OÖNHUYS
PERZISCHS TAPIJTEN
DOLORES DE iENDOZA.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 27 MEI 1933. No. 124.
DE LOKAALSPOORWEGEN OP
ZUID-BEVELAND.
BASY-SHIRAZ F. 15.50
Heriz Tebriz voor lagere prijzen
dan machinale karpetten.
ZWMEVELMD.
moord-bevelahd.
NARIGHEID.
lbu-
i iets
en
rac-
ag.
aor-
JG,
raar
ren.
aor-
feen-
srk-
118,
C.
en
De in de vergadering van 13 April '32
ingestelde commissie tot het voeren van
onderhandelingen met de spoorwegen
over vermindering van het jaarlijks te
betalen subsidie voor de Z.-Bevelandsche
tramwegen heeft aan de gemeenten en
polders, bijdragende aan de N.V. Spoor-
wegmaatschappij „Zuid-Beveland" een
schrijven gericht met verzoek die
zoo spoedig mogelijk, doch in ieder
geval vóór 15 Juli a,s. in de
vergadering van den Gemeenteraad of
polder te willen behandelen en de resul
taten daarvan aan de commissie te wil
len mededeelen.
Aan dat schrijven ontleenen wij het
volgende:
De commissie wijst erop, dat het wel
lang heeft geduurd voordat voorstellen
konden worden opgesteld, hetgeen aan
verschillende omstandigheden te wijten
is. Intusschen is de commissie thans na
langdurige en uitvoerige onderhandelin
gen, die niet tot overeenstemming ge
leid hebben, tot een bepaalde conclusie
gekomen. Alvorens deze conclusie na
der te omschrijven, geeft de commissie
een korte uiteenzetting van de voor
naamste punten, die voor het beoordee-
len daarvan van beteekenis zijn.
De rente-basis der verleende
bijdragen.
Toen de plannen voor den spoorweg
in voorbereiding waren, heeft de toen
maals fungeerende directeur, wijlen dr.
Jenny Weijerman, aan den heer W. Ka-
kebeeke te Goes, als lid van de commis
sie voor propaganda, een schrijven ge
richt, waarbij de heer Kakebeeke ge
machtigd werd mede te deelen, dat in
dien men er in zou slagen de benoodig-
de gelden te leenen beneden de basis
van 6 Vi pet. waartegen de te betalen
annuiteiten berekend waren, het daaruit
voortspruitende voordeel aan de streek
tengoede zou komen. De spoorweg Mij.
„Zuid-Beveland" heeft ten slotte ge
leend (in 1925) tegen een rentevoet van
5 pet., zonder dat tot dusver aan de be
langhebbenden het bovenbedoelde voor
deel ten goede is gekomen.
Door de Maatschappij wordt het recht
van „de streek" op reductie uit dezen
hoofde ontkend. Wijlen dr. Jenny Weij
erman heeft de betreffende toezegging
gedaan, geheel buiten medeweten van
commissarissen der Maatschappij. Hij
heelt zelf naderhand voorstellen inge
diend om de verkregen besparing op ge
heel andere wijze aan te wenden dan in
den vorm van reductie op de bijdragen
van belanghebbenden. De maatschappij
neemt het standpunt in, dat de spoor
wegen, door niet de benoodigde gelden
direct ten behoeve van de N.V. Spoor
weg Mij. ..Zuid-Beveland" te leenen, te
gen de destijds geldende rentevoet, be
paalde risico s hebben geloopen, waar
van het voordeel, nu men er toevallig
in geslaagd is op goedkooper voorwaar
den te leenen, niet aan „de streek" be
hoort te komen.
Deze opvatting wordt door de com
missie niet gedeeld. Wanneer een direc
teur eener onderneming onder de in dit
geval geldende omstandigheden zooda
nige positieve toezeggingen aan de be
langhebbenden doet, mogen de belang
hebbenden vertrouwen daarin stellen.
Dat wijlen dr. Jenny Weijerman hierom
trent geen ruggespraak met zijn commis
sarissen heeft gehouden, is in hooge ma
te te betreuren. Dit neemt echter niet
weg, dat bij de belanghebbenden ver
wachtingen zijn opgewekt, die van groo
te beteekennis zijn bij het treffen van
een nieuw accoord.
Overschrijding van de bouw
kosten.
