BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M 1DDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 7 AUGUSTUS 1933 No 184
KAPITEIN SAX0N.
MIDDELBURG.
ONBESCHEIDEN OPMERKINGEN.
VLISSINGEN.
k-
DE BEGROOTING VOOR 1934.
Het evenwicht is verzekerd, in
dien de voor te stellen maat
regelen worden aangenomen.
Naar wij vernemen, heeft 't ontwerp
rijksbegrooting voor 1934 het derparte
ment van financiën verlaten.
In verband hiehmede wordt ons van
bevoegde zijde medegedeeld, dat h e
herstel van het budgetai
evenwicht is verzekerc
wanneer verschillende door de Regee
ring gelijktijdig met de begrooting in te
dienen maatregelen door de Staten-Ge
neraal zullen zijn aangenomen.
MET STRENGE HAND.
Naar wij vernemen, is met stelligheic
te verwachten, dat in verband met mo
lestatie en ongeregeldheden, welke zich
den laatsten tijd op werkverschaffingen
hebben voorgedaan, met de meeste ge
strengheid zal worden opgetreden. Ele
menten, die ongeschikt blijken te zijn en
den geest bederven, zullen onverwijlc
worden verwijderd. Het spreekt van zelf
dat werkloozen, die om een dergelijke
reden uit de werkverschaffing moeten
worden verwijderd, ook geen aanspraak
kunnen maken op uitkeering ingevolge
de steunregeling.
ONZE HANDEL MET RUSLAND.
Ruilhandel vleesch en haring
tegen hout en rogge
Naar „Visscherijnieuws" vernam,
maakt een hooge Sovjet-autoriteit, die te
Scheveningen vertoeft, van deze gele
genheid gebruik, om onderhandelingen
met particuliere handelaars en ook met
onze regeering aan te knoopen over de
levering ven verschillende waren.
Onze regeering stelt zich op het stand
punt, dat van credietverleening, om deze
aankoopen te financieren, geen sprake
kan zijn, doch dat een wederzijdsche le
vering van waren en verrekening met
gesloten beurzen wellicht mogelijk zou
zijn. De Russen zouden dan vooral hout
en rogge kunnen leveren, terwijl onzer
zijds vooral vleesch en pekelharing voor
levering in aanmerking zou komen.
Een zaak met Rusland is inderdaad
tot stand gekomen volgens de N. R. Ct.,
en wel tegen gereed geld. Het betreft
den verkoop door de Varkenscentrale
van 300.000 kg varkens en 350.000 kg
spek, waarbij de firma W. de Kroes, te
Overschie, haar bemiddeling heeft ver'
leend; dit zou echter tegen contant geld
zijn.
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Een roode doodskop!
„De Avondpost" heeft, naar aanlei
ding van het ongeluk van de familie Ti
chelman, een onderhoud gehad met den
burgemeester van Barneveld, over den
beruchten spooroverweg aldaar, die in
korten tijd vijf maal een slachtoffer
eischte.
Aan den vorigen burgemeester was
over de opheffing van de bewaking ad
vies gevraagd, dat a f w ij z e n d had ge
luid.
Echter, men dacht er ten departemen-
te van waterstaat anders over, misschien
als gevolg van tegengestelde meeningen
van touristenvereenigingen. Hoe het zij,
er werd een onderzoek ingesteld; en op
een mooien, zonnigen Septemberdag,
kwam men dat onderzoek in loco hou
den. Om te constateeren, dat op dien
mooien dag met goed zicht, zonder wind
Oorspronkelijk verhaal door
G. P. BAKKER.
„ïn elk geval wa,s je leven de inzet;
je wordt gezocht. Ik kan je niet redden.
De stad is geheel in Tilly's macht".
Er klonk een schot.
„De laatste schermutselingen. De
troepen zijn allen binnengetrokken.
Rijke burgers zijn gevangen genomen,
maar zullen tegen een hoog losgeld la
ter weer in vrijheid worden gesteld. De
plundering is begonnen. Het consigne
van den opperbevelhebber luidt: „De
soldaat moet voor zijn gevaren en
moeite iets hebben".
„Tilly's standpunt. De middeleeuw-
sche opvatting. Zijn voorganger Wallen-
stein vroeger ons beider meester
wist het beter. Naast den soldaat moe
ten boer en burger leven. Iets te drin
ken?"
De ruiter reikte hem een veldflesch.
Saxon gaf die half geledigd terug.
