ZEELAND.
Voor kleine tuinen,
GOES.
vestigd te 's-Gravenhage, Laan Copes
van Cattenburg 62, directeur F. V. Val-
star.
De invoer van vruchten, versch zoowel
als gedroogd of op eenigerlei wijze inge
maakt, zal slechts kunnen geschieden
na overlegging aan de douanekantoren
van een machtiging tot invoer verleend
door de Nederlandsche Groenten- en
Fruit-Centrale.
Genoemde machtigingen worden
slechts verstrekt na betaling van de
door den minister van oeconomischen
zaken ten behoeve van 't Landbouw-Cri-
sisfonds vastgestelde bedragen.
Deze bedragen zijn: sinaasappelen 2
ets, mandarijnen 2 ct., per kg. bruto;
bananen 5 ct. per kg netto; appelen ver
pakt 4 ct. appelen onverpakt 2 ct,, pe
ren verpakt 4 ct.. peren onverpakt 2 ct.,
pruimen 7 Yï ct., abrikozen 7 Y> ct. per
ziken 7 y2 ct„ druiven 7% ct„ per kg
brut.; gedroogde appelen 6 ct., id. prui
men 6 ct., id. abrikozen 6 ct., id. per
ziken 6 ct., per kg bruto, en mengels
hiervan, ook met andere producten.
Toebereide vruchten: in verpakking
tot en met 1.2 kg 10 ct., in verpakking
boven 1.2 tot en met 5 kg 5 ct,, in ver
pakking boven 5 kg 4 ct., per kg netto.
Restitutie van de betaalde bedra
gen kan verkregen worden, indien ge
noemde goederen, al dan niet verwerkt
opnieuw worden uitgevoerd.
Voor een vlotte afdoening van de za
ken kunnen importeurs ten behoeve en
volgens voorschrift van de Nederland
sche Groenten- en Fruit-Centrale een
bankgarantie stellen of een depot stor
ten.
STROOMLIJNWIEKEN VOOR
MOLENS.
Groot succes.
Tegen Zaterdag hadden wij een uit-
noodiging gekregen voor een bezoek
aan den molen te Koudekerke, die van
nieuwe wieken is voorzien, zooals on
langs is gemeld. Andere werkzaamhe
den noodzaakten ons aan die uitnoodi-
ging geen gehoor te geven, doch wij von
den den heer J. Mullié bereid ons het
volgende mede te deelen:
Het zal voor uw lezers wellicht inte
ressant zijn iets naders te vernemen over
de vinding van den heer A. J. Dekker,
molenbouwer en waterbouwkundige te
Leiden. Deze vinding is vooral zoo mooi,
omdat onze mooie molens nu minder in
gevaar zijn om in sloopershanden te val
len of totaal te worden verminkt.
Als adviseur der vereeniging „De Hol-
landsche Molen", wier doel het is om
onze molens voor ondergang te behoe
den, moest de heer Dekker wel alle po
gingen aanwenden om een afdoend mid
del te vinden, bevorderlijk aan het doel
der vereeniging. Hij is na een ernstige
studie en tal van proefnemingen hierin
volkomen geslaagd door het ontwerpen
van „stroomlijnwieken" en is hem daar
voor octrooi verleend onder nummer
24753.
De heer Dekker wist nu wel, dat zijn
uitvinding goed was, maar daarom ge
loofden de molenaars het nog niet en
het kostte evenveel moeite den mole
naar te doen begrijpen dat deze vinding
bij toepassing een redmiddel moest zijn.
Het spreekt vanzelf, dat de vereeni
ging „De Hollandsche Molen" den heer
Dekker behulpzaam was bij het zoeken
naar een molenaar, die bereid zou zijn
om de wieken van zijn molen te laten
„verdekkeren"; men vond dien in de
eigenares van den Dorpspoldermolen te
Waardenburg en is deze molen in 1927
van stroomlijnwieken voorzien.
Als eerste korenmolen volgde in 1930
de molen „De Gooijer" te Amsterdam.
