BINNENLAND.
DOLORES DE MENDOZA.
ZEELAND.
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MTODELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 1 JUNI 1933. N». 128
,,L zei vervolgde Philips meedoogen-
PERSKRONIEK.
MIDDELBURG.
¥USS!NGEN.
NEDERLAND EN BELGIE.
De sluizen te Terneuzen en
Ternaaien.
De correspondent te Brussel van de
K Rott. Crt. schrijft:
De Nation Beige van Dinsdag 30 Mei
heeft onder den titel: „Les inadmissi-
bles prétentions de la Hollande" een
artikel gewijd aan de kwestie van de
nieuwe ■^ee'sluis „te Terneuzen en
Baar verband met het Limburgsche ka-
nalenvraagstuk. Het Brusselsche blad
beweert, dat Nederland in 1895 de ver
plichting op zich nam een tweede zee
sluis, welke door België zou worden
bekostigd, te Terneuzen te laten
bouwen en aarzelt niet te schrijven dat
Nederland zijne internationale verplich
tingen ten opzichte van België, vast
gelegd in de tractaten van 1839 en 1842,
heeft geschonden door het sluiten van
het Sloe, het leggen van een afsluitdijk
in de Oosterschelde, het doen van
schietoefeningen in de Wielingen,
vlak voor Zeebrugge en het niet belet
ten van het gebruiken door de Duit-
schers tijdens den oorlog van dezelfde
Wielingen als vlootbasis.
Hare traditie getrouw geeft de Na
tion Beige verder nogmaals een ver
keerde voorstelling van de houding
door Nederland, tijdens den oorlog aan
genomen ten opzichte van de Rijngrint-
kwestie alsook van den doortocht der
terugtrekkende Duitsche troepen door
Zuid-Limburg, bij den wapenstilstand,
om ten slotte te beweren dat Nederland
bij het bouwen van het Julianakanaal,
zonder schroom het Nederlandsch-Bel-
gisch Verdrag van 12 Mei 1863, waarbij
het regime van de gemeenschappelijke
Maas in Limburg wordt geregeld, heeft
geschonden. Dit zou gebeurd zijn door
het uitvoeren van werken, behoorende
tot het Julianakanaal vlak bij het dorp
Elsloo en den grenspaal 111 en nog 800
meter benoorden deze plaats, telkens
op minder dan 150 meter afstand van
den „thalweg" der Maas, wat verboden
zou zijn bij artikel 12 van voornoemd
verdrag.
De Belgische regeering zou, altijd
onistisch verleden maar niet kan ver
volgens hetzelfde blad, dat zijn annexi-
geten, het verdrag van 1863 op de
meest nauwgezette wijze hebben toe
gepast en dan ook het in November
1929 aanbestede tracé ViséBriegden
van het Albertkanaal in verband daar
mede hebben gewijzigd. Dit leidde tot
een verhooging der verwachte uitgaven
met 150 millioen francs. De Nederland-
sche inbreuken op het verdrag van 1863
zijn van dien aard, om de veiligheid
van de oeverbevolking in Belgisch
Limburg, door de wijzigingen aan het
regime der Maas toegebracht, in gevaar
te brengen!
De conclusie van het voor Nederland
zeer onvriendelijke stuk luidt, dat het
onzinnig moet worden geacht in derge
lijke omstandigheden de totstandkoming
van de tweede sluis te Terneuzen af
hankelijk te willen maken van de voor
afgaande verbinding van het Albertka
naal met het concurreerende Juliana
kanaal, dat tegen België is gericht en
zoowel wat betreft zijn tracé als zijn
stabiliteit in strijd is met het Neder-
landsch-Belgisch verdrag van 1863.
VERKEERSMAATREGELEN IN
WILLEMSTAD.
