DOLORES DE MENDOZA.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 31 «EI 1933. No. 127.
HET STOPZETTEN VAN HÉT
PERSONENVERVOER DOOR DE
SPOORWEG-MAATSCHAPPIJ
ZUID-BEVELAND.
ÏJD
-EN,
of
[ijke
lar-
ïgte
M
2IÜD-BEVELAND.
ra
ld
(>p
kat-
it".
Ue-
idd.
en
la's,
Icht
de
fsa-
jer-
bip-
L.
100.
ad-
ge-
óók
een
lei-
Itsec
3ek-
rafti
ri,
dans
W
of
tot.
9>-—
Men schrijft ons:
De circulaire, die de daartoe ingestel
de commissie aan de gemeente- en pol
derbesturen heeft toegezonden, zal bin
nenkort in de verschillende vergaderin
gen van gemeenteraden en polders be
handeld worden. Een nadere bespreking
daarvan lijkt daarom gewenscht. Daar
bij moet in de eerste plaats worden te
ruggegaan naar het jaar 1920, toen de
oprichting van de Spoorweg-Maatschap
pij werd voorbereid. Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland hebben zich toen tot
de belanghebbenden gewend met een
circulaire, waarin de grondslagen wer
den uiteengezet, waarop de voor den
bouw van den spoorweg benoodigde gel
den zouden kunnen worden bijeenge
bracht.
De voornaamste punten dezer circu
laire, die thans van belang zijn en die
aanleiding tot verschil van opvatting
hebben gegeven, zijn de volgende;
lo. De door de belanghebbenden te
betalen annuïteiten zijn berekend tegen
een rentevoet van 6% pet. De destijds
fungeerende directeur der Spoorweg-
Mij. Zuid-Beveland, wijlen dr. J. W.
Jenny Weyerman, heeft toegezegd, dat
indien tegen een lager bedrag geleend
zou kunnen worden, het daaruit voort
spruitende voordeel aan de belangheb
benden ten goede zou komen.
2o. De bijdragen waren berekend te
gen een bedrag aan totale aanlegkosten
van 6.420.000. Indien dit bedrag zou
worden overgeschreven, zouden ook de
belanghebbenden uit de streek in deze
overschrijving bijdragen.
De beide in 1920 veronderstelde ge
vallen hebben zich inderdaad voorge
daan:
de Spoorweg Mij. Zuid-Beveland heeft
in 1925 geleend voor 5 pet. in plaats
van voor 6 K pct„ terwijl de bouwkos
ten van den spoorweg overschreden
werden met 'n bedrag van 284.377.19,
waarvan het aandeel van de streek be
draagt f, 54.979.59.
Het is merkwaardig, dat in tal van
besluiten, die door gemeenten, polders
en waterschappen ten dezen genomen
werden, van geen van deze beide be
langrijke punten werd gerept. En nog
merkwaardiger is, dat tot voor kort het
overgroote meerendeel der belangheb
benden zonder eenig bezwaar de op den
hoogeren rentevoet gebaseerde bijdra
gen hebben betaald, terwijl daartegen
over van de zijde der Spoorweg Maat
schappij geen hoogere bijdrage werd
gevorderd op grond van de overschrij
ding der bouwkosten.
Toen echter in het begin van 1932 be
kend werd, dat de Nederlandsche Spoor
wegen voornemens waren het personen
vervoer stop te zetten of beduidend te
beperken en daarbij de vraag rees tegen
welke reductie de streek bereid zou zijn
daarin toe te stemmen, bleek, dat men
in Zuid-Beveland speciaal de sub 1 ge
noemde toezegging niet vergeten was.
Men voelde het als een onrecht, dat
gedurende de 12 reeds verloopen jaren
een te hoog bedrag betaald was en men
eischte herstel van dit onrecht, alvo
rens onderhandeld zou kunnen worden
over eventueele stópzetting van het per
sonenvervoer.
Thans blijkt uit de circulaire der in
gestelde commissie, dat in deze moei
lijke materie tal van voetangels
en
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
62.)
