Zoo warm?
Ï&'ÏÏJÏX f ™iddel «™k-
L
f—
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
zoo moe, zoo loom, zoo slap, zoo
neem zoo'n "Akkertje" en él Uw
klachlen zijn verdwenen. De Akker-
Cachets kosten slechts 50 cent d&)
12 stuks en zijn alom verkrijgbaar
Vergadering van Dinsdag 11 Juli des
voormiddags te 10 uur.
Voorzitter de Commissaris der Ko
ningin.
Aanwezig 41 leden.
Afwezig de heer Overhoff wegens
ongesteldheid
of misschien het Belgische systeem van
vastkoppeling der salarissen aan den
index, niet ware aan te bevelen. Weer
anderen meenen, dat een gelijk percen
tage voor de hoogere ambtenaren niet
ongunstig genoemd zou kunnen worden.
Ook zouden sommigen de korting hoo-
ger willen zien, in verband met de
sterke daling van den levensstandaard
en de zeer belangrijke daling der loo-
nen en salarissen in het vrije bedrijf. Er
I wordt ook nog door een lid de vraag
gesteld of men niet beter zou doen te
een punt van onderzoek uitmaakt om de
prijzen voor extra-booten te herzien,
waarop Ged. Staten mededeelden, dat
dit onderzoek betreft de prijzen, te
berekenen voor de beschikbaarstelling
van booten ten behoeve van groote ge
zelschappen.
In een andere afdeeling vraagt een
lid of de laatste alinea van het voor-
Verder wijzen Ged. Staten er op, dat
de 56 cent per bunder niet verschuldigd
zou zijn, indien het nieuwe uitwaterings
kanaal niet voldoende mocht blijken te
zijn. Daargelaten, dat de betrokken
polders, door het regelmatig storten
der bijdragen in feite steeds te kennen
hebben gegeven, dat de ontheffings-
grond h.i. niet bestond, dient men een|
stel alleen duidt op een herziening van dergelijke overeenkomst toch. te be-
Ingekomen waren
sl^d 0?_d.e.!!„b£ha?fel??_ 1^chtën Vhetgëen binnenkör" door del
verder een verzoek van „De Noord-Be-
velandsche brug" te Kortgene om ver
betering van den veerdienst tusschen
Wolphaartsdijk en Kortgene.
Dit adres wordt in handen gesteld van
Ged. Staten om advies.
Ten slotte het verslag der provincie
over 1932.
Wijziging jaarweddeverordening.
Rijksregeering zal worden voorgesteld.
Ged. Staten antwoordden in alle al-
deelingen, dat de degressieve vorm moet
gekozen worden omdat een onbillijkheid
in (de salarisverhouding tusschen hoo
gere en lagere salarissen was geslopen,
welke hierin bestaat, dat de lafgere
ambtenaren procentsgewijze aanmerke
lijk meer zijn verhoogd dan de hoogere,
hetgeen moge blijken uit een bij
de prijzen voor extra booten of ook op
een herziening van de steigerrechten
voor de met die booten vervoerde pas
sagiers. Het antwoordt luidde, dat on
derzoek zich over beide punten zal
uitstrekken. Een ander lid vraagt of het
ook mogelijk is of wordt om op Zonda
gen booten te huren van de provincie,
waarop het antwoord is, dat zulks tot
heden niet het geval is.
Oprichting waterschap Hulster
en Axeler-Ambacht.
Over het ook buiten den kring der
zien in het licht der omstandigheden, I
waaronder zij werd gesloten. Thans
bijna 100 jaar later, zijn die omstandig
heden grondig veranderd.
