DOLORES DE MENDOZA.
KERKNIEUWS.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 14 JUNI 1933. No. 138
CONGRES A.N.V.V. TE
VLISSINGEN.
i HERBOUW VAN HET GRAND HOTEL VERSEPUT.
Vervolgvergadering.
In het hoofdbestuur zijn gekozen de
heer en J. A. Willigen en Gratama, mr.
J, P. Bosman. N. C. van Aerendonk, S,
S. Meihuijsen.
In de middagvergadering voerde de
heer Bontjes het woord en maakte en
kele opmerkingen over het jaarverslag
en de opstelling daarvan. Spr. mist den
ernst te veel over het toch zoo be
langrijke onderwerp. Spr- wees er met
klem op, dat het hier geldt een indus
trie en dat het „product" moet worden
verbeterd, speciaal wat spr. noemt het
.„blijvende product".
Spr. dient thans namens het „Kogge-
schip/' de reeds des morgens bedoelde
mötie in, betreffende de moeilijkheden
voor Duitschers om naar Nederland te
komen.
De motie luidt:
De A. N, V. V. in vergadering bijeen
te Vlissingen op 13 Juni 1933 kennis
genomen hebbende van het feit, dat al
le pogingen, het touristenverkeer van
Duitschland naar Nederland te verge
makkelijken en om meer speciaal het
aan Duitschers voor uitvoer toegestane
bedrag van 200 Mark aanmerkelijk te
doen verhoogen tot op heden tot niets
hebben geleid;
spreekt hierover hare groote teleur
stelling uit, dringt nogmaals aan op het
nemen van maatregelen, die hiertoe
kunnen leiden, gaat over tot de orde
van den dag.
De motie is met applaus aangenomen
en op voorstel van den heer T. J. M.
Verschure zal aan de Kamers van Koop
handel om adhaesie worden gevraagd.
De heer Van Deventer hield
daarna een inleiding over het werken
van de A. N. V- V. in Amerika, dank zij
ook de verkeerscommissie van de Ne
derlandsche Kamer van Koophandel aan
wijlen wiens secretaris, den heer Cha-
bot spr. eerbiedige hulde bracht.
Spr. gaf een uitvoerige uiteenzetting
van de groote propaganda in geschrif
ten, in de pers, in de va nplaatsshrdlm
ten, in de pers, in een van de films en
radiolezingen in steden en op de sche
pen. Speciaal wees spr. op een werkje,
dat zonder vermelding van de vereeni-
ging is uitgegeven en dat juist groote
propagandistische waarde heeft, en ge
schreven is door dr. W. H. van Loon,
den volkomen deskundige. Van deze uit
gave door een Amerikaansch uitgever,
krijgt de A. N. V. V. nog een percen
tage bij den verkoop.
Aan de orde kwam nu een voorstel
van Alkmaar om te bepalen, dat elke
aangesloten vereeniging verplicht is, ten
minste één abonnement op „Ons Ne
derland" te nemen-
Alkmaar ziet hierin een verbetering
van het verband tusschen bestuur en
afdeelingen.
De .Voorzitter juicht het voor
stel krachtig toe en bracht hulde aan
den heer Strengholt voor de verzorging
van het blad. Het onderwerp gaf aan
leiding tot vrij uitvoerige discussie, men
was o.a. bang voor het opleggen van
dwang. Ook het alleen verspreiden van
de officieele mededeeling werd naar vo
ren gebracht.
Het hoofdbestuur zegde toe de zaak te
zullen overwegen en de heer Strengholt
zegde daartoe zijn medewerking toe-
Men besloot thans alleen de wensche-
Iijkheid van abonneeren uit te spreken.
Thans bood de V. V. V. Westland bij
monde van den heer Koster alle aan
wezigen een proef van de Westland-
sche druiven aan.
's-Hertogenbosch verdedigde het idee
om door middel van de radio, te wijzen
op week-ends en dergelijke, georgani
seerd door de V. V. Vereenigingen.
Leeuwarden propageerde een natio
naal schildje voor V. V. V.-ers.
