Zoo warm? Ï&'ÏÏJÏX f ™iddel «™k- L f— PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. zoo moe, zoo loom, zoo slap, zoo neem zoo'n "Akkertje" en él Uw klachlen zijn verdwenen. De Akker- Cachets kosten slechts 50 cent d&) 12 stuks en zijn alom verkrijgbaar Vergadering van Dinsdag 11 Juli des voormiddags te 10 uur. Voorzitter de Commissaris der Ko ningin. Aanwezig 41 leden. Afwezig de heer Overhoff wegens ongesteldheid of misschien het Belgische systeem van vastkoppeling der salarissen aan den index, niet ware aan te bevelen. Weer anderen meenen, dat een gelijk percen tage voor de hoogere ambtenaren niet ongunstig genoemd zou kunnen worden. Ook zouden sommigen de korting hoo- ger willen zien, in verband met de sterke daling van den levensstandaard en de zeer belangrijke daling der loo- nen en salarissen in het vrije bedrijf. Er I wordt ook nog door een lid de vraag gesteld of men niet beter zou doen te een punt van onderzoek uitmaakt om de prijzen voor extra-booten te herzien, waarop Ged. Staten mededeelden, dat dit onderzoek betreft de prijzen, te berekenen voor de beschikbaarstelling van booten ten behoeve van groote ge zelschappen. In een andere afdeeling vraagt een lid of de laatste alinea van het voor- Verder wijzen Ged. Staten er op, dat de 56 cent per bunder niet verschuldigd zou zijn, indien het nieuwe uitwaterings kanaal niet voldoende mocht blijken te zijn. Daargelaten, dat de betrokken polders, door het regelmatig storten der bijdragen in feite steeds te kennen hebben gegeven, dat de ontheffings- grond h.i. niet bestond, dient men een| stel alleen duidt op een herziening van dergelijke overeenkomst toch. te be- Ingekomen waren sl^d 0?_d.e.!!„b£ha?fel??_ 1^chtën Vhetgëen binnenkör" door del verder een verzoek van „De Noord-Be- velandsche brug" te Kortgene om ver betering van den veerdienst tusschen Wolphaartsdijk en Kortgene. Dit adres wordt in handen gesteld van Ged. Staten om advies. Ten slotte het verslag der provincie over 1932. Wijziging jaarweddeverordening. Rijksregeering zal worden voorgesteld. Ged. Staten antwoordden in alle al- deelingen, dat de degressieve vorm moet gekozen worden omdat een onbillijkheid in (de salarisverhouding tusschen hoo gere en lagere salarissen was geslopen, welke hierin bestaat, dat de lafgere ambtenaren procentsgewijze aanmerke lijk meer zijn verhoogd dan de hoogere, hetgeen moge blijken uit een bij de prijzen voor extra booten of ook op een herziening van de steigerrechten voor de met die booten vervoerde pas sagiers. Het antwoordt luidde, dat on derzoek zich over beide punten zal uitstrekken. Een ander lid vraagt of het ook mogelijk is of wordt om op Zonda gen booten te huren van de provincie, waarop het antwoord is, dat zulks tot heden niet het geval is. Oprichting waterschap Hulster en Axeler-Ambacht. Over het ook buiten den kring der zien in het licht der omstandigheden, I waaronder zij werd gesloten. Thans bijna 100 jaar later, zijn die omstandig heden grondig veranderd. De klachten over den onvoldoenden afwateringstoestand vinden niet aller eerst hun oorzaak in den onvoldoenden toestand der waterleiding, doch zijn ge legen in: a. de zwaardere eischen van den landbouw, die tegenwoordig diepere ontwatering wenscht dan vroeger; b. de vermindering van de waterber- Ged. Staten stelden voor de jaarwed-1 rapport gevoegde'lijst; dit alles "terwiU Staten reeds veel'besproken "'voorstel I 5?'