Toen in 1930 de algemeene vergadering
van den Molenaarsbond aldaar plaats
had, heeft schrijver dezes met enkele
molenaars genoemden molen bezocht en
ook toen stond men nog wat sceptisch
tegenover het nieuwe, doch toch zijn in
1927 één, 1928 vijf, 1929 drie, 1930 vier,
1931 vier, 1932 acht, 1933 tot 1 Augus
tus 20 molens van de stroomlijnwieken
voorzien en is men met nog verschil
lende molenaars in onderhandeling. Zoo
wel het hoofdbestuur van den Mole
naarsbond als het afdeelingsbestuur in
Zeeland stelden den heer Dekker in de
gelegenheid zijn vinding mondeling toe
te lichten, resp. in 1932 en in April 1933.
Vooral te Middelburg was de belangstel
ling zeer groot en wat voor ons Zeeu
wen, die zoo trotsch zijn op onze mooie
molens, het voornaamste is, wij kunnen
thans in ónze onmiddellijke omgeving de
stroomlijnwieken bezichtigen. De fraaie
molen van den heer G. de Regt te Kou
dekerke is thans „verdekkerd". De mo
lenmaker K. de Troye heeft dit werk
uitstekend uitgevoerd. Men wachtte nu
met belangstelling op het resultaat. Den
14 Augustus was er een zeer zwakke
wind. De molens in de omgeving van
Koudekerke probeerden wel te draaien,
maar het ging niet. De „verdekkerde"
molen draaide er lustig op los.
Zaterdag 19 Augustus draaiden alle
molens op Walcheren in den top, dat
wil zeggen met volle zeilen. De verdek
kerde molen van De Regt draaide en
maalde zonder zeilen. Den 26sten Aug.
was de dag, die voor de molenliefheb
bers de belangrijkste zou zijn, want dan
zouden jhr. F. van Rijckevorsel uit Den
Bosch, de heer Dekker en schrijver de
zes, den bedoelden molen grondig in-
specteeren. Toen wij te 12 uur te Kou
dekerke arriveerden was ook de heer
De Troye bij zijn werk present. De mo
len stond in volle zeilen en het was
bladstil. Toen wij opmerkten, dat wij 't
niet troffen omdat het zoo stil was,
merkte De Troye op, dat dit juist het
mooiste is. Als het waait draaien alle
molens, nu staan zij stil.
Hij trok den vang in den haak en zoo
waar deze molen draaide wel. De wind
kwam en reeds een zuchtje was vol
doende voor dezen molen om het meel
in de zakken te doen stroomen.
De heer De Vlieger, molenaar te
Oostburg, die ook een kijkje kwam ne
men stond met ons perplex over dit re
sultaat..
Wat een uitkomst voor de molenaars
en wat een vreugde voor allen, die zoo
gaarne genieten van den statigen draai-
enden dorpsmolen, nu de heer Dekker
het mogelijk maakte, dat de molenaar
zelfs den minsten wind kan benutten.
Nu zullen de molenaars wellicht spoe
dig verlost zijn van de benzine-, gas- of
ruwolie lucht, van het gesteun en ge
kraak van een veel te zwakke motor,
die in dagen van stilte als hulpkracht
dienst moet doen.
Ook de heer De Regt heeft een mo
tor, maar deze staat thans in het vet en
hij zal er een kaart boven hangen met
het opschrift: „Hier rust mijn kwelgeest
die mijn hulp moest zijn". „Daar staat
mijn molen, altijd klaar, omdat hij is
verdekkerd". Het is nu maar te hopen,
dat vele Zeeuwsche molenaars zullen
besluiten, om hunne molens van stroom-
lijnwiekken te vóórzien. De voordeelen
zijn groot, want niet alleen zal men bij
na altijd kunnen malen, doch gedurende
de wintermaanden zal men geen zeilen
noodig hebben, althans zoo zeldzaam,
dat men deze gerust kan opbergen.
