TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.VAN DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1933. Na. 187,
EEN KWART EEUW
LUCHTVAART.
KAPITEIN SAXON.
ONBESCHEIDEN OPMERKINGEN.
1
in
>i-
n-
e-
ot
te
De
int
er„
Op de gisteren gehouden ver
gadering tot oprichting eener
vereeniging toit bevordering
van het vliegwezen heeft dr.
S. S- Smeding te Middelburg
de volgende lezing gehouden:
Wij leven snel tegenwoordig.
Ontzagwekkend snel.
En we vinden het toch zoo heel ge
woon allemaal.
Als we des avonds thuis komen, dan
nemen wij de courant ter hand. „Wiley
Post in 4 dag de wereld rond gevlo
gen"„Hm, aardige prestatie", mom
pelen we, en slaan de pagina om!
Waarlijk, we beseffen niet hoe snel
we leven. We beseffen de snelheden van
dezen tijd niet, we zijn ons niet bewust
van de snelheid der evolutie.
Daarom is het wel eens nuttig, een
oogenblik tot bezinning te komen, stil
staande terug te blikken.
En dan beseffen we ineens!
Muziek, schilderkunst, wijsbegeerte,
godsdienst, wetenschapzij worden
met eeuwen gemeten.
Voor de luchtvaart is een kwart eeuw
voldoende!
Spr. schetste de eerste vlucht dien hij
zag, nu een vijfentwintigtal jaren gele-/
den, van den „Antwerpsche duivel" Jan
Olieslagers.
Merkwaardig: tientallen eeuwen had
de menschheid het geheim verlangen
gekoesterd, de vogels in hun vlucht te
kunnen volgen. Onze generatie is de
vreugde bereid deze machtige overwin
ning te mogen mee-beleven. Wie zich
dit een oogenblik goed indenkt, kan ge
voelen dat het een ontroerend oogen
blik was. Het is 't nog steeds. Ik weet,
aldus spr., dat het vliegen tegenwoordig
iets doodgewoons is, veiliger dan des
Zondags op een drukken auto-weg; ik
weet, dat de tegenwoordige vliegtuig
bestuurder een normale, gezonde, pit
tige jongkerel, allerminst een soorte
ment held is; ik weet dat men de
theorie van het geval al heel aardig in
een stopflesch met het opschrift „Aëro
dynamica" heeft en toch: nog
kan ik die ontroering navoelen, als ik
zie dat een Fokker-vogel zich van den
grond statig in de lucht verheft, en als
ik mij dan realiseer dat Leonardo da
Vincis droom daarmede voor ons ster
velingen der twintigste eeuw in vervul
ling is gegaan!
De oude zeevaart, met zeilschepen,
was hard en zwaar toch had zij haar
onweerstaanbare romantiek. De lucht
vaart heeft die romantiek overgenomen,
en de mannen die onze luchtlijn op
Nederlandsch-Indië zoo dood-nuchter
gebouwd hebben, haar gemaakt hebben
tot een der veiligste en machtigste
luchtwegen ter wereld 1 zij staan in
menschelijke grootte, als nationale hel
den op één lijn met onze roemruchte
zeevaarders uit de Gouden Eeuw, Al
zijn het dan maar kalme, rustige, dood
gewone knapen, die hun plicht doen
dat waren trouwens die zeevaarders,
welke wij thans, en terecht, als helden
vereeren, óójc.
Het zou spr. veel en veel te ver voe
ren, om de ontwikkeling van de lucht
vaart in deze kwart-eeuw uitvoerig te
behandelen.
Spr. schetste in het kort zijn eigen
vlieg-ervaringen en vervolgde:
De eigenlijke aanvang, de wortel der
Oorspronkelijk verhaal door
G. P. BAKKER.
6.) r-
Zachtjes trad hij op haar toe, klopte
haar onhandig op den schouder. Het
was of haar wantrouwen tegenover hem
verdween. Hier was een mensch die
haar troosten wilde. Met haar groote
oogen, nat van tranen, keek ze hem aan-
„Hopman", zei ze, „wilt u mij red
den? Er zal een groote losprijs voor mij
worden betaald."
