TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.VAN DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1933. Na. 187, EEN KWART EEUW LUCHTVAART. KAPITEIN SAXON. ONBESCHEIDEN OPMERKINGEN. 1 in >i- n- e- ot te De int er„ Op de gisteren gehouden ver gadering tot oprichting eener vereeniging toit bevordering van het vliegwezen heeft dr. S. S- Smeding te Middelburg de volgende lezing gehouden: Wij leven snel tegenwoordig. Ontzagwekkend snel. En we vinden het toch zoo heel ge woon allemaal. Als we des avonds thuis komen, dan nemen wij de courant ter hand. „Wiley Post in 4 dag de wereld rond gevlo gen"„Hm, aardige prestatie", mom pelen we, en slaan de pagina om! Waarlijk, we beseffen niet hoe snel we leven. We beseffen de snelheden van dezen tijd niet, we zijn ons niet bewust van de snelheid der evolutie. Daarom is het wel eens nuttig, een oogenblik tot bezinning te komen, stil staande terug te blikken. En dan beseffen we ineens! Muziek, schilderkunst, wijsbegeerte, godsdienst, wetenschapzij worden met eeuwen gemeten. Voor de luchtvaart is een kwart eeuw voldoende! Spr. schetste de eerste vlucht dien hij zag, nu een vijfentwintigtal jaren gele-/ den, van den „Antwerpsche duivel" Jan Olieslagers. Merkwaardig: tientallen eeuwen had de menschheid het geheim verlangen gekoesterd, de vogels in hun vlucht te kunnen volgen. Onze generatie is de vreugde bereid deze machtige overwin ning te mogen mee-beleven. Wie zich dit een oogenblik goed indenkt, kan ge voelen dat het een ontroerend oogen blik was. Het is 't nog steeds. Ik weet, aldus spr., dat het vliegen tegenwoordig iets doodgewoons is, veiliger dan des Zondags op een drukken auto-weg; ik weet, dat de tegenwoordige vliegtuig bestuurder een normale, gezonde, pit tige jongkerel, allerminst een soorte ment held is; ik weet dat men de theorie van het geval al heel aardig in een stopflesch met het opschrift „Aëro dynamica" heeft en toch: nog kan ik die ontroering navoelen, als ik zie dat een Fokker-vogel zich van den grond statig in de lucht verheft, en als ik mij dan realiseer dat Leonardo da Vincis droom daarmede voor ons ster velingen der twintigste eeuw in vervul ling is gegaan! De oude zeevaart, met zeilschepen, was hard en zwaar toch had zij haar onweerstaanbare romantiek. De lucht vaart heeft die romantiek overgenomen, en de mannen die onze luchtlijn op Nederlandsch-Indië zoo dood-nuchter gebouwd hebben, haar gemaakt hebben tot een der veiligste en machtigste luchtwegen ter wereld 1 zij staan in menschelijke grootte, als nationale hel den op één lijn met onze roemruchte zeevaarders uit de Gouden Eeuw, Al zijn het dan maar kalme, rustige, dood gewone knapen, die hun plicht doen dat waren trouwens die zeevaarders, welke wij thans, en terecht, als helden vereeren, óójc. Het zou spr. veel en veel te ver voe ren, om de ontwikkeling van de lucht vaart in deze kwart-eeuw uitvoerig te behandelen. Spr. schetste in het kort zijn eigen vlieg-ervaringen en vervolgde: De eigenlijke aanvang, de wortel der Oorspronkelijk verhaal door G. P. BAKKER. 6.) r- Zachtjes trad hij op haar toe, klopte haar onhandig op den schouder. Het was of haar wantrouwen tegenover hem verdween. Hier was een mensch die haar troosten wilde. Met haar groote oogen, nat van tranen, keek ze hem aan- „Hopman", zei ze, „wilt u mij red den? Er zal een groote losprijs voor mij worden betaald." Geruststellend lachte hij haar toe. „U redden? Als ik kan, zeker. Waar om niet? U heeft mij niet vermoord in mijn slaap. Vergeef mij dat ik in slaap ben gevallen; ik was zoo vermoeid' Zijn hoffelijke toon verwonderde haar. Schertste hij of was hij inderdaad ver geten, wat er tusschen hen was voorge vallen. Des te beter; haar vertrouwen in den man nam toe. „Wilt u