Axel drong aan op het meer attentie
vestigen op Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
op de heer Van Deventer wees op een
brochure van enkele jaren geleden, en
waarin verschillende plaatsen in Z.
Vlaanderen uitvoerig besproken werden.
Valkenburg noodigde de A. N. V. V-
officieel uit voor een bezoek aan zijn
streek in 1935.
Breskens hoopte, dat het congres ook
eens daar kwam, het heeft op de jonge
vereeniging zeer goed gedaan aanwezig
te kunnen zijn.
Aan een verzoek om een lijst der con
gressisten te verstrekken zal zoo moge
lijk worden voldaan.
De heer Van derVen bepleite het
belang van de bevordering van de
volksdansen, ook als propagandamiddel.
In de Paaschweek had men al Engel-
sche volksdansers hier en dit zal steeds
toenemen, als men Oosterhout volgt en
een speciale vereeniging op neemt.
De heer L. Pulinx, directeur-gene
raal van het office BelgoLuxem-
bourgeois, de Tourisme te Brussel,
bracht in het Vlaamsch dank voor de
ontvangst en vervolgde daarna in het
Fransch met een uiteenzetting van
de inrichting van het bureau, waar
van hij de leiding heeft, en dat
de medewerking geniet van alle mi
nisteries en van verschillende toeris
tenclubs, van auto-eigenaars, wielrij
ders, luchtvaarders enz.
Het doel is tweeledig, het leiden van
het vreemdelingenbezoek aan België,
op voorbeeld van het goed werkende
Nederlandsche bureau.
Een tweede doel is het leiden van be
zoeken van jonge menschen van 14 tot
20 jaar, dat in het bijzonder kan leiden
tot betere verhouding tusschen Neder
land en België.
Het bureau behartigt het verkeer per
trein enz., het hotelwezen en alles wat
het Vreemdelingenverkeer raakt.
België, trouw aan haar verleden,
handhaaft de vrijheid, ook op het ge
bied van het toerisme.
Beide landen hebben de Londensche
conferentie niet noodig, zij zullen eco
nomisch en op het gebied van het toe
risme elkaar ook zeker wel vinden.
De Nederlandsche toeristen zijn
steeds welkom in België.
Het is een onjuiste meening van de
Belgen, dat het reizen in Nederland te
duur is, zeker niet nu de prijzen ge
daald zijn. Men vergete echter niet,
dat de reizigers eerst hun portemonnaie
nakijken.
Spr. eindigt met een gelukwensch
aan het congres, dat toonde dat ook
hier geldt het Eendracht maakt Macht.
De voorzitter dankte den heer
Pulinx voor zijn waardeerende woor
den.
Thans kwam de volgende motie van
de V.V.V. te Vlissingen aan de orde.
De jaarvergadering der A.N.V.V. in
algemeene zitting bijeen op Dinsdag 13
Juni, in het Grand Hotel „Britannia" te
Vlissingen, noodigt het Hoofdbestuur
uit:
Regeering, V olksvertegenwoordiging,
Provinciale en betrokken plaatselijke
Autoriteiten meer en voortdurend te
doordringen van de zeer groote en
economische waarde van een bloeiend,
langs tallooze kanalen en kanaaltjes, wel
vaart-brengend vreemdelingenverkeer
Overweegt daarbij, dat de concurren
tie dicht over de grenzen zeer groot is,
mede doordat Vreemdelingenverkeers-
aangelegenheden daar met veel meer
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
63.)
Het zou niet verstandig zijn dat nieuws
over te brengen, en het was meer dan
waarschijnlijk dat Philips Mendoza we
gens de poging tot moord toch het scha
vot zou laten beklimmen, evenals hij
vee! later Antonio Perez ter dood ver
oordeelde wegens den moord op Esco-
iit>^on <Ian's secretaris, hoewel hij
zelf Perez had bevolen die misdaad te
begaan; evenals hij reeds had toege
stemd in het levend verbranden van den
onschuldigen geestelijke doctor Cazalla,
liever dan de rechters, die hem hadden
veroordéeld, te ontstemmen. De dwerg
wist dat Philips tot elke misdaad, hoe
monsterachtig ook, in staat was, zelfs
zonder van de noodzakelijkheid er van
overtuigd te zijn. Het was allergevaar
lijkst zich als buffer te bevinden tus
schen den koning en de een of andere
misdaad, die deze om politieke redenen
noodig oordeelde, en misschien nog ge
vaarlijker hem te beletten zijn duistere
en geheime genoegens na te jagen. Ado
nis besloot dan ook onder geen voor
waarde de persoon te zijn, die den ko
ning thans zou inlichten. Hij moest naar
iemand anders gaan. De prinses van
Eboli, want die was nummer twee, die
over zijn leven en dood had te beschik
ken, en haar vreesde hij na den koning
het meest.