Geruststellend lachte hij haar toe.
„U redden? Als ik kan, zeker. Waar
om niet? U heeft mij niet vermoord in
mijn slaap. Vergeef mij dat ik in slaap
ben gevallen; ik was zoo vermoeid'
Zijn hoffelijke toon verwonderde haar.
Schertste hij of was hij inderdaad ver
geten, wat er tusschen hen was voorge
vallen.
Des te beter; haar vertrouwen in den
man nam toe.
„Wilt u mij redden voor een losprijs?"
vroeg ze nog eens. „Mijn familie zal u
zeker beloonen. Noemt u zelf maar een
bedrag".
Saxon dacht even na. Een bedrag
noemen. Waarom een getal te noemen,
\v/-i no°it zou krijgen?
„Wie is u eigenlijk?" vroeg hij.
„Een nichtje van de familie. Ik was
het hoofd der bedienden".
„Neen zei hij eindelijk, „een losprijs
vraag ik niet. Ik zal trachten u te red
den. Maar denk er aan, waar we zijn.
In een veroverde stad vol plunderende
troepen. Ik zal mijn best doen dat
is alles wat ik u kan beloven. Misschien
zal ik een losprijs noemen, als het mij
moderne luchtvaart, ligt in het einde
der 18e eeuw: de uitvinding der heete-
lucht- en gasballons van de gebroeders
Montgolfier en anderen.
Een eenvoudige mathematische waar
heid, een formule, was oorzaak dat de
ontwikkeling voorloopig ging in de
richting van den vrijen luchtballon. De
ze waarheid was een verhouding,
n.l. die tusschen het gewicht van een
stoommachine of explosiemotor en het
aantal paardekrachten, dat zij voort
brengt.
Een lichte, gasdichte stof kon men,
destijds maken. Lichtgas en waterstof»
gas ook. Zoo kon men de lucht in gaan
Ballast kon men meenemen, en door de
ze uit te werpen kon men stijgen. Door
gas te laten ontsnappen kon men dalen
en zoo kon de ervaren balloncomman
dant verschillende luchtstroomen opzoe
ken, en aldus een klein beetje bepalen
waar hij terecht wilde komen. Dat kwam
ten naaste bij nog wel eens uit ook.
Maar het was toch je ware nog lang
niet.
Weshalve men twee kanten uitzocht:
de bestuurbaarheid van den luchtballon,
den bouw van het vliegtuig.
Toch was er geen noemenswaardige
vooruitgang in de heele negentiende
eeuw. Die mathematische verhouding
saboteerde het heele geval. Pas toen
men in de buurt van 5 a 4 kg per
paardekracht voor een motor geraakte,
begon het er op te gelijken dat de
mensch de formule de baas zou worden.
Toen men in, door en na den wereld
oorlog het gewicht der motoren geleide'
lijk wist te verminderen van 4 tot on
geveer 1 kg per pk, ging het snel voor
waarts met de vliegerij: de Zeppelins
waren toen volkomen navigabel gewor
den. Zij hebben sindsdien reizen om de
wereld gemaakt, ze onderhouden een
dienst op Zuid-Amerika; dr. Eckener is
in opdracht van ver-vooruitziende Ned.
Indische Stoomvaartmaatschappijen naar
onzen Oost geweest, om de mogelijkhe'
den voor een luchtschip-verbinding te
bestudeeren
Maar toch, hoe safe zulk een in de
lucht drijvend luchtschip door zijn sug
gestieve massa ook lijken moge, en tot
op zekere hoogte, zelfs zijn mag Spr.
hield het voorloopig toch nog met de
meermotorige vlieg machines, met
twee piloten aan boord! Spr- teekende
in enkele lijnen de ontwikkeling van de
vliegmachines, van 1906 toen Santos
Dumont21 seconden vloog en
daarbij 220 meter aflegde, tot een paar
dagen geleden Codos en Rossi 't lange-
afstand-record op hun naam gebracht
hebben door van New-York naar Da
mascus te vliegen: rond 9000 km aan
een stuk.
