r
wm
J:-,
ONDERWIJS.
RECHTZAKEN.
VERKEERSWEZEN P. T. T.
LEGER EN VLOOT.
GEMENGD NIEUWS.
BOEKENSCHOUW.
*>-*
(Ingez. Med.)
De uitvoering van het onderzoek heeft
in hoofdzaak op dezelfde wijze plaats
gevonden als vorige jaren. Met betrek
king tot onderstaande cijfers zij nog op
gemerkt, dat zij niet kunnen worden
gebezigd voor eene berekening van de
gemiddelde productie.
Het onderzoek der monsters is we
derom door de daarvoor in aanmerking
komende fabrieken belangeloos ver
richt.
Er waren uit Groningen en Friesland
39 monsters; het gemiddeld gewicht per
biet was 272 gr., gemiddeld aantal bie
ten per ha. 61.600; gemiddeld percentage
suiker 11.17.
Deze gegevens waren onderscheiden
lijk voor
28 monsters uit Noord-Holland: 366
55.600 11.26.
45 monsters uit Zuidelijk Zuid-Hol
land: 346 56.800 11.95.
20 monsters uit de Zeeuwsche eilan
den: 348 63.900 12.51.
67 monsters uit Zeeuwsch-Vlaanderen:
313 60G 00 12,64.
50 monsters uit Noord-Brabant: 348
56.700 11.89.
18 monsters uit Gelderland: 269 58.900
12.93.
267 monters uit Nederland 24 Juli
1933: 323 59.100 12.05.
Voor het examen Coupeuse (R.'K.
Ver. tot bevordering van Industrie-on
derwijs voor meisjes, St. Anna) slaagden
te 's Gravenhage de dames W. M. H.
Meyer en C. Melio, Middelburg en
S. C. Risseeuw.
Geslaagd te Rotterdam voor het
examen Hoofdakte de heer J. A. M. van
Helden te Nieuwerkerk.
Kantongerecht te Middelburg.
De kantonrechter te Middelburg heeft
veroordeeld wegens:
te Biggekerke als houder van een tap
perij zijn inrichting en voor het publiek
toegankelijke gedeelten op Zondag ge
opend hebben en daarin bezoekers ont
vangen: C. P. A. v. H. te Biggekerke,
5 of 5 d. h.;
te Vlissingen zonder vergunning van
B. en W. tijdens de Vlissingsche kermis
visch op den openbaren weg te koop
aanbieden: C. J. A. P. en J. P. de G.,
beiden te Tilburg, ieder 10 of 10 d. h.;
openbare dronkenschap: C. M. F. te
Vlissingen, 10 of 10 d. h.;
met een rijwiel rijden zonder dat het
is voorzien van ten minste één rem: P.
M. en A. d. P., beiden te Serooskerke,
ieder 5 of 5 d. h.;
(Van onzen letterkundigen
medewerker.)
Herman Gorter door Henriët
te Roland Holst.
(Em. Querido, Amsterdam).
Herman Gorter en Henriëtte Roland
Holst zijn de beide dichtersnamen, wel
ke, met dien van Dr. P. C. Boutens,
voor het thans volwassen geworden,
Nederlandsche geslacht in zijn jonge
jaren een wereld van schoonheid en le
vensgeluk hebben beteekend. Geeste
lijk bezitten wij ook in den tijd een va
derland, waar wij geboren werden en
welks bekoring ons nimmer weer los
laat, hoe oud we ook worden. De jonge
menschen, die nu dwepen met Mars
man en Du Perron, zullen dat (wan
neer de liefde voor poëzie wezenlijk
écht in hen is) na een kwart-eeuw nog
doen, ondanks alle evoluties welke on
ze literatuur gedurende dien tijd moge
hebben doorgemaakt. Het appreciee-
ren van kunst is bij menschen van nor
male ontwikkeling meer een kwestie
van generatie dan van artistieke ont
vankelijkheid; ieder geslacht wordt ge
boren met zijn eigen droom van het
leven, en de schoone manifestatie daar
van in de poëzie, blijft steeds voor dat
geslacht het meest fascineerende sym
bool. Slechts enkelen is het gegeven
*,.m et geschiedt dikwijls zeer
moeilijk en soms erg gebrekkig
angs louter verstandelijken weg) om
iets te kunnen aanvaarden en belijden
van het droomsymbool der andere ge
slachten als waartoe zij-zelf behooren;
dat andere radicaal te verwerpen is
een soort geestelijke zelfverdediging, in
stinctief en dus blind, maar daardoor te
met motorrijtuig rijden zonder achter
licht: W. L-, Zoutelande 2 of 2 d. h.;
met motorrijtuig rijden zonder ten
minste twee onafhankelijk van elkander
krachtig werkende remmen: J. M. te
Woensdrecht 5 of 5 d. h.;
met rijwiel in een bocht niet de rech
terzijde van den weg houden: P. B. te
Middelburg, 5 of 5 d. h.