Nu, door voorloopige voorzieningen,
voorshands de ergste bezwaren zijn weg
genomen, gaat thans reeds geleidelijk
weer meer verkeer van en naar Hol
land, annex Zuid-Hollandsche eilanden,
West Noord-Brabant, Zeeland,
België en Frankrijk, langs de route, via
den rivieroverg^ng Numansdorp-Wil
lemstad.
In verband daarmede wordt het be
staande veermaterxaal binnenkort sue-
EeD geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
53)
••1' i". at u ^°n Jan hebt gedood, ter-
W1i' hli °^éewapend was. Is dat waar?"
j n*,r j°êheid was ongewapend",
sprak Mendoza met bijna op elkaar ge
klemde tanden, want hij leed onuit
sprekelijk.
„Ongewapend", herhaalde hij in de
richting van Perez, die vlug doorschreef.
„U hadt hem toch een kans moeten la
ten zich te verdedigen; dan zou u meer
als soldaat hebben gehandeld. Was er
een twist, voordat u hem aanviel?"
„Neen, Wij hebben geen woord tot el
kaar gesproken". M/endoza trachtte Phi
lips hem in de oogen te doen zien, maar
de koning wilde hem niet aankijken.
„Er was dus geen woordenwisseling",
zei de koning tot Perez. „Dat bewijst
dat de moord met voorbedachten rade
geschiedde. Schrijf dat op is zeer be
langrijk. U kunt hem uw degen niet in
rué hebben gestooten, wamt hij zal
zich wel omgedraaid hebben, toen hij u
binnenkomen. Waar was de
wond?
„De wond, die zijn hoogheid doodde,
zal bij het hart worden gevonden".
„rroe wreed!" Philips keek naar zijn
cessievelijk verbeterd en met het oog
op de Pinksteren worden, voor zoover
noodig, extra vaarten ingelegd, naast de
gewone veerdiensten.
Fascistische laster!
Wij lezen in het (lib.) weekblad „De
Vrijheid":
Zekere heer Van Eysden, secretaris
van het Verbond van Nationalisten
(een schepping van een zeteljagenden
dokter, die in politiek opzicht kwalijk
au sérieux kan worden genomen) heeft
in De Maasbode van 11 Mei allerlei
dwaasheden verkondigd over de Ne-
derlandsche vrijmetselaars, die verschil
lende bladen in handen zouden hebben,
de Mussert-groep met geld zouden steu
nen, anti-monarchaal zouden zijn en de
hemel wete wat nog meer. In een waar-
digen open brief komen de heeren Van
Tongeren en Faubel, grootmeester en
grootsecretaris der Orde van Vrijmet
selaren, hiertegen op. Zij toonen aan,
hoezeer zij van verschillende zijden be
lasterd worden; zij constateeren met
klem van argumenten, dat zij zoowel
goede Nederlanders en oprechte aan
hangers van ons Koningshuis als huma
nistische voorstanders van een broe
derschap der menschen zijn.
Van die broederschapsgedachte zijn
de meeste kibbelende, kijvende, kwaad
sprekende fascistische groepjes nog ver
re. Wij, die zelf door geen enkelen
band met de Vrijmetselarij verbonden
zijn en dus zeker niet van partijdigheid
verdacht kunnen worden verklaren
gaarne, dat naar onze vaste overtuiging
de Nederlandsche vrijmetselaars trou
we medeburgers zijn, wien door derge
lijke valsche aantijgingen grievend on
recht wordt aangedaan.
Al zijn wij geen partij in het geding,
tot oordeelen bevoegd achten wij ons
toch wel. Om maar een ding te noemen:
Verschillende geschriften, waarin op
nobele wijze de vrijmetselaarsgedach
te vertolkt wordt, zijn ons in den loop
der jaren toegezonden. Het is ons niet
mogelijk geweest, aan alle een uitvoeri
ge bespreking te wijden. Maar zij ver
dienden dat stellig, wat van de uitbraak-
selen van de Van Eysden's en consorten
kwalijk gezegd kan worden.
ttHrr<TWEwagBEaKgTtr-wwT«MMc—i B—
ZEEUWSCHE HERVORMDE
DIACONESSEN INRICHTING.