De klachten over den onvoldoenden
afwateringstoestand vinden niet aller
eerst hun oorzaak in den onvoldoenden
toestand der waterleiding, doch zijn ge
legen in:
a. de zwaardere eischen van den
landbouw, die tegenwoordig diepere
ontwatering wenscht dan vroeger;
b. de vermindering van de waterber-
Ged. Staten stelden voor de jaarwed-1 rapport gevoegde'lijst; dit alles "terwiU Staten reeds veel'besproken "'voorstel I 5?'°?fdat ve.eI slooten in de polders I lusteloos, zoo nerveus, zoo afgemat,
de van den assistent bij de Provinciale fa&f het1L'JÜLc-G-x-—1~. I zim dichtgemaakt en a1•-
juist het werk der hoogere ambtenaren
Pieters te bepalen op|in die periode van 1914 tot 1928 zool
Bibliotheek H
2400.
In een der afdeelingen gaf het voor
stel geen aanleiding tot besprekingen.
In een andere afdeeling brengen 2 leden
hulde voor het indienen van dit voor
enorm is toegenomen, meer dan bij de
lag,ere ambtenaren het geval is.
In een afdeeling deelen Ged. Staten
mede, dat de bezuiniging zooals voor- - - -
gesteld, ongeveer 15000 zal opbren- afdeelingen gaven leden te kennen, dat
stel, doch een lid begrijpt niet, dat men geri) wat toch ook een verlichting mag het beter ware geweest het voorstel tot
hier verhooging voorstelt en in een vol- genoemd voor de Provincie ten opzich- oprichting niet te koppelen aan een
allen verlaging. Van te van zoo vele andere olan van uivoerinö ™nals boliekanmd
tot oprichting van het waterschap Hul
ster- en Axeler-Ambacht, is een zeer
uitvoerig afdeelingsverslag met uitvoe
rig antwoord van Ged- Staten versche
nen en moeten wij ons tot een korte
samenvoeging daarvan beperken. In alle
van
ver
gend voorstel voor allen verlaging. Van te van zoo vele andere bemoeiingen,
de zijde van Ged. Staten komt de op- zooals sociale voorzorg, verkeerswegen,
merking, dat de assistent steeds onbil- subsidieeren ten behoeve van land- en
lijk behandeld is. Natuurlijk zal zijn sa- tuinbouw enz. Deze regeling geldt niet
laris ook voor eventueele tijdelijke kor- voor de ambtenaren van het semiover-
ting in aanmerking komen. In de derde
afdeeling ondervindt het voorstel van
verschillende zijden bestrijding. Enkele
leden vonden goed om de 500 toelage
bij het traktement te voegen, maar be
grijpen niet, dat men thans nog verder
wilt gaan. Deze en ook andere leden
wijzen er op, dat de bibliothecaris, die
wetenschappelijk onderlegd is 1600
tot 2000 verdient en de assistent of
helper tot 'een maximum van 3000.
Een ander lid begrijpt, dat Ged. Staten
heidsbedrijf, de P.Z.E.M., zooals is ge
vraagd, maar wel is er sprake van om
ook dit onder het oog te zien.
Deze korting geldt alleen het reeds
in dienst zijnde personeel; voor even
tueel nieuw aan te stellen personeel zal
een nieuwe salarisschaal worden opge
steld. Op de huishuurtoeslagen zal een
zelfde korting worden toegepast als op
de salarissen. Dat de Commissie van
overleg unaniem de voorstellen afwees,
heeft Ged. Staten teleurgesteld. Men
J: i
een vroegeren fout willen herste len, dient ook daar het algemeen belang m
maar er zal boven den assistent toch het oog te houden en zich niet uitsluri
altijd iemand moeten staan met acade- tend door eigen belang te laten leiden
mische vorming en hij meent, dat er te- Te meer waar deze verlagingstendenz in
gen een tractements verhooging met de vnje bedrijven niet door de over-
meer dan 500 nog al wat valt te zeg- heid mag worden gestremd. Voor her-
gen. jt ner
De leden van Ged. Staten voeren
hiertegen aan, dat het allereerst de be
doeling is geweest, officieel vast te leg-
w QWWX lid"
stel der maatschappij is het noodig te
rug te keeren naar de eenvoudige leef
wijze van voor 1914. De ambtenaren bij
de provincie moeten niet blijven
i. 11
ksxxj V C-il
den meerdere salarieering met 500 I sterk bevoorrechte groep. Meer korten
die tot dusverre steeds als toelage werd dan is voorgesteld, wenschen Ged. Sta-
r-"-'ten niet; niets korten achten zij foutief.