De heer jhr. Van Rijckevorsel
was evenals wij verheugd, dat de heer
De Regt het voorbeeld aan Zeeland
heeft gegeven, maar de heer De Regt
was wel de gelukkigste van allen en
toonde dit door ons als gasten aan tafel
te nooden en maakten wij kennis met
de goede zorgen van zijn echtgenoote.
Na den maaltijd reed De Regt jr. ons
met een auto langs verschillende mo
lens, waarvan er zeker enkele wel
spoedig van stroomlijnwieken zullen
zijn voorzien, want de molenaars op
Walcheren zijn dit met hart en ziel.
Malen met den wind, dat is hun een
vreugde, malen met den motor is voor
velen een ergenis.
Voor dezulken is de uitvinding van
den heer" Dekker een ware uitkomst.
DE GOESCHE GASTHUISKWESTIE.
Voorgesteld wordt de voor
stellen der commissie ad hoe
te aanvaarden.
B. en W. stellen den Raad voor, zijn
besluit, dat de gemeente niet verplicht
is de Gasthuis-tekorten te dekken, niet
in te trekken. Verder gaat het college
accoord met de voorstellen der com
missie ad hoe, en stelt voor, de tekor
ten in de toekomst voor rekening der
gemeente te nemen en de reeds ontsta
ne door een geldleening te dekken.
B. en W. van Goes schrijven aan den
Raad o.a-:-
De verschillende schrifturen op de
Gasthuisquaestie betrekking hebbende,
hebben wij aan de leden uwer vergade
ring bereids in afschrift doen toeko
men. Wij meenen, dat Uwe vergadering
er nog prijs op stelt om een voorstel
onzer zijds te ontvangen met betrekking
tot de door U in dezen te nemen be
slissing.
Gaarne brengen wij hulde aan de
commissie ad hoe voor den inhoud van
haar rapport, dat getuigt van veel ar
beid en nauwgezette bestudeering der
zaak en wij kunnen ons daarmede dan
ook wel vereenigen. Ons voorstel zou
evenwel o.i. niet volledig zijn, wanneer
wij ons er enkel toe bepaalden, tot
aanneming der door de commissie ge
trokken conclusies zonder meer te ad-
viseeren, daar wij er prijs op stellen, op
enkele punten, die in het rapport niet
zijn aangeroerd of waar er blijkt van
meeningsverschil met het Gasthuisbe-
stuur, onze opvattingen te doen ken
nen.
In de eerste plaats meenen wij dan
onze aandacht te moeten bepalen tot
de brief van Gedeputeerde Staten dd.
14 Juli 1933, strekkende ter begelei
ding van een afschrift van het onge-
dagteekend schrijven van Z.E. den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, waar
in wordt verzocht Uwe vergadering uit
te noodigen, het bepaalde in het besluit
Uwer vergadering van 12 December
1932 in te trekken, (De raad besloot,
dat de gemeente niet verplicht is, de
Gasthuis-tekorten te dekken Red.)
Wij herinneren in dit verband aan 't
feit, dat het Gasthuisbestuur zich had
gewend tot H- M. de Koningin met 'n
verzoek, hierop neerkomende, dat in
hoogste instantie uitspraak zou worden
gedaan met betrekking tot de vraag, of
de gemeente al of niet verplicht is om
de tekorten van het Gasthuis, met name
die van de afdeeling ziekenhuis, te dek
ken. In plaats van een dergelijke uit-,
spraak, waarover het advies van den
Raad van State ingewonnen moet wor
den, uit te lokken, geeft de Minister zijn
persoonlijke meening over de aanhangi
ge quaestie met advies aan uwe vergade
ring om met die meening accoord te
gaan en het aangehaalde besluit in te
trekken.
Waarom de minister in dezen niet
den legalen weg heeft bewandeld en
de zaak niet in handen heeft gegeven
van den Raad van State, is ons niet be
kend, maar opgemerkt dient o.i. dat er
op deze wijze geen bevrediging kan
plaats hebben van het rechtsgevoel,
noch van Uwe vergadering noch van
het gasthuisbestuur.