Ook haar geheim kende hij; hij wist
hoe zij de brieven had vervalscnt, die
den dood van Don Carlos, zoowel als die
van koningin Isabella tengevolge hadden
gehad. Zij heerschte over hem door
vreesaanjaging, en wist dat zij hem kon
vertrouwen, zoolang hij angst voor haar
had. Hij wist dat zij Don Jan niet alleen
had vergeven, dat hij niet voor haar be
koorlijkheden van vroeger was gezwicht,
maar dat zij nu hoopte dat hij in Phi
lip's plaats den Spaanschen troon zou
bestijgen, onverschillig of dit door eer
lijke of oneerlijke middelen zou geschie
den en dat dus 't nieuws van Don Jan's
door haar verwachtingen de bodem
hadden ingeslagen. Hij besloot dus haar
het eerst te vertellen dat hij leefde, ten
zij hij Dolores alleen kon spreken, wat
hem onwaarschijnlijk scheen.
Voordat hij de benedenverdieping van
het paleis bereikte, zette hij zijn gezicht
in een plechtige, om niet te zeggen treu
rige plooi, omdat hij nog de eenige was,
die het heugelijke nieuws kende en dus
niet al te vroolijk mocht kijken. In de
groote vestibule van de zaal zag hij tal
van hovelingen opgewonden, maar zacht
jes met elkaar praten. Dolores en Ruy
Gomez waren er echter niet bij. Toen
liep hij naar een langen officier, die al
leen stond en toekeek.
„Kunt u me ook zeggen, mijnheer,"
vroeg hij, „waar Dona Dolores de Men-
doza is gebleven, sinds zij met den prins
van Eboli de zaal verliet?"
De officier keek naar den dwerg, met
wien hij nog nooit had gesproken en die
door de mindere hoog geplaatsten van
de hofhouding in zekeren zin als een
gewichtig persoon werd beschouwd. Van
zijn kant was Adonis er nooit toe te
vinden geweest om zoo maar op goed
geluk af kennis te maken met de velen,
soepelheid worden behandeld en meer
algemeene tegemoetkomendheid onder
vinden;
Overtuigd, dat vooral een prettige
sfeer zonder al te veel beperkende be
palingen voor de bedrijven en het ont
spanning en amusement zoekend en
noodig hebbend Publiek, de logische ba
sis tot ontwikkeling van het vreemde
lingenverkeer is;
Betreurt, dat door allerlei, veelal on-
noodige vrijheidsbeperkende maatrege
len inzake dans-, drank-, bad- en ver-
voergelegenheden etc. de Nederlanders
in sterk toenemende mate gedreven
worden in prettiger, buitenlandsche sfeer
hun Nederlandsch geld uit te geven ter
wijl de vele belemmerende bepalingen,
waarbij men te vaak leeuwen op den
weg ziet, de bedrijven schaden of ten
ondergang doemen en ten zeerste af-
stootend op vreemdelingen werken,
waardoor geld, toewijding en arbeid voor
propaganda van „Bezoekt Nederland
geen of slechts weinig resultaat hebben;
Verzoekt Regeering, Autoriteiten, Pers
en Publieke Bedrijven met de uiterste
soepelheid en tegemoetkomendheid alle
aangelegenheden vreemdelingenverkeer
betreffende als voornaam Landsbelang
te zien en te behandelen:
En aan deze motie algemeene bekend
heid en adhaesie te verleenen.
Deze motie is z.h.s. aangenomen.
