DAMMEN EN SCHAKEN.
VOOR DE JEUGD. onder redactie van
DE MASSEUSE.
Mevrouw G. E. DE LILLE HOOGERWAARD.
EEN PINKSTER VERRASSING.
EXAMENTIJD.
DE STORM
8 Juni 1892.
Pieter de Visser oud-hoofd der
school te Serooskerke (W.) over
leden.
Op ruim 81-jarigen leeftijd nam
hij ontslag als onderwijzer (1 Oc
tober 1890). Geruimen tijd was hij
het oudste hoofd der school in ons
land. Hij was den 10 April 1809 te
Oost- en West-Souburg geboren,
In 1830 werd hij hoofdonderwijzer
te Serooskerke. Bij zijn overlijden
liet hij een hoogbejaarde weduwe
na, die 61 jaar zijn echtgenoote
mocht zijn.
De familie De Visser was in 't
midden der vorige eeuw een uitge
breide onderwijzersfamilie in Zee
land.
9 Juni 1818,
Het eiland Nieuw- en St. Joos-
land wordt met een dam aan Wal
cheren verbonden.
In 't jaar 1631 werd de eerste
polder St. Joosland ingedijkt, die
het begin is geweest van de ge
meente Nieuw- en St. Joosland.
Later kwamen tegen dien polder
nieuwe bedijkingen.
Van uit Middelburg liep het Ha
venkanaal in de Welsinge, een zee
arm tusschen Nieuw- en St. Joos
land en Walcheren.
Toen in 1817 Middelburg een
nieuw kanaal kreeg naar het Veer-
sche Gat, was het oude, ondiepe
vaarwater niet meer noodig. Mede
om de aanslibbing te bevorderen
werd in 1818 een dam gelegd van
het Nieuwland naar Walcheren.
Hierdoor werd de verbinding tus
schen het Arnemuidsche Gat en de
Welzinge ook afgesloten. Het veer
kwam natuurlijk te vervallen. Op
den breeden dam werd een weg
aangelegd, die aansloot met den
zandweg op den Oostdijk van het
oude havenkanaal. Deze weg, thans
de bekende breede Nieuwlandsche
weg, is in 1823 bestraat,
10 Juni 1496.
Prinses Johanna, dochter van
Ferdinand van Arragon en Isabel
la van Castilië komt met een vloot
van 135 schepen te Arnemuiden
aan.
Van hier wordt de reis voortge
zet naar de stad Lier in Brabant,
waar op 19 September 1496 haar
huwelijk voltrokken wordt met
Filips van Oostenrijk, Heer van de
meeste Nederlandsche gewesten.
Door dit huwelijk hebbé'n later
Spanje en Nederland dezelfde
vorsten gehad.
R. B. J. d. M.
(Nadruk verboden).
Zeer bijtijds in den vroegen mor
gen verlaat de masseuse haar ka
mers en loopt met bedrijvige pas
sen de straten door, de richting
uit van de villa-wijk. Nauwlettend
controleert zij haar horloge, blijft
even plotseling staan, trekt haar
notitieboekje te voorschijn, waarin
de uren van massage staan geno
teerd. Ach ja.... het is goed, om
acht uur moet zij in „villa Elisa
beth" zijn, bij de vrouw van den
rijken fabrikant, tachtig kilo ge
wicht. Om negen uur wordt zij bij
de barones v. T. verwacht, die
acht-en-zeventig kilo als haar
eigendom zich kan aanrekenen.
Om tien uur masseert zij enkele
gasten in het chique pension, ook
de zeer slanke Engelsche mrs. P.,
die, uit pure angst voor haar be-
tooverde slanke lijn, zich geregeld
aan de behandeling blijft onder
werpen. Dames uit de eerste krin
gen wachten op mevrouw Muller,
de masseuse. De meesten zijn rijke,
vaak zeer „gewichtige" mevrou
wen, die den heelen dag met li
chaamsverzorging, sport, dans, flirt,
wandelingen, autotochten, toilet
occupaties en andere pleziertjes
doorbrengen.
Mevrouw Muller staat vreemd
tegenover een dergelijk bestaan
van niets-doen. Elk uur van haar
aan zorgen rijk leven, is sedert
haar kinderjaren, gewijd aan werk,
aan plichten. Zij houdt van haar
beroep, doet het met volle toewij
ding. Zij bezit eerzucht, is trotsch
op haar prestaties die in het alge
meen en niet het minst door eer-
ste-klas-doktoren worden erkend.
