z.E. den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, waar in wordt verzocht Uwe vergadering uit te noodigen, het bepaalde in het besluit Uwer vergadering van 12 December 1932 in te trekken, (De raad besloot, dat de gemeente niet verplicht is, de Gasthuis-tekorten te dekken Red.) Wij herinneren in dit verband aan 't feit, dat het Gasthuisbestuur zich had gewend tot H- M. de Koningin met 'n verzoek, hierop neerkomende, dat in hoogste instantie uitspraak zou worden gedaan met betrekking tot de vraag, of de gemeente al of niet verplicht is om de tekorten van het Gasthuis, met name die van de afdeeling ziekenhuis, te dek ken. In plaats van een dergelijke uit-, spraak, waarover het advies van den Raad van State ingewonnen moet wor den, uit te lokken, geeft de Minister zijn persoonlijke meening over de aanhangi ge quaestie met advies aan uwe vergade ring om met die meening accoord te gaan en het aangehaalde besluit in te trekken. Waarom de minister in dezen niet den legalen weg heeft bewandeld en de zaak niet in handen heeft gegeven van den Raad van State, is ons niet be kend, maar opgemerkt dient o.i. dat er op deze wijze geen bevrediging kan plaats hebben van het rechtsgevoel, noch van Uwe vergadering noch van het gasthuisbestuur. Wij kunnen dan ook niet inzien, welk belang er voor de gemeente in gele gen zou zijn om het eenmaal genomen besluit zonder meer in te trekken en geven Uwen Raad mitsdien in overwe ging, aan de gedane uitnoodiging niet te voldoen, maar integendeel aan Ge deputeerde Staten te verzoeken den minister in overweging te geven om in dezen de normale procedure te doen volgen. Wij willen hiermede evenwel niet zeg gen, dat wij van meening zijn, dat de ge meente ten opzichte van het gasthuis afzijdig moet staan. Deze houding is nim mer door ons aangenomen en wij zijn overtuigd, dat ook uw vergadering op behoud van het ziekenhuis, indien uit een financieel oogpunt mogelijk, prijs stelt. Trouwens, indien het omgekeerde het geval ware, zou uw Raad nimmer aan een commissie uit zijn midden op dracht hebben gegeven om een onder zoek in te stellen met betrekking tot de vraag of behoud der afdeeling zieken huis van het gasthuis mogelijk is zonder al te groote financieele lasten voor de gemeente. Het rapport der commissie. Tot het rapport dier commissie terug- keerende, merken wij het volgende op: Naar onze meening is er niet het min ste tegen, dat bij wijze van proef het aantal leerling-verpleegsters met één wordt verminderd, vooral waar zulks 'n jaarlijksche bezuiniging geeft van 500. De vraag, of de functie van directrice te eeniger tijd niet met die van hoofd verpleegster kan worden gecombineerd, is o.i. zeer zeker waard om in de toe komst in geval van vacature hetzij van directrice, hetzij van hoofdverpleegster, onder de oogen te worden gezien; thans is ze nog niet aan de orde. Het rapport toont o.i. overtuigend aan, dat bezuiniging op de uitgaven voor voe dingsmiddelen, huishoudelijke en verple- gingsartikelen mogelijk is. Met voldoe ning constateeren wij dat tijdens het on derzoek van den heer Könings en voor de verschijning van diens rapport, het gasthuisbestuur reeds stappen in deze richting heeft gedaan en daarmede ook inderdaad het een en ander heeft be reikt, maar voldoende is dit o.i. nog niet. De eisch der commissie, dat de voedings- prijs in het Goesche gasthuis niet 16 pet. boven het gemiddelde van dien in 36 andere ziekenhuizen behoeft te blij ven, maar tot of beneden dat gemiddel de zal dienen te dalen, terwijl ook de kosten der huishoudelijke- en verple- gingsartikelen zeker met 10 pet, zullen dienen te worden verminderd, is dan ook, naar onze meening, volkomen bil lijk. De vraag, of de bestaande eigen in richting tot opwekking van electrischen stroom dient te worden uitgebreid dan wel of de