De spoorweg maatschappij „Zuid-Be
veland" neemt het standpunt in, dat „de
streek" evengoed als dit met de Provin
cie Zeeland het geval is geweest, ver
plicht zou zijn haar aandeel te betalen
in het bedrag, waarmee de bouwkosten
de aanvankelijke raming hebben over
schreden. Dit standpunt lijkt de commis
sie in hooge mate dubieus. Ware de op
vatting der Maatschappij juist, dan zou
zij direct, nadat de bouwkosten waren
vastgesteld, een verhoogde bijdrage van
belanghebbenden hebben moeten vor
deren, hetgeen nimmer is geschied.
Reductie ingeval van opheffing
personenvervoer.
In de vergadering van 13 April j.l.
heeft de heer H. E. Verschoor, hoofdin
specteur van de Nederlandsche spoor
wegen, medegedeeld, dat de spoorwe
gen bereid zouden zijn een reductie van
15 pet. op de bijdragen te verleenen,
zonder dat daarbij evenwel sprake zou
kunnen zijn van eenige reductie uit an
deren hoofde. De vergadering ging daar
mede in geenen deele accoord en meen
de, dat eerst de andere moeilijkheden
behoorlijk geregeld moesten worden, ai-
vorens het stopzetten van het personen
vervoer zou kunnen worden besproken.
De commissie had dan ook geenerlei
aanwijziging omtrent de hoogte der re
ductie, waarvoor men bereid zou zijn
toe te stemmen in het stopzetten van
dit vervoer. Zij heeft getracht zich dien
aangaande een oordeel té vormen door
het rondzenden van een vragenlijst. De
ingekomen antwoorden vragen een re
ductie van 25 tot 100 pet, maar het is
wel duidelijk, dat daarbij geen rekening
is gehouden met de sub I en II ontwik
kelde argumenten.
Het personenvervoer is van zeer ge
ringe beteekenis en kan, nu het ver
voer per autobus sinds het in exploita
tie komen van den spoorweg, zoozeer
geperfectioneerd is, door behoorlijke
autobusdiensten zeer goed vervangen
worden. Het komt de commissie dan
ook voor, dat indien voor de overige
moeilijkheden een redelijke oplossing
gevonden zou worden, ten aanzien van
deze reductie geen al te hooge eischen
gesteld moeten worden.
Wil men een voor alle betrokkenen
redelijke oplossing bereiken, dan dient
men er zich rekenschap van te geven,
dat de wederzijdsche partijen door den
huidigen crisistoestand ernstig getroffen
zijn: de streek door de landbouwcrisis
en de spoorwegen door de vervoercri
sis, die het beperken van het verlies op
de zoo nadeelige Zuid-Bevelandsche
ringlijn tot een klemmende noodzaak
maakt.
De commissie heeft er dan ook naar
gestreefd, zonder de juistheid van de
over en weer aangevoerde argumenten
op een goudschaal af te wegen, over
eenstemming te bereiken en is daarbij
gekomen tot de navolgende becijfering:
De bijdragen van de streek hebben
voorzoover de vijftigjarige annuiteit be
treft, bedragen 70.326.61;
Rekening houdende met de verlaging
van den rentevoet van 6)4 pet. op 5 pet
eenerzijds en anderzijds met de over
schrijding van de bouwkosten, heeft de
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
49.)
Toen herinnerde zij zich de tranen,
die zij zoo kort geleden in zijn oogen
had gezien, zijn bevende stem, toen hij
haar zei dat zij zijn alles was geweest
sinds haar moeders dood, en hoewel hij
den man had gedood, dien zij lief had,
schrok zij bij de gedachte hoe hij moest
hebben geleden door haar eerverlies.
Want hierop kwam alles neer. Geen
man, noch vrouw, noch meisje zou met
zulke bewijzen in handen nog aan haar
onsehuid gelooven. Misschien zou de
wereld Don Jan wel geloofd hebben,
omdat hij bemind was en men hem had
vertrouwd.
Inez was nu rustiger geworden en de
beide meisjes zaten in een droevig stil
zwijgen naast elkaar. Zij hadden den
dwerg vergeten; die was verdwenen en
wachtte misschien ergens ongezien in
de buurt, in geval hij haar van nut kon
zijn.
„Wiaar was je al dien tijd?" vroeg
Inez. „Heb je iets kunnen zien?"
„Ik was in de aangrenzende kamer",
antwoordde Dolores. „Gezien heb ik
niets; wel gehoord, ook dat hij viel".