De moord op agent Baas.
Voor het H'aagsch Gerechtshof is
Donderdagmorgen behandeld het ver
zoek om schadeloosstelling ingesteld
door den 43-jarigen opperman van B.,
die een eisch tot schadevergoeding te
gen den Staat der Nederlanden heeft in
gesteld in verband met zijn arrestatie
en gevangenhouding en de daaruit voor
hem voortvloeiende schade. Gelijk be
kend was van B. verdacht van den
moord op den agent Baas op 20 Sep
tember van het vorig jaar gepleegd en
werd deswege tegen hem door den of
ficier van justitie in eerste instantie 15
jaar geeischt. Het vonnis der Rechtbank
luidde evenwel vrijspraak, welk vonnis
in hooger beroep door het Gerechtshof
werd bevestigd.
Na pleidooi van mr. van 't Hoff Stolk
uit Amsterdam, heeft het Hof gisteren
dit verzoek niet ontvankelijk verklaard.
De Snorders.
Herhaaldelijk is het reeds te Amster
dam voorgekomen dat agenten van po
litie in levensgevaar verkeeren, door
dat snorders geen gevolg geven aan 't
stopteeken van den agent en recht op
hem aanrijden, zoodat hij snel op zij
moet springen. Onlangs werd een der
gelijk geval voor de rechtbank behan
deld en ook Vrijdag stond een snorder
voor dit feit terecht. Hij zou op het Ro-
kin recht op den agent hebben aange
reden en zelfs vol gas hebben .gege
ven. Op het laatste oogenblik kon de
agent nog op zij springen-
De officier van justitie eischte we
gens poging tot zware mishandeling 'n
gevangenisstraf van 8 maanden. Von
nis 18 Aug.
Aan het kantoor te Goes werd,
in den loop der maand Juli op spaar
bankboekjes ingelegd 31.849.43 en
terugbetaald 39.859,17.
Derhalve minder ingelegd dan terug
betaald 8.009.74.
Het aantal nieuw uitgegeven spaar
bankboekjes bedroeg 19.
Passagiersdienst West Indië-Amsterdam.
De Hamburg-Amerika Linie zal niet
alleen het nieuwe 12.000 tons motor
schip Cordillera 16 Sept. a.s. in den
dienst van West-Indië op Amsterdam
brengen, doch is van plan tevens het
motorschip Magdalena (9800 br. reg.
tons) wederom voor deze lijn te bezigen,
zoodat binnenkort de drie moderne en
snelvarende motorschepen Caribia, Cor
dillera en Magdalena tusschen de West,
Amsterdam en Hamburg zullen varen.
Op 23 Aug. vertrekt een gedeelte
van de afd. Zeeland van 't Vrijw. Land
vens een wijsgeerige dwaasheid; alleen
de heel jeugdige jeugd is er toe in staat.
Zoo kan men dus een zeer verschillen
de houding aannemen tegenover de dich
terfiguren van Gorter en Henriëtte Ro
land Holst, en vanuit die houding zich
een oordeel vormen over het pas-ver
schenen boek waarin beide nogmaals
verrijzen, twee.klare en strakke levens
beelden, van haar en van hém. Ik-voor-
mij heb het gevoel gehad alsof ik, na
lange afwezigheid, terugkeerde tot het
huis en den hof waarin ik gedurende de
jaren mijner eerste bewustwording ge
lukkig ben geweest en die mij nu om
vingen met dezelfde zalig-verteederen-
de atmosfeer als van vroeger, maar
toch tevens heb ik daarbij het duidelijk
besef dat dat ik mij begeven had tot
iets van het verleden. Dit boek sluit een
stukje geschiedenis af; niet alleen de ge
schiedenis van Gorter's leven, maar ook
de jeugd-geschiedenis van een geheel
geslacht Nederlandsche mannen en vrou
wen en, omdat het hier een dichter
geldt, tevens de historie van een stuk
Nederlandsch geestesleven en Neder
landsche literatuur. Het tweede gedeel
te van het boek, dat handelt over ,,de
schoonheid van Herman Gorter's poë
zie" is daartoe van even groote en van
even directe waarde als het eerste deel
dat „biografische aanteekeningen" be
vat. Beide kenschetsende titels zijn van
de schrijfster-zelf; de eerste is mis
schien te weidsch en onvolledig, maar
de laatste is te beperkt en te beschei
den.