Woensdag hield de ZHDI haar jaar
vergadering in het Militair Tehuis te
Middelburg onder voorzitterschap
van den secretaris, ds. P. J, Steinz uit
Goes, die in zijn openingswoord het
heengaan memoreerde van den voorzit
ter, ds .J. de Visser, die zoo met hart
en ziel voor de Vereeniging heeft ge
werkt en wiens nagedachtenis bij allen
in groote eere zal worden gehouden.
De leden hoorden deze woorden
staande aa,n. Ds. Steinz ging daarna voor
in gebed en heette allen welkom in het
bijzonder jhr. dr. Roëll, geneesheer
directeur van het Sanatorium Zonneglo
ren te Soest, die een inleiding zou hou
den. Verder de vertegenwoordigers van
bevrienden organisaties en de zusters.
In het jaarverslag wijst ds. Steinz er
op, dat de naam der vereeniging tot ver
warring aanleiding kan geven. Een in
richting, zooals de oprichters der ver
eeniging zich dat voorstelde, is er nooit
gekomen, de aan de vereeniging verbon
den zusters zijn slechts voor een deel
diacones, Spr. dankt alle zusters voor
hun harden arbeid en wijst ten slotte op
de noodzakelijkheid van het voeren van
een krachtige propaganda.
eigen handen, en schudde droevig het
hoofd. „Hoe wreed! Hoe ontzettend
wreed!" herhaalde hij zachtjes.
„Ik moet erkennen dat het een erg
wreede dood was", zei Mendoz^, hem
strak aankijkende. „Daarin heeft uwe
majesteit volkomen gelijk".
„Hebt u uw dochter gezien vóór of
nadat u den moord beging?" vroeg de
koning kalm.
„Ik heb mijn dochter sinds de moord
werd gepleegd, niet gezien".
„Maar te voren zag u haar wel. Nauw
keurig elk woord opschrijven, Perez. U
zei haar te hebben gezien, vóór u 't
deedt".
„Dat heb ik niet gezegd", zei Mendo
za met nadruk.
„Het maakt ook weinig verschil", zei
de koning. „Alleen, indien u haar met
zijn hoogheid hadt gezien, zou het schij
nen da,t de moord minder in koelen
bloede was begaan, meer niet. Er zou
dan zoo iets geweest zijn als een natuur
lijke provocatie".
Op dit oogenblik hoorde men een ge
luid, alsof iemand aan de deur krabbel
de. Dat was de gewone wijze om te ver
zoeken te worden toegelaten, als het
zeer dringende zaken betrof. Dadelijk
stond Perez op, en nadat de koning bad
geknikt, ging hij naar de deur. Toen hij
die opende, werd hem door iemand een
gevouwen papier op een gouden presen
teerblad voorgehouden. Hij bood het
Philips, op één knie voor hem knielen-
De vergadering keurde het jaarverslag
goed en ook de rekening van den pen
ningmeester, mr. H. F. Lantsheer, welke
rekening begon met een goed slot van
126 en sloot met een van 94. De
vergadering koos tot bestuurslid den
heer ds. P. J. F. v. Voorst Vader.
De behandeling van lijders
aan tuberculose.
Over dit ontwerp sprak vervolgens
jhr. dr, Roëll. Spr. wees er op gaarne
naar Zeeland te zijn gekomen, omdat hij
weet dat daar vele vrienden van Zon
negloren zijn- Men gaat tegenwoordig
spoediger over tot behandeling van
patiënten aan huis, omdat het sanatori-
umverpleging te duur is. Spr. wijst er
op, dat het sterftecijfer aan t.b.c. in
Nederland het laagst is, maar vooral is
dit het geval in de groote steden, want
op het platteland is het grooter. Maar
toch is over het algemeen een daling
in het sterftecijfer, waarbij spreker er
op wijst, dat het toch hooger is bij
vrouwen dan bij mannen.