Spr. zeide oprechte en groote bewon
dering te koesteren voor de Neder-
landsche luchtvaart. Niet alleen voor
de luchtvaarders en organisatoren, ook
voor den Nederlandschen vliegtuigbouw
moeten wij respect hebben. Met gerech-
ten trots mogen wij zeggen: Het Neder-
landsche vliegtuig ibeheerscht de w?e
reld tegenwoordig.
Want al moge Anthonie Herman
Gerhard Fokker dan om practische re
denen genaturaliseerd Amerikaansch
staatsburger geworden zijn, 't Haar
lemmer knaapje, dat 24 Mei 1911 op
een zelf-gebouwd vliegtoestelletje zijn
internationale brevet haalde, is de
grootste vliegtuigbouwer ter wereld ge
worden, en zijn machines hebben een
lijst van record-prestaties op hun naam
staan, die overweldigend is', Spr. de
monstreerde dat nader aan een 7 Maart
ondanks alles toch gelukt u^ te redden.
„Wist ik maar een middel", vervolgde
hij even later.
„Maar u bent toch hopman? U kunt
als officier uwze aarzelde even,
,buit" toch in veiligheid brengen".
De vreemde, smalende toon, die ze nu
weer aangeslagen had, ontging hem
niet, maar zonder het te laten blijken
zei hij:
„Zeker, ik zou u naar veldmaarschalk
Von Pappenheim kunnen brengen en u
onder zijn hoede stellen. Uw leven is
dan tenminste gered".
Hij voegde er niet bij, dat hij in dit
geval waarschijnlijk haar leven kocht
met het zijne.
„Maar", vervolgde hij, „ik weet niet
of de straten veilig zijn. Ik vrees het
ergste. Durft u hier een oogenblik al
leen zijn. Ik kom dadelijk terug".
„Ja zeker", antwoordde ze ferm.
„Goed! Maar ik heb één voorwaarde,
zonder dat die vervuld is, kan ik u niet
helpen". Hij keek haar vlak in haar
mooie oogen.
Blozend sprong ze op.
„Welke?" vroeg ze alweer diep ver
ontwaardigd.
Overmoedig wierp hij zijn hoofd ach
terover en barstte uit in een vroolijken
'ach.
„Dat u mij eerst iets te eten geeft,
een stuk brood met kaas of zoo! Ik
sterf van honger".
Zijn voorwaarde werd letterlijk ver
vuld en na haar eenige bemoedigende
woorden te hebben toegeroepen, snel
de hij weg door de groote zaal, voorbij
den stalen ridder, de torentrap af naar
den tuin, die nog altijd eenzaam en ver
laten lag. De zon was ondergegaan en
de wind deed de boomen buigen. Het
1933 door het Britsche Luchtvaart Mini
sterie gepubliceerde en dus officieele
statistiek, waaruit o.m. bleek dat van
de 32 Europeesche luchtvaartmaat
schappijen er 17 (is 53 pCt.) Fokker
vliegtuigen gebruiken; in totaal hebben
op heel de wereld 45 luchtlijnen Fokkers
in gebruik.
Leerzamer is echter nog dit cijfer:
voor het veilige passagiersvervoer heeft
zonder twijfel het 3-motorige toestel te
genwoordig de leiding. Welnu: van de
197 3-motorige land vliegtuigen, die op
31 December 1932 bij de gezamenlijke
Europeesche luchtvaartmaatfschappijen
in gebruik waren, waren er 110 Fok
kers (56 pCt.), En de 87 resteerenden
waren van 12 verschillende merken!
Voegen we daarbij dat ook tallooze
militaire luchtvloten geheel of ten dee
le uit Fokkers bestaan, dan zult U» met
mij erkennen, dat Fokkers naam groot
is in de luchten!