Want ge vindt hier veel meer dan
„biografische aanteekeningen", hier
is wezenlijk een beeld van den mensch
en den dichter Gorter ontworpen, dat
in al zijn beknoptheid, toch volledig
mag heeten, en dat de lezer, ondanks
alle tegenstellingen, als een éénheid
aanvaarden kan. Het is opgebouwd uit
de persoonlijke herinneringen van Hen-
stormkorps Motordienst naar de Hars
kamp voor het houden van schietoefe
ningen.
Bij Kon. besluit zijn, met ingang
van 16 Augustus 1933, bevorderd tot
luit.-kolonel der mariniers de kapitein
der mariniers H. F. J. M. A. von Frijtag
Drabbe en tot kapitein der mariniers
de le luit. der mariniers W. A. J. Roe-
lofsen.
Luitenant ter zee 2e. kl. H. Tichel
man, bestemd voor den dienst in Oost-
Indië, onlangs van zijn reis daarheen we
gens familie-omstandigheden hier te
lande teruggekeerd, heeft 9 dezer met
de Sibajak uit Rotterdam zijn bestem
ming naar Indië gevolgd.
Daar ligt hij goed
uw sigaret; daar
doen pijp of si
gaar geen kwaad.
Maarmhetboceh, yfS.
op de droge heide..
ROOK NIET IN BOSCH OF HEI
(Ingez. Med.)
Ongelukken,
Eenige werklieden die den oud-
Bodegraafschen weg onder de gemeente
Zwammerdam passeerden, bemerk
ten dat in een langs dezen weg loopende
sloot een kind voorover in het water
lag.
Onmiddellijk werd de kleine op het
droge gebracht. Een geneesheer kon
slechts den dood constateeren. De klei
ne bleek te zijn het 1/4 jarig zoontje
van den schippersknecht v. d. T,
DOOR KOE AANGEVALLEN.
Woensdagmorgen waren eenige jongens
gaan zwemmen in een sloot in een wei
land te Den Haag. Toen zij zich we
der aankleedden viel een der in dat wei
land loopende koeien de 10-jarige H.
S. aan Deze nam de vlucht, doch aan
gezien hij zijn 4-jarig broertje moest
meenemen uit het weiland ging dit niet
zoo vlug. De koe bracht hem over het
geheele lichaam verwondingen toe. Op
het gezicht van bloed ging de geheele
kudde koeien tot den aanval over. Een
fabrieksarbeider schoot echter toe en
wist de koeien te verdrijven. Bij het
hek gekomen, nog steeds zorgende voor
zijn broertje, zakte de jongen echter
door bloedverlies ineen. Hij is in het
ziekenhuis opgenomen.
JUWEELEN VERMIST. Een pen
siongast te Scheveningen deed
bij de politie afgifte dat Woensdagnacht
in een pension in de Dirk Hoogenraad-
straat een briljanten speld van 80 en
een platina armband van 400 te ha
ren nadeele zijn ontvreemd-
riëtte Roland Holst en dat verhoogt in
niet geringe mate de beteekenis er van.
Zij heeft het voorrecht gehad bijna twin
tig jaren lang vertrouwelijk met Gorter
om te gaan. Die vertrouwelijkheid om
vatte wel niet, zooals zij eerlijk erkent,
alle sferen van Gorter's gevoelsleven,
maar ze had betrekking op de beide
dingen die hem het allerdiepst ter harte
gingen: de poëzie en het socialisme- Wat
hij daarover tot haar sprak, 'heeft zij in
deze aanteekeningen opgeschreven.zoo
goed als zij het zich herinnerde.