Inez sidderde en drong zich meer te
gen haar zuster aan.
„Kunnen we vader niet helpen?"
vroeg zij, „Kunnen we niets iets zeggen,
iets doen? We moeten hem toch hel-
Penj,°res ook al is hij schuldig".
„Ik zou mijn leven willen geven, als
ik hem kon redden. Dat weet God! Hij
was krankzinnig, toen hij de daad om
mijnentwille beging, daar hij dacht dat
Don Jan mijn goeden naam bezoedeld
had, en overmorgen zouden we ge
trouwd zijn geweest! God in oen he
mel, heb medelijden!"
„Kunnen we dan heelemaal niets
doen?" vroeg Inez, meer tot zich zelf
dan tot haar zuster sprekende. ,,'jZou-
den we niet kunnen zeggen dat we
hier waren, en dat 't niet vader was,
die 't deed, maar iemand anders? Mis
schien zou er wel iemand zijn, die ons
geloofde. Als wij den rechters zeiden,
dat we er zeker, absoluut zeker v,
zijn dat hij het niet deed, geloof je dan
niet maar dan," viel zij zich zelf in
de rede „dan kan 't alleen de koning
zelf zijn geweest."
„Alleen de koning zelf," herhaalde
Dolores alsof zij droomde.
„Dat zou vreeselijk zijn," vervolgde
Inez. „Maar we zouden ook kunnen
zeggen dat de koning hier niet was
dat 't iemand anders was iemand
dien we niet kenden".
Onverwachts stond Dolores op, als
of zij plotseling een besluit had geno
men, terwijl Inez voortging met spreken
en meer en meer verward raakte in de
détails van een plan, dat zij trachtte te
vormen, hoe langer hoe meer bij het
j bedenken van onwaarheden den draac
j harer eigen gedachten verliezende.
Maar Dolores hoorde niet wat ze zei.
„Neen, lieve Inez," sprak zij tenslot
te op vasten toon. „Jij kunt niets doen,
maar ik wel. Je hebt me op de gedach
te gebracht van iets, dat ik zou kun
nen doen dat misschien mogelijk is
dat misschien iets zou helpen. Laat me
even denken."
Onbeweeglijk als een standbeeld
stond zij na te denken over den stap,
dien zij van plan was te doen indien die
eenige hoop gaf haar vader te redden.
streek te veel betaald 8.728.75.
De juiste bijdrage zou dan geweest
zijn 61.597.86.
In de 12 jaren, die reeds verloopen
zijn is er te veel betaald 12 X 8728.75
is 104745.welk bedrag terugbe
taald zal moeten worden. Indien dat ge
schiedt in mindering van de nog te be
talen 38 annuiteiten bedraagt de jaar-
lijksche annuiteit 5.92842 pet. van
104.745.— of 6209.72.
Blijft een nog door de streek te beta
len bedrag van 55388.14.
Op de aldus gereduceerde bijdrage
heeft de commissie ten slotte na veel
onderhandelen toegestemd in een re
ductie van 15 pet. ingeval van stopzet
ting van het personenvervoer, bedra
gende 8.308.22.
Zoodat in de toekomst de bijdrage zou
bedragen 47.079.92.
Dit beteekent op de aanvankelijke bij
drage van de streek een totale reductie
van 33.055 pet.
Dit percentage is niet voor alle be
langhebbenden gelijk, omdat zij niet al
len een gelijk aantal annuiteiten hebben
betaald. Voor die polders en gemeenten,
die een ander aantal dan twaalf annui
teiten betaalden en eveneens voor hen,
die 20-jarige annuiteiten betaald hebben,
kan een analoge becijfering worden op
gesteld.
De N.V. Spoorweg-maatschappij ,,Z.-
Beveland" heeft evenwel bericht gezon
den, in dit voorstel, dat de commissie
als de belanghebbenden meende te mo
gen overbrengen, niet te willen treden.
Zij heeft medegedeeld, dat de uiterste
reductie die zij bereid is te verleenen,
30 pet. bedraagt.
De commissie is van ooraeel, dat op
dit voorstel der maatschappij niet be
hoort te worden ingegaan. Zij meenen
dat in de vorenstaande berekening ten
aanzien van de maatschappij reeds een
zeer redelijk en ruim standpunt is inge
nomen, en dat er alle reden is voor
de maatschappij óm over het thans nog
bestaande kleine verschil heen te stap
pen.