Vervolgens sprak de inleider over de
K. L. M. De K. L. M. werd opgericht
den 7en October 1919, Haar directeur
werd de voormalige luitenant-vlieger
A. Plesman, die o.a. als organisator van
de Elta groote roem oogstte. Het is we
gebleken, aldus spr. dat men in
Plesman een leider van de eerste orde
heeft gevonden.
Het luchtverkeer werd 17 Mei 1920
geopend met toestellen, die van de
Aircraft T. en T. C. gecharterd waren,
In 1920 werd 82.000 km gevlogen; de
K. L. M. vervoerde 345 passagiers
22.000 kg goederen en 2900 kg brief
post. In 1925 was dit geworden 965.000
km; 5729 passagiers; 225.000 kg goede
ren; 2100 kg briefpost; 9800 kg pakket
post en 6900 pleziervluchtmakers.
Weer vijf jaar later 1930 zijn
deze getallen: 1.691-810 km; 17.456 pas
sagiers; 992.625 kg goederen; 67.212 kg
briefpost en 27.672 pakketpost.
Aan het laatstverschenen jaarverslag
der K.L.M. over 1932 ontleende spr. dat
verleden jaar totaal vervoerd werden
15.331 passagiers; 578.505 kg goederen
76.189 kg briefpost en 24.568 kg pakket
post.
De vloot van de K. L. M. bestond
eind 1932 uit 1 fotovliegtuig, 1 vracht
vliegtuig, 11 een-motorige, 5 twee-mo-
torige en 17 drie-motorige vliegtuigen
31 piloten zorgen voor den regelmati'
gen vliegdienst waarvoor de K. L. M
zoo goed bekend staat-
De K. L. M. vloog in 1932 17.939 uren
en zij legde daarin 3.192.005 km af,
Daarvan komen 1.5401216 km op de
Indië-luchtlijn.
Vervolgens schetste spr. de eerste
vluchten op Indië, het ontstaan van de
geregelde luchverbinding (met onzen
Oost en de toekomstmogelijkheden die
zij nog biedt-
Ook ten aanzien van de veiligheid
noemde spr. enkele cijfers. In 1920 voer
de de K. L. M. 584 vluchten uit in 606
vlieguren; zij lei 81.810 km af, vervoer
de 345 pasagiers en 22000 kg goederen
zonder eenig ongeval.
Over de 5 jaren 19201924 had de
K, L. M, 2,158-115 afgelegde km; 11.008
vervoerde passagiers; daarbij vonden 1
ernstig en 8 minder ernstige vliegonge
vallen plaats. Er viel in die vijf jaren
geen enkele doode te betreuren; slechts
3 piloten en 1 passagier werden ver
wond.
Sindsdien z ij n er doodelijke vliegon
gevallen van de K. L. M. te boeken: 't
Parijsche toestel, dat ergens in den
mist tegen een heuvel vloog het ver
schrikkelijk ongeluk in Bangkok.
Er is niet het minste bezwaar tegen
weer was geheel veranderd. Wat scheen
het reeds langen tijd geleden, sinds hij
hier had vertoefd en gemijmerd op de
steenen bank. Weg waren de mooie
kleuren der bloemen en heesters, weg
de bloeiende vruchtboomen en de gou
den regen, weg de vroolijk fladderende
vlinders, de volle voorjaarsfeestdos, de
vredige, zonnige bloemenhof.
De tuin leek nu vaal en kleurloos
somber en doodsch.
Slechts de wind huilde door de boo
men, alsof een leger booze geesten
kwam aanstormen, die, waar ze ver
schenen, niets dan onheil en ellende
brachten, niets dan misdaad en dood.
HOOFDSTUK V.
Voorzichtig opende Saxon de oude
tuinpoort en liep de achterstraat door
zonder iemand te ontmoeten. Uit de
verte klonk een angstaanjagend rumoer
als het geloei van een aankomenden
storm; rauwe kreten, gegil en gekerm.
