TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 16 JUNI 1933. No. 140.
ZORG VOOR DE OOGEN.
DOLORES DE iENDOZJL
BINNENLARD.
Voor baby
ZWITSERSCHE
BALS1NS
ONBESCHEIDEN OPMERKINGEN.
C0NGRES A.N.V.V. TE
VLISSINGEN.
.li.
Hoeveel waarde wij ook toekennen
aan de natuurlijke verweermiddelen
tegen van buiten dreigende gevaren
voor het oog, zooals in mijn vorigen
brief zijn beschreven, toch blijft nog ge
noeg gelegenheid buiten bestaan, dat
het oog door van buiten inwerkend ge
weld wordt getroffen. Velerlei beroe
pen geven daartoe gereede aanleiding,
in de eerste plaats, die, waarin metaal
verwerkt wordt. De smid, die op gloei
end ijzer hamert, kan niet voorkomen,
dat gloeiende ijzersplinters met kracht
in de omgeving rondvliegen; bij hakken,
zagen en slijpen van metaal gebeurt
hetzelfde, zij het dan ook niet altijd in
gloeienden toestand. In den oorlog zijn
het houw- en steekwonden, bij de mo
derne oorlogvoering meer nog dan ko
gels, de granaatsplinters, die het oog
kunnen treffen. Metaaldraaiers, steen
houwers en vele andere fabrieksarbei
ders komen dikwijls onder oogpatiën
ten voor. Maar het huisgezin is geens
zins uitgesloten. Vooral kinderen wor
den vaak door zulk een ongeval getrof
fen, zij het dat zij in een onbewaakt
oogenblik in het bezit van voorwerpen
komen, waarmee zij niet weten om te
gaan, zij het door hun eigen speelgoed.
Verbrandingen aan het oog zijn aller
minst zeldzaam, bijv. in werkplaatsen
waar met steekvlammen, laschappara-
ten enz. gewerkt moet worden.
Het gevolg van al die verwondingen
kan zeer verschillend zijn. In de eerste
plaats hangt het af van de deelen, die
getroffen zijn. Zijn alleen de oogleden
of de weefsels, die den oogbol omrin
gen, beschadigd, dan is het verloop on
geveer als van elke andere wond, die
geen edele deelen heeft getroffen. In
dien er geen infectie bij komt en een
doelmatige behandeling kan worden in
gesteld, dan kan in vele gevallen een
genezing verwacht worden, die geen
blijvende stoornis achterlaat. Wordt de
oogbol zelf beleedigd, dan zijn de ge
volgen meestal ernstiger. Wij kunnen
ons den oogbol voorstellen als een ko
gel, waarvan het voorste deel een wat
grootere kromming vertoont. Het bui
tenste vlies, dat het geheel omhult, het
harde of witte oogvlies, gaat in dit
voorste deel over in het als glas door
schijnende hoornvlies. Tegen dit harde
vlies aan, ligt het vaatvlies, dat zich op
de grens van voorste en achterste deel
van het buitenste vlies afscheidt, zoo
dat tusschen dit vlies en het hoornvlies
een holte overblijft, de voorste oogka
mer. die met helder vocht gevuld is. Na
de afscheiding heet dit vlies regenboog
vlies. Het heeft in het midden een ope
ning, de pupil, grooter of kleiner naar
mate het regenboogvlies zich minder of
meer samentrekt. Vlak achter deze
opening bevindt zich de lens, door een
eigenaardig samenstel van banden en
spieren op plaats gehouden. Aan de bin
nenzijde van het vaatvlies ligt het net
vlies, dat op eenigen afstand van de
lens eindigt en bestemd is om de ge
zichtsindrukken op te vangen. De holte,
die overblijft, is gevuld met het glas
achtig lichaam, een geleiachtige stof, die
evenals het vocht uit de voorste oogka
mer volkomen doorzichtig is.