°?fdat ve.eI slooten in de polders I lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat, de van den assistent bij de Provinciale fa&f het1L'JÜLc-G-x-—1~. I zim dichtgemaakt en a1•- juist het werk der hoogere ambtenaren Pieters te bepalen op|in die periode van 1914 tot 1928 zool Bibliotheek H 2400. In een der afdeelingen gaf het voor stel geen aanleiding tot besprekingen. In een andere afdeeling brengen 2 leden hulde voor het indienen van dit voor enorm is toegenomen, meer dan bij de lag,ere ambtenaren het geval is. In een afdeeling deelen Ged. Staten mede, dat de bezuiniging zooals voor- - - - gesteld, ongeveer 15000 zal opbren- afdeelingen gaven leden te kennen, dat stel, doch een lid begrijpt niet, dat men geri) wat toch ook een verlichting mag het beter ware geweest het voorstel tot hier verhooging voorstelt en in een vol- genoemd voor de Provincie ten opzich- oprichting niet te koppelen aan een allen verlaging. Van te van zoo vele andere olan van uivoerinö ™nals boliekanmd tot oprichting van het waterschap Hul ster- en Axeler-Ambacht, is een zeer uitvoerig afdeelingsverslag met uitvoe rig antwoord van Ged- Staten versche nen en moeten wij ons tot een korte samenvoeging daarvan beperken. In alle van ver gend voorstel voor allen verlaging. Van te van zoo vele andere bemoeiingen, de zijde van Ged. Staten komt de op- zooals sociale voorzorg, verkeerswegen, merking, dat de assistent steeds onbil- subsidieeren ten behoeve van land- en lijk behandeld is. Natuurlijk zal zijn sa- tuinbouw enz. Deze regeling geldt niet laris ook voor eventueele tijdelijke kor- voor de ambtenaren van het semiover- ting in aanmerking komen. In de derde afdeeling ondervindt het voorstel van verschillende zijden bestrijding. Enkele leden vonden goed om de 500 toelage bij het traktement te voegen, maar be grijpen niet, dat men thans nog verder wilt gaan. Deze en ook andere leden wijzen er op, dat de bibliothecaris, die wetenschappelijk onderlegd is 1600 tot 2000 verdient en de assistent of helper tot 'een maximum van 3000. Een ander lid begrijpt, dat Ged. Staten heidsbedrijf, de P.Z.E.M., zooals is ge vraagd, maar wel is er sprake van om ook dit onder het oog te zien. Deze korting geldt alleen het reeds in dienst zijnde personeel; voor even tueel nieuw aan te stellen personeel zal een nieuwe salarisschaal worden opge steld. Op de huishuurtoeslagen zal een zelfde korting worden toegepast als op de salarissen. Dat de Commissie van overleg unaniem de voorstellen afwees, heeft Ged. Staten teleurgesteld. Men J: i een vroegeren fout willen herste len, dient ook daar het algemeen belang m maar er zal boven den assistent toch het oog te houden en zich niet uitsluri altijd iemand moeten staan met acade- tend door eigen belang te laten leiden mische vorming en hij meent, dat er te- Te meer waar deze verlagingstendenz in gen een tractements verhooging met de vnje bedrijven niet door de over- meer dan 500 nog al wat valt te zeg- heid mag worden gestremd. Voor her- gen. jt ner De leden van Ged. Staten voeren hiertegen aan, dat het allereerst de be doeling is geweest, officieel vast te leg- w QWWX lid" stel der maatschappij is het noodig te rug te keeren naar de eenvoudige leef wijze van voor 1914. De ambtenaren bij de provincie moeten niet blijven i. 11 ksxxj V C-il den meerdere salarieering met 500 I sterk bevoorrechte groep. Meer korten die tot dusverre steeds als toelage werd dan is voorgesteld, wenschen Ged. Sta- r-"-'ten niet; niets korten achten zij foutief. Het Belgische stelsel acht een lid van Ged. Staten zoo min origineel als doel treffend. De voorstellen van Ged. Sta ten zijn een compromis tusschen de uitstersten. Na genoten. Een definitieve regeling van de positie van den assistent bleef tot nu toe achterwege, omdat een voorgeno men algemeene herziening van alle jaarwedden in de pen bleef. Daarom lag het voor de hand de wedde van den assistent, die immers ook naar het oor- de verdediging van de voorstel- vuurstei" n ci n^unliinPTide was, len verklaren de Statenleden in alle af deel der Prov. Staten ^oldoenüe w hunne stand ten te thans nader mcidentiee tei regeUm ter^ijj in één afdeeling een geen voor den assistent ook van een economische beschouwing is met kt oog op z.)» pensioen Jron «tf T"\ 1. ter Prov. griffie. De bibliothecaris heeft in deze functie een bijbaantje, het werk van den assistent vordert den geheel en man. Ged. Staten geven echter toe, dat in deze verhouding iets ongezonds zit en dat in de toekomst de vraag onder het oog zal moeten worden gezien, of hierin