Toen hij den hoek van den Breeden
Weg naderde, bemerkte hij, dat in de
hoofdstraten overal geschut was opge
steld om de burgers te dwingen in de
huizen te wachten tot de benden plun
deraars kwamen om hen te bestelen, te
verminken, te vermoorden.
Voor het wijnhuis „In de Gouden
Kroon", waar de honderd gevolmach
tigden uit de burgers met het stadsbe
stuur hadden vergaderd tijdens het be
leg, zag Saxon een dubbel kartouw
staan.
Tilly had inderdaad het plunderen
niet verboden en daardoor het vonnis
aan Maagdenburg voltrokken.
Saxon sloop naar het marktplein, be
trekkelijk veilig door zijn vermomming
en zijn witte sjerp.
zich deze ongelukken nog eens voor
oogen te stellen. De sterke mensch moet
dat kunnen verdragen- Want met de
veiligheid van het vliegverkeer op zich
zelf hebben die ongelukken niets te ma
ken, Zij zijn slechts een gevolg van wat
nimmer te ontzeilen zal wezen: dat het
doen en laten van ons menschen, men-
schenwerk zal blijven.
De vraag naar de verkeersveiligheid
van het vliegen moet en mag nooit of
te nimmer afgemeten worden naar een
of ander verschrikkelijk doch sporadisch
vliegongeluk. Hier gelden andere maat
staven: de principieele betrouwbaarheid
van het vliegtuig onder alle weersom
standigheden; de hechte en deugdelijke
constructie, zijn vliegeigenschappen, de
kracht zijner motoren en de reserve
kracht in geval van nood; de uiterst
gestrenge opleiding en de zware eischen
die aan den verkeerspiloot gesteld moe
ten worden: geregelde zware medische
keuring, absolute betrouwbaarheid,
strenge discipline.
Kortom: hier geldt het vaste oog,
dat slechts naar één doel schouwt:
veiligheid bovenal.
Dat alles is in Nederland, bij de K.
L. M. in orde.
Op grond van persoonlijke ervaring
wilde spr. als zijn persoonlijke meening
te kennen geven, dat vliegen met de K,
L- M. heel wat veiliger is dan des Zon
dags in een auto op een drukken weg!
Spr. zeide in deze korte schets van
een kwart eeuw luchtvaart veel te kort
geschoten te zijn.
Maar de bedoeling was ook niet, vol
ledig te zijn.
Wij zijn hier bijeen, zoo vervolgde spr.,
om een vereeniging op te richten welke
het vliegwezen in Zeeland zal bevorde
ren, en het doel was, de aanwezigen te
halen uit de sfeer van de locale, pro
vinciale en tijdelijke belangen, om het
komende werk der vereeniging in het
juiste kader te plaatsen.
De luchtlijnen omvatten den aardbol.
Zeeland is voor de luchtvaart één pro
vincie van een klein landje. Wij moe
ten dus wel in het oog houden, dat we
geen onredelijke eischen stellen: we
kunnen onmogelijk verlangen, dat mor
gen aan den dag een boemel-luchtdienst
van stad tot stad, van dorp tot dorp
voor ons hier in Zeeland wordt inge
steld.
Aan den anderen kant: het binnen-
landsche luchtverkeer ontwikkelt zich
met groote snelheid en zooiets is niet
tegen te houden. Wij hebben onze
Zeeuwsche Luchtlijn wij zullen hem
behouden. Daarvan kunt U verzekerd
zijn.
Dat niet alleen: wij zullen hem uit
breiden ook! Wij zullen streven naar
meer diensten, eiken dag, zomer en win
ter, naar meer vliegvelden en meer
stopplaatsen. Dat komt allemaal, en bin
nen korteren tijd dan menigeen zal dur
ven denken of hopen.
Maar, aldus spr.: wij moeten streven
naar eendracht en enthousiasme.