Inderdaad, mevrouw Muller heeft
het in haar vak ver gebracht. Zij is
de meest gezochte masseuse van
de elegante wereld.
Met vreugde wordt zij door haar
hoogadellijke klanten op deftige
kasteelen ontvangen. Eveneens
met vreugde begroet wordt zij in
de kapitale huizen en villa's van
fabrikantsvrouwen en de „nieuwe"
rijken, bij de buitenlandsche clien
tèle in de voorname hotels en pen
sions, of bij vooraanstaande too-
neelspeelsters en zangeressen.
Kittige kamermeisjes en knech
ten in liverei geleiden de masseu
se tot aan .het slaapvertrek der
deftigheid.
„Goeie morgen, mevrouw be
groet mevrouw Muller met zekere
vertrouwelijkheid en tegelijk met
respect de haar wachtende dame.
„Hoe is het vandaag met u
„Goeie morgen, Mullertje
klinkt het vriendelijk terug uit den
mond der aangesprokene. „Hoe 't
mij gaat Zóó, zóó, lala
Mullertje treft nu de voorberei
dingen tot de massage. Langzaam,
in gebukte houding, loopt zij tus
schen de kostbare meubels door;
zij bindt zich een blinkende witte
schort voor ever haar blauw-wit
gestreept linnen japonnetje en
strijkt het grijze haar naar achte
ren. Met haar afgewerkte handen
tast zij over de toilettafel, zoekt er
tusschen kostbare spiegels en zil
ver gerei naar fleschjes met welrie
kende essences en tubes met geu
rige zalven. Tusschendoor luistert
zij opmerkzaam en beminnelijk
naar de verhalen harer dame, die
om sport draaien, om de aller
nieuwste, mondaine gebeurtenis, de
laatste première in de comedie, om
dienstboden-moeilijkheden en
familieoneenigheden.
Oh deze familie-aangelegenhe
den Wat al heeft mevrouw Mul
ler in haar jarenlange praktijk
moeten aanhooren Zij deed het
met geduld, met mild, moederlijk
begrijpen en plaatste af en toe een
raadgeving.
Ja, ja, die eenvoudige mevrouw
Muller heeft dikwijls haar voorna
me dames goed weten te raden.
Met fijne diplomatie in moeilijke
familie-aangelegenheden is ze
soms tusschenbeide gekomen en
heeft tantes en ooms, neven en
nichtjes met elkaar verzoend
En hoe vaak haar klantjes terug
gehouden van overijlde echtschei
dingen
Bij de lichaams-massage probeert
ze soms een lichte, inwerkende zie-
le-massage toe te passen als ze
zegt:
„Maar lieve mevrouwtje, be
denkt toch eens goed, wat voor ge
volgen een dergelijke daad na
zich sleeptvoor uw kinder
tjes; misschien minder voor u zelf,
maar u moogt uw moederplichten
niet vergeten Pardon, de nek
even wat buigen, astublief. Zóó,
dank u Wilt u de kleintjes dan
zonder moederlijk toezicht laten
opgroeien, overlaten aan gouver
nantes, betaalde menschen 7
Nog wat meer zalf En hen on
der tranen hun jeugd laten herden
ken later Alles door uw schuld,
mevrouwtje U wordt heusch
om de heupen al wat slanker
Ach, mevrouw, weet niet, wat u
begint. Luister noch naar mij, oude,
ervaren vrouw, die het leven kent
Wilt u nu eens even uw linker
been meer naar mij toebuigen
Blijf toch bij uw man, om uw kin
deren; vergeet niet uw moeder
plicht, mevrouwtje
Met lichtende uitdrukking in
haar mooie donkere oogen accen
tueert mevrouw Muller haar woor
den. En bij het woord „plicht"
strekt zij onwillekeurig haar gebo
gen gestalte. Plichtsbetrachting is
voor haar het hoogste gebod,
plichtverzaking is wat ze haar da
mesklanten verwijt.
„De dames doen mij leed", placht
ze menigmaal met een weemoedig
lachje te zeggen. „Bent u niet een
beetje als zorgelooze kinderen, die
hun tijd verspelen U leeft bijna
alléén voor het genot, maar als
de teleurstellingen in de liefde ko
men of als u uw fortuin ver
liest dan lijkt het wel of de
wereld voor al mijn dames in el
kaar stort.... Ja, ja, een leven
zonder luxe, zonder jours, rennen,
auto-tochten, etc. schijnt de dames
niet levenswaard.hoevelen
deserteeren er niet.Het ont
breekt haar aan plichtsgevoel, ze
laten smadelijk zichzelf en haar fa
milie in de steek.