Het Belgische stelsel acht een lid van
Ged. Staten zoo min origineel als doel
treffend. De voorstellen van Ged. Sta
ten zijn een compromis tusschen de
uitstersten.
Na
genoten. Een definitieve regeling van de
positie van den assistent bleef tot nu
toe achterwege, omdat een voorgeno
men algemeene herziening van alle
jaarwedden in de pen bleef. Daarom lag
het voor de hand de wedde van den
assistent, die immers ook naar het oor-
de verdediging van de voorstel-
vuurstei"
n ci n^unliinPTide was, len verklaren de Statenleden in alle af
deel der Prov. Staten ^oldoenüe w hunne stand ten te
thans nader mcidentiee tei regeUm ter^ijj in één afdeeling een
geen voor den assistent ook van
een economische beschouwing
is met kt oog op z.)» pensioen Jron
«tf T"\ 1.
ter Prov. griffie. De bibliothecaris heeft
in deze functie een bijbaantje, het werk
van den assistent vordert den geheel en
man. Ged. Staten geven echter toe, dat
in deze verhouding iets ongezonds zit
en dat in de toekomst de vraag onder
het oog zal moeten worden gezien, of
hierin geen wijziging zal moeten komen.
ring, voor de zieke maatschappij. Hij
(oordeelt dat algemeene versobering
en verarming van het maat
schappelijk leven beteekent en is daar
om tegen de voorstellen, welke nood
zakelijk de bevordering dier versobering
ten doel hebben.
Ook noemde men de door Ged. Sta-
,1 - i
Een lid vindt het voorgestelde salaris ten overgelegde cijfers omtrent de pro
voor den assistent te hoog en een ander centsgewijze verhooging: een onjuist
w UiXJUJLSl
lid is het niet eens met Ged. Staten om- beeld van den toestand, omdat men,
trent de hooge waarde van diens werk, bij het groote verschil in salarieering in
een derde lid vult de mededeeling van 1914, welke in hel nadeel was der la-
Ged. Staten aan met de opmerking, dat gere ambtenaren, wel verplicht is ge-
het assistentenwerk in hoofdzaak be- weest deze met grootere percentages
staat tot compileeren en catalogiseeren. omhoog te voeren. De feitelijke ver-
Ged. Staten handhaven hun voorstel, hoogingen zijn echter ook altijd nog in
De Staten vereenigen zich z.h.s. met b®*__™ord?el der hoogere ambtenaren
het voorstel.
Tij'delijke korting op
wedden en loonen.
de
geweest. Hierop antwoorden Ged. Sta
ten dat de lagere salarissen van voor
1914 ook reeds in overeenstemming wa
ren met de toen geldende loonen in het
Ged. Staten stelden voor een tijdelijke vrije bedrijf. De bezwaren welke in het
korting voor den tijd van 3 jaar toe te midden zijn gebracht omtrent den 3-
passen op de jaarwedden van de vaste jarigen termijn der korting, achten zij
ambtenaren en wel op een jaarwedde niet gegrond. Mochten er door nieuwe
van 2500 of minder 6 pet.: op een van omstandigheden nieuwe maatregelen
meer dan 2500 doch niet meer dan noodig zijn dan zullen die zeker worden
4000 6 pet. van 2500 en 4 pet. van
iet meerdere en voor hoogere wedden
6 pet. van 2500; 4 pet. van 1500 en
2 pet. van het meerdere.