mij redden voor een losprijs?" vroeg ze nog eens. „Mijn familie zal u zeker beloonen. Noemt u zelf maar een bedrag". Saxon dacht even na. Een bedrag noemen. Waarom een getal te noemen, \v/-i no°it zou krijgen? „Wie is u eigenlijk?" vroeg hij. „Een nichtje van de familie. Ik was het hoofd der bedienden". „Neen zei hij eindelijk, „een losprijs vraag ik niet. Ik zal trachten u te red den. Maar denk er aan, waar we zijn. In een veroverde stad vol plunderende troepen. Ik zal mijn best doen dat is alles wat ik u kan beloven. Misschien zal ik een losprijs noemen, als het mij moderne luchtvaart, ligt in het einde der 18e eeuw: de uitvinding der heete- lucht- en gasballons van de gebroeders Montgolfier en anderen. Een eenvoudige mathematische waar heid, een formule, was oorzaak dat de ontwikkeling voorloopig ging in de richting van den vrijen luchtballon. De ze waarheid was een verhouding, n.l. die tusschen het gewicht van een stoommachine of explosiemotor en het aantal paardekrachten, dat zij voort brengt. Een lichte, gasdichte stof kon men, destijds maken. Lichtgas en waterstof» gas ook. Zoo kon men de lucht in gaan Ballast kon men meenemen, en door de ze uit te werpen kon men stijgen. Door gas te laten ontsnappen kon men dalen en zoo kon de ervaren balloncomman dant verschillende luchtstroomen opzoe ken, en aldus een klein beetje bepalen waar hij terecht wilde komen. Dat kwam ten naaste bij nog wel eens uit ook. Maar het was toch je ware nog lang niet. Weshalve men twee kanten uitzocht: de bestuurbaarheid van den luchtballon, den bouw van het vliegtuig. Toch was er geen noemenswaardige vooruitgang in de heele negentiende eeuw. Die mathematische verhouding saboteerde het heele geval. Pas toen men in de buurt van 5 a 4 kg per paardekracht voor een motor geraakte, begon het er op te gelijken dat de mensch de formule de baas zou worden. Toen men in, door en na den wereld oorlog het gewicht der motoren geleide' lijk wist te verminderen van 4 tot on geveer 1 kg per pk, ging het snel voor waarts met de vliegerij: de Zeppelins waren toen volkomen navigabel gewor den. Zij hebben sindsdien reizen om de wereld gemaakt, ze onderhouden een dienst op Zuid-Amerika; dr. Eckener is in opdracht van ver-vooruitziende Ned. Indische Stoomvaartmaatschappijen naar onzen Oost geweest, om de mogelijkhe' den voor een luchtschip-verbinding te bestudeeren Maar toch, hoe safe zulk een in de lucht drijvend luchtschip door zijn sug gestieve massa ook lijken moge, en tot op zekere hoogte, zelfs zijn mag Spr. hield het voorloopig toch nog met de meermotorige vlieg machines, met twee piloten aan boord! Spr- teekende in enkele lijnen de ontwikkeling van de vliegmachines, van 1906 toen Santos Dumont21 seconden vloog en daarbij 220 meter aflegde, tot een paar dagen geleden Codos en Rossi 't lange- afstand-record op hun naam gebracht hebben door van New-York naar Da mascus te vliegen: rond 9000 km aan een stuk. Spr. zeide oprechte en groote bewon dering te koesteren voor de Neder- landsche luchtvaart. Niet alleen voor de luchtvaarders en organisatoren, ook voor den Nederlandschen vliegtuigbouw moeten wij respect hebben. Met gerech- ten trots mogen wij zeggen: Het Neder- landsche vliegtuig ibeheerscht de w?e reld tegenwoordig. Want al moge Anthonie Herman Gerhard Fokker dan om practische re denen genaturaliseerd Amerikaansch staatsburger geworden zijn, 't Haar lemmer knaapje, dat 24 Mei 1911 op een zelf-gebouwd vliegtoestelletje zijn internationale brevet haalde, is de grootste vliegtuigbouwer ter wereld ge worden, en zijn machines hebben een lijst van record-prestaties op hun naam staan, die overweldigend is', Spr. de monstreerde dat nader aan een 7 Maart ondanks alles toch gelukt u^ te redden. „Wist