Het sterftecijfer kent men maar
nog lang niet alle ziektegevallen.
Spr. wijst dan op enkele speciale
gevallen uit zijn praktijk mede aan de
hand van enkele foto's en zegt dat er
verschillende geneeswijzen zijn. Ook de
nazorgbehandeling besprak dr. Roëll,
en zeide ten slotte, dat men moet trach
ten kapitaal te vormen voor onderhoud
en zoo noodig uitbreiding der inrich
ting.
De Voorzitter bracht den inlei
der dank, wees er op, dat dit jaar te
Goes wel weer een speldjesdag zal kun
nen plaats hebben voor Zonnegloren en
gaf gelegenheid vragen te stellen of op
merkingen te maken.
Hiervan maakte men bescheiden ge
bruik en kon de inleider antwoorden,
dat de keuze tusschen Zwitserland of
eigen land voor verpleging hem niet be
slist tot het eerste doet adviseeren.
Op verzoek van den voorzitter sloot
ds. van Voorst Vader de vergadering
met dankzegging,
HET MIDDELBURGSCH
MUZIEKKORPS.
Algemeene vergadering.
Jaarverslag.
In de Dinsdag onder voorzitterschap
van den heer P. W. M. Hoeden van
Hoogelande gehouden vergade
ring van de Vereeniging „Het Middel-
burgsch Muziekkorps", bracht de secre
taris-penningmeester, de heer P. L u-
t e ij n, het jaarverslag over 1932 uit.
Na de groote verandering in het be
stuur te hebben gemetnoreerd, n.l. het
aftreden van de heeren mr. J. Adriaanse
en dr. J. C. Kindermanp en het zitting
nemen van de heeren Hoegen van Hooge
lande; J. L. A. baron van Ittersum én
P. Blaauw, deelt de secretaris mede, dat
het aantal werkende leden van het
korps op 31 December j.l. 40 bedroeg.
Een gevoelig verlies leed het korps door
het overlijden van den verdienstelijken
fluitist J, J. Lampert, wiens ijver en be
kwaamheid zeer gewaardeerd werden.
Het korps heeft van zijne deelneming
doen blijken door hem grafwaarts te lei
den onder de tonen van Chopins „Mar-
che funèbre".
Het korps gaf in 1932 in totaal 22
concerten, n.l. 12 dienstconcerten, waar
van 10 op het Molenwater en 2 op de
Markt, 6 Abdij-concerten, waarvan 1
met medewerking van Middelburgs
Mannenkoor, terwijl gedurende de feest-
week van Handelsbelang 4 concerten ge
geven werden, voor rekening der ver-
de, allereerbiedigst aan, waarna hij on
middellijk weer na.ar zijn plaats ging.
Voorzichtig deed de koning het stuk
papier open. De kamer was zoo goed
verlicht, dat hij kon lezen zonder van
plaats te veranderen. Vlug las hij tot
het einde en begon toen met noch meer
aandacht weer van voren af aan. Hij
vertrok geen spier van zijn gezicht, ter
wijl hij daarna het papier nauwkeurig
weer in zijn vorige vouwen terugbracht.
Toen zweeg hij eenigen tijd. Perez hield
zijn pen al gereed, haar nu en da(n
machinaal bewegend, alsof hij in de
lucht schreef. Hij staarde naar het vuur
en was in zijn eigen gedachten verdiept,
maar zijn ooren waren op hun hoede.
,,U weigert dus toe te stemmen dat
u uw'dochter met Don Jan hebt aange
troffen?" vroeg hij.
„Ik heb hen niet samen aangetroffen",
antwoordde Mendoza. „Dat heb ik al
gezegd". Hij werd prikkelbaar onder het
steeds gerekte kruisverhoor.