In de afdeelingen brachten zeer vele 0—
leden bezwaren naar voren in zake het steeds op te voren reeds
degressieve karakter der korting; eeni-
ver
genomen
In hun antwoord op het algemeen
slag, zeggen Ged. Staten geenszins aan
leiding te vinden om wijziging in hun
voorstel te brengen. Veeleer zijn zij nog
steeds op te voren reeds aangevoerde
gronden er van overtuigd, dat aldus in
konden -
Een verlaging passing van eenig ander systeem. Zij
zeer velen noodza t stand der handhaven mitsdien hun voorstel. Voor
wel met den finandeelen toestand der echter< dat bij de c
rSnveerideTdeenmkvensstandaard en behandeling mocht blijken, dat
1 1 - 1
de loonen in het vrije bedrijf.
j i_" uai inder
daad bij de meerderheid der Prov. Sla-
Eenige leden waren daarentegen niet }en overwegende 'bezwaren tegen het
voor de verlaging der salarissen, omdat ingediende voorstel bestaan, "meenen
zij meenden, dat deze in Zeeland niet Ged. Staten goed te doen, reeds thans
te hoog zijn, hetgeen bij de behandeling mede te deelen, dat een voorstel lot het
der begrooting nog door Ged. Staten loepassen van een uniforme korting
zelf was erkend. En waar ook de ver- 5 pet. bij hen instemming zon L-,„
laging niet geboden is door den finan-
cieelen nood der provincie, zooals Ged.
Staten zelf zeggen, achten zij een ver
laging van den levensstandaard een niet
voldoend motief om tot salarisverlaging
voor de mode, over te gaan.
Verschillende leden, verdeeld over de
verschillende afdeelingen, bespraken
onderdeelen van het voorstel, zoowel
als andere mogelijkheden. De één wil I
progressie, welke vele voorstanders der
korting wenschen, zóó en de andere
weer op andere manier doorvoeren.
Ook vraagt een lid, die eerst een
regeling voorstelt als volgt: 1500 3
pet., 2000 4 pet., 2500 5 pet. enz..
vinden.
o van
nstemmmg zou kunnen
Verlaging steiger rechten voor
gezelschappen.
Naar aanleiding van het voorstel
van Ged. Staten tot verwerping van het
amendement van den heer Hamelink in
zake de wijziging van de verordening
op de heffing en invordering van rech
ten voor het gebruik van de steigers en
wel om te lezen „voor gezelschappen
van ten minste 150 personen wordt de
helft van dit tarief geheven", kwamen
in een afdeeling geen bezwaren naar
voren, in een afdeeling vroeg men wat
bedoeld wordt met de zinsnede, dat het
plan van uivoering zooals belichaamd
in het rapport van het ingenieursbu-
reaau van Hasselt en de Koning. Aller
lei bijkomstige omstandigheden maken
een beslissing thans moeilijk. Zoo vraagt
men in iedere afdeeling welke verplich
tingen het Rijk heeft en in hoeverre deze
verplichtingen zijn nagekomen.
Als dit niet behoorlijk is geweest,
meende men in twee afdeelingen, dat
juist het waterschap een krachtig wa
pen zou zijn om het rijk in gebreke te
stellen. Wijzende op de bezwaren voor
vele der polders, vreezen leden, dat de
algemeene vergadering van het te vor
men waterschap voor voldongen feiten
zal komen te staan. Men heeft ook be
zwaar nu de polders nieuwe lasten op
te leggen en meent, dat het Rijk hier
zeer zeker het leeuwenaandeel van de
kosten op zich behoort te nemen. In
een afdeeling acht men het tijdelijk be
vloeien der gronden wel eens nuttig.
Naar voren komt het bijeenroepen van
een groote vergadering van alle be
langhebbenden en leden van de Sta
ten. Velen erkennen, dat hier een werk
verruiming op groote schaal het gevolg
kan zijn, maar zij vragen of men daarom
alleen de landbouwers thans voor nieu
we lasten mag plaatsen. Verder vraagt
men of de kleine polders niet door de
grootere kunnen worden overheerscht.
Ook vraagt men of de secundaire lei
dingen, die sueeren op de Rijkswater
leiding ook in onderhoud zijn bij het
Rijk.