„Zie zoo!" zei hij. „Nu kunnen de
poppen weer dansen".
„Of hangen", zei de ander droog. „Je
wordt gezocht, dolende ridder. Je leven
hangt aan een
„Welke weg is de beste?"
„Daarheen'Hij wees in de richting,
vanwaar hij kwam. „Houdt de onaan
zienlijke en nauwe straten".
„Strateeg!"
„Zie je ergens te verbergen. Misschien
krijg je een kans",
„Als jij mij gevangen nam?"
en behoorlijk licht, het gevaar niet groot
scheen. Er waren toch immers ook bor
den?
De beslissing viel ten gunste van het
onbewaakt laten van den overweg.
Toen de ongelukken kwamen, heeft 't
gemeentebestuur van Barneveld gepro
testeerd en weer geprotesteerd. Het
heeft niet mogen baten. Of al werd be
toogd, dat de trein dezen overgang pas
seert met een snelheid van 90 km per
uur en dus zelfs het uitstappen en doen
verkennen van den spoorweg door een
persoon, die eerst daarna het voertuig
doet doorrijden, in bepaalde gevallen
weinig kan helpen, het baatte niet.
In Barneveld zullen nu zelf maatrege
len worden getroffen. Bij den overweg
zullen groote witte borden worden ge
plaatst, voorzien van een rood doods
hoofd. Des avonds door reflectoren ver
licht, zoodat ze ten allen tijde als waar
schuwend en afschrikwekkend middel
kunnen dienen om tot voorzichtigheid
aan te sporen,
TEGEN „VOLKSVERWILDERING."
Onder voorzitterschap van mr. M- de
Kort, r.k.-raadslid te Bussum, heeft
zich een „r.k. Gooische actiegroep te
gen volksverwildering" gevormd. Deze
groep, heeft zich met een ardes gewend
tot den burgemeester van Hilversum
om maatregelen tegen het zich in bad'
pak of pyama-pantalon vertoonen op
den openbaren weg en met een adres
tot B. en W. van Laren om onverwijlde
maatregelen tegen het StraperlospeJ,
waartoe de butrgemeester dier gemeen
te (die r.k. is, evenals de heer Lambooy
van Hilversum) verlof heeft gegeven.
Ter aardebestelling van Mevrouw
E. Blum-de Niet.
Op de Algemeene begraafplaats ie
den Haag heeft Zaterdagmiddag onder
groote belangstelling de teraardebestel
ling plaats gehad van Mevrouw E. Blum-
de Niet, de bekende persoonlijkheid op
het gebied der Christelijke liefdadig-
reid in den lande, vooral op Walcheren,
waar zij jaren lang woonde.
Op den doodenakker waren o.m. aan
wezig jhr. P. J. Röell, geneesheer-direc
teur van de inrichting „Zonnegloren" te
Amersfoort, F. van de Velde, secretaris
van het Ziekenhuis Bethesda te Vlis-
singen, met de directrice van die in
richting zuster C. A. Müller, notaris
Braun uit Scheveningen, mr. H. W. W.
Tichelman uit Scheveningen en vele in
woners uit dat dorp alwaar Mevrouw
31um vroeger ook woonachtig was.
Met den stoet kwamen nog mede, de
waarnemend voorzitter van Bethesda,
Js. H. A. Wiersinga, Gereformeerd Pre
dikant te Vlissingen, de heer G. van de
3utte, lid van Ged. Staten van Zeeland,
bestuurslid van Bethesda, Ds. de Kluis,
Nfed. Herv. Pred. te Vlissingen, Ds.
oeff, emeritus predikant te 's Graven-
ïage, Ds. D. J. Vossers, uit Vlissingen,
Js. J. W. Noteboom uit Aagtekerke,
met den burgemeester dier Gemeente
den heer Bosselaar, Ds. Swaan, vroeger
te Domburg en Ds. M. van Empel, pre
dikant te Middelburg namens de Ned,
iüerv. Diaconessen-inrichting.
Ten huize van een broer van de over-
edene Dr. G. de Niet te Scheveningen
was te voren door Ds. J. Hoogenraad
uit Uithuizen, die mede in den stoet
aanwezig was, een rouwdienst gehou
den.
Aan de groeve heeft Ds. Loeff, aller
eerst eenige verzen uit Gez. 52 voorge
lezen, naar aanleiding waarvan hij een
stichtelijk woord sprak en namens de
oude vrienden een woord van diepen
weemoed uitte.