ik maar een middel", vervolgde hij even later. „Maar u bent toch hopman? U kunt als officier uwze aarzelde even, ,buit" toch in veiligheid brengen". De vreemde, smalende toon, die ze nu weer aangeslagen had, ontging hem niet, maar zonder het te laten blijken zei hij: „Zeker, ik zou u naar veldmaarschalk Von Pappenheim kunnen brengen en u onder zijn hoede stellen. Uw leven is dan tenminste gered". Hij voegde er niet bij, dat hij in dit geval waarschijnlijk haar leven kocht met het zijne. „Maar", vervolgde hij, „ik weet niet of de straten veilig zijn. Ik vrees het ergste. Durft u hier een oogenblik al leen zijn. Ik kom dadelijk terug". „Ja zeker", antwoordde ze ferm. „Goed! Maar ik heb één voorwaarde, zonder dat die vervuld is, kan ik u niet helpen". Hij keek haar vlak in haar mooie oogen. Blozend sprong ze op. „Welke?" vroeg ze alweer diep ver ontwaardigd. Overmoedig wierp hij zijn hoofd ach terover en barstte uit in een vroolijken 'ach. „Dat u mij eerst iets te eten geeft, een stuk brood met kaas of zoo! Ik sterf van honger". Zijn voorwaarde werd letterlijk ver vuld en na haar eenige bemoedigende woorden te hebben toegeroepen, snel de hij weg door de groote zaal, voorbij den stalen ridder, de torentrap af naar den tuin, die nog altijd eenzaam en ver laten lag. De zon was ondergegaan en de wind deed de boomen buigen. Het 1933 door het Britsche Luchtvaart Mini sterie gepubliceerde en dus officieele statistiek, waaruit o.m. bleek dat van de 32 Europeesche luchtvaartmaat schappijen er 17 (is 53 pCt.) Fokker vliegtuigen gebruiken; in totaal hebben op heel de wereld 45 luchtlijnen Fokkers in gebruik. Leerzamer is echter nog dit cijfer: voor het veilige passagiersvervoer heeft zonder twijfel het 3-motorige toestel te genwoordig de leiding. Welnu: van de 197 3-motorige land vliegtuigen, die op 31 December 1932 bij de gezamenlijke Europeesche luchtvaartmaatfschappijen in gebruik waren, waren er 110 Fok kers (56 pCt.), En de 87 resteerenden waren van 12 verschillende merken! Voegen we daarbij dat ook tallooze militaire luchtvloten geheel of ten dee le uit Fokkers bestaan, dan zult U» met mij erkennen, dat Fokkers naam groot is in de luchten! Vervolgens sprak de inleider over de K. L. M. De K. L. M. werd opgericht den 7en October 1919, Haar directeur werd de voormalige luitenant-vlieger A. Plesman, die o.a. als organisator van de Elta groote roem oogstte. Het is we gebleken, aldus spr. dat men in Plesman een leider van de eerste orde heeft gevonden. Het luchtverkeer werd 17 Mei 1920 geopend met toestellen, die van de Aircraft T. en T. C. gecharterd waren, In 1920 werd 82.000 km gevlogen; de K. L. M. vervoerde 345 passagiers 22.000 kg goederen en 2900 kg brief post. In 1925 was dit geworden 965.000 km; 5729 passagiers; 225.000 kg goede ren; 2100 kg briefpost; 9800 kg pakket post en 6900 pleziervluchtmakers. Weer vijf jaar later 1930 zijn deze getallen: 1.691-810 km; 17.456 pas sagiers; 992.625 kg goederen; 67.212 kg briefpost en 27.672 pakketpost. Aan het laatstverschenen jaarverslag der K.L.M. over 1932 ontleende spr. dat verleden jaar totaal vervoerd werden 15.331 passagiers; 578.505 kg goederen 76.189 kg briefpost en 24.568 kg pakket post. De vloot van de K. L. M. bestond eind 1932 uit 1 fotovliegtuig, 1 vracht vliegtuig, 11 een-motorige, 5 twee-mo- torige en 17 drie-motorige vliegtuigen 31 piloten zorgen voor den regelmati' gen vliegdienst waarvoor de K. L. M zoo goed bekend staat- De K. L. M. vloog in 1932 17.939 uren en zij legde daarin 3.192.005 km af, Daarvan komen 1.5401216 km op de Indië-luchtlijn. Vervolgens schetste spr. de eerste vluchten op Indië, het ontstaan van de geregelde luchverbinding (met onzen Oost en de toekomstmogelijkheden die zij nog biedt- Ook