geheele stroomlevering tegen speciaal tarief aan de P.Z.E.M. zal moe ten worden opgedragen, is er een, die o.i. met bekwamen spoed zal dienen te worden onderzocht. Een belangrijk meeningsverschil tus- schen de commissie en het gasthuisbe stuur bestaat er blijkbaar met betrek king tot de samenstelling van het be stuur en de positie van den administra teur. Wij staan op beide punten geheel aan de zijde der commissie. In de eerste plaats zijn ook wij van meening, dat er tegen de opname van een medicus in het bestuur niet alleen geen enkel be zwaar kan bestaan, integendeel, zulks zelfs zeer gewenscht is. De meening van het gasthuisbestuur, dat hierdoor de vrije artsenkeuze in het gedrang zou komen, achten wij ongegrond. - In de tweede plaats zijn wij het met de commissie eens, dat het imperatieve voorschrift, dat er in het bestuur drie dames zitting zullen hebben welk voorschrift nog dateert uit den tijd, toen de instelling uitsluitend de verpleging van ouden van dagen ten doel had dient te worden geschrapt. Wij willen hiermede niet zeggen, dat wij voortaan vrouwen uit het bestuur geweerd zou den willen zien; integendeel, maar het bestaande voorschrift is o.i. verouderd. Dat ook een lid van den Raad, al of niet deel uitmakende van ons College, zitting zal hebben in het bestuur, is o.i., gezien de veranderde omstandigheden, in hooge mate gewenscht. Wat de positie van den administra teur betreft, zijn wij het met de com missie volmaakt eens, dat deze niet al leen voortaan meer het economisch hoofd van het gasthuis dan klerk van het bestuur zal behooren te zijn. Het tot nu toe gevolgde systeem, waarbij door verschillende personen geheel on afhankelijk van elkaar en zonder reke ning te houden met een begrooting, be stellingen werden gedaan, van welke de administrateur pas kennis krijgt, wan neer de rekeningen binnenkomen, spot met de meest elementaire begrippen van bedrijfsvoering en dient dan ook ge heel te worden verlaten. Zulks is ech ter alleen dan mogelijk, wanneer één persoon voor de bestellingen tegenover het bestuur de volle verantwoordelijk heid draagt en die persoon kan niemand anders zijn dan de administrateur. Daar mede houdt tevens nauw verband de eisch, dat de administrateur alle be stuursvergaderingen bijwoont en als se cretaris van het bestuur optreedt. Een bepaling, krachtens welke de admini strateur verplicht is om in de vergade ringen van regenten te verschijnen zoo dikwijls de voorzitter dit verzoekt, is niet alleen onnoodig immers het be stuur kan elk lid van het personeel in zijn bijeenkomsten laten verschijnen maar ook beslist onvoldoende. Dat er in de vergaderingen nu en dan min of meer delicate questies aan de orde kun nen komen, achten wij geen hinderpaal voor de tegenwoordigheid van een bui ten dat bestuur staand persoon (ambte naar), mits deze een betrouwbaar iemand is; blijkt hij onbetrouwbaar, dan behoort hij uit den dienst te worden ontslagen. De tekorten. Eindelijk dient nog de vraag te wor den gesteld, of Uw Raad mag besluiten, de tekorten van het ziekenhuis al c niet verplicht voortaan te dekken. Zooals uit het rapport der commissie blijkt, acht zij het mogelijk, dat bij het voeren van een goede en gezonde be- drijfspolitiek, de bijdrage der gemeen te, gesteld, dat zij tot dekking der te korten overgaat, in geen geval meer behoeft te bedragen dan 10.000 per jaar, ja dat zelfs de mogelijkheid bestaat dat de tekorten in de toekomst nog onder dat bedrag zullen komen. Indien deze verwachting mocht uit komen de serieuze wijze waarop de commissie zich van haar taak heeft ge kweten, geeft aanleiding om zulks te verwachten dan wil het ons voor komen, dat het behoud van het zieken huis aan de gemeente dit offer wel waard is, al kan niet worden ontkend, dat deze belangrijke verhooging der uitgaven juist in dezen