De volgende spreker was Ds. J. W.
Noteboom uit Aagtekerke, die herdacht
hetgeen de Gemeente aan Mievrouw
Blum verloren heeft. Spr. bracht haar
naar voren als lidmate, die in haar een
voudigheid steeds met de Gemeente
meeleefde. Zij voelde zich nimmer te
hoog om met de meest eenvoudige men'
schen om te gaan en haar leven lang
heeft zij voor de Gemeente gezorgd. Zij
was een voorbeeld van een Christin
door haar kinderlijken eenvoud en voor
de Gemeente was zij een zegen. Voorts
bracht spr. den oprechten dank over
namens de Vereeniging voor Christe
lijke Wijkverpleging, waarvan Mevrouw
Blum eerelid was en ten slotte namens
allen die haar gediend hebben in haar
leven.
Voorts sprak Ds. H. A. Wiersinga uit
Vlissingen het volgende'. De geschiede
nis der Christelijke liefdadigheid in Ne
derland, is een zeer schoone geschie-
nis. In de lange rij van namen van hen,
die zich zelf en van het hunne gegeven
hebben, gedrongen door de liefde tot
Christus en tot ellendigen en lijdenden
staan ook die van den heer en Mevrouw
Blum en deze namen zullen nog vele
jaren in de herinnering van het thans
in Zeeland levend geslacht blijven be
staan. Hun geven was daarom zoo heer
lijk, omdat het altoos was geven zon
der gerucht en zonder ophef. Omdat zij
niet allereerst gaven hun geld, maar
hun hart. Eerst daarna schonken zij ook
hun gave. Als een bijzonder teeken van
Christelijke barmhartigheidszin staat
daar te Vlissingen het Ziekenhuis
Bethesda. Zonder de familie Blum, was
er in Zeeland geen Protestantsch-
Christelijke Ziekenverpleging gekomen.
Na het verscheiden van den heer Blum
heeft zijn vrouw met heel haar hart fibt
werk voortgezet dat hen samen als een
hunner levensidealen bezielde: de Chris
telijke Ziekenverpleging in Zeeland. Al
sprak Mevrouw Blum daar niet veel
over, zij heeft dat werk voor Bethesda
altijd gezien als een werk in Gods
Koninkrijk. Zoo ook willen wij God
danken, die haar gebruikte als een mid
del, als een door Christus bezield in
strument aan Vlissingen en Christelijk
Zeeland geschonken.
De laatste spreker was Ds, Vossers,
die namens het bestuur van de Ver
eeniging „Kinderzorg" te Middelburg
dank uitsprak jegens de ontslapene voor
al hetgeen zij voor die vereeniging is ge
weest. Haar hart klopte altijd voor de
vereenzaamden. De vereeniging verliest
in haar een trouw helpster.
-Nadat Ds. Loeff het onze Vader had
uitgesproken heeft de broeder van de
overledene Dr. G. de Niet voor de be
toonde belangstelling bedankt.
Er waren veel bloemstukken o.m.
van het bestuur van Bethesda en een
palmtak van de directrice en het ver
plegend personeel.
DE KERMIS.
Een warme laatste dag.
Zaterdagmiddag was het haast te
warm om kermis te houden, doch Zater
dagavond was het wel iets afgekoeld en
de laatste vier uren der kermis, dus
van 8 tot 12 uur hebben dan ook groote
drukte op Markt en omgeving gebracht
en bij enkele clubjes zat de echte ker
mispret er goed in. Sommige der ker-
misinrichtingen en ook de café's op en
jij de Markt maakten als wij het
goed zagen goede zaken.
Toen dan ook het klokje van gehoor-
„Dank je, ik wil geen beulsknecht
f»
zijn
„Te gevaarlijk? Wallenstein zou eens
wraak kunnen nemen".
„Kapitein!" sprak de ruiter. „Dat
weet je beter, dat hadt je niet mogen
zeggen".
Er klonk een gevoelige toon in zijn
stem. Saxon legde de hand op zijn
schouder: „Vergeef mij, Von Hebei".
„Pak aan", zei deze ha,rd, reikte hem
een pistool, kruit en kogels. „Dit kan
je te pas komen. Dien kant uit en....
tot weerziens".
Hij drukte den vluchteling stevig de
land, sprong in den zadel en rende weg.
Zijn arm als laatste groet omhoog hef-
'end.