Nadat ook over de afzonderlijke ar
tikelen eenige opmerkingen waren ge
maakt. deelt, het algemeen verslag me
de, dat in geen der afdeelingen over
het voorstel van Ged. Staten is ge
stemd-
Ditmaal laten wij in de afdeelingen
vanwege Ged. Staten gegeven ant
woorden achterwege, maar uit hun ant
woord op het algemeen verslag nemen
wij over:
Ged. Staten hebben met genoegen
uit het verhandelde opgemaakt, dat men
in het algemeen gunstig gestemd was
voor de oprichting van een afwaterings
waterschap. Ged. Staten zijn het niet
eens met de opvatting, dat hier het rijk
de kosten moet dragen en niet althans
ten deele de belanghebbenden.
De Oostelijke Rijkswaterleiding, waar
het hier omgaat, is door het Rijk aan
gelegd ingevolge het tractaat met Bel
gië van 5 November 1842, Tot voor
dien loosden de betrokken polders op
het kanaal van Gent naar Neuzen, de
tegenstrijdige belangen van de scheep
vaart, die een hoogen waterstand vor
derde en van de polders, die voor een
behoorlijke waterloozing behoefte had
den aan een lagen waterstand, leidden
tot genoemd tractaat, ingevolge waar
van de Nederlandsche regeering op zich
nam, de noodige werken te maken en
te onderhouden om in de gewijzigde
afwatering te voorzien. Als gevolg hier
van is op 15 October 1844 met de 55,
bij de afwatering betrokken polders 'n
overeenkomst gesloten, waarbij o.a. be
paald is, dat die polders per jaar 56 ct.
per bunder zullen bijdragen, De ver
plichtingen, die uit deze overeenkom
sten -voortvloeiden is het Rijk steeds
ten volle nagekomen.
In 1911 antwoordde de minister van
Waterstaat op een adres der betrok
ken polderbesturen, dat van Rijkswege
geheel onverplicht reeds in het bijzon
der in de jaren 1883 tot en met 1886 en
1897, belangrijke verbeteringen waren
aangebracht aan de Waterleiding, zoo
dat daaraan weinig te verbeteren over
bleef, dat evenwel zou worden overwo
gen of alsnog later zou kunnen worden
overgegaan tot het nog verder verbe
teren van eenige daartoe vatbare dee
len der genoemde leiding.
Hiervan is het gevolg geweest het
maken van een vierden koker in den
Oostbeer te Neuzen in 1915- Van 1882-
1909, ontving het rijk van de polders
247.104 en besteedde over diezelfde
periode aan het ondrhoud en de ver
betering der werken van het afwate
ringskanaal 327.720. Ook het Comité
tot verbetering der afwatering erken
de in 1923, dat het Rijk volledig en
ruimschoots aan zijn onderhoudsplichten
voldoet.
-r 1
zijn dichtgemaakt en vervangen
draineerbuizen;
c. de omstandigheid, dat de lage gras
landen in bouwlanden zijn omgezet;
d- den onvoldoenden toestand
kunstwerken en leidingen in de
schillende polders.
Wat het laatste punt betreft, zou zelfs
de vraag gesteld kunnen worden, of
niet, veel eer dan het rijk, de polders
in gebreke zijn, die immers bij de over
eenkomst van 1844 zich verbonden heb
ben, door de uitwatering elkander on
derling geen last of moeite te veroor
zaken.
Het gaat hier voornamelijk om op te
treden tegen den wateroverlast in voor-
en najaar en dit is iets anders dan de
bevloeiing die wellicht in sommige ge
vallen wenschelijk kan zijn.
Suatiegeld als zoodanig betaalt Bel
gië niet, het betaalde 25.000 per jaar
zoolang de werken nog niet gereed wa
ren en daarna 50.000, dit bedrag is
bij nadere tractaten, in verband met de
verbetering van de werken van het ka
naal van Neuzen een en ander maal
verhoogd, en bedraagt thans 94.500,
doch uit den aard der zaak heeft deze
verhooging niets met de waterleidingen
te maken.