Mendoza knarsetandde alsof hij licha
melijk gepijnigd werd. Hij fronste zijn
wenkbrauwen, en toen Perez opkeek,
zag de oude man hem met een blik zoo
vol haat en toorn aan, dat de secretaris
zijn oogen neersloeg. De koning was in
Mendoza's oogen een heilig en half god
delijk wezen, dat het recht had elke
door hem gewenschte vraag te stellèn
en j 1 theoretisch niet verkeerd kon
handelen; maar hij vond het ondraaglijk
dat deze liefdoende, zwarte vos het
recht zou hebben aan te hooren dat Don
Diego de Mendoza zijn dochter's schan-
de bekende, Antonio Perez was geen
avonturier van lage geboorte, zooals
velen ongemotiveerd aannamen, want
zijn vader bekleedde vóór hem een eer
vollen post aan het hof, maar hij was
volstrekt niet de gelijke van Miendoza,
die, hoewel onbemiddeld, een *van de
edelste namen van Spanje droeg.
„Laat uwe majesteit Don Antonio
Perez de kamer doen verlaten", zei hij
vrijmoedig, „dan zal ik alles vertellen
wat ik weet".
Perez glimlachte, terwijl hij over zijn
notities gebogen zat, want hij wist hoe
het antwoord op zoo'n verzoek zou
luiden.
Bits antwoordde Philips: „Een man,
die schuldig is verklaard wegens moord,
heeft niet het recht zijn toehoorders te
kiezen. Antwoord op mijn vraag, of
zwijg. Bekent u te weten dat uw doch
klemmen schuilen. Wlant de destijds door
den heer Jenny Weyerman gegeven toe
zegging blijkt gedaan te zijn zonder
eenigé voorkennis van de Spoorweg-
Maatschappij. Dientengevolge meent de
maatschappij niet tot reductie verplicht
te zijn op grond van den lageren rente
voet der eerst in 1925 gesloten obliga
tie-leening.
Dit standpunt moge formeel en juri
disch juist zijn, toch kan niet ontkend
worden, dat door den heer Weyerman
zeer gegronde verwachtingen bij de be
langhebbenden zijn opgewekt. Indien
daaraan niet zou worden voldaan zou
het van de belanghebbenden in Zuid-
Beveland volkomen begrijpelijk zijn, in
dien zij tegenover handhaving van een
dergelijk formalistisch standpunt tot
geenerlei medewerking aan den wensch
der Spoorweg-Maatschappij bereid zou
den zijn.
Blijkbaar heeft de commissie bij de ge
voerde onderhandelingen dan ook het
standpunt ingenomen, dat aan de ge
gronde verlangens van de streek in dit
opzicht voldaan behoorde ie worden,
maar dat anderzijds eveneens moest
worden aanvaard de grondslag der bo
vengenoemde circulaire van Gedepu
teerde Staten van 19 Miaart 1920t, n.l.
dat de streek haar aandeel in de meer--
dere bouwkosten zal moeten dragen.
Langs dezen weg is de commissie tot een
voorstel gekomen, dat evenwel door de
Spoorweg-Maatschappij nog niet aan
vaard werd.
Door de toepassing van de sub 1 en
2 bedoelde 'grondslagen zal de totale bij
drage van de streek teruggebracht wor
den van 70.326,61 op 61.597,86.
Bovendien zal de Spoorweg-Maat
schappij het gedurende de reeds ver
loopen jaren te veel ontvangene moe
ten terugbetalen, waardoor de toekom
stige bijdrage een verdere reductie on
dergaat tot ƒ55.388.14.
Op deze verlaagde bijdrage heeft de
commissie ten slotte een reductie van
15 pet. verlangd ingeval van het stop
zetten van het personenvervoer. De
totale reductie op de aanvankelijke bij
drage zou hierdoor 33,05 pet. bedragen,
waarin echter door de Spoorweg Maat
schappij niet is toegestemd, daar zij
slechts een reductie van 30 pet. wil toe
staan.
De vraag rijst, welke houding de be
langhebbenden ten aanzien van het
voorstel der commissie zullen moeten
innemen. Bij de beantwoording daarvan
moet men zich terdege afvragen wat er
gebeuren zal, indien met dit voorstel
niet accoord gegaan wordt.
Het is bekend, dat er polders zijn, die
hun bijdrage over het vorige jaar niet
betaald hebben, en die door de Spoor
weg-Maatschappij, hangende de gevoer
de onderhandelingen nog niet tot beta
ling zijn aangesproken. Daardoor heeft
natuurlijk volkomen ten onrechte
de meening postgevat, dat men door
weigering van betaling zich aan de voor
de streek zoo bezwarende bijdrage zou
kunnen onttrekken. Een dergelijke hou
ding is echter noch moreel noch juri
disch verdedigbaar, omdat zij beteeke-
nen zou het zich onttrekken aan van nu
eenmaal aanvaarde contractueele ver
plichtingen.