ten aanzien van de veiligheid noemde spr. enkele cijfers. In 1920 voer de de K. L. M. 584 vluchten uit in 606 vlieguren; zij lei 81.810 km af, vervoer de 345 pasagiers en 22000 kg goederen zonder eenig ongeval. Over de 5 jaren 19201924 had de K, L. M, 2,158-115 afgelegde km; 11.008 vervoerde passagiers; daarbij vonden 1 ernstig en 8 minder ernstige vliegonge vallen plaats. Er viel in die vijf jaren geen enkele doode te betreuren; slechts 3 piloten en 1 passagier werden ver wond. Sindsdien z ij n er doodelijke vliegon gevallen van de K. L. M. te boeken: 't Parijsche toestel, dat ergens in den mist tegen een heuvel vloog het ver schrikkelijk ongeluk in Bangkok. Er is niet het minste bezwaar tegen weer was geheel veranderd. Wat scheen het reeds langen tijd geleden, sinds hij hier had vertoefd en gemijmerd op de steenen bank. Weg waren de mooie kleuren der bloemen en heesters, weg de bloeiende vruchtboomen en de gou den regen, weg de vroolijk fladderende vlinders, de volle voorjaarsfeestdos, de vredige, zonnige bloemenhof. De tuin leek nu vaal en kleurloos somber en doodsch. Slechts de wind huilde door de boo men, alsof een leger booze geesten kwam aanstormen, die, waar ze ver schenen, niets dan onheil en ellende brachten, niets dan misdaad en dood. HOOFDSTUK V. Voorzichtig opende Saxon de oude tuinpoort en liep de achterstraat door zonder iemand te ontmoeten. Uit de verte klonk een angstaanjagend rumoer als het geloei van een aankomenden storm; rauwe kreten, gegil en gekerm. Toen hij den hoek van den Breeden Weg naderde, bemerkte hij, dat in de hoofdstraten overal geschut was opge steld om de burgers te dwingen in de huizen te wachten tot de benden plun deraars kwamen om hen te bestelen, te verminken, te vermoorden. Voor het wijnhuis „In de Gouden Kroon", waar de honderd gevolmach tigden uit de burgers met het stadsbe stuur hadden vergaderd tijdens het be leg, zag Saxon een dubbel kartouw staan. Tilly had inderdaad het plunderen niet verboden en daardoor het vonnis aan Maagdenburg voltrokken. Saxon sloop naar het marktplein, be trekkelijk veilig door zijn vermomming en zijn witte sjerp. zich deze ongelukken nog eens voor oogen te stellen. De sterke mensch moet dat kunnen verdragen- Want met de veiligheid van het vliegverkeer op zich zelf hebben die ongelukken niets te ma ken, Zij zijn slechts een gevolg van wat nimmer te ontzeilen zal wezen: dat het doen en laten van ons menschen, men- schenwerk zal blijven. De vraag naar de verkeersveiligheid van het vliegen moet en mag nooit of te nimmer afgemeten worden naar een of ander verschrikkelijk doch sporadisch vliegongeluk. Hier gelden andere maat staven: de principieele betrouwbaarheid van het vliegtuig onder alle weersom standigheden; de hechte en deugdelijke constructie, zijn vliegeigenschappen, de kracht zijner motoren en de reserve kracht in geval van nood; de uiterst gestrenge opleiding en de zware eischen die aan den verkeerspiloot gesteld moe ten worden: geregelde zware medische keuring, absolute betrouwbaarheid, strenge discipline. Kortom: hier geldt het vaste oog, dat slechts naar één doel schouwt: veiligheid bovenal. Dat alles is in Nederland, bij de K. L. M. in orde. Op grond van persoonlijke ervaring wilde spr. als zijn persoonlijke meening te kennen geven, dat vliegen met de K, L- M. heel wat veiliger is dan des Zon dags in een auto op een drukken weg! Spr. zeide in deze korte schets van een kwart eeuw luchtvaart veel te kort geschoten te zijn. Maar de bedoeling was ook niet, vol ledig te zijn. Wij zijn hier bijeen, zoo vervolgde spr., om een vereeniging op te richten welke het vliegwezen in Zeeland zal bevorde ren, en het doel was, de aanwezigen te halen uit de sfeer van de locale, pro vinciale