geen wijziging zal moeten komen. ring, voor de zieke maatschappij. Hij (oordeelt dat algemeene versobering en verarming van het maat schappelijk leven beteekent en is daar om tegen de voorstellen, welke nood zakelijk de bevordering dier versobering ten doel hebben. Ook noemde men de door Ged. Sta- ,1 - i Een lid vindt het voorgestelde salaris ten overgelegde cijfers omtrent de pro voor den assistent te hoog en een ander centsgewijze verhooging: een onjuist w UiXJUJLSl lid is het niet eens met Ged. Staten om- beeld van den toestand, omdat men, trent de hooge waarde van diens werk, bij het groote verschil in salarieering in een derde lid vult de mededeeling van 1914, welke in hel nadeel was der la- Ged. Staten aan met de opmerking, dat gere ambtenaren, wel verplicht is ge- het assistentenwerk in hoofdzaak be- weest deze met grootere percentages staat tot compileeren en catalogiseeren. omhoog te voeren. De feitelijke ver- Ged. Staten handhaven hun voorstel, hoogingen zijn echter ook altijd nog in De Staten vereenigen zich z.h.s. met b®*__™ord?el der hoogere ambtenaren het voorstel. Tij'delijke korting op wedden en loonen. de geweest. Hierop antwoorden Ged. Sta ten dat de lagere salarissen van voor 1914 ook reeds in overeenstemming wa ren met de toen geldende loonen in het Ged. Staten stelden voor een tijdelijke vrije bedrijf. De bezwaren welke in het korting voor den tijd van 3 jaar toe te midden zijn gebracht omtrent den 3- passen op de jaarwedden van de vaste jarigen termijn der korting, achten zij ambtenaren en wel op een jaarwedde niet gegrond. Mochten er door nieuwe van 2500 of minder 6 pet.: op een van omstandigheden nieuwe maatregelen meer dan 2500 doch niet meer dan noodig zijn dan zullen die zeker worden 4000 6 pet. van 2500 en 4 pet. van iet meerdere en voor hoogere wedden 6 pet. van 2500; 4 pet. van 1500 en 2 pet. van het meerdere. In de afdeelingen brachten zeer vele 0— leden bezwaren naar voren in zake het steeds op te voren reeds degressieve karakter der korting; eeni- ver genomen In hun antwoord op het algemeen slag, zeggen Ged. Staten geenszins aan leiding te vinden om wijziging in hun voorstel te brengen. Veeleer zijn zij nog steeds op te voren reeds aangevoerde gronden er van overtuigd, dat aldus in konden - Een verlaging passing van eenig ander systeem. Zij zeer velen noodza t stand der handhaven mitsdien hun voorstel. Voor wel met den finandeelen toestand der echter< dat bij de c rSnveerideTdeenmkvensstandaard en behandeling mocht blijken, dat 1 1 - 1 de loonen in het vrije bedrijf. j i_" uai inder daad bij de meerderheid der Prov. Sla- Eenige leden waren daarentegen niet }en overwegende 'bezwaren tegen het voor de verlaging der salarissen, omdat ingediende voorstel bestaan, "meenen zij meenden, dat deze in Zeeland niet Ged. Staten goed te doen, reeds thans te hoog zijn, hetgeen bij de behandeling mede te deelen, dat een voorstel lot het der begrooting nog door Ged. Staten loepassen van een uniforme korting zelf was erkend. En waar ook de ver- 5 pet. bij hen instemming zon L-,„ laging niet geboden is door den finan- cieelen nood der provincie, zooals Ged. Staten zelf zeggen, achten zij een ver laging van den levensstandaard een niet voldoend motief om tot salarisverlaging voor de mode, over te gaan. Verschillende leden, verdeeld over de verschillende afdeelingen, bespraken onderdeelen van het voorstel, zoowel als andere mogelijkheden. De één wil I progressie, welke vele voorstanders der korting wenschen, zóó en de andere weer op andere manier doorvoeren. Ook vraagt een lid, die eerst een regeling voorstelt als volgt: 1500 3 pet., 2000 4 pet., 2500 5 pet. enz.. vinden. o van nstemmmg zou kunnen Verlaging steiger rechten voor gezelschappen. Naar aanleiding van het voorstel van Ged. Staten tot verwerping van het amendement van den heer Hamelink in zake de wijziging van de verordening op de heffing en invordering van rech ten voor het gebruik van de steigers en wel om te lezen „voor gezelschappen van ten minste 150 personen wordt de helft van dit tarief geheven", kwamen in een afdeeling geen bezwaren naar voren, in een afdeeling vroeg men wat bedoeld wordt met de zinsnede, dat het plan van uivoering zooals belichaamd in het rapport van het ingenieursbu- reaau van Hasselt en de Koning. Aller lei bijkomstige omstandigheden maken een beslissing thans moeilijk. Zoo vraagt men in iedere afdeeling welke verplich tingen het Rijk heeft en in hoeverre deze verplichtingen zijn nagekomen. Als dit niet behoorlijk is geweest, meende men in twee afdeelingen, dat juist het waterschap een krachtig wa pen zou zijn om het rijk in gebreke te stellen. Wijzende op de bezwaren voor vele der polders, vreezen leden, dat de algemeene vergadering van het te vor men waterschap voor voldongen feiten zal komen te staan. Men heeft ook be zwaar nu de polders nieuwe lasten op te leggen en meent, dat het Rijk hier zeer zeker het leeuwenaandeel van de kosten op zich behoort te nemen. In een afdeeling acht men het tijdelijk be vloeien der gronden wel eens nuttig. Naar voren komt het bijeenroepen van een groote vergadering van alle be langhebbenden en leden van de Sta ten. Velen erkennen, dat hier een werk verruiming op groote schaal het gevolg kan zijn, maar zij vragen of men daarom alleen de landbouwers thans voor nieu we lasten mag plaatsen. Verder vraagt men of de kleine polders niet door de grootere kunnen worden overheerscht. Ook vraagt men of de secundaire lei dingen, die sueeren op de Rijkswater leiding ook in onderhoud zijn bij het Rijk. Nadat ook over de afzonderlijke ar tikelen eenige opmerkingen waren ge maakt. deelt, het algemeen verslag me de, dat in geen der afdeelingen over het voorstel van Ged. Staten is ge stemd- Ditmaal laten wij in de afdeelingen vanwege Ged. Staten gegeven ant woorden achterwege, maar uit hun ant woord op het algemeen verslag nemen wij over: Ged. Staten hebben met genoegen uit het verhandelde opgemaakt, dat men in het algemeen gunstig gestemd was voor de oprichting van een afwaterings waterschap. Ged. Staten zijn het niet eens met de opvatting, dat hier het rijk de kosten moet dragen en niet althans ten deele de belanghebbenden. De Oostelijke Rijkswaterleiding, waar het hier omgaat, is door het Rijk aan gelegd ingevolge het tractaat met Bel gië van 5 November 1842, Tot voor dien loosden de betrokken polders op het kanaal van Gent naar Neuzen, de tegenstrijdige belangen van de scheep vaart, die een hoogen waterstand vor derde en van de polders, die voor een behoorlijke waterloozing behoefte had den aan een lagen waterstand, leidden tot genoemd tractaat, ingevolge waar van de Nederlandsche regeering op zich nam, de noodige werken te maken en te onderhouden om in de gewijzigde afwatering te voorzien. Als gevolg hier van is op 15 October 1844 met de 55, bij de afwatering betrokken polders 'n overeenkomst gesloten, waarbij o.a. be paald is, dat die polders per jaar 56 ct. per bunder zullen bijdragen, De ver plichtingen, die uit deze overeenkom sten -voortvloeiden is het Rijk steeds ten volle nagekomen. In 1911 antwoordde de minister van Waterstaat op een adres der betrok ken polderbesturen, dat van Rijkswege geheel onverplicht reeds in het bijzon der in de jaren 1883 tot en met 1886 en 1897, belangrijke verbeteringen waren aangebracht aan de Waterleiding, zoo dat daaraan weinig te verbeteren over bleef, dat evenwel zou worden overwo gen of alsnog later zou kunnen worden overgegaan tot het nog verder verbe teren van eenige daartoe vatbare dee len der genoemde leiding. Hiervan is het gevolg geweest het maken van een vierden koker in den Oostbeer te Neuzen in 1915- Van 1882- 1909, ontving het rijk van de polders 247.104 en besteedde over diezelfde periode aan het ondrhoud en de ver betering der werken van het afwate ringskanaal 327.720. Ook het Comité tot verbetering der afwatering erken de in 1923, dat het Rijk volledig en ruimschoots aan zijn onderhoudsplichten voldoet. -r 