Het spreekt van zelf, dat als met de
Spoorweg-Maatschappij geen overeen
stemming verkregen wordt, tot invor
dering van de volle bijdrage zal worden
overgegaan. Men zou dan de juistheid
van het gevorderde bedrag op grond
van de toezegging van den heer Weyer
man kunnen betwisten, en de betaling
daarvan kunnen weigeren, maar in ieder
geval zal dan toch betaald moeten wor
den", de bijdrage zónder de voornoemde
reductie van 15 pet. Bovendien moet op
grond van het vorenstaande de uitkomst
eener eventueele procedure omtrent de
grootte der bijdrage in hooge mate twij
felachtig geacht worden,
•Daarnaast rijst de vraag of de Neder
landsche Spoorwegen tot stopzetten
van het personenvervoer zullen kun
nen overgaan zonder de medewerking
der belanghebbenden. Dit moet in hooge
mate betwijfeld worden, daar de daar
toe bevoegde autoriteiten de vereischte
toestemming tegen den wensch der be
langhebbenden in wel niet zullen ge
ven. Toch spreekt het van zelf, dat het
stopzetten van het personenvervoer
in het algemeen belang be
reikt moet worden- Noch de Nederland
sche Spoorwegen, noch de door de land
bouwcrisis geteisterde streek kunnen
zich de luxe veroorloven de groote
verliezen te blijven dragen, die het zeer
beperkte personenvervoer oplevert. Er
moet een oplossing gevonden worden
en zonder twijfel heeft de commissie,
die de belangen van de streek te be
hartigen had, een voorstel uitgewerkt
dat door ale belanghebbenden kan wor
den aanvaard.
Het gerucht gaat, dat er gemeenten
zijn, die niet tot aanvaarding van het
voorstel der commissie bereid zouden
zijn, omdat de „zak van Zuid-Beveland"
wederom zou terugkeeren tot het isole
ment, waaruit de spoorweg redding zou
hebben gebracht. Het zou in hooge
mate te betreuren zijn als op grond van
een dergelijk onjuist argument de thans
voorgestelde regeling niet tot stand zou
komen. De spoorweg is voor het perso
nenvervoer van zeer geringe beteeke-
nis geweest en kan op uitstekende wijze
vervangen worden door goede autobus
diensten. Nu hiervoor geen tegenwer
king der Spoorwegen meer te verwach
ten is, mag men vertrouwen dat Gede
puteerde Staten, waarvan twee leden
in de commissie zitting hadden, zullen
bevorderen dat doelmatige autobus
diensten op betere wijze dan de spoor
weg zullen voorzien in de behoefte aan
personenvervoer.
Het is dan ook te hopen, dat de streek
ten dezen eenstemmig zich zal plaatsen
achter het voorstel der commissie op
dat èn voor de streek èn voor het Rijk
een besparing zal kunnen verkregen
worden, die met het oog op de huidige
moeilijke omstandigheden in geen ge
val verloren mag gaan. Uit dit oogpunt
moet dit vraagstuk bezien worden, niet
uit een oogpunt van enghartig, plaat
selijk belang.
ter zijn hoogheid vanavond heeft ont
moet)?"
Er kwam geen geluid over Mendoza's
op elkaar geklemde lippen. Hij volgde
's konings bevel letterlijk op.
„Wel, wat hebt u daarop te antwoor
den?"
„Niets, Sire, daar u mij hebt vergund
te zwijgen".
„Het doet er ook niet toe", zei Phi
lips onverschillig. „Noteer dat hij op
deze vraag weigert te antwoorden, Pe
rez. Noteer er bij dat dit gelijk staat met
het feit te bekennen; anders zou hij 't
wel ontkend hebben. Zijn zwijgen is
echter een reden om de zaak door een
rechtbank op de gewone wijze te doen
onderzoeken op de gewone wijze",
zei hij, sterk den nadruk leggende op de
laatste woorden en Mendoza scherp aan
kijkende.
„Aangezien ik de daad niet ontken,
bid ik uw majesteit er spoedig voor te
boeten. God weet dat ik gereed ben om
te sterven. Laat het morgenochtend of
vanavond gebeuren. Uwe majesteit
heeft slechts de volmacht om mij ter
dood te brengen te onderteek enen; dat
stuk zal Don Antonio Perez ongetwij
feld reeds in gereedheid hebben ge
bracht".
„Volstrekt niet, volstrekt niet", ant
woordde de koning met ijzige kalmte.