„Wie ein braver Reitersman", neurie
de de achterblijver, bekeek het handige,
moderne steenslotpistool goedkeurend
en sloop verder, steeds zooveel moge-
'ijk dekking zoekend.
Hij liep in een achterstraat pun
tige keien; in het midden een goot
angstvallig dé donkere schaduwzijde
ïoudend.
Weer klonken naderende paarde-
hoeven.
Zijn oogen zochten overal. Aan den
overkant, in een hoogen, langen muur
van kloostermoppen, ontdekte hij een
oud poortje met gothischen boog,, waar
boven een verweerd stuk beeldhouw
werk uitstak.
Hij snelde er heen, drukte zijn schou
der tegen de dikke eiken deur. Ze week.
Hij trad binnen, schoof den roestigen
grendel haastig dicht en stond in een
grooten tuin in vollen voorjaarsfeestdos.
Vol verwondering keek hij rond,
hoorde nauwelijks het geklinkklank der
voorbijhollende paarden, getroffen na
het inferno van bruut wapengeweld
door dezen vredigen, zonnigen bloemen
hof.
Op het groote, groene grasveld ston
den bloeiende vruchtboomen. Kersen,
appels pruimen, die als reusachtige
bloemruikers in zachtrood, lichtgeel,
paars en groen afstaken tegen den hel
deren, blauwen Meihemel. Bloemen hin
gen van de hooge muren in zachtkleu-
rige voorjaarstinten en het groen had
nog de teere schakeeringen van de jon
ge lente. Te midden van heesters, witte
en paarse seringen, heerlijk riekende
jasmijnen en deutzia's met volle, witte
bloemtuilen, stond een gebeeldhouwde
steenen bank.
Aan het einde van het park verhief
zich een oude, romaansche toren naast
een groot, breed gebouw een hooge
trapgevel met spitsboogvensters van
glas in lood. Het onderste gedeelte van
den ronden toren scheen geheel be
groeid met paarse clematis. De breede
gevel van het huis was in witte bloem-
wolken gehuld, die als bruidsluiers neer
hingen. Bij den toren stond in de scha
duw van een ouden, hoogen gouden
regen, die in den zonneschijn geleek op
een waterval van glanzend goud, een
fontein van antiek smeedwerk, sierlijk
gebouwd op een voetstuk van blauw
arduin.
Saxon verdiepte zich in de romanti
sche bekoring, die uitging van dit
sprookjespark. Rusten even maar
op die gebeeldhouwde bank.
Hij keek rond een heerlijke tuin
met kleurrijke bloemperken, waarboven
zaamheid sloeg, was het nog zeer druk,
maar dan kon niet voorkomen, dat toen
het 12 uur geslagen had, de politie de
sluiting van de kermis inrichtingen ge
lastte, nadat even te voren de muziek
was stop gezet, en een eigenaardige
stilte na de mooiere en minder mooie
muziek uit de verschillende tenten in
trad.
Te kwart over twaalf kon de kermis
als gesloten worden beschouwd, al wa
ren er nog enkele hardleersch en bleven
clandistien verkoopen. Dit gold vooral
ogk de verschillende palingverkoopers,
die zich op particuliere stoepen hadden
opgesteld en het is hier wel de plaats
er hen, die toestemming daartoe ver-
leenen," er eens op te wijzen, dat zij
daardoor medewerken aan het op goed-
koope wijze beconcurreeren van de
houders van palingkraampjes, die reeds
in Februari voor vrij groote bedragen
inschrijven voor een plaats op de Markt
Als wij ons oor goed te luisteren heb
ben gelegd, is in het ontwerp-nieuwe
politieverordening rekening gehouden
met het nemen van maatregelen, dat
zulk een concurrentie van hoogerhand
kan worden tegengegaan.
Precies te half een is begonnen met
het sluiten der café's en ook dit ging
vlug en zonder stoornis van eenig be
lang. Trouwens tijdens de kermis heeft
de politie slechts enkele malen kleine
schermutesingen moeten beëindigen. In
een café en ook in een particuliere wo
ning, hebben enkele glasruiten het moe
ten bekoopen.
Slechts één persoon is wegens dron
kenschap in arrest gesteld.
De brandweer had heel de week een
(brandwacht op het stadhuis geplaatst
die in den hal een slangenwagen tot
zijn beschikking ha,d, doch gelukkig
heeft de brandweer geen diensten be
hoeven te verrichten.