en tijdelijke belangen, om het komende werk der vereeniging in het juiste kader te plaatsen. De luchtlijnen omvatten den aardbol. Zeeland is voor de luchtvaart één pro vincie van een klein landje. Wij moe ten dus wel in het oog houden, dat we geen onredelijke eischen stellen: we kunnen onmogelijk verlangen, dat mor gen aan den dag een boemel-luchtdienst van stad tot stad, van dorp tot dorp voor ons hier in Zeeland wordt inge steld. Aan den anderen kant: het binnen- landsche luchtverkeer ontwikkelt zich met groote snelheid en zooiets is niet tegen te houden. Wij hebben onze Zeeuwsche Luchtlijn wij zullen hem behouden. Daarvan kunt U verzekerd zijn. Dat niet alleen: wij zullen hem uit breiden ook! Wij zullen streven naar meer diensten, eiken dag, zomer en win ter, naar meer vliegvelden en meer stopplaatsen. Dat komt allemaal, en bin nen korteren tijd dan menigeen zal dur ven denken of hopen. Maar, aldus spr.: wij moeten streven naar eendracht en enthousiasme. De K. L. M. heeft meer te doen dan ons Zeeuwsche Lucht Lijntje te exploi- teeren. Veel meer, en veel grootscher dingen. Als zij den steun der Zeeuwsche bevolking gaat missen, dan kan de Z. L. L- niet bestaan. En dan is met één pennestreek onze luchtlijn verdwenen, zonder dat de heer Plesman er een sla- pelooze nacht van heeft.... Daarom moeten wij, in samenwerking met alle goedgezinden b.v. de Schou wen Duivelandsche vrienden zorgen dat alles op wieletjes loopt. Wij moeten, aldus spr., de K. L. M. tot steun, hulp en De groote kunstenaar Max Reinhard heeft medegedeeld, dat hij aanvankelijk had gedacht, dat de zegetocht van de nationaal-socialisten in Duitschland aan de Oostenrijksche grens halt zou maken. Thans is hij daar echter niet meer van overtuigd; hij gelooft, dat Dolfuss aan het kortste eind zal moeten trekken en dat hij dus, als Jood, in Oostenrijk het zelfde lot zal ondergaan als in Duitsch land. Daarom heeft hij besloten zijn twee eeuwen oude kasteel „Leopolds- kron", een van de grootste beziens waardigheden van Salzburg, te ver- koopen. De door hem vastgestelde prijs bedraagt ongeveer 600.000 en verder zal ook de geheele inventaris worden verkocht. Dit bericht roept mij het gerucht in herinnering. dat Jan van Ees zijn jacht, dat hem 450.000 heeft gekost, zal gaan afschaf fen en voor het vrijgekomen onder deeltje van zijn vermogen nu een ren stal zal gaan opzetten, dat Eduard Verkade, zoodra hij uit West-Indië teruggekeerd is, zich op zijn; uitgestrekte bezittingen in den Achter hoek zal terugtrekken teneinde zich daar geheel aan de jacht op groot wild te gaan wijden, dat Bouber, zoodra hij een kwart mil- lioen gulden met „De Commensaal" heeft verdiend, het tooneel zal gaan vaarwel zeggen, teneinde zich op zijn villa op Capri te vestigen, waar hij zijn verzameling Jan Steen's en Rembrandt's die thans is opgeslagen op zijn buiten in Schotland, zal gaan catologiseeren. dat Rensburg van plan is een particu lieren schouwburg te bouwen op het Pa- leis-van-VoIksvlijt-terrein te Amster dam, waar hij Jan Nooy plein pouvoir zal geven teneinde diens nieuwe inzich ten omtrent Terentius, Ibsen en Jaap van de Poll vorm te geven, dat de onderhandelingen met Johan de Meester jr. om daar eerste regisseur te worden, zijn afgesprongen, omdat de ze niets van zijn salariseischen van 6.000 in de maand wilde laten vallen en dat Nico de Jong het nu voor 50.000' 's jaars zal doen, dat Albert van Dalsum het Amster- damsche Electriciteitsbedrijf een jaar- lijksche subsidie van twee ton zal geven en L dat J. H. Speenhoff en Louis Davids een lijfrente van 25.000 's jaars hebben beschonken aan Kees Pruis en Lou Bandy. Maar dit zijn slechts geruchten, de cijfers staan niet geheel vast. Frater Modestus, voorlichting dienen, opdat