Wij kunnen dan ook niet inzien, welk
belang er voor de gemeente in gele
gen zou zijn om het eenmaal genomen
besluit zonder meer in te trekken en
geven Uwen Raad mitsdien in overwe
ging, aan de gedane uitnoodiging niet
te voldoen, maar integendeel aan Ge
deputeerde Staten te verzoeken den
minister in overweging te geven om
in dezen de normale procedure te doen
volgen.
Wij willen hiermede evenwel niet zeg
gen, dat wij van meening zijn, dat de ge
meente ten opzichte van het gasthuis
afzijdig moet staan. Deze houding is nim
mer door ons aangenomen en wij zijn
overtuigd, dat ook uw vergadering op
behoud van het ziekenhuis, indien uit
een financieel oogpunt mogelijk, prijs
stelt. Trouwens, indien het omgekeerde
het geval ware, zou uw Raad nimmer
aan een commissie uit zijn midden op
dracht hebben gegeven om een onder
zoek in te stellen met betrekking tot de
vraag of behoud der afdeeling zieken
huis van het gasthuis mogelijk is zonder
al te groote financieele lasten voor de
gemeente.
Het rapport der commissie.
Tot het rapport dier commissie terug-
keerende, merken wij het volgende op:
Naar onze meening is er niet het min
ste tegen, dat bij wijze van proef het
aantal leerling-verpleegsters met één
wordt verminderd, vooral waar zulks 'n
jaarlijksche bezuiniging geeft van 500.
De vraag, of de functie van directrice
te eeniger tijd niet met die van hoofd
verpleegster kan worden gecombineerd,
is o.i. zeer zeker waard om in de toe
komst in geval van vacature hetzij van
directrice, hetzij van hoofdverpleegster,
onder de oogen te worden gezien; thans
is ze nog niet aan de orde.
Het rapport toont o.i. overtuigend aan,
dat bezuiniging op de uitgaven voor voe
dingsmiddelen, huishoudelijke en verple-
gingsartikelen mogelijk is. Met voldoe
ning constateeren wij dat tijdens het on
derzoek van den heer Könings en voor
de verschijning van diens rapport, het
gasthuisbestuur reeds stappen in deze
richting heeft gedaan en daarmede ook
inderdaad het een en ander heeft be
reikt, maar voldoende is dit o.i. nog niet.
De eisch der commissie, dat de voedings-
prijs in het Goesche gasthuis niet 16
pet. boven het gemiddelde van dien in
36 andere ziekenhuizen behoeft te blij
ven, maar tot of beneden dat gemiddel
de zal dienen te dalen, terwijl ook de
kosten der huishoudelijke- en verple-
gingsartikelen zeker met 10 pet, zullen
dienen te worden verminderd, is dan
ook, naar onze meening, volkomen bil
lijk.
De vraag, of de bestaande eigen in
richting tot opwekking van electrischen
stroom dient te worden uitgebreid dan
wel of de geheele stroomlevering tegen
speciaal tarief aan de P.Z.E.M. zal moe
ten worden opgedragen, is er een, die
o.i. met bekwamen spoed zal dienen te
worden onderzocht.
Een belangrijk meeningsverschil tus-
schen de commissie en het gasthuisbe
stuur bestaat er blijkbaar met betrek
king tot de samenstelling van het be
stuur en de positie van den administra
teur.
Wij staan op beide punten geheel aan
de zijde der commissie. In de eerste
plaats zijn ook wij van meening, dat er
tegen de opname van een medicus in
het bestuur niet alleen geen enkel be
zwaar kan bestaan, integendeel, zulks
zelfs zeer gewenscht is. De meening van
het gasthuisbestuur, dat hierdoor de
vrije artsenkeuze in het gedrang zou
komen, achten wij ongegrond.
- In de tweede plaats zijn wij het met
de commissie eens, dat het imperatieve
voorschrift, dat er in het bestuur drie
dames zitting zullen hebben welk
voorschrift nog dateert uit den tijd, toen
de instelling uitsluitend de verpleging
van ouden van dagen ten doel had
dient te worden geschrapt. Wij willen
hiermede niet zeggen, dat wij voortaan
vrouwen uit het bestuur geweerd zou
den willen zien; integendeel, maar het
bestaande voorschrift is o.i. verouderd.