Natuurlijk zag de Markt en omgeving
er Zaterdagavond nu niet zoo heel
schoon uit, maar de gemeente reiniging
heeft Zondagmorgen van 6 tot 8 met
heel het personeel de binnenstad van
papieren en ander kermisvuil gezuiverd
en de stad wat dat betreft weer eer
behoorlijk aanzien gegeven.
In verschillende inrichtingen, ging
men na sluiting onmiddellijk tot afbre
ken over en gisteren waren enkele reeds
geheel verdwenen of althans zoo goed
als geheel. Nog een paar dagen en de
kermis 1933 behoort tot het verleden.
ECHTELIJKE ONEENIGHEID.
Vrijdagnacht te ongeveer 3 uur, is de
hulp der politie ingeroepen voor een
aewoner van de Winterstraat, die na
een huiselijken twist zijn vrouw met een
groot mes bedreigde, waarop zij de
vlucht nam eerst naar den zolder en
toen over het dak naar dat van de bu
ren. De politie nam den man, die bij
haar komst trachtte zich zelf van het
leven te berooven, mede naar het bu
reau. Na opgemaakt proces-verbaal is
hij weder op vrije voeten gesteld.
Ringrijderij.
Bij de Zaterdag gehouden jaarlijk-
sche Ringrijderij op den Veerschen Weg
waarbij 24 banen gereden zijn behaal
den de heer P, Vader den zilveren be
ker met een lampenkap, terwijl G. Ce-
vaal nog een koperen beker behaalde.
De le prijs behaalde D- de Visser met
8 ringen; de 2e' pr, P. Vader met 7 rin
gen; de 3e pr. P. Hubrechtse 7 ringen;
4e pr. J, Cevaal 5 ringen; 5e pr. J. de
Visser 5 ringen; de 6e pr, G. Cevaal 5
ringen; de 7e pr. A. Joosse 4 ringen; de
8e pr. J. Klompen 4 ringen; de 9e pr.
G. de Pagter 4 ringen; de 10e pr. J. Wis
se 4 ringen; lie pr. J. Hubrechtse 3 rim
vroolijk vlinders fladderden, in de verte
een pergola, omlijst door roode wilde
roosjes daarachter waarschijnlijk de
moestuin.
Vol bewondering zat hij in het zonne
licht. Zijn blik dwaalde van de eene zij
de naar de andere.
Een groote, gele brem trok zijn aan
dachtDe panache van Willem den
VeroveraarNormandië.Fran
krijk....
Zijn gedachten dwaalden a|. Vaag
herinnerde de tuin hem aan zijn jeugd,
aan zijn ouderlijk huis, dat hij had ver
laten zoo lang, zoo heel lang geleden,
daar ginds in Nederland.
Hij mijmerde verder; zijn overpeinzin
gen werden verwarder en waziger en
een lichte sluimering maakte zich mees
ter van den vermoeiden strijder.
Een betooverde tuin een betoo-
verd slot Doornroosje....
Hij vermoedde niet, dat droombeel
den somtijds verband houden met na
derende gebeurtenissen,
HOOFDSTUK III.
Een schrille, doordringende gil klonk
door de lucht en deed den sluimeraar
opschrikken. Verrast staarde hij even
om zich heen, snelde dan in de richting
van den ouden toren, waar hij meende,
dat de noodkreet klonk.
Hij zag niemand, liep langs den
mooien gouden regen naar de deur, die
tot zijn bevreemding openstond.
Zooals hij verwachtte, diende de to
ren als ingang en trap van het hoofd
gebouw. Hij trad binnen, trok zijn zwa
re ruiterlaarzen uit, waarvan de linker,
een lange, scherpe spoor droeg.
Een flauwe glimlach verscheen even
Ik heb van een heel bijzondere ge
beurtenis vernomen. Misschien lijkt ze
slechts klein en onbelangrijk, ik vind
ze groot en veelzeggend.
Luister, Dit is het sprookje:
In Rotterdam was een meneer. (Neen
dit is het sprookje niet; het gaat nog
verder). In Rotterdam was een meneer
en die was abonné van de gemeentelijke
radio-distributie en die meneer wilde
op een bepaalden middag gaarne de
uitzending uit Parijs van de Davis-
Cup-tenniswedstrijden hooren. Dat was
zéér sportief van dien meneer. Maar de
directeur van de Rotterdamsche ge
meentelijke radio-distributie was nóg
sportiever. Want toen de meneer den
directeur opbelde om te weten te ko
men wat er dien middag uitgezonden
zou.worden, vroeg deze waarnaar hij
graag zou willen luisteren, zeide de me
neer „naar Parijs" en toen zei de direc
teur: „meneer dan zullen wij vanmid
dag Parijs uitzenden."