Een der aanwezigen gaf een uiteen
zetting van een plan om een rondreis te
maken met leden der verschillende af-
deelingen.
Na nog enkele opmerkingen sloot de
voorzitter de vergadering.
De visschersvloot.
Na de vergadering trok men naar
terras en boulevard, waar Plygoon haar
arbeid verrichtte en men kon genieten
en Hit ook deed van het voorbij varen
van een 30-tal Arnemuidsche en Vlis-
singsche visschersbooten, die beschenen
door den zon als altijd een mooien aan
blik gaven. De congressisten waren vol
lof ook over dit onderdeel van het rijke
programma.
De boottocht.
Het hoofdnummer van dezen dag was
wel de boottocht met de Prinses Julia
na, waartoe de congressisten per auto
bussen naar de buitenhaven waren ge
bracht.
Had het weer van Maandag en ook
nog van Dinsdagmorgep weinig goeds
voorspeld voor dezen tocht, in den
loop van den dag had het zich steeds
verbeterd en toen men aan boord ging
kon het weer voor een tocht met de
fraaie boot niet beter zijn geweest. Er
is dan ook door allen volop genoten,
/ten eerste bij het zien van de vis-
schervloot, die nu voor de buitenhaven
heen en- weer voer en waarvan de be
manning zwaaide naar de opvarenden
van de mailboot, die dezen groet gaar
ne beantwoordden als dank voor het
genotene. Dit deel van het feestpro
gramma mag dan ook als uitstekend ge
slaagd worden genoteerd.
De boot voer nu langs de Walcher-
sche kust met het fraaie gezicht op de
stad Vlissingen op de duinenreeks bij
Zoutelande afgewisseld met enkele vil
la's en zoo naar den beroemden West-
kapelschen zeedijk, welk grootsch werk
van enkele eeuwen geleden ook van
uit zee zulk eeen indrukwekkend
schouwspel biedt.
Verder ging het een eind de Noordzee
op, om na gekeerd t'e zijn denzelfden
weg terug te nemen en vervolgens nog
een flink eind de Westerschelde op te
varen.
Intusschen was in twee gedeelte in de
mooie salons der boot een uitstekend
verzorgd diner gebruikt, waaraan o.a.
aanzat de commissaris der Koningin in
Zooals wij eenige weken geleden mee-
deelden, zal het bij den grooten brand
op 7 December 1929 verwoeste gedeelte
van het Grand Hotel Verseput aan de
Lange Delft te Middelburg thans wor
den opgebouwd.
Het achtergedeelte dat, hoewel dit
van de straat af minder goed zichtbaar
is, toch nog een comfortabel hotel is,
blijft tijdens den nieuwen aanbouw in
exploitatie, terwijl maatregelen getrof
fen zijn dat de gasten van de uitbreiding
geen hinder ondervinden.
Wij beelden hierbij af het ontwerp
van den architect ir. A. Rothuizen te
Middelburg!
De uitbreiding zal omvatten een flin
ke conversatiezaal beganegronds, en een
dertien-tal kamers (met 22 bedden), 3
badkamers en de noodige toilets, ver
deeld over 3 verdiepingen, benevens de
daarbij noodige uitbreiding van centrale
verwarming, warm- en koudwaterinstal-
laties enz.
Het voornaamste van deze uitbreiding
is echter dat thans weer een gedeelte
van den geruïneerden straatwand der
Lange Delft zal worden hersteld.
De nieuwe gevel zal worden opge
trokken van dunne geel-bruine steenen
met plint van dunne donkerbruine
steen. De kap (die op nevenstaande
perspectiefteekeing niet zichtbaar is)
wordt gedekt met zwartverglaasde pan
nen, terwijl in den gevel uitsluitend
stalen ramen en deuren zullen worden
toegepast.
Met dit project is getracht in moder
nen geest de strakheid en geslotenheid
en daardoor de spanning in den straat-
wand terug te krijgen, welke de vroe
gere regentengevels in anderen vorm
daaraan verleenden.
Dat kan echter slechts ten volle wor
den verwezenlijkt, wanneer ook de
andere nog open terreinen in denzelf
den geest bebouwd zullen zijn.