Dat ook een lid van den Raad, al of
niet deel uitmakende van ons College,
zitting zal hebben in het bestuur, is o.i.,
gezien de veranderde omstandigheden,
in hooge mate gewenscht.
Wat de positie van den administra
teur betreft, zijn wij het met de com
missie volmaakt eens, dat deze niet al
leen voortaan meer het economisch
hoofd van het gasthuis dan klerk van
het bestuur zal behooren te zijn. Het
tot nu toe gevolgde systeem, waarbij
door verschillende personen geheel on
afhankelijk van elkaar en zonder reke
ning te houden met een begrooting, be
stellingen werden gedaan, van welke de
administrateur pas kennis krijgt, wan
neer de rekeningen binnenkomen, spot
met de meest elementaire begrippen
van bedrijfsvoering en dient dan ook ge
heel te worden verlaten. Zulks is ech
ter alleen dan mogelijk, wanneer één
persoon voor de bestellingen tegenover
het bestuur de volle verantwoordelijk
heid draagt en die persoon kan niemand
anders zijn dan de administrateur. Daar
mede houdt tevens nauw verband de
eisch, dat de administrateur alle be
stuursvergaderingen bijwoont en als se
cretaris van het bestuur optreedt. Een
bepaling, krachtens welke de admini
strateur verplicht is om in de vergade
ringen van regenten te verschijnen zoo
dikwijls de voorzitter dit verzoekt, is
niet alleen onnoodig immers het be
stuur kan elk lid van het personeel in
zijn bijeenkomsten laten verschijnen
maar ook beslist onvoldoende. Dat er
in de vergaderingen nu en dan min of
meer delicate questies aan de orde kun
nen komen, achten wij geen hinderpaal
voor de tegenwoordigheid van een bui
ten dat bestuur staand persoon (ambte
naar), mits deze een betrouwbaar
iemand is; blijkt hij onbetrouwbaar, dan
behoort hij uit den dienst te worden
ontslagen.
De tekorten.
Eindelijk dient nog de vraag te wor
den gesteld, of Uw Raad mag besluiten,
de tekorten van het ziekenhuis al c
niet verplicht voortaan te dekken.
Zooals uit het rapport der commissie
blijkt, acht zij het mogelijk, dat bij het
voeren van een goede en gezonde be-
drijfspolitiek, de bijdrage der gemeen
te, gesteld, dat zij tot dekking der te
korten overgaat, in geen geval meer
behoeft te bedragen dan 10.000 per
jaar, ja dat zelfs de mogelijkheid bestaat
dat de tekorten in de toekomst nog
onder dat bedrag zullen komen.
Indien deze verwachting mocht uit
komen de serieuze wijze waarop de
commissie zich van haar taak heeft ge
kweten, geeft aanleiding om zulks te
verwachten dan wil het ons voor
komen, dat het behoud van het zieken
huis aan de gemeente dit offer wel waard
is, al kan niet worden ontkend, dat deze
belangrijke verhooging der uitgaven juist
in dezen tijd van economische depres
sie wel zeer ongelegen komt en dat in
elk geval de optimistische beschouwin
gen, in de Raadvergaderingen van 17
October en 11 December 1924 geuit,
achteraf wel zeer in strijd zal blijken
te zijn geweest met de werkelijkheid.
De exploitatiebegrootingen, waarop
men zich destijds beriep en die het re
sultaat heetten te zijn van jarenlange
studie, ze blijken thans helaas van gee
nerlei waarde te zijn geweest.
Tenslotte dient te worden overwogen
op welke wijze de dekking moet wor
den gezocht voor de tekorten der voor
afgegane jaren.
Deze bedragen over de jaren 1929,
1930 en 1931 respectievelijk 14-423,
24.763 en 20.270, totaal 59.458
Het cijfer over 1932 is nog niet be
kend. Aannemende, dat dit ongeveer
20.000 zal bedragen komt men tot het
niet geringe bedrag van 79.458 of
rond 80.000.