Dit is het sprookje.
Of liever: dit is het verhaal, want het
is echt gebeurd.
En wat ik nu wilde zeggen, is dit:
Wat zou het héérlijk zijn, als alle di
recteuren van alle gemeentediensten in
alle gemeenten dezes lands zoo welwil
lend waren en hun cliëntèle zóó veel
„service" gaven als de directeur van de
Rotterdamsche radiodistributie
Stel u eens voor dat ge den directeur
van het trambedrijf opbelt en hem zegt:
„Ik zou graag vanmiddag naar Brussel
willen" en dat er dan om kwart over
twee een tram voor uw huisdeur komt
en de conducteur belt aan, tikt aan zijn
pet en zegt: „de tram voor Brussel staat
voor, mijn vorst."
Of dat ge den leider van het electrisch
bedrijf belt en 'm zegt: „mijn tante Cato
is heden jarig; tachtig jaar moet u we
ten en ze houdt zoo van blauw. Zou u
misschien haar huis een beetje blauw
willen illumineeren 't Hoeft geen neon
te zijn. Gewone lampjes is voldoende:"
Wat zou uw tante Cato blij zijn, als
die directeur net zoo'n opvatting van
zijn taak had als zijn Rotterdamsche ra
dio-collega
Zoo kon ik nóg veel meer aardige din
gen in dien goeden geest bedenken: de
commissaris van politie, die een hoofd
agent stuurt om op uw baby te passen
als u naar de bioscoop bent; de gas-
grootmogol, die de toevoer uwer buren
afsnijdt als ze wéér bot in slechte olie
gaan bakken.... ik bedoel maar: is dat
Davis Cup geval in Rotterdam een op
zich zelf staande gebeurtenis of mag ik
er een symptoom in zien dat de gemeen
schap van heur hoogste dienaren de
diensten mag gaan verwachten, die een
schoonere en roziger samenleving waar
borgen, dan de een beetje groezelige
van tot-nu-toe
Frater Modestus.
gen; 12e pr. J. Kasse 3 ringen; de 13e
pr. F. Onderdijk 3 ringen; de 14e pr. J.
Jobse 2 ringen; de 15e pr. L. Coppoolse
2 ringen.
De pollepel werd gewonnen door u*
de Visser.
Onze haven.
Men meldt uit Zeeland aan de N. R,
Crt
Nadat een wet van 12 Januari )J de
stichting van een N.V. Haven van Vlis-
op zijn gelaat, toen hij er aan dacht dat
hij, zoo doende, spoedig geen enkel
kleedingstuk meer aan zou hebben en.
dat hij zijn vervolgers een al te duide
lijk en tastbaar spoor achterliet.
Voorzichtig beklom hij de trap. hr
zweefde iets geheimzinnigs om hem
heen, iets dat hem een eigenaardige 0e-
waarwording gaf.
Hij haastte zich met meer; het Krijgs
leven had hem veel geleerd.
Van de zerken trap betrad hij voor
zichtig de eerste verdieping, maar al
les bleef angstwekkend stil alsof de
dood zijn intrede hier reeds had ge
daan. De stilte versterkte zijn wantrou
wen. .1,1
Zou men hem gezien hebben en in
een valstrik willen lokken?
Hij bevond zich in een ruim voorpor
taal met vensters van glas in lood, m
diepe nissen en van gedempte Paars"
roode kleuren. Hij opende bedaard een
breede deur. Voor hem lag een lang
gang. Het licht was hier zó'ó schemerig,
dat hij nauwelijks het einde zag.
Dan, in de verte, bespeurde hij eens
klaps een gestalte, die hem scheen op
te wachten - een forsche ridder in
zwart-stalen wapenrusting, den helm
over het hoofd getrokken, de ijzeren
hand steunend op een lang slagzwaard.
Hij keek Saxon strak aan met een
ironisch gelaat. j
„Om mijn haveloos uiterlijk meende
Hij hoorde een krassend geluid als
van een uil, greep echter zonder angst
zijn dolk en trad behoedzaam nader, e
linkerhand aan de kolf van zijn steen
slotpistool onder het gescheurde wam-
huis. (Wordt vervolgd.)