Zeide ik dus te veel, toen ik zoo juist
sprak over een stukje geschiedenis
waarvan ge hier het beeld vindt? Want
Gorter's poëzie behoort, met alle groo
te en waarlijk klassieke eigenschappen
welke ze bezit, thans, literair gespro
ken, tot het verleden, en ook het soci
alisme, zooals hij dat met zijn dichter
lijk temperament beleed, is nu voor ons
historie geworden.
Henriëtte Roland Holst vertelt, hoe ze
Gorter het eerst ontmoette in Febru
ari 1893 door tusschenkomst van Al-
bert Verwey. Gorter was toen 28 jaar
oud; zijn „Mei" was reeds verschenen
en het eerste deel zijner „Verzen"; bei
de waren niet begrepen en daardoor
allerminst op hun juiste waarde ge
schat; vooral de „Verzen" werden be
schouwd als het product van een ziek
brein, vol onverstaanbare wartaal en,
in zooverre de inhoud begrijpelijk was,
vol onzedelijke erotiek. Dit is het lot
van elk groot dichter, en ik duizel even
voor de tragiek van het kunstenaar
schap, wanneer ik bedenk, dat, veertig
jaren later reeds, al dat nieuwe en
„onbegrijpelijke" oud en geestelijk over
wonnen is en zijn dienst in de groote
evolutie van ons leven heeft verricht.
Trouwens, dit geheele boekje is, wan
neer ge goed leest, vol van deze tra
giek; het komt uit Gorter's levensbeeld
op bladzijde na bladzijde tot u, al wordt
DE MOORDAANSLAG OP DE HEI
DE. Naar de Msb. verneemt heeft W.
die aangehouden is als verdacht van po
ging tot moord, gepleegd op den heer S.
op de heide te B u s s u m door de over
stelpende bewijzen in het nauw ge
bracht, tenslotte bekend den aanslag te
hebben gepleegd.
Voorts bleek dat W. nog gehoord
moest worden, inzake het plegen van
niet oirbare handelingen te Vreeland.
Bij confrontatie met getuigen bleek W.
ook hierin de dader te zijn.
Bovendien bleek W. nog eenige maan
den gevangenisstraf te moeten onder
gaan en eenige dagen hechtenis voor ge
pleegde misdrijven. W. is Donderdag
morgen voor den officier van Justitie te
Amsterdam geleid.
PORTEFEUILLE MET 1800 KWIJT.
Op de Korenbeurs te Gronin
gen is een der handelaren een porte
feuille, inhoudende o.a. 1800 kwijt ge
raakt.
De mogelijkheid bestaat dat de porte
feuille gerold is. De eigenaar heeft, voor
den eventueelen eerlijken vinder een
belooning van 300 uitgeloofd.
ZIEKTE VAN WEIL. -TeZwolle
is thans een tweede geval van de ziekte
van Weil geconstateerd. De nieuwe pa
tiënt is de heer R., die werkzaam is aan
de Centrale Werkplaatsen der Ned.
Spoorwegen. Hij heeft, zooals gebleken,
een keer gezwommen aan het Vechter-
strand.
SMOKKELAUTO BESCHOTEN. Maan
dagavond heeft te Kerkrade de douane
een smokkelauto beschoten, waarbij de
chauffeur twee schoten in den rug
kreeg. De andere inzittende wist te ont
komen. De rijksambtenaren hebben hem
nu weten op te sporen.
Hij heet L., is mijnwerker. Hij heeft
een schot in een arm en een been ge
kregen.
De toestand van den chauffeur H. uit
Schaesberg, die twee schoten in den rug
had bekomen, is redelijk.
DEVIEZENSMOKKELARIJ. Ver
dacht van het smokkelen van rijksmar
ken is aan de Duitsche grens bij V e n 1 o
aangehouden de 36-jarige A. M. uit
Blerik. Een bedrag van ongeveer 800
Mk. is in beslag genomen. De gear
resteerde is opgesloten.
VREEMDE O LIFANTENJACHT.
De correspondent van de „Deli Crt."
meldt het volgende jachtverhaal, waar
bij drie jonge menschen, van nauwelijks
20 jaar, die het jong gewas van de vel
den hunner ouders steeds door olifan
ten vernield zagen, besloten, deze dik
huiden eens „mores te gaan leeren".