Hoew;el elk van deze deelen na ver
wonding genezen kan, gebeurt dit toch
veelal niet. Het hoornvlies vertoont na
genezing van een wond gewoonlijk een
litteeken van lichtgrijze kleur, dat, ook
als het uiterlijk niet bijzonder opvalt,
een belangrijke stoornis voor het de-
£en geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
65.)
,,Men zou hem tot morgenochtend in
arrest hebben kunnen laten", zei de
prinses kalm, „maar de koning is na
tuurlijk verlangend om zoo spoedig mo
gelijk den ongunstigen indruk van deze
malle zaak weg te nemen".
„Malle zaak?" riep Dolores gebelgd
uit. „Durit u vanavond zoo iets tegen mij
te zeggen?"
„Maar 'lieve Dolores, moet je je nu
daarover zoo driftig maken?" vroeg de
prinses op verzoenenden toon, „Ik zou
dat woord natuurlijk niet gebezigd heb
ben, indien alles was geëindigd op de
wijze, die wij allen verwachtten als
Don Jan werkelijk dood was geweest
„Wiat bedoelt u daarmee?" vroeg zij,
vreeselijk opgewonden, terwijl zij snel
de prinses bij een pols vastgreep.
„Wat ik bedoel? Wel Plotse
ling hield zij op, want het was heel goed
mogelijk dal Dolores de waarheid toch
niet wist. „Wat zei ik eigenlijk"?" vroeg
zij om tijd te winnen, „en waarom houd
je mijn pols zoo stevig vast?"
U noemde den moord van Don Jan
een malle zaak, en toen zei u, als Don
Jan werkelijk dood was geweest
daar in zijn kamer, hier dicht
bij, niet dood op den vloer'Jigt! Bent u
krankzinnig geworden? Wilt :u op zoo'n
hartelooze wijze grappig tegen mij doen?
Wat beduidt dat allemaal?"
u'e prinses was heel wereldwijs en in
een oogwenk begreep zij Dolores de
waarheid te moeten zeggen, die nooit
zicht oplevert. Als het hoornvlies door
boord wordt, kan het kamerwater af
vloeien, wat ook wel weer terecht kan
komen, maar toch altijd begint met een
onderlinge verplaatsing der deelen te
bewerken. Als de plaats van oorsprong
van het regenboogvlies beleedigd wordt,
is er groote kans dat een ontsteking
volgt. En deze ontsteking is daarom zoo
berucht, omdat dikwijls na eenigen tijd
de ontsteking op het andere oog over
gaat, wat natuurlijk bijzonder gevreesd
wordt, indien het gezichtsvermogen van
het oorspronkelijk zieke oog vermin
dert of verloren is gegaan.
i De kansen op oogverwonding zijn ze
ker groot genoeg om naar middelen uit
j te zien, om ze zooveel mogelijk te ver-
j minderen. Als eerste en voornaamste
middel wil ik noemen: voorzichtigheid,
i En het is helaas niet overbodig, hierop
nog eens met nadruk te wijzen, omdat
helaas nog altijd, tegen beter weten in,
maar al te veel gezondigd wordt. In ge-
i vaarlijke beroepen is voorzichtigheid op
zich zelf dikwerf niet voldoende. Maar
als beschuttingsmaatregelen voorradig
en beschikbaar zijn en men verzuimt
er gebruik van te maken, dan is dit
evenzoo een niet te verdedigen onvoor
zichtigheid. Er bestaan toch sedert ge-
ruimen tijd vele soorten van voldoende
beschuttende brillen. Deze brillen zijn
al meer volmaakt. Zij beveiligen niet al
leen het open oog, maar tevens de om
geving door vergrooting van het mon
tuur met ijzer- of kopergaas, blik, leder
of iets dergelijks. Het brilleglas kan ge
maakt zijn van glas, dat wel barsten,
maar niet versplinteren kan.