tijd van economische depres sie wel zeer ongelegen komt en dat in elk geval de optimistische beschouwin gen, in de Raadvergaderingen van 17 October en 11 December 1924 geuit, achteraf wel zeer in strijd zal blijken te zijn geweest met de werkelijkheid. De exploitatiebegrootingen, waarop men zich destijds beriep en die het re sultaat heetten te zijn van jarenlange studie, ze blijken thans helaas van gee nerlei waarde te zijn geweest. Tenslotte dient te worden overwogen op welke wijze de dekking moet wor den gezocht voor de tekorten der voor afgegane jaren. Deze bedragen over de jaren 1929, 1930 en 1931 respectievelijk 14-423, 24.763 en 20.270, totaal 59.458 Het cijfer over 1932 is nog niet be kend. Aannemende, dat dit ongeveer 20.000 zal bedragen komt men tot het niet geringe bedrag van 79.458 of rond 80.000. Van dit bedrag is 39.000 gedekt door tijdelijke geldleeningen, door het gasthuis aangegaan onder garantie der gemeente. Niet door afschrijving. Het gasthuisbestuur heeft ëenigen tijd terug door het Centraal Bureau voor Vertificatie en Financieele Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten doen nagaan, of de tekorten door afschrijving op het kapitaal van de stichting e.v. zouden kunnen worden ge dekt en daarop een bevestigend ant woord ontvangen. Het zou derhalve mo gelijk wezen, om alle bezittingen te gelde te maken en daaruit de gemaakte schulden te voldoen. Het gasthui'sbestuur verzet zich ten sterkste tegen een dergelijke oplossing, aanvoerende, dat het kapitaal der stich ting krachtens de Armenwet intact be hoort te blijven. Afgezien van het feit, dat naar onze meening de artikelen 24 en 25 der Armenwet een dergelijke ver gaande strekking niet bezitten, komt de houding van het gasthuisbestuur in de zen ons toch niet consequent voor. Het bestuur toch heeft meermalen betoogd, dat het gasthuis een gemeentelijke in stelling is, en uit krachte daarvan de gemeente aansprakelijk is voor de jaar lijksche tekorten, maar de voor de hand liggende conclusie, dat dan ook de goe deren der stichting gemeentegoederen zijn en door de gemeente tot dekking der gemaakte schulden zouden kun nen aangewend worden, verwerpt het; de instelling is dan plotseling weer geheel zelfstandig. Ook verliest het be stuur uit het oog, dat het indertijd, ten behoeve van den bouw van het zieken huis, de goedêren der instelling hy pothecair heeft belast, weliswaar onder de bij de Wet vereischte goedkeuring van Gedeputeerde Staten, doch zonder kennis van Uwe vergadering. Deze quaestie echter verder terzijde schuivende, daar ze voor het vinden van een oplossing van weinig belang is, willen wij wel als onze meening te ken nen geven, dat het o.i, niet wenschelijk is om de bezittingen der stichting van de hand te doen tot dekking der schul den. Zoodanige verkoop zou weliswaar momenteel verlichting voor de gemeen telijke financiën beteekenen, doch daar tegenover staat, dat de inkomsten die het gasthuis uit die bezittingen trekt, zouden ophouden te vloeien, waardoor het gemeentelijk subsidie automatisch zou stijgen. Bovendien zou de opbrengst HSHHSHaHaSHHHI bij verkoop thans gering zijn en bestaat toch de kans, dat de thans lage nacht opbrengst mettertijd weer eenige stijging zal vertoonen. De oplossing zal o.i. deze moeten zijn, dat de gemeente voor de dekking der tekorten van vroegere ja ren een geldleening aangaat van onge veer 80.000 en deze aflost in een ter mijn van 12 achtereenvolgende jaren. De jaarlijksche uitgaven, aannemende een rentevoet van 5 pet. 