>Jk ben van plan u een eerlijk en open
lijk onderzoek te doen ondergaan, en u
alle mogelijke gelegenheid te geven u
te rechtvaardigen. Er mag niets geheim
blijven. Zulk een vreeselijke misdaad
moet op zoo openbaar mogelijke wijze
worden behandeld. Hoewel het me zeer
pijnlijk is er op terug te komen, zult gij
u herinneren, dat, nadat het God in zijn
RAAD VAN KRUININGEN.
Gemeenschappelijke rege
ling gacvoorziening. Vast
stelling grondprijs (uitbrei
dingsplan.
KRUININGEN. Maandagavond ver
gaderde de raad voltallig. Burgemeester
B. C. de Mul deelde mede dat door den
oud-Kruininger de heer A. A. A. Ver-
braeck is aangeboden het boek „Het
Westland", het proefschrift waarop hij
promoveerde tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte.
Op voorstel van den voorzitter wordt
dit werk in dank aanvaard.
Een motie van B. en W. van Poort
vliet inzake met de hand snijden en
dorschen van graan met rijkssubsidie,
eindelooze rechtvaardigheid had be
haagd mij van mijn ongelukkigen zoon
Don Carlos, den troonopvolger, te be-
rooven, het niet ontbroken heeft aan
kwaadgezinde en slechte menschen, die
zoo waar zeiden dat ik door allerlei on-
menschelijke wreedheden zijn leven had
bekort. Neen, neen! er kan niet genoeg
publiciteit aan de zaak worden gegeven.
Bedenk hoe vreeselijk het zou zijn, in
dien iemand zou durven onderstellen
dat mijn eigen broeder met mijn toe
stemming izou zijn v/ermoord! U hebt
een te groote liefde voor uw vaderla,nd
om zoo iets niet verschrikkelijk te vin
den, want al hebt u ook mijn broeder in
koelen bloede v'ermoord, ben ik toch ie
rechtvaardig om te vergeten dat u uw
vaderlandsliefde gedurende een lange en
tot nu toe eervolle loopbaan hebt ge
toond. Het is mijn plicht toe te zien dat
de redenen van uwe gruwelijke daad
aan mijn onderdanen volkomen duidelijk
zijn, zoodat er zelfs bij de meest bevoor-
oordeelden geen twijfel meer bestaat.
Begrijpt u? Ik herhaal dat, indien ik mij
I heb verwaardigd zelf u te ondervragen,
ik dit slechts deed om een oud soldaat
het leed en de grievende vernedering te
besparen,, verbonden aan het vooron
derzoek door de rechtbank, die over u
zal oordeelen. Begrijp dat goed".
„Ik begrijp het en nog Oen heelen
boel meer", antwoordde Mendoza woe
dend.
„Het is onnoodig dat u meer begrijpt
of meent te begrijpen dan wat ik zeg",
gaf de koning koel ten antwoord. „Te
gen welken tijd bent u vanavond na,ar
de vertrekken van zijn hoogheid ge
gaan?"
„Uwe majesteit weet dat zelf".
wordt na eenige bespreking voor ken-
nisgeving aangenomen, daar zulke mo
ties weinig nut hebben en meer op den
weg liggen der Ver. v. Ned. Gemeen
ten en Landbouworganisaties, afgezien
van de vraag of vooral het dorschen
praktisch nog mogelijk is-
Naar aanleiding van een klacht van
den heer de Bat geuit in de vorige ver
gadering over een onbillijke regeling
der pachtverlaging van het Burg, Arm
bestuur las de Voorzitter het rap
port voor van dit college, waardoor de
heer de Bat niet is voldaan, ook de hee-
ren Witte en Burkunk meenen
dat de persoon van den heer De Bat
hier getroffen wordt.
De Voorzitter meende, *lat de
heer de Bat naar geen ander moet zien
als hij overtuigd is van zijn plicht om
te betalen.
Alsnu is aan de orde de gemeen
schappelijke regeling betreffende de
voorziening van gas aan de gemeenten
Krabbendijke, Kruiningen, Rilland-Bath,
Schore en Waarde door het gasbedrijf
der gemeente Goes.
De Voorzitter zegt dat de heer
Hijdelaar, de deskundige bemiddelaar
van „Oosteinde" op deze vergadering
van advies zou dienen, doch verhinderd
is. Hij meent evenwel te moeten advi-
seeren deze regeling aan te nemen na
mens B. en W.