Het is echter merkwaardig, hoeveel
moeite het kost, om den tegenzin der
arbeiders tegen het dragen van die in
strumenten te overwinnen- Mij is een
fabriek bekend, waar de directie alles
doet om ze te laten gebruiken, zij wor
den kosteloos ter beschikking gesteld,
niet alleen, maar er is boete op gesteld,
wanneer ze niet gedragen worden. Zelfs
kan ieder arbeider, die anders ook een
bril moet dragen, gratis een schutbril
krijgen, geheel voor zijn oogen gesle
pen. Het zijn deze menschen, die de
minste moeilijkheden geven, immers met
dien bril kunnen zij beter zien. Bij de
overigen komen echter nog steeds over
tredingen voor. Als men eens het vei'
ligheidsmuseum te Amsterdam bezoekt,
moet men eens naar de brillen vragen.
Er zijn gebruikte bij, waarvan het glas
dof is geworden van de vele metaaldee
len, die er tegen aan gesprongen zijn
wel een bewijs voor hoeveel kans voor
verwonding het oog, dat achter dit glas
heeft gewerkt, gevrijwaard is geweest.
Het is haast niet te begrijpen, dat be
kendheid met zulke voorbeelden toch
soms nog niet voldoende is om de ach
teloosheid, welke aan het geregeld zich
in gevaar bevinden dikwijls verbonden
schijnt, te doen overwinnen.
Erger nog moet m.i. de achteloosheid
aangeslagen worden van zoovele ou
ders, die toelaten, dat hun kinderen met
gevaarlijk speelgoed omgaan. In een
oude statistiek uit Parijs vind ik, dat
van 939 personen, die bij een oogarts
kwamen om een kunstoog, er 343 wa
ren, die het oog verloren hadden door
een schot uit of ontploffing van een
kinderpistooltje. Afgezien van ethische
en andere motieven behooren alle schiet
wapenen, zooals pistool, geweer, pijl en
boog, blaaspijp, en ontplofbare stoffen,
en vuurwerk, voor kinderen verboden
waar te zijn. Bij de opvoeding moet
evenzoo aandacht gewijd worden aan de
ongelukken, die kunnen ontstaan door
ruw spel, terwijl daarbij gewezen kan
worden op voorbeelden, waardoor een
oog verloren ging, zooals het slaan met
een zweep, het elkaar nazitten in kreu
pelhout, enz.
Het straks gezegde omtrent het over
gaan van ontsteking van het verwonde
op het gezonde oog, dient ook meer al
gemeen bekend te worden- Dit ongeluk
kan namelijk zoo goed als zeker voor
komen worden, door het getroffen oog,
dat toch reeds blind is of zal worden,
zoo spoedig te verwijderen. Wanneer
de oogarts dit noodig vindt, dan spar
telt de patiënt in vele gevallen onnoo-
dig lang tegen. Menig geval heeft zich
voorgedaan, dat volslagen blindheid 't
gevolg was van te lange aarzeling. Te
genover het treurig lot van den totaal
blinde steekt toch dat van den een-
oogige, die met een kunstoog voor de
omgeving haast niet van de anderen te
onderscheiden is en met zijn eene oog
toch zeker voor van z'n gewone werk
geschikt is, zeer gunstig af. Laat dus
ieder, wien het ongeluk treft, dat door
een verwonding het gezichtsvermogen
van een oog is verlogen gegaan, beden
ken, dat het wegnemen van het ver
wonde oog een betrekkelijk eenvoudige
en ongevaarlijk ingreep is, maar vooral
dat niet gewacht mag worden op de
eerste verschijnselen van ontsteking op
het andere oog. Als deze zich openba
ren, is het dikwijls al te laat. Om aan
angstige patiënten tegemoet te komen,
is wel eens beproefd, door kleinere
operaties hetzelfde doel te bereiken.
Maar de hierbij opgedane teleurstellen
de ervaringen maken de radicale op
lossing verkieslijk. H. A. S.
DE OPENING VAN DEN
VOLKSRAAD VAN NED. INDÏE.
