BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COfilM (W O; DE GOTSCHE VAN 14 AÖGBSTOS 4933. No. 190.
Mensch en Maatschappij in
Nederland en Indië.
n.
KAPITEIN SAXON.
lEiLilifi.
MIDDELBURG.
VÜSSINGEfl,
ik je
„De
oers
ik",
;eds
■cla-
Ss cL
15 O
■Mi
jns.
pjs,
u
luw
It a
|dd.
jrïëï
jtje
luw
Ind,
|id-
9
en
pen
85
lid.
ld.
le-
U-
ds
|e-
Ü-
De huidige politieke gebeurte
nissen in den Oost.
Niemand, die eenigszins met den po-
litieken toestand in Ned. Indië op de
hoogte is, zal durven beweren, dat de
Indische regeering door de arrestatie
van enkele vooraanstaande volksleiders
op Java en Sumatra, en de afkondiging
van een beperking van het vergader-
recht, te krachtdadig is opgetreden.
De Indische dagbladen hebben reeds
maanden geleden met bezorgdheid op
de ontwikkeling van den politieken toe
stand in onzen Oost gewezen, die op
den, duur tot gewelddadige botsingen
moest leiden, zooals dit ook in 1926 en
1927 het geval is geweest.
De ontwikkeling der politieke gebeur
tenissen vertoont wel eenige overeen
komst met die in 1925 en 1926. Ook met
de actie, die toen door de volksleiders
gevolgd werd.
Ook toen werd door de extremisten
een systeem van vergaderen gevolgd,
dat er niet slechts op gericht was de
stemming der bevolking voortdurend te
prikkelen, doch ook de politie af te mat
ten.
In 1925 en 1926 vond de revolutionai
re agitatie tegen 't Nederlandsche gezag
plaats onder het mom van communisme.
Zeker, onder de leiders waren overtuigde
communisten, maar geenszins alle, ter
wijl de groote massa der volgelingen
weinig begrip van dë communistische
leer had.
Thans heeft men met een revolutio
nair nationalisme te doen, dat in den
grond der zaak eenzelfde doel nastreeft:
omverwerping van 't Nederlandsche ge
zag. Het is „sama djoega", zou de Ma-
leiër zeggen, of om een populaire Ne
derlandsche uitdrukking te bezigen: „één
pot nat".
Echter, de leiders van deze revolu
tionair-nationalistische beweging zijn
over het algemeen menschen van breeder
ontwikkeling, en ze komen ook uit een
ander milieu.
De leiders van den communistischen
opstand in 1926 waren voor het meeren-
deel maatschappelijke mislukkingen, so
ciaal teleurgestelden en ontwrichten,
voor l^et grootste deel afkomstig uit de
armste lagen van de bevolking. Onder
de leiders van de huidige revolutionair-
nationalistische beweging zijn talrijke
gestudeerde menschen uit welgestelde
kringen.
Beschouwen we een figuur als ir.
Soekarno, den thans gearresteerden
leider van de Partai Indonesia (Indische
Partij). Reeds vanaf z'n jeugd heeft deze
nog jonge Javaan zich met de politiek
beziggehouden. Onder de studenten van
de Technische Hoogschool te Bandoeng
stond hij destijds bekend als de „revo
lutionair". Reeds in dien tijd was hij op
politiek gebied actief. Hij had den roep
een felle hater van het Nederlandsche
gezag over Indië te zijn.
Toen hij z'n studies voltooid had, [aan
een door dit gehate gezag opgerichte
en voortreffelijke inrichting van hooger
onderwijs Red.], was er voor een
nationalist van zijn kaliber geen
plaats in de Indische maatschappij. Om
in zijn levensonderhoud te voorzien,
heeft hij toen eenigen tijd les gegeven
aan een nationalistisch schooltje te
Bandoeng, doch zich daarna spoedig ge
heel aan de politiek gewijd.