„Zoo, hebt u dat niet gezegd! Mijn
geheugen is echter heel goed, en mocht
het eens falen, dan staat toch alles op
schrift. Ik meen dat u slechts weigerde
te antwoorden, toen ik u vroeg of u be
kend was met hun samenzijn dat wil
dus zeggen, dat u er wel mee bekend
was. Is 't zoo niet, Perez?"
„Zoo is 't, sire". De secretaris had
reeds de plaats, waar het in de notities
stond, gevonden.
„Blijft u halsstarrig weigeren te be-
eengingen Handelsbelang, Uit het Volk-
Voor het Volk en het Comité der Elga-
wa. Bovendien had op 31 Augustus de
traditionaal geworden fakkeloptocht
plaats, ouder gewoonte op touw gezet
door Uit het Volk-Voor het Volk. Op
die concerten zijn in totaal uitgevoerd
142 nummers, w.o. 23 nieuwe. Tot het
instudeeren daarvan zijn 54 repetities
gehouden, waarvan 13 extra. De oplei
dingscursus bestond op 31 December
uit 11 leerlingen, n.l. 5 voor klein koper,
4 voor clarinet, 1 voor saxophone en 1
voor fluit. Van deze leerlingen zijn er
enkele, die reeds in het ensemble mee-
blazen, doch nog voortdurend les nemen,
ten einde meer vaardigheid in de be
handeling van hun instrument te krijgen,
waardoor eventueele bevordering tot
het bezetten eener meer verantwoorde
lijke partij ook voor hen mogelijk ge
maakt wordt.
Wat den financieelen toestand der
Vereeniging betreft, de ontvangsten be
droegen 7512.48, de uitgaven 7461.73,
zoodat de rekening sluit met een batig
slot van 50.75. Het jaar heeft dus geen
tekort opgeleverd, wat o.a. een gevolg
is van het feit, dat er weinig nieuwe in
strumenten aangekocht zijn. Ondanks
het batige saldo van dit jaar ziet de
toekomst er echter vrij somber uit.
Korting der gemeente-subsidie hangt
de vereeniging boven het hoofd (is in-
tusschen reeds een feit geworden en
nog in ergere mate, dan het bestuur ver
wacht had), terwijl de opbrengst van de
jaarlijksche bijdragen der contribuanten
sterk dalende blijft. Voor een deel is dit
onvermijdelijk, een gevolg van vertrek
en overlijden. Anderdeels en in hoofd
zaak door de talrijke bedankjes, die in
komen als gevolg van de tijdsomstandig
heden. De secretaris is volkomen over
tuigd, dat vele menschen bezuinigen
moeten, wat zich bijv. uit in verminde
ring van het contributiebedrag van
2.50 op f 1.50.
Zij geven ten minste nog blijk van be
langstelling en goeden wil. Hoe scherp
steekt daarbij af het gebaar van ande
ren, die radicaal bedanken, dikwijls voor
bedragen van 5, 10 en nog hoogere,
terwijl vaak blijkt, dat zij zich zelf, wat
hun particuliere genoegens betreft, geen
enkele beperking opleggen. De secreta
ris heeft dan ook de vaste overtuiging
en hij vermoedt, dat vele penningmees
ters daarmee zullen instemmen, dat de
woorden crisis, malaise, slechte tijds
omstandigheden, dikwijls worden mis
bruikt om aan de contributie van ver-
eenigingen, te ontkomen. Dat door der
gelijke handelingen tal van corporaties,
die door hun optreden, op gezette tijden
in de eentonigheid van het dagelijksche
leven, wat variatie en kleur brengen,
ernstig in hun bestaan worden bedreigd,
hieraan wordt blijkbaar niet gedacht, of
het legt geen gewicht in de schaal. Tot
het te laat is!
Het Bestuur zal dan ook ernstig moe
ten overwegen, welke maatregelen ge
nomen dienen te worden, om de dalen
de contributie lijn in een stijgende te
doen veranderen. Baart de contributie
zorg, niet minder is dit het geval met
de Abdij-concerten. Had men niet, even
als het vorige jaar, van den heer I. P.