48 millicen tekort voor 1934!
De Gouverneur-Generaal van Ned.
Indië jhr. mr. B. C. de Jonge heeft gis
ter den Volksraad geopend met een re
de, waarin hij o.a. zeide, dat de toestand
der financiën zorgwekkend bleef.
Tegenover de geraamde uitgaven van
369 millioen, kan ook niet meer dan
285 millioen aan inkomsten voor 1934
worden gesteld, hetgeen een tekort
laat van 84 millioen. Wil men er me-
rekening houden dat van deze 84 mil
lioen ongeveer 50 millioen bestemd
is voor aflossing van schulden, dus on
zen schuldenlast niet verzwaart, en uit
dien hoofde als gedekt kan worden be
schouwd, dan nog 'blijft een bedrag van
van 34 millioen als ongedekt tekort.
Tegenover wat men ten deze eigen
schuld zou kunnen noemen kan en moet
in de eerste plaats eigen inspanning en
eigen opoffering staan ten einde de ver
oorzaakte financieele ontwrichting zoo
spoedig mogelijk te herstellen.
Ned.-Indië zal zich niet onbetuigd
hebben gelaten als de ontwerp-begroo-
ting voor 1934 verwezenlijkt wordt.
Dat te bereiken zal moeilijk genoeg
zijn. Niet alleen wordt overwogen op
nieuw uit verhoogde of nieuwe heffin
gen ongeveer 28 millioen te putten
nadat sinds 1929 de middelen al met
65 millioen zijn opgevoerd, maar ook
zal aan korting op pensioenen niet te
ontkomen zijn.
Jhr. de Jonge deed een dringend be
roep op allen, die bij het orde brengen
in eigen huis direct en indirect hulp
kunnen bieden.
Hij weer erop, dat bij de arbeidsbeur
zen thans zijn ingeschreven ruim 3000
zou vergeten wie haar het gelukkige
nieuws had gebracht. Bovendien zou zij
het toch spoedig van anderen hoeren.
„Lieve Dolores", zei ze vriendelijk,
„laat mijn pols los en geef me een arm.
We begrijpen elkaar niet, anders zou je
niet zoo boos op me zijn. Er is iets ge
beurd, dat je blijkbaar niet weet
„O, neen! Ik weet alles, alles!" zei
Dolores, haar in de rede vallend en zich
verzettend tegen het langzame loopen,
waartoe de prinses haar dwong. „Laa.t
me naar hem toe gaan!" riep zij uit, „Ik
wil hem nog éénmaal zien
„Maar kindlief, luister toch naar me
dat ik je niet alles ineens vertel, doe
ik omdat de schok je misschien te mach
tig zou zijn. Er beslaat eenige hoop da,t
hij niet dood is
„Hoop? O, neen, neen! Ik heb hem
toch dood zien liggen
„Hij was flauw gevallen niet
dood-—"
„Niet dood?" vroeg Dolores met ge
broken stem. „Toe, vertelt u me toch
gauw alles!"
„Neen, Dolores. Hij is, nadat je hem
verliet, weer bijgekomen hij leeft en
de wond is onbeduidend; 't was maar
een schram. Hij is door den val bewus
teloos geworden, en morgen zal hij weer
heelemaal in orde zijn".
Dolores had dien avond leed en schan
de doorstaan op een wijze, zoo dapper
als misschien nog nooit een vrouw had
gedaan, maar de vreugde over het be
richt dat Don Jan leefde, was haar toch
te machtig. Zwaar leunde zij tegen de
prinses aan, wild met haar armen zwaai
end, alsof zij haar adem snakte en zij
stootte klanken uit, die meer op ge
kreun dan op vreugdekreten geleken.
De prinses was sterk en hield, steun
zoekend tegen den muur, haar stevig
vast, om vóór alles te beletten dat hel
meisje op den steenen vloer zou flauw
vallen. Maar Dolores verloor het be
wustzijn niet en spoedig keerden haar
krachten terug.