Van dit bedrag is 39.000 gedekt
door tijdelijke geldleeningen, door het
gasthuis aangegaan onder garantie der
gemeente.
Niet door afschrijving.
Het gasthuisbestuur heeft ëenigen tijd
terug door het Centraal Bureau voor
Vertificatie en Financieele Adviezen
der Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten doen nagaan, of de tekorten
door afschrijving op het kapitaal van de
stichting e.v. zouden kunnen worden ge
dekt en daarop een bevestigend ant
woord ontvangen. Het zou derhalve mo
gelijk wezen, om alle bezittingen te
gelde te maken en daaruit de gemaakte
schulden te voldoen.
Het gasthui'sbestuur verzet zich ten
sterkste tegen een dergelijke oplossing,
aanvoerende, dat het kapitaal der stich
ting krachtens de Armenwet intact be
hoort te blijven. Afgezien van het feit,
dat naar onze meening de artikelen 24
en 25 der Armenwet een dergelijke ver
gaande strekking niet bezitten, komt de
houding van het gasthuisbestuur in de
zen ons toch niet consequent voor. Het
bestuur toch heeft meermalen betoogd,
dat het gasthuis een gemeentelijke in
stelling is, en uit krachte daarvan de
gemeente aansprakelijk is voor de jaar
lijksche tekorten, maar de voor de hand
liggende conclusie, dat dan ook de goe
deren der stichting gemeentegoederen
zijn en door de gemeente tot dekking
der gemaakte schulden zouden kun
nen aangewend worden, verwerpt
het; de instelling is dan plotseling weer
geheel zelfstandig. Ook verliest het be
stuur uit het oog, dat het indertijd, ten
behoeve van den bouw van het zieken
huis, de goedêren der instelling hy
pothecair heeft belast, weliswaar onder
de bij de Wet vereischte goedkeuring
van Gedeputeerde Staten, doch zonder
kennis van Uwe vergadering.
Deze quaestie echter verder terzijde
schuivende, daar ze voor het vinden
van een oplossing van weinig belang is,
willen wij wel als onze meening te ken
nen geven, dat het o.i, niet wenschelijk
is om de bezittingen der stichting van
de hand te doen tot dekking der schul
den. Zoodanige verkoop zou weliswaar
momenteel verlichting voor de gemeen
telijke financiën beteekenen, doch daar
tegenover staat, dat de inkomsten die
het gasthuis uit die bezittingen trekt,
zouden ophouden te vloeien, waardoor
het gemeentelijk subsidie automatisch
zou stijgen. Bovendien zou de opbrengst
HSHHSHaHaSHHHI
bij verkoop thans gering zijn en bestaat
toch de kans, dat de thans lage nacht
opbrengst mettertijd weer eenige stijging
zal vertoonen. De oplossing zal o.i. deze
moeten zijn, dat de gemeente voor de
dekking der tekorten van vroegere ja
ren een geldleening aangaat van onge
veer 80.000 en deze aflost in een ter
mijn van 12 achtereenvolgende jaren.
De jaarlijksche uitgaven, aannemende
een rentevoet van 5 pet. 's jaars, zullen
dan bedragen pl.m. 6600 wegens aflos
sing en 4000 wegens rente gedurende
het eerste jaar, welk laatste bedrag per
jaar met pl.m. 133 vermindert. Men
houde in het oog, dat met deze bedra
gen de geschatte jaarlijksche tekorten
dekking van 10.000 wordt verhoogd.
De door ons voorgestelde aflossings
termijn van 12 jaar houdt verband met 't
voorstel der commissie inzake afschrij
ving.
Zooals u bekend is, werd bij de samen
stelling der gemeentebegrooting voor 't
jaar 1933 reeds rekening gehouden met
e.v. dekking van een tekort van het
gasthuis over dat jaar.
Resumptie.