Ze leenden een geweer van de inland-
sche gemeente Hoetaimbaroe,\ namen
zes kogels mee en trokken er op uit.
Het duurde niet lang, of zij zagen een
olifant, die bezig was, jong gewas te
vernielen en naar binnen te werken.
Door het nabootsen van allerlei ge
luiden trokken zij de aandacht van het
dier, dat, zooals te begrijpen valt, on
middellijk op hen los stormde.
De jongens waren niet erg geoefend
in het laden van een geweer en konden
dus niet beter doen dan het hazenpad
kiezen. Ze verscholen zich, laadden het
geweer en togen weer in de richting
van den olifant. Opnieuw maakten ze
allerlei geluiden en toen de dikhuid op
hen afkwam, schoten ze het geweer af.
er door de schrijfster met geen woord
op gezinspeeld. Zij zelf, Henriëtte
Roland Holst, had op het moment hun
ner eerste ontmoeting, nog niets gepu
bliceerd; Verwey bezat enkele verzen
van haar in handschrfit, liet ze aan Gor
ter lezen en onmiddellijk wilde hij per
soonlijk kennis maken. Het was winter.
„Zoo de vorst voortduurt", zei Verwey
tot haar, „wil Herman op schaatsen
naar Noordwijk komen, om je te bezoe
ken."
Op schaatsen.... Was het een lichte
ontgoocheling? Men zou het gelooven,
wanneer men leest, dat de dichter van
„Mei" een half-mythische persoonlijk
heid voor haar was. Het beeld, dat zij
zich van Gorter gemaakt had, scheen
met den werkelijken Gorter al heel
weinig gemeen te hebben. Zij kon zich
hem niet voorstellen als leeraar in een
provinciestadje, en misschien nog min
der als sportsman, een hartstochtelijk
cricketer, tennisser, schaatsenrijder en
zeiler. Evenmin als een vroolijke jonge
man, die van gezelligheid hield, van
goeden wijn en lekker eten, en die als
student allerlei dolle streken had uitge
haald. Dit alles was Herman Gorter,
zooals hij door de dagen ging en de
menschen hem kenden. „En toch"j( voegt
zij er aan toe, „ïwas het beeld mijner
fantasie geen waanbeeld. Integendeel:
intuïtie had mij den dieperen, den es-
sentieëlen Gorter uit zijn werk geopen
baard". Miet deze zelfde intuïtie heeft
ze hem in lateren tijd steeds begrepen
en schiep zij nu, na zijn dood, het beeld,
zijner geheele persoonlijkheid. Dit is de
beste deugd en de grootste bekoring de
zer levensschets, maar er ligt tevens
voor den lezer een zeer geldige reden
in, om, ondanks alles, toch gedurig een
beetje op zijn hoede te zijn. Want in
tuïtie komt nimmer los van de individu,
die haar draagt, en dus kan men van
haar geen objectiviteit verwachten of
Maar de geweerkogel deerde den oli
fant niet en de onbezonnen jagers moes
ten opnieuw vluchten, zich telkens ach
ter boomstammen zooveel mogelijk
verschuilend en krijgertje spelend met
hun jachtobject.
Een enkelen keer struikelde het dier
in zijn woede en, meenend dat de olifant
dood was, kwamen de jongens dan naar
voren om vol vreugde om het slacht
offer heen te dansen, een dans die ech
ter spoedig in een overhaaste vlucht
veranderde, wanneer het dier weer op
stond en de „jachtpartij", waarin de
olifant meer jager dan de jagers scheen,
werd vervolgd.
Intusschen vuurden de jongelui her
haaldelijk op den olifant tot.... de
patronen op waren. De jagers gingen
daarop naar Batangtoroe om nog meer
patronen te halen.
Eenige dagen later keerden zij terug
en toevallig zagen zij den olifant weer;
het dier, dat blijkbaar nog al geleden
had door de verwondingen van de eer
ste „jacht", stond bij een moerasje.
Thans werd er beter geraakt en de
olifant viel ditmaal voor altijd neer.
Een droevig einde feitelijk voor zoo'n
kolos, om zoo nagejaagd en afgemaakt
te worden.