In 1927 werd door hem te Bandoeng
met enkele extreme nationalisten de
Partai Nasional Indonesia (Indische
Nationale Partij) opgericht. Vooral te
Bandoeng en omgeving trad deze poli-
Oorspronkelijk verhaal door
G. P. BAKKER.
v ff.01 nim ens a law xi us nsjlahdesd nay nsdeorj
sassstfainawu m ii' Kifiw
,ciofU;:l j >ab r .-Pjod bi9$ih$7 ano cc ;-
tieke partij zeer actief op. Een felle j 'o STRIJEN WAS VOORBARIG,
propaganda werd gevoerd tegen het Ne- j Over de «taiktiok
derlandsche gezag. Hoewel de regeering j
aanvankelijk lankmoedig optrad tegen Het Centraal Bureau voor de $tati-
'd -Tr'Uh'
Soekarno en z'n volgelingen, kwam aan stiek schrijft met betrekking tot de door
deze houding op Oudejaarsdag 1929 een het Bureau uitgezonden proeftabellen
9.)
Verwonderd keek ze naar hem en
kleurde even. Nu voelde ze wat deze
dag van haar krachten had gevergd en
met dankbaren blik nam ze den stoel
die hij haar aanbood.
„Merci".
De blik deed hem alles vergeten, plun
deraars, brand, gevaar en honger. Hij
bleef haar aanzien en in één teug ledig
den ze de bekers. Vroolijk, om haar een
beetje op te wekken, nam hij overmoe
dig geworden, de houding aan van een
minnezanger; sloeg denkbeeldige snaren
aan, die hem schooner in de ooren klon
ken dan ooit eenige accoorden hadden
gedaan, en zong:
Ik wil er een liedeke zingen,
Een liedje van blijdschap en vreugd.
Een liedje van leutige dingen
Van bloemen, van lente en jeugd.
Ik wil er een liedeke zingen
Van zonne en vroolijke Mei.
Van geuren vlier en seringen
Van meizoenekes in de wei.
er een l'cdeke zingen
Van dat schoon princesseke mijn,
Met haar dat geurt als seringen
En oogen vol zonnigen schijn.
/Zijn opgewektheid werkte aansteke
lijk.
einde. Dien dag deden de justitie en po
litie bij Soekarno en andere leiders de
zer revolutionaire partij huiszoeking en
werd heel wat materiaal in beslag geno
men, dat bezwarende feiten tegen den
leider der beweging bevatte. Arresta
tie van Soekarno en z'n medeleiders was
't gevolg er van.
Na een langdurig voorarrest werd in
Augustus 1930 een aanvang gemaakt met
het proces tegen Soekarno en de andere
beklaagden. Dit proces duurde eenige
maanden en eindigde met een veroor
deeling van Soekarno tot 4 jaar gevan
genisstraf, wegens deelneming aan een
vereeniging, welke als oogmerk heeft 't
plegen van misdrijven, alsmede wegens
het zich opzettelijk uiten in woorden,
waarin verstoring der openbare orde en
omverwerping van het in Ned.-Indië ge
vestigde gezag wordt aangeprezen.
Zijn medebeklaagden kregen lichtere
straffen.
De Gouverneur-Generaal verminderde
de straf van Soekarno met twee jaar,
zoodat hij einde 1931 weer op vrije voe
ten was.
Als staatsgevaarlijke partij werd de
P. N. I., die, doordat alle leiders in de
gevangenis zaten, spoedig aan het ver-
loopen was, door de regeering ontbon
den.
Soekarno was er echter de man niet
naar om na zijn gevangenschap z'n poli
tieke plunje aan den kapstok te hangen!
J. K. Mesu.
GEEN OFFICIEEL RAADSVERSLAG
MEER!
Van noodlijdende gemeenten.
De minister van binnenlandsche za
ken heeft mede uit naam van zijn ambt
genoot van financiën ter kennis van de
colleges van Ged. Staten in de onder
scheidene provinciën gebracht, dat de
reégeering niet meer kan toestaan dat
noodlijdende gemeenten kosten
maken voor een officieel raadsverslag,
aangezien thans slechts strikt onvermij
delijke uitgaven kunnen worden toege
laten.
WERKLOOSHEIDSCIJFERS
Eerste halljaar 1933 uitgekeerd
bijna 15000.000 bij ruim
600.000 leden.
De directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsi-
bemiddeling deelt mede aat over het
eerste halfjaar 1933 bij een gem:ddeld
ledental van 606,000 in totaal door de
werkloozenkassen uitgekeerd is een be
drag van pl.m. 14.950.000 Over het
eerste halfjaar 1932 was dit bij een ge
middeld ledental van 554 000 pl.m.
