het bestuur der Godshuizen.
Het voorstel verwerpt de raad met 10
tegen 7 stemmen, die der S.D.A.P. en
V.D.
3. Benoeming van:
a. 1 lid der Commissie voor den
MiddelburgVlissingschen weg.
Benoemd wordt de heer M. Fernhout
met algemeene stemmen.
b. 1 lid der Commissie voor den
MiddelburgVeerschen weg.
Benoemd wordt de heer M. Fernhout
met algemeene stemmen.
c- een onbezoldigd ambtenaar van
den Burgerlijken Stand.
Benoemd wordt de heer M. Fernhout
met algemeene stemmen.
De VOORZITTER dankt en neemt al
deze benoemingen aan.
d. een lid-Voorzitter der Commis
sie van toezicht op het Lager On
derwijs.
De Raad benoemt den heer Boasson
met 16 stemmen en een blanco.
De heer BOASSON neemt de benoe
ming aan.
e. drie leden der Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs.
De Raad benoemt den heer dr. C. Or-
baan, aftredend, met 17 stemmen, in de
vacature-C. Hack, den heer J. A. Ta-
venier met 17 stemmen en den heer P.
M. Wolters, aftredend, met 17 stemmen.
f. 1 lid der Commissie van Toezicht
op de Avondschool voor Nijver
heidsonderwijs.
Dit moest een raadslid zijn. De Raad
benoemt den heer Den Hollander met 9
stemmen, tegen 4 op den heer Mondeel,
1 op de heeren v. d. Feltz, Cornelisse,
Mes en Van Andel.
De heer DEN HOLLANDER neemt de
benoeming aan.
g. 1 lid der Commissie voor Steun
verleening aan werkloozen.
Dit geldt de vacature-Boasson.
De heer Harthoorn krijgt 8, Cornelis
se 7, Portheine 4 stemmen en 1 blanco.
Bij tweeede vrije stemming kiest de
raad den heer Harthoorn met 10 stem
men tegen 7 op den heer Cornelisse.
De heer HARTHOORN neemt de be
noeming aan.
h. 6 leden der commissie van Toe
zicht op den gemeentelijken dienst
der werkloosheidsverzekering en
arbeidsbemiddeling.
De raad herkiest de heeren J. Onder-
dijk, wethouder, jhr. A. E. Boddaert, J.
A. Julianus en A. Heijboer, leden-werk
gevers.
Voor de leden-werknemers licht de
heer ONDERDIJK toe, dat een R. K,
is aangezocht in de districtsbeurs zitting
te nemen, zulks om aan de wenschen
der R.K. tegemoet te komen.
De heer MES zegt dat de R. K. Volks
bond een vertegenwoordiger vraagt en
de bedoelde is geen werknemer.
Het is gewenscht dat de R-K. in
zulkeen commissie zitting hebben.
De heer ONDERDIJK zegt, dat men
dan de consequentie krijgt ook de neu
trale Bestuurdersbond te doen verte
genwoordigen.
De raad benoemt de heeren P. Fran
cois en W. Roose, met resp. 17 en 16
stemmen.
Voor de derde vacature (I. J. Adri-
aansen) was aanbevolen de heer J.
Mondeel.
De heer v. d- FELTZ wijst er op, dat
dan de Moderne Bestuurdersbond 3
leden heeft.
De raad kiest den heer J. H. Merk
met 11 stemmen tegen 6 op den heer
Mondeel.
5. Crediet voor verbetering buislei-
ding Noordweg.
De heer v. d. FELTZ deelt mede, dat
de Commissie van Financiën zich met
het voorstel vereenigt.
De heer PAUL ligt nader toe, dat het
hier geldt een productief werk.
Spr. wijst nog eens op het hooge .be
drag der bestrating.
De heer MES is het juist te doen
werkloozen aan het werk te krijgen, al
is het tegen het gewone loon.
De heer JERONIMUS vraagt onder
welk hoofd deze leiding ressorteert op
de balans van den waterleiding, onder
dienstleidingen of onder buisleidingen.
Spr. vraagt ook of het de bedoeling is
de buizen aan te besteden of onder-
handsch te koopen.
Spr. heeft gehoord van goedkoope
Japansche buizen.
De heer DEN HOLLANDER wil met
het werk wachten tot na het zomersei
zoen.
De heer BOASSON zegt, dat zulk
werk tweemaal moet herbestraat wor
den, Voorwaarden zal zijn Middelburg-
sche werklieden te nemen. De eerste
vraag van den heer Jeronimus zal spr.
onderzoeken; wat de buizen jbetreft,
dit gaat door een centrale inkoop or
ganisatie; er is reeds een goedkoope
aanbieding binnen, die men tracht te
handhaven. Het plan is, in September
met het werk te beginnen.
De heer ONDERDIJK zegt, dat na
der overwogen is, of tweeërlei aanbe
stedingen wel noodig is, omdat men toch
den eisch stelt van Middelburgsche
werklieden.
De heer PAUL vraagt of er met den
Polder overleg is gepleegd over het
aantal bestratingen.
De heer BOASSON kan daarop niet
definitief antwoord geven.
De raad neemt het voorstel z.h.s, aan.
6. Uitvoering gas-, water- en elec-
triciteitswerken bouwterrein „de
Griffioen".
Aangenomen z.h.s.
7. Nadere regeling eerste hulp bij on
gevallen.
Mevr. WEIJL geeft toe, dat dit geen
goede en afdoende regeling is. Een
verpleegster kan men niet aansprakelijk
stellen, evenmin als iemand, die eerste
hulp heeft geleerd.