De heer Burkunk geeft 'n histo
risch overzicht van de onderhandelin
gen, die reeds van 25 Nov. 1929 af da
teeren, waarin hij een zoo werkzaam
en gewaardeerd aandeel heeft gehad en
waarin ook wijlen burgemeester Elen-
baas met eere wordt genoemd. Spreker
heeft steeds op de bres gestaan voor
deze zaak en meent dat deze regeling
thans aanneembaar is voor de gemeen
te.
Ook de Voorzitter is hiervan
overtuigd.
Hierna wordt de regeling artikelsge-
wijze behandeld. Uit de verschillende
vragen, die hierbij naar voren komen
en door den voorzitter en den heer Bur
kunk worden toegelicht, blijkt, dat de
heer Witte wantrouwend tegenover
deze regeling staat.
De regeling wordt daarna met 10 te
gen 1 stem aangenomen (die van den
heer Witte).
Vastgesteld (wordt de rekenig van
den keuringsdienst van vee en vleesch
Kring Kruiningen over 1932 met een in
komst van 6443 en uitgaaf van 6170.
Vastgesteld wordt de pensioensgrond
slag van den secretaris door periodieke
verhooging van 3100 op 3300.
N.a-v. het voorstel om het perceel
bouwgrond in Welhoek te verkoopen
aan den hoogsten bieder M. 'J; le Clercq
voor 802 zegt de Voorzitter dat
het advies van den hoofd-inspecteur
der Volksgezondheid luidt, dat nu par
ticulieren hier eenvoudige woningen
bouwen, dit niet door Woningbouwver-
eenigingen moet geschieden, zulks op
een vraag van den heer Witte, die
meent, dat van gemeentewege daarin
moet worden voorzien, en dat deze
grondprijs te laag is, gezien de prijzen
in het uitbreidingsplan.
Met 9 tegen 2 stemmen wordt tot ver
koop besloten.
Besloten wordt tot uitbreiding van
het buizennet der waterleiding in het
bouwplan.
Eveneens tot het leggen van een laag-
spanningskabel, waarbij de heer Bur
kunk opmerkt, dat de kosten van
huisaansluitingen in dezen kabel niet in
rekening mogen gebracht worden.
De Voorzitter zal alsnog dit be
spreken.
De heeren de Groof en Witte
Telefoon 26600. Eenigst hotel in Neder
land met eigen garage (voor 40 auto's)
in het hotel. Kamer met ontbijt vanaf 4.
(Ingez. Med.).
„Daar weet ik niets van", zei de ko
ning met de grootste kalmte. „Na het
souper hadt u dienst; daarna begeleide
u mij naar mijn vertrekken. Ik had Pe
rez al laten roepen, die dadelijk kwam,
en toen hebben wij het hier heel druk
gehad met de bespreking van allerlei
zaken, totdat ik naar de troonzaal te
rugkeerde, ongeveer vijf minuten voor
dat u kwam om den moord te bekennen.
Was 't zoo niet, Perez?"
„Ongetwijfeld, Sire", antwoordde de
secretaris ernstig. „Uwe majesteit moet
minstens een uur met mij aan het werk
zijn geweest, alvorens naar de troonzaal
te zijn teruggekeerd."
„En is uwe majesteit dus niet met mij
via de geheime trap naar de kamer van
Don Jan gegaan?" vroeg Mendoza, als
door den bliksem getroffen door die
enorme leugen.
„Met u?" riep de koning met prach
tig voorgewende verbazing uit. „Wat is
dat voor een krankzinnigheid? Ik ge
loof waarachtig dat de man niet meer
weet wat hij zegt!"
Mendoza kreunde overluid, want hij
zag dat hij schandelijk werd bedrogen.
In zijn grootmoedigheid had hij de
schuld van de misdaad op zich geladen,
zich bereid verklarende om er spoedig
voor te sterven om den koning van
blaam te zuiveren en om aan zijn eigen
ellendig bestaan een einde te maken.
Maar hij had den dood spoedig, binnen
enkele uren verwacht. Had hij Philips'
plan doorzien, om in het openbaar te
recht te staan voor een moord, dien hij
niet had begaan, en dagen, misschien
weken lang bloot te staan aan den pu-
blieken haat en smaad, terwijl een lang
zaam te werk gaande rechtbank het
meenen, dat O. HansweertEindje van
de Ronde en Oostdijk ook een kabel
dienen te krijgen als hier nu.
De Voorzitter zegt dat met O.
Hansweert wordt onderhandeld, dat op
Eindje in de Ronde blijkt, dat slechts
drie willen aansluiten.