1 zijn dichtgemaakt en vervangen draineerbuizen; c. de omstandigheid, dat de lage gras landen in bouwlanden zijn omgezet; d- den onvoldoenden toestand kunstwerken en leidingen in de schillende polders. Wat het laatste punt betreft, zou zelfs de vraag gesteld kunnen worden, of niet, veel eer dan het rijk, de polders in gebreke zijn, die immers bij de over eenkomst van 1844 zich verbonden heb ben, door de uitwatering elkander on derling geen last of moeite te veroor zaken. Het gaat hier voornamelijk om op te treden tegen den wateroverlast in voor- en najaar en dit is iets anders dan de bevloeiing die wellicht in sommige ge vallen wenschelijk kan zijn. Suatiegeld als zoodanig betaalt Bel gië niet, het betaalde 25.000 per jaar zoolang de werken nog niet gereed wa ren en daarna 50.000, dit bedrag is bij nadere tractaten, in verband met de verbetering van de werken van het ka naal van Neuzen een en ander maal verhoogd, en bedraagt thans 94.500, doch uit den aard der zaak heeft deze verhooging niets met de waterleidingen te maken. Wil men kunnen rekenen op een bij drage in de kosten geraamd op 480.000 van het Rijk en wel 28 pCt. tot een maximum van 133.000, dan dient allereerst tot oplichting van een waterschap te worden overgegaan, aan gezien bij den Minister overwegende bedenkingen bestaan tegen een rege ling, waarbij achteraf, nadat de werken zijn voltooid, tot oprichting waterschap wordt besloten. Naar aanleiding van opmerkingen bij de artikelen, merken Ged. Staten o.a- nog op, dat voldoende waarborgen zijn geschapen door het waterstaats- en pol derrecht in het algemeen en door de bepalingen van de Waterstaatswet van 1900 tegen overheersching van de klei ne door de groote polders of omge keerd. Ten slotte dringen zij nog eens met klem op aanneming van hun voorstel aan. Zij vertrouwen minder juiste zienswijzen, zoowel ten aanzien van de positie en de verplichtingen van het Rijk als ten aanzien van het nut van het op te richten waterschap voldoende te hebben weerlegd en meenen de ver wachting te mogen uitspreken, dat de Staten bij de door hen te nemen be slising er blijk van zullen geven over de moeilijkheden van het heden, heen te kunnen zien naar de gunstiger toe standen, die zich in een wellicht nabije toekomst als gevolg van hunne beslissing zullen kunnen ontwikkelen. Stichting Zeeweringsionds. Ged. Staten stelden voor een zeewe ringsfonds te stichten, waarin gestort zullen worden gelden, die mochten over blijven van het bedrag, dat jaarlijks voor tegemoetkoming aan calamiteuze pol ders wordt uitgetrokken en zulks tot een maximum van 200.000. Slechts in een afdeeling vroeg een lid of aanneming van dit voorstel in de toe komst niet kan leiden tot moeilijkheden. Telkens toch komt het voor, dat bedra gen, waarover op eenigen post niet is beschikt, bestemd worden voor over schrijving op posten, waarvan de raming wordt overschreden. Uit den post „Te gemoetkoming aan calamiteuze polders" zal zoodanige overschrijving dan niet meer kunnen geschieden. Van wege Ged. Staten wordt opge merkt, dat in de laatste jaren de des betreffende begrootingspost zeer hoog was. Indien geen bijzondere calamitei ten voorvallen zal in volgende jaren waarschijnlijk met een aanzienlijk lager bedrag kunnen worden volstaan. Het voorstel beoogt nu om in geval van bij zondere calamiteiten de te vormen re serve aan te spreken. Bedragen, welke op den buitengewonen dienst zijn gere serveerd, worden dan weer op den ge wonen dienst overgeschreven. De sa menstelling van de jaarlijksche begroo ting wordt op deze wijze vereenvoudigd. Subsidie N,V, Waterleiding Mij. Tholen. Ged. Staten stelden voor het verzoek van de N.V. Waterleidingmaatschappij Tholen financieelen steun af te wijzen. In een afdeeling zeide een lid zich met het voorstel en de motieven daar toe te kunnen vereenigingen. In een an dere afdeeling meent een lid, dat het voorstel door belanghebbenden niet met waardeering zal vernomen zijn, hij geeft Ged. Staten in overweging