Zij dringt er daarom bij adressanten
aan het door haar aanvaarde standpunt
te willen aanvaarden, opdat zij dan, ge
sterkt door de uitspraak der belang
hebbenden, nogmaals met aandrang bij
de spoorweg-maatschappij het aanvaar
den van haar voorstel kan bepleiten.
ZIE ETALAGES id
I Prinsengracht 709-713
lLeidschestraat 73
[AMSTERDAM
(Ingez. Med.)
De Kraaiert-polders.
's-HEERENHOEK. In de op Woens
dag gehouden vergadering van stem
hebbende ingelanden van den N. Kraai-
ertpolder is de rekening over het
dienstjaar 1932-'33 vastgesteld in ont
vang op 4.672 en in uitgaaf op 3-133.
De begrooting voor 1933-'34 is in ont
vang en in uitgaaf vastgesteld op 4.493
met een post onvoorzien ad 1.160,
terwijl het dijkgeschot evenals het vorig
dienstjaar bepaald is op 11 per ha
schotbare gronden en 8.50 per ha
vroon.
In die van stemhebbende ingelanden
van den Z. Kraaiertpolder is de
rekening over het dienstjaar 1932-'33
vastgesteld in ontvang op 6.103 en in
uitgaaf op 3.171.
De begrooting voor 1933-'34 is in ont
vang .en in uitgaaf vastgesteld op
5.916 met een post onvoorzien ad
2.216, terwijl het dijkgeschot bepaald
is op 3 per ha schotbare gronden en
3 per ha vroom. Over 1932-'33 bedroeg
dit 6 per ha schotbaar en 4 per ha
vroon.
Op den staat van aanbeveling ter
benoeming van een dijkgraaf wegens
periodieke aftreding van den heer N.
A. Remijn zijn geplaatst de heeren N.
A- Remijn (aftr.), C. A. van Nieuwen-
huijzen en M. Bierens, allen te Nieuw-
dorp.
In die van stemhebbende ingelanden
van den W. Kraaiertpolder is
de rekening over het dienstjaar -1932-
'33 vastgesteld in ontvang op 10.649
en in uitgaaf op 7.441.
De begrooting voor 1933-'34 is in ont
vang en in uitgaaf vastgesteld op 9.692
met een post onvoorzien 2.710, terwijl
het dijkgeschot evenals het vorig dienst-
jaar bepaald is op 13 per ha schot- I
bare gronden en 11 per ha vroon. j
RAAD VAN ELLEWOUTSDIJK.
ELLEWOUTSDIJK. Onder voorzit- i
terschap van burgemeester Smallegange
vergaderde Woensdagmiddag de raad.
Afwe: ig de heer Goetheer.
Onder de ingekomen stukken bevond
zich een mededeeling dat de uitkeerijjg
uit het gemeentefonds definitief is vast
gesteld op 5.22 per inwoner. Het 'be
kende adres der gemeente Poortvliet,
werd evenals de circulaire der vereeni -
ging van Ned. Gemeenten om adres en
adhaesie bewegingen via deze ver-
eeniging te doen, voor "kennisgeving
aangenomen-
De commissie tot onderzoek der re-
kening; van jhet burgerlijk armbestuur
adviseert tot goedkeuring, hetgeen m.
i a, st. geschiedt. De begrooting van het
vleeschkeuringsbedrijf, waaruit blijkt,
dat de keuringsveearts tijdelijk gekort
zal worden met 3 pet. word' rn. a. st.
i goedgekeurd. Bij de vaststelling der be-
grooting der gezondheidscommissie blijkt
dat Ellewoutsdijk is aangeslagen voor
een bijdrage van 3.34.
i Bij de rondvraag informeert de heer
Meulenberg naar de plannen van
B. en W. tot verlaging der havenrech-
ten, in verband met de tijdsomstandig-
i heden. De Voorzitter is bang dat
verlaging deze bron van inkomsten voor
de gemeente zeer zal doen verminderen
en in vergelijking met de naburige ge-
j meenten zijn de havenrechten niet te
hoog. Hij geeft in overweging nog eeni-
gen tijd te wachten,
j Verder dringt de heer M e u 1 e n-
'berg aan op werkverschaffing. Finan-
i cieel en moreel wordt de toestand on
houdbaar. Een regeling zoc-als door de
Breede Watering met eenige randge
meenten van de Poel is getroffen, waar
bij de gemeenten plm. 40 pet. hebben
te betalen, lijkt hem wel een oplossing
en volgens hem zal het bestuur van het
Waterschap Ellewoutsdijk ook hier
voor te vinden zijn.