Resumeerende stellen wij Uwen Raad
voor:
le. niet te voldoen aan de uitnoodi
ging van Z.E. den Minister van Binnen
landsche Zaken, doch een uitspraak der
Kroon omtrent de quaestie der al of niet
verplichte aansprakelijkheid voor de te
korten der instelling af te wachten;
2e. te aanvaarden de voorstellen ge
daan door de commissie ad hoe;
3e- vast te stellen, dat de tekorten
van het gasthuis over de jaren 1929 tot
en met 1932 zullen worden gedekt door
middel van een aan te gane geldleening,
af te lossen in 12 achtereenvolgende
jaren,
4e. de commissie ad hoe te ontbinden
onder dankbetuiging aan haar leden en
den haar toegevoegden secretaris voor
den door hen allen verrichten degelij-
ken arbeid.
Zoo Uw raad zich met onze voorstel-
stellen kan vereenigen, zal het o.m.
noodig zijn om de verordening op het
gasthuis met bekwamen spoed te her
zien,
Ook de behandeling der begrootingen
der instelling voor de jaren 1932 en
1933, kan alsdan haar beslag krijgen.
De bereids ingediende begrooting voor
1934 kan voor of tegelijk met de ge
meente-begrooting voor dat jaar wor
den behandeld.
RAADSVERGADERING.
De raad dezer gemeente zal in open
bare vergadering bijeenkomen op Vrij
dag 1 Sept. a.s. des middags te twee uur,
In behandeling komt o.a. het elders
vermelde voorstel van B. en W. be
treffende de exploitatie van het Gast
huis.
Boomkweekerscreawt*
Verder komt nog in behandeling: een
voorstel van B. en W., om, wegens ver-'
zoek van de Rijkscommissie voor Boom-
kweekerscrediet, medewerking te ver-
leenen aan het geven van crediet, on
der bepaalde voorwaarden, aan boom
kweekers. Deze medewerking bestaat
daarin, dat de gemeente 10 pet. van het
nadeelig saldo, der in de gemeente te
verstrekken credieten, voor haar reke
ning neemt.
Verkeersverbetering,
Voorts stellen B. en W. voor, ten be
hoeve van de verkeersverbetering Vlas-
markt-Waterstraatje-Beestenmarkt, met
den heer J. Cardon zijn pand Beesten
markt-Waterstraatje te ruilen voor den
grond, die over zal blijven nadat het
pand VlasmarktWaterstraatje afgebro
ken en daar de noodige grond voor
verkeersverbetering afgenomen is. Bo
vendien aan den heer Cardon te schen
ken, een stukje grond, grenzend aan
den door hem te verkrijgen grond, dat
gekocht zal moeten worden van den
heer A. Nonnekes voor 100.
Verkoop grond.
B. en W. stellen tenslotte nog voorr
een stuk grond groot ongeveer 190 cen
tiaren, op het Ravelijn aan den Brou
wersgang, te verkoopen aan den heer H.
van der Veen voor 6 per centiare. De
ze grond zal bebouwd worden met een.
woonhuis.
Oogstmaand,
Elke tijd van het jaar heeft haar eigen
bekoring; zoo ook de nazomer waarin
de rijpende vruchten ons allerwege toe
lachen. Inzonderheid is het nu wel den
boomgaard of waar het hier kleine tui
nen betreft, zijn het de vruchtboomen,
in het bijzonder appels en peren, waar
we nu met belangstelling naar kijken.
Waar dit noodig was hebben we zwaar
beladen takken tijdig onderstut om het
afbreken der takken te voorkomen. En
daar de late vruchten nog belangrijker
zwaarder worden kan dit onderstutten
ook nu nog noodig zijn. Vroege peer
soorten als: Kruidenierspeer, Noord-Hol-
landsche suikerpeer en Clapps Favorite
werden reeds geoogst en soorten als:
Muskuspeer of Bon Chretien Williams,
Annanas de Courtray en Beurre de Me-
rode zijn nu aan de beurt. Van appels
plukten we reeds Yellow Transparant,
Roode Astrakan en Roode Tulpappel en
nu kunnen we o.a. Barowitski oogsten,
In veel gevallen kent de eigenaar echter