De K. L. M. heeft meer te doen dan
ons Zeeuwsche Lucht Lijntje te exploi-
teeren. Veel meer, en veel grootscher
dingen. Als zij den steun der Zeeuwsche
bevolking gaat missen, dan kan de Z.
L. L- niet bestaan. En dan is met één
pennestreek onze luchtlijn verdwenen,
zonder dat de heer Plesman er een sla-
pelooze nacht van heeft....
Daarom moeten wij, in samenwerking
met alle goedgezinden b.v. de Schou
wen Duivelandsche vrienden zorgen
dat alles op wieletjes loopt. Wij moeten,
aldus spr., de K. L. M. tot steun, hulp en
De groote kunstenaar Max Reinhard
heeft medegedeeld, dat hij aanvankelijk
had gedacht, dat de zegetocht van de
nationaal-socialisten in Duitschland aan
de Oostenrijksche grens halt zou maken.
Thans is hij daar echter niet meer van
overtuigd; hij gelooft, dat Dolfuss aan
het kortste eind zal moeten trekken en
dat hij dus, als Jood, in Oostenrijk het
zelfde lot zal ondergaan als in Duitsch
land. Daarom heeft hij besloten zijn
twee eeuwen oude kasteel „Leopolds-
kron", een van de grootste beziens
waardigheden van Salzburg, te ver-
koopen. De door hem vastgestelde prijs
bedraagt ongeveer 600.000 en verder
zal ook de geheele inventaris worden
verkocht.
Dit bericht roept mij het gerucht in
herinnering.
dat Jan van Ees zijn jacht, dat hem
450.000 heeft gekost, zal gaan afschaf
fen en voor het vrijgekomen onder
deeltje van zijn vermogen nu een ren
stal zal gaan opzetten,
dat Eduard Verkade, zoodra hij uit
West-Indië teruggekeerd is, zich op zijn;
uitgestrekte bezittingen in den Achter
hoek zal terugtrekken teneinde zich
daar geheel aan de jacht op groot wild
te gaan wijden,
dat Bouber, zoodra hij een kwart mil-
lioen gulden met „De Commensaal"
heeft verdiend, het tooneel zal gaan
vaarwel zeggen, teneinde zich op zijn
villa op Capri te vestigen, waar hij zijn
verzameling Jan Steen's en Rembrandt's
die thans is opgeslagen op zijn buiten in
Schotland, zal gaan catologiseeren.
dat Rensburg van plan is een particu
lieren schouwburg te bouwen op het Pa-
leis-van-VoIksvlijt-terrein te Amster
dam, waar hij Jan Nooy plein pouvoir
zal geven teneinde diens nieuwe inzich
ten omtrent Terentius, Ibsen en Jaap
van de Poll vorm te geven,
dat de onderhandelingen met Johan
de Meester jr. om daar eerste regisseur
te worden, zijn afgesprongen, omdat de
ze niets van zijn salariseischen van
6.000 in de maand wilde laten vallen
en
dat Nico de Jong het nu voor 50.000'
's jaars zal doen,
dat Albert van Dalsum het Amster-
damsche Electriciteitsbedrijf een jaar-
lijksche subsidie van twee ton zal geven
en
L
dat J. H. Speenhoff en Louis Davids
een lijfrente van 25.000 's jaars hebben
beschonken aan Kees Pruis en Lou
Bandy.
Maar dit zijn slechts geruchten, de
cijfers staan niet geheel vast.
Frater Modestus,
voorlichting dienen, opdat zij wete dat
een steeds grooter aantal Zeeuwen ach
ter haar vaandel staat.
Dan wil zij voor ons doen, wat maar
eenigszins mogelijk is, daarvan was spr.
overtuigd.
En langsdien weg, door het toonen
van daadwerkelijke belangstelling, door
steun en enthousiasme, zal men kunnen
bereiken dat Zeeland, de moeilijke
eilandenprovincie met het verkeerstech
nisch nog meer misdeelde Zeeuwsch-
Vlaanderen, eerder, vollediger en veel-
vuldiger door de lucht bediend zal wor
den dan eenige andere Nederlandsche
provincie.