„Wij, werkenden, wij leerden on
ze plichten van onze jeugd af, wij
moeten het brood voor ons en de
Brieven enz. betrekking hebben
de op deze rubriek, te richten aan
ondergeteekende.
Beide standen zijn uit het prac-
tische spel.
In no. 67 speelde zwart 1420
en wit toen 3025. Zwart toen
aan zet en won.
In no. 68 is wit aan zet en wint
twee schijven.
C. D. REZELMAN.
No. 67.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Z. 3, 6/9, 12/15, 17, 19, 22, 23.
W. 26, 30, 31, 33, 35, 36, 38, 39,
42, 43, 45, 47, 48.
onzen verdienen. Wij blijven, wij
moeten op post blijven, totdat een
hooger commando ons er af
roept.
Op een mooie herfstmorgen is
mevrouw Muller opnieuw op weg
naar haar „dames".
Is haar gezicht niet bleeker nog
dan anders, haar gestalte iets meer
gebogen
De morgen is koel; de aarde ligt
onder herfstbladeren bedekt, die
de wind van de boomen heeft af
gewaaid Huiverend trekt zij
haar mantel om de smalle schou
ders. Even daarna verdwijnt ze in
een groot huis, waar de beroemde
zangeres Lelia woont, van de groo-
te opera,
„Och, beste Muller", roept de
imponeerend-mooie vrouw de mas
seuse toe, „och, asjeblieft, bewerk
me vandaag maar eens extra goed.
Verbeeldt u, de hoofd-regisseur,
die ellendige kerel, zei gisteren te
gen mij, dat mijn hedendaagsche
hoog-dramatische lichaamsomvang
niet paste bij mijn jeugdige drama
tische stem. Hoe vindt u zoo
iets En luister eens, ik heb
een heel grappig, pikant coulissen-
schandaaltje gisteravond ook ge
had...."
Op dit oogenblik komt de kame
nier binnen en zegt dat mevrouw
Muller aan de telefoon wordt ge
roepen. De masseuse wordt bleek.
„Neemt u mij niet kwalijk, me
vrouw"; mompelt ze en gaat heen.
De diva knikt geërgerd en grijpt
naar een romannetje, dat op haar
toilettafel ligt.
Na eenige oogenblikken komt de
masseuse weer binnen. Langzamer
dan gewoonlijk treft ze haar voor
bereidingen.
„Nu gauw, Muller roept Lelia
ongeduldig. „Om twaalf uur moet
ik op de repetitie zijn En ze be
gint meteen over haar nieuwe the-
ater-costuums te praten, valt uit
over haar collega's, vertelt van
nieuwe rollen, zoolang, totdat het
J. DE HAAS.
No. 68.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Z. 2, 3, 6, 10/15, 19, 23/26.
W. 22, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 39,
40, 42, 43, 45, 48, 49.
Oplossingen no.s 63 en 64.
No. 63. W. 44—40, 28—23, 38—
32, 50—45, 45X23, 42—37, 47X27.
No. 64. W. 30—24, 37—31. 48—
42, 38—32, 32X5.
Hier volgt een zeer eenvoudig
eindspel voor beginners.
Z. 15, 25 en 28 dam.
W. 24, 2 dam en 45 dam.
Wit aan zet, speelt 2420 enz.
Het verdere verloop kan een
ieder wel vinden.
J. Scheeres, Delfzijl.
haar opvalt, hoe buitengewoon stil
het oude mevrouwtje zich houdt.
„Mullertje", vraagt de diva,
„wat ben je in jezelf gekeerd. Zeg
eens, hangt dit mogelijk samen
je telefoon-gesprek? Wie weet, wie
weet, Mullertje, wat voor dwaas
heden er nog uitgehaald worden.
Wie had zoo iets nog kunnen den
ken.Oh la la!" plaagt de
mooie vrouw, „Een afgezegd ren-
dez-vous.Biecht eens op,
Mullertje
Een.... afgezegd.... rendez
vous.... ja, ja.... mijn zoon....
kan vandaagniet meer bij me
komen.snikt het vrouwtje.
„Uw zoon Die opvallend-knap-
pe jongeman, met wien ik u eenige
weken geleden heb zien wande
len Ik herinner me wel...., ja,
ja.U vertelde me toen, dat hij
zoo'n prachtige betrekking had
veroverd. U was er zoo gelukkig
door.