een onderzoek in te stellen naar het beheer door zoo'n hoofdpijn, zoo'n. (Ingez. Med.) der financiën, waarbij aangedrongen zal moeten worden op verandering in het personeel. Dit lid is voor het verleenen van subsidie. Een ander lid vindt alles zins reden om het verzoek af te wijzen weer een ander meent, dat de financi- eele toestand veel verbeterd is, zoo zelfs, dat er winst wordt gemaakt. Van wege Ged. Staten wordt gezegd, dat er een gedeleleerde is. De verlaging van den rentevoet heeft den financieelen toestand verbeterd. Mocht die toestand in 1936 minder gunstig zijn, dan heeft het Rijk steun in uitzicht gesteld. In de derde afdeeling zeide een lid, dat de maatschappij met zware moeilijkheden heeft te kampen. Bijna alle aansluitbare perceelen zijn aangesloten. Uitbreiding van waterafname is niet meer mogelijk. De maatschappij is in een duren tijd op gericht en de tarieven zijn hoog. De maatschappij is nu tot 1936 gered, en spr. vertrouwt dat Ged. Staten een open oog zullen hebben voor de belan gen van dit dure bedrijf. Subsidie E. K. werk in Zeeuwsch-Vlaanderen, Ged. Staten stelden voor het verzoek, van den heer F. J. Freeken te Breda om 300 subsidie per jaar voor het E. K. huis te Hulst af te wijzen. In een af deeling kon men zich algemeen met dit voorstel vereenigen, in een andere af deeling vroeg een lid of het afwijzend advies gegrond is op de ingevoerde ver mindering der bestaande subsidiën, dit lid hoopt, dat als de Provinciale finan ciën zulks in de toekomst toelaten, aan deze nuttige instelling subsidie zal wor den verleend. In de derde afdeeling wa ren enkele leden van meening, dat het werk van deze instelling nuttig is. Gelet echter op de door Ged. Staten aangevoerde motieven, konden zij zich met het voorstel vereeniggen. Subsidie restauratie toren te Hulst. Ged. Staten stellen voor inplaats van ten hoogste 1500, ten hoogste 2200 toe te kennen in de kosten van de restauratie van den kerktoeren te Hulst. In twee afdeelingen vroeg een lid of deze verhooging van subsidie te bestrij den in uit den desbetreffenden begroo tingspost, waarop vanwege Ged. Sta ten een bevestigend antwoord volgde. Vaststelling brugtarief Tholen. Het voorstel tot verlaging van het brugtarief is in alle afdeelingen door le den met tevredenheid vernomen, doch algemeen betreurde men het, dat de verlaging nog niet verder kan gaan of geheele opheffing mogelijk is en uitten enkele leden hunne teleurstelling, dat de andere gemeenten op het eiland niet bereid zijn gevonden tot het geven van de gevraagde bijdrage ad 0.25. Enkele leden hadden opmerkingen ten aanzien van bepaalde punten. Een lid vroeg hoe en op welke wijze de brug gefinancieerd wordt. Om er over te loopen betaalt men 10 cent, gaat men met de tram 0.12%; scholieren betalen 25 per dag of 0.02% per keer te veel. Dit lid acht het niet oorbaar dat burgemeester en raadsleden gratis over die brug kunnen gaan. Er zijn personen, die voor vracht auto's 1000 per jaar betalen. Men had wellicht beter een bijdrage uit het Rijks wegenfonds kunnen vragen. Kan de pro- vincie niet een renteloos voorschot ver- strekken. Verlaging der tarieven is ge zien de uitkomsten mogelijk en spr- vraagt wat er in de kas der gemeente Tholen wordt gestort; 't zou toch moge lijk zijn, dat er voor stratenaanleg enz. uitgaven uit 't Brugfonds zijn gedaan. In een der afdeelingen dringen sommige le den er op aan, te trachten, de brug op het Rijksw*egenplan geplaatst te krij gen, teneinde zoodoende te geraken tot afschaffing van het bruggeld, hetgeen n eisch des tijds is. Een lid wil alvast op Zondag het bruggeld afschaffen. Dit zou gecompenseerd moeten worden door bij dragen van de betrokken gemeenten en de beide provincies. Hij zou gaarne be cijferd zien, wat de niet heffing op Zon dag zou kosten, ook zou hij gaarne ee« overzicht hebben van de exploitatie van de brug. Een lid vindt de verlaagde ta rieven nog te hoog en wil abonnenaen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 6