zij wete dat een steeds grooter aantal Zeeuwen ach ter haar vaandel staat. Dan wil zij voor ons doen, wat maar eenigszins mogelijk is, daarvan was spr. overtuigd. En langsdien weg, door het toonen van daadwerkelijke belangstelling, door steun en enthousiasme, zal men kunnen bereiken dat Zeeland, de moeilijke eilandenprovincie met het verkeerstech nisch nog meer misdeelde Zeeuwsch- Vlaanderen, eerder, vollediger en veel- vuldiger door de lucht bediend zal wor den dan eenige andere Nederlandsche provincie. Elet Zeeuwsche land is aan de baren ontworsteld; de opheffing van zijn iso lement zal Zeeland voor een groot deel aan de luchtvaart kunnen danken! Dicht bij de plaats, waar hij tal van officieren zag staan, vond hij een schuil plaats en hij ontdekte Tilly een kleinen, mageren man van ongeveer ze ventig jaar met een ongunstig mager ge laat vol -rimpels en groote grijze kne vels. Hij droeg als altijd een wambuis van lichtgroen satijn met opengewerk te mouwen. Van den kleinen, hoogen hoed hing een reusachtige, roode struis veer, die hem echter geen krijgshaftig uiterlijk kon geven. Saxon moest on willekeurig aan den hertog van Alva denken, den wurger der Nederlanden. De keizerlijke officieren om hem heen hadden strakke gezichten. Ze waren naar het scheen het niet eens met hun generalissimus, maar ze hadden niet den moed hem tegen te spreken. Slechts veldmaarschalk Von Pappen heim scheen iets te zeggen, maar Tilly hechtte blijkbaar geen waarde aan zijn woorden. Saxon stond dicht genoeg bij om zijn gezicht te zien, maar ofschoon hij be merkte, dat Von Pappenheim woedend was, zag hij niet het roode kruis op zijn met litteekens doorploegd voorhoofd verschijnen, waarvan krijgsmakkers hem hadden verteld. Tilly st^eg te paard; de officieren volgden hem zwijgend en Saxon kwa men de woorden van zijn ouden profes sor in Tübingen in de gedachte: „Ja, heeren. Wien de Goden willen verderven, slaan ze eerst met blind heid". Het kwam hem voor, dat Tilly met blindheid geslagen was! Von Hebei reed vlak langs hem heen. Het scheen Saxon of hij hem scherp aankeek, maar dadelijk wendde hij ver schrikt den blik af, Saxon richtte zich op en schrok, want vlak naast hem, zoodat hij hem bijna kon aanraken, stond een vreemde ver schijning. De man was in het zwart gekleed, het wambuis omsloot nauw zijn mager lichaam en de lange beenen waren in een nauwe, zwarte broek gestoken. Op zijn hoofd droeg hij een roode narrekap met twee lange, opstaande punten, aa* elke punt een bel, maar deze rinkelden niet. Saxon keek hem verbaasd aan. „Wie ben je? Wat moet je?" vroeg hij. „Ik ben niet, wat ik schijn, en schijn niet, wat ik ben, evenmin als gij, hop man. Maar luister naar de woorden van een wijzen nar. Weet ge, wat gij zoo juist hebt gezien. Gij hebt een man ge zien, een Luiksch edelman, een groot veldheer, die zijn eigen vonnis geveld heeft. Onthoud dit goed hopman, gij kunt er misschien eenmaal uw voordeel mee doen. En nu vaarwel" en eer Saxon den man kon tegenhouden,, was hij om den hoek verdwenen. Saxon haajde de schouders op en ver liet eveneens de schuilplaats. Hij zag tooneelen, die hij nooit meer uit zijn herinnering zou kunnen bannen. Solda ten van alle naties, Walen, Kroaten, Spanjaarden, Italianen, stortten de hui zen binnen om hun lage lusten te kun nen botvieren. Aan alle slechte eigen schappen, die anders zelfs door de meest brute kerels angstvallig verbor gen worden gehouden, kon nu ongestraft de vrije teugel gelaten worden. Genade bestond niet voor de verblin de door bloed verdierlijkte duivels. Als woedende wurgers, als ondieren uit de hel ontsnapt, had Tilly hen losgelaten op de diep rampzalige stad. (Wordt vervolgd.)}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5