Jaja.... mevrouw.... ja ja
oh snikt de masseuse opnieuw
en heete tranen rollen neer op de
mooie armen der diva.
„Om 's hemelswil, wat hebt u,
lieve Mullertje roept Lelia, ge
heel buiten zichzelf, uit en ziet vol
medelijden naar het vertrokken
gezicht der andere, die met trillen
de vingers doorgaat met haar mas
sage.
„Ik vraag wel excuus, me
vrouw.
„Zeg het toch Hebt u zorgen
Kan ik helpen Zeg toch eindelijk
eens wat."
„O, mevrouw.... men heeft me
daarnet getelefoneerd.... mijn
zoon zou n.l. vanmorgen ge
opereerd wordenen nu is hij
plotseling gestorven.
„Vreeselijk en daar zit u
nog hier en masseert maar door.
Waarom vliegt u niet nu naar
hem Laat me toch rusten Toe,
mevrouw Muller, waarom gaat u
niet oogenblikkelijk weg
Wankelend komt ze overeind, de
masseuse; met glimmende vinger
toppen, dik van de crème, staat ze
voor den divan van de ander en
zacht zegt ze, met moeite haar
stem vastheid trachtend te geven,
terwijl de tranen over haar afge
tobd gezichtje vallen:
„Begrijpt het toch.mevrouw.
ik kon u zóó toch niet in de steek
laten....; ik moet u klaar mas-
seeren. Dat is mijn plicht
De laatste jaren was de familie
Verschoor met Pinksteren altijd
naar een rustig plekje op de Velu-
we gegaan, waar allen van de
heerlijke, boschrijke omgeving ge
noten.
Maar dit jaar had Vader gezegd,
dat er niets van komen kon van
wege de bezuiniging,
„We blijven gezellig thuis," had
Moeder er aan toegevoegd.
„Bah wat vervelend riep Do-
ra uit, „Iedereen gaat uit.... bij
na iedereen verbeterde zij zich-
zelve, want al kon zij wel eens een
zeer ontevreden bui hebben, de
waarheid sprak zij steeds.
,,'t Is buiten met Pinksteren juist
zoo heerlijk zei Bob met een
zucht en zijn gedachten gingen
naar het aantrekkelijke, Gelder-
sche oord, waar evenveel boomen
waren als klinkers in hun straat.
Bob kon zich echter gemakke
lijker over teleurstellingen heen-
zetten dan zijn zusje, die bleef
mokken en het Vader en Moeder
niet gemakkelijk maakte.
En hoe meer Pinksteren nader
de, hoe humeuriger zij werd.
Moeder trachtte al eens ver
trouwelijk met haar meisje te pra
ten, maar.... veel helpen deed
het niet. Het denkbeeld, dat als
er dan bezuinigd worden moest
dit nu juist hun Pinksteruit
stapje hoefde te treffen, liet haar
niet los. Zóó duur was het immers
niet, als ze derde klas reisde en
desnoods één dag korter bleven
Een paar weken vóór Pinkste
ren was Vader ziek geworden en
moest het bed houden.
Toen Dora's 's Maandags vóór
Pinksteren naar bed ging, zag zij
Moeder dan ook met een bezorgd
gezicht uit de ziekenkamer ko
men.
Dora kon dien avond den slaap
maar niet vatten. Telkens moest
zij denken aan Moeders bedroefde
oogen. Alsals Vader maar be
ter werd
Plotseling snikte Dora het uit.
Moeder kwam eens kijken en
trachtte haar dochtertje tot be
daren te brengen, maar dit mocht
haar niet gelukken.
Eindelijk fluisterde Moeder
Dora in 't oor:
„Laat Vader je niet hooren,
Dora! Het zou hem zeker kwaad
doen
Deze woorden misten hun uit
werking niet en hoewel nu en dan
nog hevig nasnikkend, werd Dora
langzamerhand kalmer. Eindelijk
vroeg ze:
„V Vader wordt toch wel
beter. Moeder?"
„Dat willen we hopen, lieve
kind!" was alles, wat Moeder ant
woorden kon, „De dokter zegt,
dat Vader zich over niets bezorgd
maken mag en wij moeten trach
ten hem zooveel mogelijk op te
vroolijken."
„Waarmee, Moeder?" vroeg
Dora."
„Door Vader een opgewekt ge
zicht te toonen, als we bij hem
zijn.