EEN VUURTOREN BESCHADIGD.
Maar de plichtsgetrouwe wach
ters bleven op hun post!
De redacteur van het „Soer. Hbl". in
West Java schrijft in zijn blad:
Tengevolge van de hevige schokken,
welke het Zuid-Westelijk gedeelte van
Sumatra hebben geteisterd is de vuur
toren op Vlakken Hoek, het eerste
eerste „aanloopvuur" voor de scheep
vaart voor Straat Soenda ernstig be
schadigd.
Hoewel de dichte 60 m hooge plaat
ijzeren toren intact is gebleven, werd
door het schudden van den bodem het
bordes, boven-in, beschadigd. In de dek
plaat ontstond een behoorlijke scheur..
Voorts raakte het rotatie-toestel ont
zet, terwijl de overbrengings-as verbo
gen werd.
Toen kon het licht niet meer draaien!
En de voortdurende heftige trillingen
van den bodem veroorzaakten ook nog
scheuren in den kwikbak, waarop het
licht in draaiende beweging wordt ge
houden en het kwik vloeide weg....!
De vijf man bedieningspersoneel van
den toren twee wachters en drie
koelies trachtten toen met de handen
het kwik weer in den bak te krijgen
maar drie hunner werden spoedig „bui
ten gevecht gesteld", wijl zij tengevolge
van de kwade dampen min of meer be
dwelmd raakten en opzwellingen kregen
in kaak- en andere gewrichten.
Intusschen moest van des avonds zes
tot des morgens zes uur het licht worden
ontstoken en bediend. Hetgeen wilde
zeggen., dat het normaal moest func-
tioneeren en dus. draaien moest.
Met z'n tweeën hebben toen de beide
lichtwachters, om beurten elkaar aflos
send, gedurende twee nachten met de
hand zelf het licht in draaiende bewe
ging gehouden! De scheepvaart mocht
in allen gevalle niet in gevaar worden
gebracht.
Vijf dagen lang hebben zij het nood
sein uitgehangen, doch dit werd door
niemand opgemerkt.
Tot het door den Opium-jager „Valk"
welk schip met een medische expeditie
naar Kroë werd gezonden, werd opge
merkt. De Gouvernementsstoomer
een geheel elimineeren van eigen ge
aardheid, Gesteld al dat dit wenschelijk
zou zijn, hetgeen ik niet geloof, maar
toch wil ik rekening houden met hare
niet-aanwezigheid. Aldus heeft men dit
beeld van Herman Gorter op te vatten
als alleenlijk het beeld dat Henriëtte
Roland Holst zich van hem vormde,j en
men heeft daarbij de mogelijkheid, bijna
de zekerheid te aanvaarden, dat zij in
hem het duidelijkst en het liefst dat
gene teekende wat ook leeft in haar
zelf. Een enkele keer gevoelt men dat
als een ietwat-geforceerd „hinein inter
pretieren", zij het dan ook dat dit langs
een omweg, of over een ander heen ge
schiedt. Zoo bijvoorbeeld, wanneer zij
bij herhaling, Gorter's geestelijke ge
lijkenis met Tolstoj demonstreert. Maar
in 't algemeen is het, voor wie er a-
priori rekening mee houdt, eerder een
deugd dan een gebrek en het kostbaar
resultaat er van is dit, dat ge hier niet
alleen Herman Gorter maar ook Hen
riëtte Roland Holst leert kennen.
Merkwaardig echter blijft het, hoe deze
twee groote menschen, de sterkste Ne
derlandsche dichters van hunnen tijd,
bij al hunne geestelijke verwantschap,
artistiek en sociaal, toch nimmer elkaar
geheel hebben kunnen naderen. Zeer
nauw samengewerkt hebben ze nooit,
beide waren daarvoor wellicht te
krachtige persoonlijkheden die niets
wenschen te offeren voor het eigene,
maar elkaar zeer nabij gestaan hebben
ze wel en tezamen zijn ze de dragers
geweest van een levensconceptie en van
een schoonheidsideaal, dat leefde in de
jeugd van een geheel geslacht.
Historie dus, dit boekje, maar schóóne
historie, in meer dan één opzicht, en
daardoor, nu wij er op terug kunnen
kijken, van sterke bewustmakende
kracht.
Herman Poort.