's jaars, zullen dan bedragen pl.m. 6600 wegens aflos sing en 4000 wegens rente gedurende het eerste jaar, welk laatste bedrag per jaar met pl.m. 133 vermindert. Men houde in het oog, dat met deze bedra gen de geschatte jaarlijksche tekorten dekking van 10.000 wordt verhoogd. De door ons voorgestelde aflossings termijn van 12 jaar houdt verband met 't voorstel der commissie inzake afschrij ving. Zooals u bekend is, werd bij de samen stelling der gemeentebegrooting voor 't jaar 1933 reeds rekening gehouden met e.v. dekking van een tekort van het gasthuis over dat jaar. Resumptie. Resumeerende stellen wij Uwen Raad voor: le. niet te voldoen aan de uitnoodi ging van Z.E. den Minister van Binnen landsche Zaken, doch een uitspraak der Kroon omtrent de quaestie der al of niet verplichte aansprakelijkheid voor de te korten der instelling af te wachten; 2e. te aanvaarden de voorstellen ge daan door de commissie ad hoe; 3e- vast te stellen, dat de tekorten van het gasthuis over de jaren 1929 tot en met 1932 zullen worden gedekt door middel van een aan te gane geldleening, af te lossen in 12 achtereenvolgende jaren, 4e. de commissie ad hoe te ontbinden onder dankbetuiging aan haar leden en den haar toegevoegden secretaris voor den door hen allen verrichten degelij- ken arbeid. Zoo Uw raad zich met onze voorstel- stellen kan vereenigen, zal het o.m. noodig zijn om de verordening op het gasthuis met bekwamen spoed te her zien, Ook de behandeling der begrootingen der instelling voor de jaren 1932 en 1933, kan alsdan haar beslag krijgen. De bereids ingediende begrooting voor 1934 kan voor of tegelijk met de ge meente-begrooting voor dat jaar wor den behandeld. RAADSVERGADERING. De raad dezer gemeente zal in open bare vergadering bijeenkomen op Vrij dag 1 Sept. a.s. des middags te twee uur, In behandeling komt o.a. het elders vermelde voorstel van B. en W. be treffende de exploitatie van het Gast huis. Boomkweekerscreawt* Verder komt nog in behandeling: een voorstel van B. en W., om, wegens ver-' zoek van de Rijkscommissie voor Boom- kweekerscrediet, medewerking te ver- leenen aan het geven van crediet, on der bepaalde voorwaarden, aan boom kweekers. Deze medewerking bestaat daarin, dat de gemeente 10 pet. van het nadeelig saldo, der in de gemeente te verstrekken credieten, voor haar reke ning neemt. Verkeersverbetering, Voorts stellen B. en W. voor, ten be hoeve van de verkeersverbetering Vlas- markt-Waterstraatje-Beestenmarkt, met den heer J. Cardon zijn pand Beesten markt-Waterstraatje te ruilen voor den grond, die over zal blijven nadat het pand VlasmarktWaterstraatje afgebro ken en daar de noodige grond voor verkeersverbetering afgenomen is. Bo vendien aan den heer Cardon te schen ken, een stukje grond, grenzend aan den door hem te verkrijgen grond, dat gekocht zal moeten worden van den heer A. Nonnekes voor 100. Verkoop grond. B. en W. stellen tenslotte nog voorr een stuk grond groot ongeveer 190 cen tiaren, op het Ravelijn aan den Brou wersgang, te verkoopen aan den heer H. van der Veen voor 6 per centiare. De ze grond zal bebouwd worden met een. woonhuis. Oogstmaand, Elke tijd van het jaar heeft haar eigen bekoring; zoo ook de nazomer waarin de rijpende vruchten ons allerwege toe lachen. Inzonderheid is het nu wel den boomgaard of waar het hier kleine tui nen betreft, zijn het de vruchtboomen, in het bijzonder appels en peren, waar we nu met belangstelling naar kijken. Waar dit noodig was hebben we zwaar beladen takken tijdig onderstut om het afbreken der takken te voorkomen. En daar de late vruchten nog belangrijker zwaarder worden kan dit onderstutten ook nu nog noodig zijn. Vroege peer soorten als: Kruidenierspeer, Noord-Hol- landsche suikerpeer en Clapps Favorite werden reeds geoogst en soorten als: Muskuspeer of Bon Chretien Williams, Annanas de Courtray en Beurre de Me- rode zijn nu aan de beurt. Van appels plukten we reeds Yellow Transparant, Roode Astrakan en Roode Tulpappel en nu kunnen we o.a. Barowitski oogsten, In veel gevallen kent de eigenaar echter

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 6