De plannen zijn inmiddels, naar wij
vernemen, door B. en W. van Middel
burg goedgekeurd, zoodat de aanbeste
ding eerstdaags zal kunnen plaats heb
ben.
die dat wel zouden wenschen, in de
hoop dat hij, als de koning eens in een
goed humeur was, een goed woordje
voor hen zou doen.
„Ik weet 't niet, heer Adonis," ant
woordde de keurige luitenant heel be
leefd. „Maar als u wilt, zal ik er naar
informeeren."
„U bent wel vriendelijk en beleefd,"
antwoordde de dwerg hoffelijk. „Ik heb
haar een bericht over te brengen.
De officier begaf zich in de richting
van de koninklijke vertrekken, en Ado
nis begreep dat hij eenigen tijd zou
moeten wachten alvorens de officier zou
zijn teruggekeerd. Daarom ging hij zoo
lang in den hoek, waar hij stond, in de
schaduw staan, om geen aandacht te
trekken. Dat ging gemakkelijk genoeg,
zoolang de menigte zich in een dichten
drom bleef bewegen; maar dat duurde
niet lang, want hij hoorde in de zaal de
stem van iemand, die blijkbaar 'n groep
menschen toesprak, zoodat de vestibule
steeds leeger werd, omdat iedereen wil
de hooren Wat er gebeurde. Hoewel zijn
scharlaken roode kleeding de aandacht
t moest trekken, durfde hij niet weg te
gaan, uit vrees dat de officier hem niet
zou terugvinden. Eenigen tijd later zag
hij de prinses van Eboli aan den arm
van den hertog van Medina Sidonia; zij
scheen uit de zaal te komen en geluis
terd te hebben naar den persoon, die bij
de deur nog steeds sprak. Haar knappe
gezicht drukte een groote neerslachtig
heid en teleurstelling uit. Blijkbaar had
zij den dwerg gezien, want zij liep recht
op hem toe, en op een pas of zes van
hem verwijderd, nam zij afscheid van
den hertog, die na een diepe buiging
fmiip "JoTeL -Vu^Ejxd- MiedeLöuw
Zeeland, jhr. mr. J. W/. Quarles van
Ufford.
Bij de eerste tafel heeft de voorzitter
der A.N.y.V., de heer C. R. T. baron
Kraijenhoff, een dronk gewijd aan de
Maatschappij Zeeland, in het bijzonder
aan den president commissaris, den heer
Th. de Meester en aan den directeur.
De heer de Meester heeft hierop ge
antwoord en er op gewezen, dat hij in
drie functies aanwezig was, n.m.l. als
voorzitter van de V.V. te Naarden-
Bussum, als lid van het dagelijksch be
stuur van de A.N.V.V. en als president
commissaris van de Zeeland. Spr. bracht
dank voor de woorden van den voor
zitter en wekte de aanwezigen op voor
hun reizen naar Engeland gebruik te
maken van de Zeelandbooten.
Na de bijzonder heerlijke en goed ge
slaagde boottocht kwam men te ruim
tien uur weer aan den ponton te Vlis
singen terug en nam men plaats in de
gereed staande autobussen, die de con
gressisten naar Middelburg brachten.
De avond te Middelburg.
Op de Markt aldaar schitterde het
fraaie stadhuis in - een zee van licht,
daar V.V. aldaar de schijnwerpers had
doen ontsteken. Op den omgang van
den Choertoren deden af en toe de pad
vinders zich hooren en als deze rusten
klonk van boven uit den stadhuistoren
carillon muziek.
Op de bovenzaal van de sociëteit „De
gemaakt te hebben en haar vingertop
pen te hebben gekust, heen ging.
Adonis trok zijn mondhoeken nog
meer naar beneden, boog zijn hoofd nog
dieper en trachtte zoo ongelukkig mo
gelijk te kijken, in navolging van de
prinses. Zij bleef voor hem stil staan
en sprak in korte- zinnen en op gebie
denden toon.
„Wat beduidt dat allemaal?" vroeg
zij. „Zeg me dadelijk de waarheid; dat
zal 't best voor je zijn".