15.390.000.
Het aantal verzekerden, dat in do
week 38 Mei bijna 608 500 bedroeg
was in de week 2429 Juii 606 000, zoo
dat er een geringe daling in het aantal
verzekerden merkbaar is.
Bij 1060 organen der openbare ar
beidsbemiddeling stonden op 29 Juli in
totaal 302.993 werkzoekenden ingeschre
ven. Van dezen waren er 276.740 werk
loos. Op 8 Juli waren deze getallen
resp. 302.407 en 275.925, zoodat het aan
tal ingeschrevenen gestegen is met 586
en het aantal werkloozen daarvan met
815.
Zij had hem niet onderbroken, haar
trekken verhelderden zich en ze luis
terde met zichtbaar genoegen naar zijn
zachte, welluidende stem. Het scheen
beiden van weinig belang of de klank
maat volkomen juist was.
„Monsieur le troubadour", zei ze ern-
tig, maar met vroolijker oogen. „Mag ik
u thans verzoeken tegenover mij plaats
te nemen".
Ze wees hem den zetel aan en weldra
zaten ze te eten, te drinken en te keu-'
velen als oude vrienden en jonge men
schen,
HOOFDSTUK VII.
De kaarsen verlichtten het voorover
gebogen hoofd van Marion. De rosse
gloed deed haar mooi profiel zoo teer
uitkomen, dat haar gezicht Saxon fijner
scheen dan van een madonne uit de
Italiaansche school. En terwijl hij ver
zonken was in aandachtige bewonde
ring, sprak zij:
„U kent de gedichten van Dante? Is
u wellicht in Italië geweest?"
„Ja Marion antwoordde hij,
even aarzelend voor hij haar naam uit
sprak. Het leek hem bijna heiligschen
nis, de bezitster van zulk een gelaat bij
den voornaam te noemen.
„Ik was in Italië, las er de oude dich
ters".
Zij keek hem vol belangstelling aan.
Hij vertelde verder:
„Ik kwam van Tubingen en reisde
door Duitschland naar Venetië. Een
moeilijke reis, die van een student een
vechtersbaas zou gemaakt hebben, in
dien hij het al niet geweest was. Van
voor de statistiek der gemeenten, en de
in verschillende bladen verschenen cri-
tische opmerkingen van het gemeente
bestuur van Strijen, dat .volgens art, 215
laatste lid, der Gemeentewet kan door
de Kroon worden bepaald, welke stati
stische gegevens door B. en W. jaarlijks
aan het Centraal Bureau voor de Stati
stiek zullen worden toegezonden. De uitr
voering, welke aan deze bepalingen zal
worden gegeven bevindt zich nog in een
stadium van proefneming en alzoo van
voorbereiding. Het mag:; dus prematuur
worden genoemd om thans reeds over
deze zaak te schrijven op de wijze, zoo
als dit is geschied.. De formulieren, met
welker samenstelling de centrale com
missie voor de statistiek zich bezig
houdt, worden ontworpen in overleg
met vakkundigen, in hoofdzaak hoofden
van diensttakken en bedrijven, in ge
meenten van verschillende type. Bij de
toezending van de proeftabellen is aan
de gemeentebesturen gevraagd om even-
tueele op- en aanmerkingen ter kennis
van het Centraal Bureau te brengen.
EEN LEGAAT.
Voor de N. en Z.-H. Redding-
Maatschappij?
In een Belgisch blad, zoo meldt de
„Telgr.", kwam een bericht voor, dat 'n
zekere mrs. Schneider, in Mei te Cam
bridge overleden, de helft van haar for
tuin zou hebben gelegateerd aan een
Nederlandsche reddingmaatschappij.
Daar in ons land daarvan niets bekend
was heeft de Londensche correspondent
van de „Tel." deze zaak nader onder
zocht.