J. de Groot, de vrije beschikking over
een groot aantal banken gekregen, dan
zouden deze concerten dit jaar een te
kort opgeleverd hebben. Een woord van
hartelijken dank namens het bestuur
aan den heer de Groot mag in dit ver
band naar de secretaris terecht meent
zeker niet achterwege blijven.
Intusschen zal het de vraag zijn of
al bij voorbaat vastgesteld kan worden
dat in het a.s. seizoen zes Abdijconcer
ten gegeven zullen worden dan wel
of na ieder concert beslist zal worden
of er een ander volgen zal, welke be
slissing dan afhankelijk zal zijn aan
de opbrengst der collecte, bijzondere
omstandigheden, ongunstig weder bijv.
kennen dat u vófor den moord positieve
bewijzen had van de schuld uwer doch
ter?"
„Dat kan ik niet bekennen, sire, want
het zou een onwaarheid zijn".
„Uw dochter heeft het sindsdien zelf
bekend", zei de koning, het opgevouwen
briefje vertoonende, terwijl hij eindelijk
zijn slachtoffer aankeek. Zoo mogelijk
werd Mendoza nog bleeker dan te voren
en hij schrok zichtbaar.
„Dat zal ik nooit gelooven!" riep hij
luid uit en toch hoorde men in de
stem ziin angst voor zijn kind.
„Enkele oogenblikken voordat dit
briefje werd geschreven", zei Philips
kalm, „kwam uw dochter de troonzaal
binnen en sprak, staande op de treden
van den troon, het hof toe een zeer
ongepaste handelwijze, die Ruy Gomez
had moeten beletten. Uw dochter Do
lores zoo heet zij immers? beken
de onder de diepste stilte, dat zij ja,
het is zoo iets vreeselijks, dat het me
moeite kost het te zeggen 1 dat zij be
zweek voor den drang, die wijlen zijn
hoogheid op haar uitoefende, dat zij van
avond langen tijd bij hem was en zoo
waar in zijn slaapkamer, toen hij werd
vermoord".
„Dat is een leugen!" riep Mendoza
heftig uit. „Het is een afschuwelijke
leugen zij was niet in de kamer!"
„Zij heeft het zelf verklaard", ant
woordde Philips. „U kunt toch nauwe
lijks aannemen dat een meisje zoo'n
daar gelaten. In dit geval hebben de
bezoekers door hun meerdere of min
dere offervaardigheid zelf het voortbe
staan der Abdijconcerten in handen.
Daarvoor is het noodig, dat ieder
naar gelang van zijn krachten zijn
bijdrage offert, daarvoor noodig, dat er
een eind komt aan het opzettelijk ne-
geeren der collectebussen, zooals nog
zoo vaak gebeurt. Want de secre
taris herhaalt hier wat hij vroeger reeds
beweerd heeft zoodra de ontvangsten
de uitgaven niet meer dekken, zoodra
er dus uit andere middelen bijgepast
moet worden, is het met deze concer
ten hoe gewaardeerd zij overigens
ook door honderden bezoekers mogen
zijn afgeloopen, deze luxe kan de kas
zich niet permitteeren. Spr. doet dan
ook een dringend beroep op de bezoe
kers der Abdijconcerten, speciaal op
hen, die het korps nog steeds hun steun
onthielden, om door meerdere offer
vaardigheid het voortbestaan dezer uit
voeringen te waarborgen.
De Vereeniging gaat ongetwijfeld een
donkeren tend tegemoet, maar toch hoopt
het Bestuur er zich doorheen te slaan,
indien Middelburgs ingezetenen het be
stuur niet in nden steek laten.