Wil men kunnen rekenen op een bij
drage in de kosten geraamd op
480.000 van het Rijk en wel 28 pCt.
tot een maximum van 133.000, dan
dient allereerst tot oplichting van een
waterschap te worden overgegaan, aan
gezien bij den Minister overwegende
bedenkingen bestaan tegen een rege
ling, waarbij achteraf, nadat de werken
zijn voltooid, tot oprichting
waterschap wordt besloten.
Naar aanleiding van opmerkingen bij
de artikelen, merken Ged. Staten o.a-
nog op, dat voldoende waarborgen zijn
geschapen door het waterstaats- en pol
derrecht in het algemeen en door de
bepalingen van de Waterstaatswet van
1900 tegen overheersching van de klei
ne door de groote polders of omge
keerd.
Ten slotte dringen zij nog eens met
klem op aanneming van hun voorstel
aan. Zij vertrouwen minder juiste
zienswijzen, zoowel ten aanzien van de
positie en de verplichtingen van het
Rijk als ten aanzien van het nut van
het op te richten waterschap voldoende
te hebben weerlegd en meenen de ver
wachting te mogen uitspreken, dat de
Staten bij de door hen te nemen be
slising er blijk van zullen geven over
de moeilijkheden van het heden, heen
te kunnen zien naar de gunstiger toe
standen, die zich in een wellicht nabije
toekomst als gevolg van hunne beslissing
zullen kunnen ontwikkelen.
Stichting Zeeweringsionds.
Ged. Staten stelden voor een zeewe
ringsfonds te stichten, waarin gestort
zullen worden gelden, die mochten over
blijven van het bedrag, dat jaarlijks voor
tegemoetkoming aan calamiteuze pol
ders wordt uitgetrokken en zulks tot
een maximum van 200.000.
Slechts in een afdeeling vroeg een lid
of aanneming van dit voorstel in de toe
komst niet kan leiden tot moeilijkheden.
Telkens toch komt het voor, dat bedra
gen, waarover op eenigen post niet is
beschikt, bestemd worden voor over
schrijving op posten, waarvan de raming
wordt overschreden. Uit den post „Te
gemoetkoming aan calamiteuze polders"
zal zoodanige overschrijving dan niet
meer kunnen geschieden.
Van wege Ged. Staten wordt opge
merkt, dat in de laatste jaren de des
betreffende begrootingspost zeer hoog
was. Indien geen bijzondere calamitei
ten voorvallen zal in volgende jaren
waarschijnlijk met een aanzienlijk lager
bedrag kunnen worden volstaan. Het
voorstel beoogt nu om in geval van bij
zondere calamiteiten de te vormen re
serve aan te spreken. Bedragen, welke
op den buitengewonen dienst zijn gere
serveerd, worden dan weer op den ge
wonen dienst overgeschreven. De sa
menstelling van de jaarlijksche begroo
ting wordt op deze wijze vereenvoudigd.
Subsidie N,V, Waterleiding Mij.
Tholen.
Ged. Staten stelden voor het verzoek
van de N.V. Waterleidingmaatschappij
Tholen financieelen steun af te wijzen.
In een afdeeling zeide een lid zich
met het voorstel en de motieven daar
toe te kunnen vereenigingen. In een an
dere afdeeling meent een lid, dat het
voorstel door belanghebbenden niet
met waardeering zal vernomen zijn, hij
geeft Ged. Staten in overweging een
onderzoek in te stellen naar het beheer
door zoo'n hoofdpijn, zoo'n.
(Ingez. Med.)
der financiën, waarbij aangedrongen zal
moeten worden op verandering in het
personeel. Dit lid is voor het verleenen
van subsidie. Een ander lid vindt alles
zins reden om het verzoek af te wijzen
weer een ander meent, dat de financi-
eele toestand veel verbeterd is, zoo
zelfs, dat er winst wordt gemaakt. Van
wege Ged. Staten wordt gezegd, dat er
een gedeleleerde is. De verlaging van
den rentevoet heeft den financieelen
toestand verbeterd. Mocht die toestand
in 1936 minder gunstig zijn, dan heeft
het Rijk steun in uitzicht gesteld. In de
derde afdeeling zeide een lid, dat de
maatschappij met zware moeilijkheden
heeft te kampen. Bijna alle aansluitbare
perceelen zijn aangesloten. Uitbreiding
van waterafname is niet meer mogelijk.