In Somerset House, waar alle testamen
ten uit het geheele land worden geregis
treerd vond hij inderdaad een testament
van mrs. Christine Elizabeth Charlotte
Schneider uit Cambridge. Deze dame
heeft beschikt, dat de helft van 't netto
vermogen wordt geschonken aan de
„Dutch Life Saving Boat Institution of
Holland in memory of my father Daniel
Crim", die op 17 Dec- 1857 bij Noord-
wijk schipbreuk heeft geleden, doch ge
red werd. De andere helft gaat naar een
Engelsche reddingmaatschappij.
Het bericht, schijnt dus op waarheid
te berusten en de N. en Z.-H. Redding-
maatschappij, waaronder Noordwijk res
teert, zal dus wel binnenkort met dit
legaat worden verblijd!
DE ABDIJUITVOERING.
Niettegenstaande het mooie zomer
weer, dat velen gisteren naar buiten
lokte, mag van een druk bezoek aan de
uitvoering van het Middelburgsch Mu
ziekkorps in de Abdij worden gewaagd.
Het aantal bezoekers en ook van hen,
die 'n zitplaats op de banken hadden
genomen, was grooter dan op 23 Juli.
Met groote aandacht en stilte is ge
luisterd naar de uitvoering der verschil
lende nummers zoowel die voor het vol
ledige korps als de euphonium-solo
„Cantique du muëzzin" van H. Bick-
nese, gespeeld door den heer A. Ca-
latz.
Als wij goed zijn ingelicht kwam het
drukkere bezoek ook wel tot uiting in
de opbrengst der collecte, maar toch is
deze nog steeds niet zoo, dat het be-
mijn prilste jeugd af werd ik geoefend
voor krijgsman. Op den terugreis be
zochten we, mijn oude vriend en ik,
Weenen. Wij namen dienst onder Wal-
lenstein, die juist keizer Ferdinand II
had aangeboden een leger van 20.000
man op eigen kosten ter beschikking te
stellen, toen de Duitsche kroon en de
Oostenrijksche monarchie gevaar liepen.
Men had soldaten noodig",
„O, u bent dus katholiek", onderbrak
zij en het was duidelijk te zien, dat
haar gelaat verstrakte.
„Neen, trouwens het geloof deed wei
nig terzake. Onder Wallenstein vochten
mannen uit alle landen van allerlei rich
ting. Vele van zijn generaals, Pechmann
en Hebro b.v., waren protestant. Avon
turiers vragen niet naar godsdienst,
maar vechten voor hem, die het best be
taalt."
Zij luisterde aandachtig. Afkeuring en
minachting stonden op haar gezicht te
lezen.
„Och", vervolgde hij, als om zich
eenigszins te verontschuldigen. „Wij
hadden trouwens geen keuze. Wij wa-
j ren in Weenen, in een herberg en wer
den lastig gevallen door eenige solde
niers. Er volgde een twist. Wij vochten
dapper, maar de overmacht was te
groot, zoodat wij spoedig gebonden wa
ren. Na een dag opsluiting werden we
ingedeeld bij de ruiters van Wallenstein.
U ziet dus, dat wij ons niet opgaven als
verdedigers van Zijne Meest Katholieke
Maiesteit. Ovafrigens had ik mijn zin. Ik
had altijd gewenscht in den krijgsdienst
te gaan, maar mijn vader wilde, dat ik
eerst verschillende universiteiten zou
stuur zonder meer ook voor het volgend
jaar het voortbestaan dezer uitvoerin-
frymnwwkwm- nev §mbod nssj
Rekening gemeentewerken.
Het eindcijfer van de rekening der ge
meentewerken over 1932 bedraagt de
som van 198.822.12, waaronder in uit- j
gaven een voordeelig saldo van 19.67.1
B. en W„ daarbij gesteund door de com-
missie van financiën stellen den raad
voor deze rekening, voorloopig op dat
bedrag, vast te stellen.
jsono naisoni at bisd I-
Tegen Communistische elementen. j
Het Verbond voor Nationaal Herstel
heeft zich ook tot den gemeenteraad al
hier gewend met een verzoek em na te
gaan of er ook communisten onder de
onderwijzers der openbare scholen voor
komen en deze daarvan te verwijderen,
en om ook bij voorziening in eventu-
eele vacaturen zulke elementen te we
ren.
no Ton i&bmo leioov .nsbuori of noqo
Sstr
gfsG
ns buoih.
silosbag
EEN HONDENDRESSUUR
DEMONSTRATIE.