„Mevrouw", antwoordde Adonis met
al het zelfvertrouwen, dat hij bijeen kon
rapen, „ik geloof dat u de waarheid veel
beter kent dat ik".
De prinses fronste haar zwarte wenk
brauwen en haar oogen begonnen boos
te glinsteren. Titiaan zou in haar stren
ge gezicht den glimlach van de onbe
schaamd mooie Venus van zijn portreï,
dat hij van haar schilderde, toen zij in
het toppunt van 's konings gunst stond,
niet hebben herkend.
„Vriendje", zei ze spottend, „ik weet
niets, en jij alles. Vergeleken bij hetgeen
er thans aan het hof gebeurt, zou jouw
verdwijning van de wereld niet de min
ste waarde hebben, en daarom geef ik
je de verzekering da,t als je me niet ver
telt wat je weet, je morgen hier niet
meer bent en dat ik er voor zal zorgen,
dat je de volgende week als heksen
meester levend wordt verbrand. Versta
je me? En vertel me nu wie Don Jan
van Oostenrijk heeft gedood en waar
om, Vlug wat, want ik heb geen tijd".
Adonis kwam plotseling lot het be
sef dat het beter zou zijn Don Jan niet
te gehoorzamen dan deze toornige
Vergenoeging heeft de voorzitter ivan
V. V. te Middelburg, de heer mr. J.
Moolenburgh, de aanwezigen welkom
geheeten en medegedeeld wat in Mid
delburg bij nacht geboden werd, om
verder toe te zeggen, dat men Donder
dag de gasten nog eens overdag hoopt
te ontvangen.
De heer Kraijenhoff heeft met enkele
woorden dank gebracht vopr wat op de
ze wijze geboden" werd.
Daarna hebben allen zich nog eenigen
tijd verlustigd in wat te zien en te hoo
ren #was, en daarover was maar één
roep: Schitterend.
Toen stapte men weer in de auto's
om te Vlissingen te gaan uitrusten van
dezen vermoeienden dag en krachten
te verzamelen voor den derden dag.
Hedenmorgen stond op het program
ma een autotocht naar Zuid-Beveland,
een boottocht naar de Oesterbanken op
de Ooster-Schelde én'een kreeftenlunch
te Ierseke, waar ook de oesterputten
bezichtigd zouden worden-
Geref. Kerk.
Ds. A. Dondorp te Heemstede is be
roepen te Middelburg.
Geref. Kerken in H.V.
Aangenomen het beroep naar Am
sterdam-Centrum door ds. J. ter Scheg-
get te Harkema-Opeinde.
vrouw.
„Niemand heeft hem gedood", ant
woordde hij kortaf.
De prinses was van natuur heftig,
speciaal jegens haar ondergeschikten en
als ze zich boos maakte, was er van haar
waardigheid gauw niets meer te be
speuren. Zij greep den dwerg bij een
arm en schudde hem door elkaar.
„Geen grappen!" riep ze uit. „Hij
pleegde geen zelfmoord wie doodde
hem dus?"
„Niemand", herhaalde Adonis zonder
eenige vrees, want hij begreep hoe blij
ze zou zijn, als ze de waarheid vernam,
„Zijn hoogheid is heelemaal niet
dood 1
„Klein hondsvot!" De prinses schudde
hem weer woedend door elkaar en
dreigde hem met haar andere hand te
slaan.
Maar hij lachte er om.
„Heusch, mevrouw, de prins leeft en
is weer bijgekomen; hij zit in zijn stoel.
Ik heJb zooeven met hem gesproken.
Wilt u misschien met me meegaan naar
zijn kamer! Als hij daar niet goed en
wel is, verbrand me dan morgen als ket
ter".
De prinses stond zoo verbaasd, dat
zij hem los liet, want zij merkte dat hij
in vollen ernst sprak.
„Hij liep bij de vechterij een schram
op, maar de val was zijn dood waar
uit hij spoedig herrees en ik vertrouw
dat het oogenblik van zijn hemelvaart
van u zal afhangen".
(Wordt vervolgd).