De maatschappij is in een duren tijd op
gericht en de tarieven zijn hoog. De
maatschappij is nu tot 1936 gered, en
spr. vertrouwt dat Ged. Staten een
open oog zullen hebben voor de belan
gen van dit dure bedrijf.
Subsidie E. K. werk in
Zeeuwsch-Vlaanderen,
Ged. Staten stelden voor het verzoek,
van den heer F. J. Freeken te Breda
om 300 subsidie per jaar voor het E.
K. huis te Hulst af te wijzen. In een af
deeling kon men zich algemeen met dit
voorstel vereenigen, in een andere af
deeling vroeg een lid of het afwijzend
advies gegrond is op de ingevoerde ver
mindering der bestaande subsidiën, dit
lid hoopt, dat als de Provinciale finan
ciën zulks in de toekomst toelaten, aan
deze nuttige instelling subsidie zal wor
den verleend. In de derde afdeeling wa
ren enkele leden van meening, dat het
werk van deze instelling nuttig is.
Gelet echter op de door Ged. Staten
aangevoerde motieven, konden zij zich
met het voorstel vereeniggen.
Subsidie restauratie toren te
Hulst.
Ged. Staten stellen voor inplaats van
ten hoogste 1500, ten hoogste 2200
toe te kennen in de kosten van de
restauratie van den kerktoeren te Hulst.
In twee afdeelingen vroeg een lid of
deze verhooging van subsidie te bestrij
den in uit den desbetreffenden begroo
tingspost, waarop vanwege Ged. Sta
ten een bevestigend antwoord volgde.
Vaststelling brugtarief Tholen.
Het voorstel tot verlaging van het
brugtarief is in alle afdeelingen door le
den met tevredenheid vernomen, doch
algemeen betreurde men het, dat de
verlaging nog niet verder kan gaan of
geheele opheffing mogelijk is en uitten
enkele leden hunne teleurstelling, dat de
andere gemeenten op het eiland niet
bereid zijn gevonden tot het geven van
de gevraagde bijdrage ad 0.25. Enkele
leden hadden opmerkingen ten aanzien
van bepaalde punten. Een lid vroeg hoe
en op welke wijze de brug gefinancieerd
wordt. Om er over te loopen betaalt
men 10 cent, gaat men met de tram
0.12%; scholieren betalen 25 per dag
of 0.02% per keer te veel. Dit lid acht
het niet oorbaar dat burgemeester en
raadsleden gratis over die brug kunnen
gaan. Er zijn personen, die voor vracht
auto's 1000 per jaar betalen. Men had
wellicht beter een bijdrage uit het Rijks
wegenfonds kunnen vragen. Kan de pro-
vincie niet een renteloos voorschot ver-
strekken. Verlaging der tarieven is ge
zien de uitkomsten mogelijk en spr-
vraagt wat er in de kas der gemeente
Tholen wordt gestort; 't zou toch moge
lijk zijn, dat er voor stratenaanleg enz.
uitgaven uit 't Brugfonds zijn gedaan. In
een der afdeelingen dringen sommige le
den er op aan, te trachten, de brug op
het Rijksw*egenplan geplaatst te krij
gen, teneinde zoodoende te geraken tot
afschaffing van het bruggeld, hetgeen n
eisch des tijds is. Een lid wil alvast op
Zondag het bruggeld afschaffen. Dit zou
gecompenseerd moeten worden door bij
dragen van de betrokken gemeenten en
de beide provincies. Hij zou gaarne be
cijferd zien, wat de niet heffing op Zon
dag zou kosten, ook zou hij gaarne ee«
overzicht hebben van de exploitatie van
de brug. Een lid vindt de verlaagde ta
rieven nog te hoog en wil abonnenaen-