Goede resultaten bereikt.
Het was zeker een goed idee van de
afdeeling Zeeland van de Kon. Nederl.
Politievereeniging om weder eens door
een demonstratie te toonen, wat met
zachtheid de honden kan worden aange
leerd om hen op te leiden tot hulp voor
den politieman en ook tot verdediging
van andere personen, die daaraan be
hoefte hebben.
Velen toonden belangstelling voor de
ze demonstratie, die op het Voetbalter
rein aan den Koudekerkschen weg te
Vlissingen plaats vond. Nadat getoond
was hoe een goed afgerichte hond zijn
baas trouw volgt en daarbij ook er voor
waakt het verkeer in gevaar te bren
gen, hebben de honden goede spring-
proeven over schutting of haag afgelegd,
hebben zij getoond drie minuten te blij
ven liggen op commando, terwijl de baas
zich verwijderde en weigerden zij voed
sel van vreemden aan te nemen.
Het speurtalent toonden zij bij in het
gras verborgen voorwerpen en bij het
verliezen van een portemonnaie met
geld. Zij toonden goede bewakers van
eigendommen van hun baas, doch ook
van een kind, dat men trachtte te ont
voeren, terwijl vervolgens bij verschil
lende in scène gezette misdaden de po
litiehond toonde van zeer groot nut te
kunnen zijn bij de arrestatie en over
brenging van de daders.
Ten slotte heeft een gediplomeerde
roode kruishond zijn goede diensten be
wezen bij het opsporen van een onge
steld geworden persoon, wiens pet hij
bij zijn baas bracht om dezen dan naar
de plek te geleiden, waar de hulp be
hoevende persoon lag.
WALDHEREN.
GEMEENTERAAD VAN
OOSTKAPELLE
De Bouwverordening. Ver
hooging opcenten Personeele
Belasting.
Zaterdag vergaderde de gemeenteraad
Tegenwoordig 6 leden. Afwezig met
kennisgeving de heer H. Brand.
De Bouwverordening, welke in een
vorige bijeenkomst onder leiding van een
deskundige was behandeld, is thans ar-
tikelsgewijze voorgelezen.
In de bepaling betreffende het in nieu
we te stichten woningen van bedsteden
voorziene kamers, bracht de raad wijzi
ging in de grootte dier kamers- 't Bou
wen van houten woningen dat in de nieu
we bouwverordening definitief is verbo
den, vond bestrijding. De heer Maas zou
dit verbod er liefst niet in hebben, de
miiTM
bezoeken om ja, om niet heelemaal
een leek te blijven en mijn moeder, u
weet hoe vrouwen zijn, die hield mij
liever heelemaal buiten het krijgsge
woel".
„En toen?"
„Toen ging mijn oude vriend naar
Wallenstein en klaagde er over, dat zij
een man van mijn kundigheden hadden
ingedeeld als gewoon ridder. Hij heeft
zeker overdreven, want ik moest bij
Wallenstein komen. Hij was vriendelijk,
vertelde mij dat hij ook in Venetië had
gestudeerd, benoemde mij tot officier
en mijn vriend tot wachtmeester bij het
zelfde escadron".
„Dus uw ouwe vriend was eigenlijk
uw bediende".
„O, neen", haastte hij zich te ant
woorden. „Hij was veel meer mijn leer
meester. Hij heeft mij alles geleerd wat
hij van oorlogvoeren weet. Overal
heeft hij gevochten: in de Nederlanden,
Bohemen, Italië Een man met
j meer ondervinding bestaat er niet. Men
kan zich geen beter vriend denken".
„En waar is hij nu? vroeg Marion.
Deze vraag bracht hem onverwachts
tot het heden terug. Den geheelen dag
had hij niet aan Melchior gedacht, Al-
I leen in het gevecht bij de poort had hij
hem aan zijn zijde gemist,
i Waar was Melchior? Waar was
hijzelf?
I Marion zag de plotselinge verandering
van zijn gelaat, dat zich scherp afteeken-
de in het kaarslicht.
„Buiten de stad!"