„Laat me gaan! Laat me gauw gaan,
anders sterf ik!" riep ze opgewonden
uit.
„Ga maar, kind, ga maar!" zei de
prinses met iets teeder vrouwelijks in
haar stem, zocals men slechts zelden
van haar hoorde. Maar Dolores hoorde
het niet meer; zij was al weg.
Toen zij de kamer binnen kwam, zag
zij niets anders dan de oogen van den
man, dien zij lief had, hoewel Inez nog
naast hem stond. Wild wierp zij zich in
zijn armen, en tranen van geluk stroom
den haar over de wangen. Zachtjes klop
te zij hem op schouders en hals, be
tastte zijn wangen en haar en keek naar
hem, om zich te overtuigen dat hij wer
kelijk weer was bij'gekomen. Zij kon het
zich nog niet goed voorstellen en kon
haar oogen en ooren nauwelijks geloo-
ven. In haar overstelpend geluk kon zij
nog niets vragen en ha.ar lippen kon
den slechts woorden van dank tot God
prevelen.
Eindelijk liet zij hem los en zij veegde
de tranen uit haar oogen. Toen kusten
zij elkaar, zooals slechts een man en een
vrouw dat kunnen doen, die den dood
tusschen elkaar hadden jgezien en die
nu wisten dat dat vreeselijke spook voor
goed was verdwenen.
De herinnering keerde heel langzaam
terug en zij doorleefde weer alles wat
zij in de laatste uren had doorstaan.
„Ik kan 't niet gelooven! 't Is onmo
Europeanen, 10.000 Inheemschen en
850 Chineezen.
Binnenkort zal een Indische maat
schappij voor individueele werkver
schaffing worden opgericht. Hij ge
waagde voorts van tal van kleinere
voorzieningen, waartoe de Volksraad
een economisch werkplan zal worden
voorgelegd.
De orde en tucht op de vloot zijn
thans volkomen hersteld. De Gouver-
neur Generaal eindigde met een herin
nering aan de opgewekte algemeene
viering van den 400sten geboortedag
van Prins Willem van Oranje en wijst
er op, dat wij ook thans onder leiding
van Oranje staan, met even groote ga
ven van hoofd en hart en gesteund door
dezelfde geloofsovertuiging.
GESCHIKTE DANSLEERAREN.
Onderzoek geëindigd vóór i
September a.s. Vaststelling
van de in acht te nemen be
palingen.
De Centrale commissie van Neder-
landsche dansleeraren-organisaties zal
vóór 1 September a.s. klaar zijn met
haar onderzoek, wie is te beschouwen
als een geschikt dansleeraar(es). Aan
hem of haar, die ingevolge heti resultaat
van dat onderzoek als geschikt dans-
leeraar(es) is te beschouwen, zal een*be-
wijs van erkenning in die functie worden
uitgereikt. Dit bewijs teekent den be
zitter als een te goeder naam en faam
bekend staand persoon, die van het! ge
ven van danslessen zijn beroep, althans
zijn hoofdberoep maakt en in die fun
ctie de vereischte technische, zoowel
praktische als theoretische bekwaam
heid bezit.
De erkende dansleeraren zullen zich,
indien zij de leiding verkrijgen bij het
dansen in localiteiten, genoemd in art'.
1 B en 0 van het Kon. besluit van 27
April 1933 (Stbl. no. 235), hebben te
houden aan de hierna volgende, door de
centrale commissie vastgestelde bepa
lingen: 1. tijdens de leiding zullen zij
zich onthouden van het gebruik van
alcoholhoudende dranken; 2. zij zullen
er op moeten letten: a. dat er niet wordt
gedanst in houdingen, welke aanleiding
kunnen geven tot zedeloos dansen; b.
dat zich tijdens het dansen geen be-
schonkenen, vrouwen van verdachte ze
den of anderen, die door hun gedrag
aanstoot geven of op eenigerlei wijze
met de welvoeglijkheid in strijd hande
len, in de zaal bevinden, en voor verwij
dering in overleg met den zaalhouder
moeten zorgen; c. of zich onder de dan
senden personen beneden den 18 jari
gen leeftijd bevinden, die niet onder ge
leide van een voor hen verantwoordé-
lijk meerderjarig persoon zijn; d. dat tij
dens het dansen aan de onder sub c ge
noemde personen geen alcoholhoudende
dranken worden verkocht of verstrekt.