De secretaris eindigt zijn verslag met
een woord van dank aan den directeur
en de werkende leden, voor alles wat zij
in 1932 presteerden, speciaal aan een
hunner, die thans reeds voor de tweede
maal de muziekbibliotheek van het
korps bedacht door de schenking van
een nieuw nummer. Dank vooral ook
aan allen, die het korps trouw bleven
steunen met hun bijdragen en daardoor
het voortbestaan mogelijk helpen maken
van een korps, dat reeds meer dan een
eeuw zijn tonen in de stad heeft doen
weerklinken.
De vergadering keurde het verslag
goed met woorden van dank van den
voorzitter tot den secretaris.
Eveneens keurde zij de rekening goed
en koos zij opnieuw tot bestuurslid den
heer H. C. Wielandt.
Vereeniging voor Ziekenhuisver
pleging gevestigd te Vlissingen.
Aan het jaarverslag over 1932 van
bovengenoemde vereeniging, uitge
bracht door den secretaris-penning
meester, den heer J. de Mei), ontleenen
wij het volgende:
Het jaar 1932 is op het gebied der
Ziekenhuisverpleging een zeer bewogen
jaar geweest. Het geheele jaar stond in
het teeken van de opheffing van het
gemeentelijk ziekenhuis, het Gasthuis.
Wat de ziekenhuisverpleging der le
den betreft, kan gesproken worden van
een vrij goed jaar, het jaarverslag van
den penningmeester toont aan dat het
bestuur zeer goed aan de verplichtin
gen kon voldoen en nog een klein over
schot kweekte.
De controle op de opname en het
verblijf in een ziekenhuis werd thans
een geheel jaar voortgezet en hoewel
zeer zeker opgemerkt mag worden, dat
deze controle niet in scherpen vorm
is toegepast, meent het bestuur toch
dat de verkregen resultaten met dit toe
zicht nauw verband houden. Een woord
van dank aan dr. Van der Bijl voor dit
geheel belangeloos werk acht de heer
De Meij ongetwijfeld op zijn plaats.
Het ledental bedroeg op 1 Jan. 1932
in totaal 10.118 en op 31 Dec. 1932
10.944, alzoo een vermeerdering met
826 zielen.
Ook nu zette de stijging van het le
dental zich ongehinderd voort. Dat in
een zoo moeilijk jaar en na drie vooraf
gaande jaren van sterken groei het le
dental een vermeerdering toont van
ruim 800, toont wel heel duidelijk aan,
dat de vereeniging in een sterk gevoel
de behoefte voorziet.
In de samenstelling van het bestuur
kwam geen verandering. Weliswaar
vreeselijk getuigenis tegen zich zelf zal
afleggen, als het niet waar is, zelfs niet
als zij haar vader er door zou kunnen
redden. Zij voegde er aan toe dat zijn
hoogheid niet door u werd gedood. Maar
dat is kinderachtig. Zij zag u klaarblijke
lijk de daad begaan en heeft ronduit be
kend dat zij in de kamer was mis
schien ergens achter verstopt, aange
zien u absoluut weigert te erkennen, dat
u haar daar hebt gezien. Het is duide
lijk dat u hen samen hebt aangetroffen
en dat u zijn hoogheid voor de oogen
van uw dochter hebt gedood. Waarom
dit nu niet te bekennen, Mendoza? De
daad zou dan minder den schijn hebben
in koelen bloede begaan te zijn. De pro
vocatie toch was niet gering
„Ze was er niet", protesteerde Men
doza, den koning in de rede vallend; hij
was zich niet meer geheel meester.
„Ze was er wel, aangezien ze het zelf
bekend heeft. Ik duld echter niet dat u
me in de rede valt. Ze was er en met
haar verklaring za.l rekening worden ge
houden. M'aar zelfs, al hebt u haar niet
gezien, dan weet u toch niet of zij er
niet was. Hebt u de kamer doorzocht?
Hebt u achter de gordijnen gekeken?"
„Neen". De strenge, oude man scheen
lichamelijk te lijden door de vernede
ring, waaraan hij bloot stond.
(Wordt vervolgd).