Weer stroomden de waterlan
ders over Dora's wangen, toen 't
tot haar doordrong, hoe zelfzuch
tig zij den laatsten tijd geweest
was. En alleen de gedachte: dat
Vader haar niet hooren mocht,
deed haar tranen opnieuw opdro
gen.
Nadat Moeder haar toegedekt
had, bleef Dora nog lang wakker
liggen en toen de slaap zich ein
delijk over haar ontfermde,
droomde zij onrustig. Er was ook
zooveel in haar hoofdje omgegaan
dien avond
Zaterdag vóór Pinksteren sta
ken Dora en Bob de hoofden bij
een. Ze fluisterden op geheimzin-
nigen, gewichtigen toon en het
eind van hun bespreking was, dat
ze ieder, met den inhoud van hun
spaarpot gewapend, aan Moeder
zeiden, dat ze „even een bood
schap" gingen doen.
Regelrecht liepen zij naar een
bloemenwinkel, waar zij niet al
leen een mooie vaas met prachti
ge irissen voor hun opgespaarde
geld kochten, maar er ook nog ge
noeg van overhielden om allerlei
losse bloemen te koopen om er Va
ders kamer mee te versieren, want
morgen, eerste Pinksterdag, zou
Vader, die gelukkig weer aan de
beterende hand was, voor 't eerst
een uurtje in de huiskamer op den
divan mogen liggen.
Met hun schatten thuiskomend,
moesten ze Moeder hun geheim
wel vertellen en Moeder vond het
„een prachtplan". Moeder keek
nu weer veel vroolijker dan in het
begin der week en foen zij al die
bloemen zag, straalde haar gezicht
zelfs.
„Wat zal Vader verrast zijn
zei ze dan ook en Dora en Bob ke
ken angstig naar de deur: Vader
mocht immers niets hooren, want
dan zou alle aardigheid er natuur
lijk af zijn
De bloemen werden nu in kan
nen met water in den kelder gezet,
waar ze tot den volgenden dag
verbannen bleven.
Op den eersten Pinkstermorgen
hadden Dora en Bob het druk met
de huiskamer te versieren. En
toen Vader, op den arm van Moe
der leunend, binnenkwam, was hij
zóó ontdaan, dat hij geen woord
uitbrengen kon. Lang duurde dit
echter niet. Toen bedankte hij zijn
kinderen hartelijk voor de mooie
Pinksterverrassing.
„Wat 'n heerlijke Pinksterdagen
zullen we hebben zei Vader.
Verbeelde Dora het zich, of
knikte Vader haar nog eens extra
toe Zij kon het niet met zeker
heid zeggen, maar toen zij op den
tweeden Pinksterdag naar bed
ging, wist zij wel, dat zij al wa
ren zij dan ook niet uitgegaan
toch heerlijke Pinksterdagen ge
had had.
Vader werd beter en dat akeli
ge, ontevreden gevoel, dat de laat
ste weken binnenin haar geknaagd
had, was als bij tooverslag ver
dwenen. Zij kon nu eigenlijk niet
begrijpen, dat zij het eerst zoo
akelig gevonden had de Pinkster
dagen thuis te moeten doorbren
gen
De zomer nadert meer en meer,
Je kunt 't aan alles merken.
En met den zomer komt de tijd
Van vlijtig, ernstig werken.
Wat deert ons, kind'ren, nu het
weer,
Al is dat nat en frisch
We hebben zóóveel werk te doen,
Voordat 't vacantie is
Het zijn nu drukke weken, hoor
Nog wel een stuk of zes
Voor kind'ren van de Laag're
School,
Van 't Gym en H.B.S.
Maar als je goed geslaagd bent en
De kleintjes zijn verhoogd,
Beantwoordt de vacantie pas
Aan 't doel, dat ze beoogt.
Een tijd van zalig niets doen en
Geen huiswerk en geen taak.
Slechts frank en vrij genieten, ha
Een maand vol van vermaak.
Die heerlijke vacantie, die
Ons toch zoo tegenlacht.
Eerst „werken" is de boodschap,
want
't Wordt niemand thuis gebracht!
R, Asscher van der
Molen.
De Storm loeit langs de huizen,
Schijnt nog niet uitgeraasd.
Waarom maakt hij toch beenen
Of heeft hij soms zoo'n haast?
Hij wil ons wat vertellen,
Verstaan doen wij hem niet.
En geen van ons hoe jammer!
Was ooit daar, waar j'm ziet!
Zeg Storm, toe wees eens aardig!
Wil j'ons plezier doen, ja?
Jaag dan de lieve Lente
Toch alsjeblieft niet na!