De heer de Bat zegt dat op Oost-
dijk ook zonder garantiestelling ge
poogd wordt electrisch te krijgen.
De Voorzitter zegt, dat als men
toezegging doet tot aansluiting, de P.
Z.E.M. genegen is tot aanleg.
Besloten wordt tot demping en rio-
leering der sloot langs den Rijksweg,
waarbij de heer v. 'H o o t e g e m in
formeert tot waar deze gedempt wordt.
De Voorzitter zegt alleen bij 't
gemeente eigendom en zoodra er ge
bouwd wordt.
De heer Minnaar geeft in overwe
ging deze straat niet te breed te ne
men, daar deze alleen uitweg geeft aan
de bewoners.
Vastgesteld wordt de grondprijs van
het uitbreidingsplan.
De heer Minnaar had in de toe
lichting liever alle kosten gezien.
De heer van Hootegem meent,
dat particulieren - ook kunnen profitee-
ren van de straten door bebouwing op
hun grond.
De Voorzitter zegt, dat dit
door straatbelasting moet voorkomen
worden.
De heer Witte wil ook in erfpacht
geven.
De heer Minnaar is tegen erf
pacht; het heeft bezwaren ook voor hy
potheek.
De heer Witte wil het bouwen van
een café in het bouwplan verbieden,
niet omdat hij tegen café's is, doch om
de vergunning van 'n café waar de raad
indertijd zoo voor geijverd heeft, niet
meer in het gedrang te doen komen.
De Voorzitter zegt, dat dit par
ticuliere zaken zijn.
Het voorstel wordt niet ondersteund.
Met 10 tegen 1 stem (de heer Witte)
wordt de grondprijs vastgesteld op 3.50
langs den Rijksweg, 3 langs de hoofd
straat MarktRijksweg en 2 langs
de dwarsstraten, terwijl voor de 2 hoek
huizen Rijksweg 4 en de 5 hoekhuizen
op het plein 3-50 wordt bepaald. Alles
per m2.
Na geheime zitting wordt besloten
B. en W. te machtigen het huis van een
wanbetaler te verkoopen.
Rondvraag-
De heer v, Hootegem vestigt de
aandacht op de isolatie in de toekomst
van Hansweert als het station Vlake
wordt opgeheven.
B, en W. zullen hun volle aandacht
hieraan schenken.
RAAD VAN SCHORE,
Handhaving verzocht station
Vlake. Gasvoorziening.
SCHORE. Maandagavond vergaderde
de raad voltallig. Het bekende adres
van den raad van Poortvliet inzake
steunverleening aan den landbouw en
bestrijding werkloosheid wordt op voor
stel van B. en W. voor kennisgeving
aangenimen.
Medegedeeld wordt dat de steun-
proces eindeloos rekte dan zou noch
zijn loyaliteit, noch zijn verlangen naar
den dood in staat zijn geweest hem
zoo'n groot offer te doen brengen. En
thans merkte hij dat hij in de bank
schroef was vastgekneld, en dat er geen
beschuldiging was, die hij tegen den
koning kon uitbrengen en die hem kon
redden, zelfs al zou hij tot dien maat
regel willen overgaan en op die wijze
zijn woorden herroepen. Immers Don
Jan was dood en de eerlooze Perez zou
bereid zijn te zweren, dat Philips de
kamer, waarin zij beiden alleen waren
geweest, niet had verlaten. Er was geen
levend wezen, dat zou kunnen getuigen
dat Mendoza niet alleen naar Don Jan's
vertrekken was gegaan met het voor
opgezette plan hem te dooden. Wel was
lij op zoek geweest naar den sleutel,
zeggende dat de koning er op wachtte;
maar men zou slechts zeggen dat hij
namens Philips er om gevraagd had, en
dat hij dien sleutel zelf wilde hebben,
wetende dat zijn dochter in de afgeslo
ten kamer was. Hij was zoo dwaas ge
weest om te denken dat de koning hem
zou hebben laten roepen en hem, voor
dat hij zou sterven, zou hebben opge
zocht, om hem alleen te spreken; dat
zijn souverein hem dank zou hebben be
tuigd voor het offer, dat hem zijn leven
zou kosten, hem zou omhelzen en hem
den dood zou doen ingaan voor het wel
zijn van Spanje en in het belang van het
goddelijk recht der monarchie. Inder
daad, hij was wel op de meest schande
lijke wijze bedrogen.
(Wordt vervolgd).