Elet Zeeuwsche land is aan de baren
ontworsteld; de opheffing van zijn iso
lement zal Zeeland voor een groot deel
aan de luchtvaart kunnen danken!
Dicht bij de plaats, waar hij tal van
officieren zag staan, vond hij een schuil
plaats en hij ontdekte Tilly een
kleinen, mageren man van ongeveer ze
ventig jaar met een ongunstig mager ge
laat vol -rimpels en groote grijze kne
vels. Hij droeg als altijd een wambuis
van lichtgroen satijn met opengewerk
te mouwen. Van den kleinen, hoogen
hoed hing een reusachtige, roode struis
veer, die hem echter geen krijgshaftig
uiterlijk kon geven. Saxon moest on
willekeurig aan den hertog van Alva
denken, den wurger der Nederlanden.
De keizerlijke officieren om hem heen
hadden strakke gezichten. Ze waren
naar het scheen het niet eens met hun
generalissimus, maar ze hadden niet
den moed hem tegen te spreken.
Slechts veldmaarschalk Von Pappen
heim scheen iets te zeggen, maar Tilly
hechtte blijkbaar geen waarde aan zijn
woorden.
Saxon stond dicht genoeg bij om zijn
gezicht te zien, maar ofschoon hij be
merkte, dat Von Pappenheim woedend
was, zag hij niet het roode kruis op zijn
met litteekens doorploegd voorhoofd
verschijnen, waarvan krijgsmakkers hem
hadden verteld.
Tilly st^eg te paard; de officieren
volgden hem zwijgend en Saxon kwa
men de woorden van zijn ouden profes
sor in Tübingen in de gedachte:
„Ja, heeren. Wien de Goden willen
verderven, slaan ze eerst met blind
heid". Het kwam hem voor, dat Tilly
met blindheid geslagen was!
Von Hebei reed vlak langs hem heen.
Het scheen Saxon of hij hem scherp
aankeek, maar dadelijk wendde hij ver
schrikt den blik af,
Saxon richtte zich op en schrok, want
vlak naast hem, zoodat hij hem bijna
kon aanraken, stond een vreemde ver
schijning.
De man was in het zwart gekleed, het
wambuis omsloot nauw zijn mager
lichaam en de lange beenen waren in
een nauwe, zwarte broek gestoken. Op
zijn hoofd droeg hij een roode narrekap
met twee lange, opstaande punten, aa*
elke punt een bel, maar deze rinkelden
niet.
Saxon keek hem verbaasd aan. „Wie
ben je? Wat moet je?" vroeg hij.
„Ik ben niet, wat ik schijn, en schijn
niet, wat ik ben, evenmin als gij, hop
man. Maar luister naar de woorden van
een wijzen nar. Weet ge, wat gij zoo
juist hebt gezien. Gij hebt een man ge
zien, een Luiksch edelman, een groot
veldheer, die zijn eigen vonnis geveld
heeft. Onthoud dit goed hopman, gij
kunt er misschien eenmaal uw voordeel
mee doen. En nu vaarwel" en eer
Saxon den man kon tegenhouden,, was
hij om den hoek verdwenen.
Saxon haajde de schouders op en ver
liet eveneens de schuilplaats. Hij zag
tooneelen, die hij nooit meer uit zijn
herinnering zou kunnen bannen. Solda
ten van alle naties, Walen, Kroaten,
Spanjaarden, Italianen, stortten de hui
zen binnen om hun lage lusten te kun
nen botvieren. Aan alle slechte eigen
schappen, die anders zelfs door de
meest brute kerels angstvallig verbor
gen worden gehouden, kon nu ongestraft
de vrije teugel gelaten worden.
Genade bestond niet voor de verblin
de door bloed verdierlijkte duivels. Als
woedende wurgers, als ondieren uit de
hel ontsnapt, had Tilly hen losgelaten
op de diep rampzalige stad.
(Wordt vervolgd.)}