De Voorzitter zegt dat B. en W
Het was een gedachte harer waardig,
maar het was wel een zwaar offer. Zij
nu dood lag, dood in zijn kamer. In den
hemel wist hij dat zij even onschuldig
geloofde niet dat er ter wereld nog iets was als hij zeli en hij zou ook weten
dat zij zich zelf ging beschuldigen om
te pogen haar vader te redden.
Het tafereel stond haar reeds voor
oogen, het hof, de grijze edellieden, de
eerbare vrouwen, de dappere, jonge
officieren, de onbezonnenen, de heele
menigte, tegenover welke zij zou staan.
Zij hoorde reeds den korten, hatelijken
lach der vrouwen, die jaloersch op haar
waren en haar haatten, het gemompeï
der verbaasde mannen. Dan zou zij heet:
was, waarvan zij niet bereid was af
stand te doen behalve één ding. Dat
eene kon men haar nog ontnemen, dat
eene waarom haar vader Don Jan had
gedood en waarvoor hij zelf het leven
zou moeten laten. Maar zij kon ook
daarvan vrijwillig afstand doen, alvorens
het haar misschien ontroofd werd, en
daardoor haar vaders leven redden. Zij
kon uit vrijen wil haar goeden naam
verbeuren en van zich zelf onwaarheid
spreken. Met woorden kon zij den doode
haar eer offeren, en de doode Tson niet
omstaan om te ontkennen wat zij had
gezegd, noch om haar offer te weigeren.
Het kwam haar voor dat, indien men
haar had aangehoord, men haar zou ge
looven, omdat men zou bemerken, dat
het ging om haar eigen schande. Maar
het was wel zwaar, want haar eer was
het eenige, dat zij nog, bezat, nu alles
haar was ontnomen.
Dolores was niet van plan te aarze
len na beslist te hebben wat te doen,
maar aan den strijd kon zij niet ontko
men en die was zwaar en duurde
lang, al zag zij ook spoedig duidelijk het
einde er van vóór zich.
Het waren slechts enkele woorden,
er ook van overtuigd zijn dat het zoo
niet blijven kan, doch dat de financieele
toestand nu reeds zorgwekkend is en
dat bij een onderhandeling met het
Burg. Armbestuur gebleken is, dat deze
ook heel weinig kunnen doen. Leenin
gen kunnen natuurlijk alleen voor pro
ductief werk worden gesloten.
Verschilende leden gelooven dat 'n
conferentie tusschen het gemeentebe
stuur, Diaconie en Priimersfonds, mis
schien tot een oplossing kan leiden.
Verder zal dan in ylerbindingstelling
met den inspecteur der Rijkswerkver
schaffing de zaak eenigszins kunnen be
spoedigen.
Afnemende werkloosheid en
wegsverbetering in Noord-Beveland.
Men schrijft ons uit Kortgene:
De werkloosheid is te Kortgene in
zulk een mate afgenomen, dat deze
week niemand op de arbeidsbeurs in
geschreven stond. In de week van 13
tot 20 Mei 1.1. waren er nog 14. Ook te
Kolijnsplaat is de werkloosheid zooda
nig afgenomen, dat niemand bij de werk
verschaffing opgenomen behoefde te
worden. Te Wissenkerke met de ge
huchten Kamperland en Geersdijk is de
werkloosheid tot een minimum gedaald,
terwijl er te Kats gedurende het slappe
seizoen geen noemenswaardige werk
loosheid was.
De weg in den Thoornpolder te Wis
senkerke is bijna gereed. Alle verkeer
gaat over dezen nieuwen weg, die dooi
den heer Janse van Kolijnsplaat aange
nomen is voor ft 28.080. Bedoelde weg
loopt vanaf den dorpsdijk te Wissenker
ke naar den Boschdijk en is 1440 m lang.
De breedte bedraagt 5)4 m, terwijl er
een verharding van klinkers gebruikt is.
Door deze wegverbetering worden de
nauwe wegen bij „Longroom" vermeden.
De nieuwe weg sluit direct aan op den
asphaltweg naar Kamperland.