Bij deze woorden kwam in haar oogen
weer de angstige uitdrukking, die
(Ingez. Med.)
heer Maljaars vindt 't bouwen van goed-
koope houten woningen niet in 't bealng
van de pensionhouders. Wethouder Jan-
se wilde bouwen van dergelijke wonin
gen niet verbieden, zoolang er in nabu
rige gemeenten hiertoe wel gelegenheid
bestaat. Met deze bezwaren zal men
rekening houden.
De gemeentebegrooting 1934 boden B.
en W. aan en gedurende 14 dagen zal de
begrooting ter inzage liggen. Ze sluit in
ontvangst en uitgaaf met 31621, waar
onder 'n goed slot van 1932 van 1753,
met een post van onvoorzien van 1008.
Om deze begrooting sluitend te ma
ken zullen naar de voorzitter mededeel
de de pocenten der personeele belasting
van 20 op 40 stijgen.
Bij de rondvraag vroeg de heer Maas
of er al gelegenheid is water uit de wa
terleiding te krijgen voor diegenen, die
niet konden aansluiten, en er nu reeds
behoefte aan hebben. De voorzitter ant
woordde dat de meter nog niet is aan
gebracht, dus men nog niet aan de aan
vragen kan voldoen.
RAAD VAN RITTHEM.
Souburg en de Ri'tthemsche
straat, De secretarie
voortaan alleen 's morgens
open.
RITTHEM. Vrijdag j.l. kwam de raad
dezer gemeente in voltallige zitting bij
een onder voorzitterschap van burge
meester P. W. ter Haar.
Een bericht dat de gemeente inge
volge art. 3 sub- b. der \Jet van 15 Juli
1929 een bedrag van 1108 zal worden
uitgekeerd, wetd, voor kennisgeving
aangenomen.
Uit de begrooting 1934 van de Ge
zondheidscommissie te Veere valt op te
merken, dat de gemeente Ritthem voor
dat jaar 10.54 moet bijdragen. Hierna
deelt de Voorzitter mede, dat hem
verlof is verleend van 1430 Augustus
a.s. Aangaande de electrische straatver
lichting kan worden gemeld dat deze op
15 Augustus a.s. gereed zal zijn en dat
het aantal lantaarns is uitgebreid tot
12.
Hierna ontspon zich een levendige
discussie over het in de vorige verga
dering aangeboden verbeteringsplan be
treffende den Ritthemschen straatweg.
Teneinde te trachten het onderhoud van
het gedeelte van dien weg, gelegen in
O. en W. Souburg aan die gemeente
over te dragen, werd op 9 Aug. j.l. met
het college van B. en W. geconfereerd,
echter zonder resultaat. De slechte fi-
nancieele toestand dier gemeente maakt
het voor haar onmogelijk hieraan mede
te werken. Alhoewel zij doordrongen
slechts tijdens het verhaal van zijn le
vensloop een tijdlang was verdwenen.
Zij waren zoo in het gesprek opgegaan,
dat zij een kort oogenblik hun benarde
omstandigheden hadden vergeten.
Ze zwegen beiden.
Misschien was in het licht ontvlam
baar soldatenhart van den avonturier
reeds een sprankje liefde ontvlamd voor
deze mooie vrouw met haar donkere
oogen.
Bij het meisje echter was van een
dergelijk gevoel geen sprake. Zeker, hij
was een aangenaam prater, die haar in
deze moeilijke uren terzijde stond. Ook
was zij niet blind voor het feit, dat hij
een groote, knappe jonge man was,
maar ondanks zijn studie was hij een
fortuinzoeker. Hij vocht voor soldij en
niet voor een ideaal, niet voor zijn va
derland of zijn geloof. Hij was een ge
wone huurling, iemand voor wien zij
nooit respect zou kunnen voelen.
Zij wist immers van haar vader hoe
onbetrouwbaar deze huurlingen waren.
Vandaag voor den een, morgen voor
een ander. Als zij geen soldij kregen,
vochten ze niet, liepen desnoods over
naar den vijand. En dan een protestant,
in het leger van Wallenstein, den be
velhebber van den Katholieken keizer.
De afstand tusschen hen was zoo groot,
dat zij in geen geval eenige toenadering
zou kunnen dulden.
(Wordt vervolgd.)