Bij Kon. besluit is aan jhr. H. W.
Storm van 's-Gravesande, op verzoek,
eervol ontslag verleend, uit zijn betrek
king van raad in het Hoog Militair Ge
rechtshof, als bedoeld in artikel 28, 1ste
lid, van de Provisioneele Instructie voor
het Hoog Militair Gerechtshof.
30 en 60 ct per doo& Nederlandsch fabri kaa i
Met kranten gaat het dikwijls wonder
lijk.
De redactie die natuurlijk bestaat
uit lieden van een fabelachtige alge
meene ontwikkeling heeft zich af te
vragen: hoe zet ik mijn lezers de waar
heid op de smakelijkste wijze voor. Wat
interesseert mijn lezers van deze waar
heid? Dat rek ik een beetje uit, maakt
het wat langer, zet ik een plaatje tus
schen, plak ik een kop boven van heb
ik me jou daar en wat interesseert
hem niet, hoe belangrijk dat overi
gens ook zijn moge? Dat leg ik terzijde
of ik maak er vijf regeltjes van.
Een reuze-mets interesseert 98 pet.
van de lezers; die 2 pet. intellectueelen,
moeten dan zoo'n Maandag maar eens
geen krant lezen.
Een mooie moord of een oplichterij1
hejjet geleze? hekkum altijd voor
aangezien kojje zóó wel op je vingers
natellen een prachtig diefstalletje
dat is goeie copy, daar smullen ze van,
moeten we een specialen verslaggever
op af zenden, die 'm drie dubbel dik van
dik hout zaagt men planken geeft.
Enfin, ik heb hier een sluier-slipje
opgelicht van de groote, zilveren, water
heldere zuiverheid waarin wij, journa
listen, arbeiden, die verrukkelijke sfeer
van: dat hebben wij lekker eerder dan
onze collega van het Nieuwe Provin
ciale Dagblad en dat ongelukkie gaat
z ij n neus voorbij. Zaliie van opkijke!
Maar één ding weet ik niet, hoe wij
er mee aanmoeten.
Economische Wereldconferentie.
Is er iemand laat ik zeggen is er
iemand méér dan één percent van alle
krantenlezers die daar een letter van
leest?
Weet er iemand (méér dan een half
percent van alle krantenlezers) wat
Stillhalte en Transfer en Valutacompen
satie is?
Ik weet het niet.
Heusch: ik wéét 't niet.
En als een journalist zegt: „ik weet
het niet"
Nou.
Frater Modestus,
gelijk!" zei ze nu met een lach.
„Heusch, we leven beiden", antwoord
de hij. „Ik heb een gevoel alsof ik ziek
ben geweest, óf heel lang heb Igeslapen".
„En ik, alsof ik afschuwelijk heh ge
droomd". Haar gezicht werd ernstig,
toen zij dacht aan hetgeen er kort ge
leden was gebeurd. „Je moet alles we
ten i maar je weet 't zeker al"
„Inez heeft mij er iets van verteld",
antwoordde hij, „en sommige dinlgen kan
ik wel raden, maar alles weet ik nog
niet. Je moet trachten me alles geregeld
te vertellen, maar nu moet je hier niet
langer" blijven 't is al laat. Zoodra
mijn bedienden weten, dat ik leef, zul
len ze, evenals mün officieren hier ko
men. Zij zouden me den heelen nacht
hier hebben laten liggen, uit vrees van
voor de rechtbank te worden gedaagd,
als men hen hier bij mijn lichaam had
aanlgetroffen. Nog al verstandig van
hen", zei hij lachend. „Maar jij kunt hier
blijven".