Ook de weg bij Hoveijn onder Wis
senkerke wordt verbeterd. Er is daar
een nieuwe sloot naast den weg gegra
ven, die op die manier een breedte van
8 X m zal krijgen, terwijl er een ver
harding zal komen van 5)4 m breed. De
scherpe bochten bij de Hooge Heul en
bij C. de Kam worden practisch afge
sneden. Het werk v/ordt in gemeentelijk
beheer uitgevoerd.
Te Kortgene is het verflauwen van de
Daar is in huis en maatschappij
Veel narigheid te koop;
Zoolang er leven is en iijm
(VELPON) is er nog hoop.
Clinge Doorenbos.
I Is een CETA-BEVER product.
(Ingez. Med.)
kuste Dolores haar op het voorhoofd
en streek haar over het donkere haar,
„Ik kom terug, en, lieve Inez jij
kent de waarheid, nietwaar, lieveling?
Wat voor kwaad men na vanavond ovet
mij zal spreken, bedenk dat ik uit eigen
beweging gesproken heb, om vader te
redden, en dat wat ik zal zeggen niet
waar is".
„Niemand zal je gelooven, als je iets
kwaads van je zelf zegt", antwoordde
Inez.
„Dan zal vader moeten sterven".
Na Inez te hebben gekust en haa,r
kunnen gaan, alleen want misschien zou weer op de bank te hebben doen plaats
geen enkele man den moed hebben haar nemen, ging zij heen. Vlug liep zij- door
vriendelijk uit de zaal te geleiden. j de gangen naar de deur, die voor de
Zij sloot haar vermoeide oogen en na hofdignitarissen bestemd was, pm^in de
eenigen tijd sprak ze heel kalm en troonzaal te komen. Toen zij bij die
vriendelijk: „Ik ga naar de troonzaal, deur was, sloot zij haar oogen; het was
en jij zou 't best doen weer naar je ka-of haar hart stil stond. Binnen hoorde
mer te gaan, lieve Inez, en daar op mij 'zij druk gepraat en zij wist daardoor dat
te wachten, Ik ga trachten vaders leven de genoodigden nog' bijeen waren. Toen
te redden vraag me niet hoe. Wat ik zij den drempel overschreed, liet zij den
te zeggen heb, zal niet lang duren, en zwarten mantel, die haar hofkleedij be-
dan kom ik dadelijk bij je". j dekte, vallen. Een half dozijn jongelie-
Inez stond nu ook op en met een den, die bij den ingang stonden, gingen
hand op Dolores' arm zei ze: „Laat me op zij om haar door te laten. Toen zij
meegaan. Ik zal je kunnen helpen; dat haar herkenden, begonnen zij zachter te
weet ik zeker". j spreken en keken haar vetbaasd na, om-
„Neen", antwoordde haar zuster met dat zij juist op dit oogenblik verscheen,
beslistheid. „Je kunt me niet helpen -en de heeren veronderstelden dat zij
die zij behoefde te spreken, woorden j t zou je slechts kwetsen onbekend was met hetgeen er was ge-
die zij nooit kon herroepen, die voor-j „Dan blijf ik hier", zei Inez. En on- beurd. Wat de gesprekken der menigte
goed een brandmerk zouden zijn en die hoorbaar voegde zij er aan toe: „Dan in de zaal betrof, deze waren van dien
men haar leven lang tegen haar zou ben ik dichter bij hem aard, dat men dingen overluid hoorde
herhalen. Maar toch zou zij ze uitspre-j „Goed blijf dan maar hier. Dan zeggen, die een half uur geleden a's
ken. Maar zij begreep niet dat haar va-1 kom ik hiér bij je terug dan zullen hoogverraad zouden hebben gegolden,
der liever den dood zou ingaan, ver- we samen hem vaarwel zeggen en sa- Er was een rumoer, een fepanning, een
diend of onverdiend, dan dat zijn doch-men bidden zijn ziel hoort ons en onophoudelijk spreken, een opwinding,
dan gaan we naar huis". zooals die gewoonlijk aan een paleisre-
Haar stem klonk bijna vast, maar volutie voorafgaan.
Inez kon den doodangst niet zien, die
ter tegenover de wereld als onteerd be
kend zou staan. Voor haar zelf zouden
de woorden natuurlijk niets beteekenen.
Haar wereld was de man geweest, die zich op haar gezicht afteekende. Toen
(Wordt vervolgd)^