„Al zouden allen, die tol de hofhou
ding behooren, me hier vinden, dan zou
dat er niets op aan komen", antwoordde
Dolores. „Zij zouden mijn goeden naam
niet meer kwaad kunnen berokkenen,
dan ik zelf al deed".
„Ik begriin je niet", zei hij plotseling
bezorgd. „Wat heb je dan gezegd en ge
daan?"
Inez, die bij het raam was blijven
staan, kwam naar hen toe, en haar hand
op Dolores' arm leglgende, zei ze: „Ik
zal buiten de wacht houden. AJs ik iets
hoor, zal ik waarschuwen; dan kun je
weer naar de kleine kamer hiernaast
j gaan".
i Voordat een van beiden haar kon be-
danken, was zij de deur al uit. Zij had
De rondrit op Walcheren.
Het moge gisteren nu niet bepaald
een zonnige dag zijn geweest, voor 'n
autorit rond on smooie eiland, was 't
weer goed en toen dan ook na een
klein half uur vertraging de touring
cars met congressisten zich bij Britan
nia te Vlissingen in beweging stelden,
was er maar één roep: Gelukkig ook
nu mooi weder.
Over Koudekerke, Biggekerke, Zou-
telande, Westkapelle en Domburg be
reikte men den Noordweg en even
voorbij Oostkapelle, reden de wagens
Zeeduin op, waarvoor de eigenaar, de
heer mr. H. F. Lantsheer, bestuurslid
van V. V. te Middelburg, toestemming
had verleend. Langs Oranjezon en
Vrouwenpolder bereikte men Veere,
waar in den Kampveerschen toren met
zijn prachtig vergezicht over water en
land de koffie met Zeeuwsche babbe
laars en Veersche moppen zich best lie
ten smaken.
Men nam weer plaats in de auto's en
reed naar Middelburg, waar zij, die om
half twee zouden vertrekken, reeds
den haar aanwezigheid heelemaal ver
geten, omdat zij er aan gewend waren
dat zij bijna altijd bij hen was. Maar nu
werd haar het langer hier blijven on
draaglijk; het was haar onmogelijk hun
woorden van liefde langer aan te hoo-
ren. Want nu had zij haar eigen herin
neringen, die zij mee zou nemen in het
graf een mooi, gelukkig souvenir aan
dat zalige oogenblik, toen de man, die
dood scheen, had adem gehaald en, in
de meening verkeerend dat zij Dolores
was, haar in zijn armen gesloten en ge
kust had. Het was dus maar beter heen
te gaan en buiten te beletten dat iemand
hen zou storen.
„Heeft zij je gevonden?" vroeg Dolo
res, toen Inez weg was.
„Ja, Ze zei dat jij naar beneden was
gegaan, om je vader te redden".
„Ik geloof niet dat ik haar ooit heb
benijd", zei ze, haar handen op zijn
schouders leggend, „maar nu wel, want
ik zou er alles voor hebben willen ge
geven, je allengs weer tot het leven te
zien terugkeeren, en jij zou 't ook liever
hebben gehad, is 't niet?" Zachtjes lach
te zij en kuste het antwoord van zijn
lippen weg. „Als ik bij je was gebleven,
dan was 't nog sneller /gebeurd, lieve
ling. Je zou in je doodsdrocm gevoeld
hebben dat ik bij je was en je zou je
handen naar me hebben uitgestoken, om
weer bij me terug te komen. Zeg dat 't
zoo is! Je zou me daar niet minuten
lang met mijn 'gebroken hart hebben la
ten liggen, terwijl ik er naar verlangde
ook te sterven en samen te worden be
graven. O, mijn kussen zouden je gau
wer tot het leven hebben doen terug
keeren!"
(Wordt v'Tölgd).