Vooral het vervoer mag in geen ge
val op eigen initiatief geschieden. Het
voorstel is dan ook maar een heel klei
ne verbetering van den bestaanden toe
stand. Men mag in ieder geval niet be
slissen, dat zonder medisch advies ver
voerd mag worden, en dan ook geen
brancard vragen door leeken om mis
bruik te voorkomen.
De heer WONDERGEM geeft in
overweging wel de politie den brancard
te doen oproepen gelijk met een dok
ter; zij zijn dan wellicht gelijk te? plaat
se.
De heer JERONIMUS is dankbaar
voor het voorstel, dat fei-felijk het zijne
is. Hij is er voor, het aantal personen
die om den brancard kunnen vragen,
als stationchef, commandant Brandweer
en dergelijke uit te breiden.
Spr. wil in Middelburg, Vlissingen en
Goes Centrale plaatsen om dokters hulp
te vragen.
De heer v. d. FELTZ bespreekt de
zaak uitvoerig en acht het ongehoord
dat men zegt „denkt er om zonder me
dicus". Spr. wil een regeling van uit
zenden van den brancard met de direc
trice van het gasthuis- Spr. meent, dat
men de gemeente-geneesheer-school
arts, kan opdragen dit werk te dóen;
vooral waar hij zijn kantoor in het hui
dige t.b.c. consulatiebureau zal krijgen.
Dë heer BYBAU vraagt waarin het
overleg met den gemeentegeneesheer
heeft bestaan en waar het toe heeft ge
leid.
De heer BOASSON is verbaasd over
de herhaling der discussie, die bij de
eerste behandeling plaats heeft gehad.
Toen besloot men nader overleg te ple
gen en de 200 te doen vervallen. Men
wilde die niet besteden om een goede
regeling van eerste hulp te verkrijgen.
Onderzocht is of men dit werk zonder
meer aan den gemeentegeneesheer op
zou kunnen dragen bij de huidige in
structie. Gaat men die wijzigingen en
meer werk opdragen, dan kan hij op
meer aanspraak gaan maken.
Er is nog een moeilijkheid gerezen
en wel dat die geneesheer steeds be
reikbaar" moet zijn, en dit is met de ge
meente-geneesheer niet het geval; wel
is dit in het gasthuis het geval.
Met de Godshuizen is nader gecor
respondeerd, de geneesheeren, die zich
beschikbaar hadden gesteld, trokken
zich terug. Van tegenwerking van de
zijde van B. en W. is geen sprake (de
heer v. d. Feltz zegt dat niet te heb
ben bedoeld).
De Godshuizen willen niet een bran
card uitzenden zond'er medischen op
dracht, omdat zij geen verantwoording
voor vervoer op zich moge nemen, waar
het om een menschenleven kan gaan.
B. en W. konden niet anders doen dan
hun voorstel indienen, zooals zij deden.
Als men de dokter wil uitschakelen
zouden B. en W, hun voorstel moeten
intrekken, omdat zij het dan niet kun
nen uitvoeren. De politie is ook niet
medisch deskundig. Overleg met andere
plaatsen is niet uitgesloten.
Het is beter een half ei dan een le
dige dop-
Mevrouw WEIJL meent, dat niet ver
beterd is het spoedig aanwezig zijn van
een medicus, maar alleen het spoediger
ter plaatse zijn van een brancard. Het
komt nu voor, dat men lang daarop
moest wachten, al heeft spr. dit zelf
nooit ondervonden. Maar bijv. wel dr.
Broekhuysen. Elke arts blijft verplicht
hulp te verleenen als hij geroepen wordt,
't Bedrag voor een goeden dienst was
zoo laag mogelijk gesteld. De jeugdige
assistent zou van het werk profiteeren,
.maar van dr. Broekhuysen kan men niet
verlangen steeds vindbaar te zijn- Spr.
zal nu met dit voorstel medegaan.
De heer v. d. FELTZ meent, dat geen
der leden tegen het voorstel is, maar
de heer Boasson schiet gaarne met grof
geschut, nu hij weer dreigt met intrek
king van het voorstel.
De burgemeester heeft kunnen zien,
dat de leden van het bestuur der Gods
huizen beminnelijke menschen zijn. Men
kan den gemeentegeneesheer volgens
de bepalingen alle werk opdragen. An
dere menschen als de burgemeester, of
ficier van justitie en brandweercom
mandant, moeten ook steeds te vinden
zijn.
De heer JERONIMUS wil de zaak
aannemen.
De VOORZITTER zegt dat er geen
sprake is van grof geschut, het is een
gevolg der besprekingen en spr. zou
gaarne nu een besluit zien genomen,
,en weer geen wijzigingen er in zien
brengen.
Spr- wil het voorstel aannemen en
zien hoe het werkt, men kan dan later
toch weer overleg plegen met de Gods
huizen.
De heer BOASSON ontkent nog eens
dat men den gemeente-geneesheer al
les kan opdragen en zegt, dat de direc
trice niet verantwoordelijk gesteld kan
worden.
De raad neemt het voorstel z.h.s. aan,
8, Wijziging besluit tot jaarwedde-
korting.
De heer MONDEEL heeft met ver
wondering kennis genomen van het
schrijven van Ged. Staten.
Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
9. Vaststelling verkoops-voorwaar
den bouwterrein „de Griffioen".
De heer v- d. FELTZ zegt, dat de
commissie van financiën er zich mede
kan vereenigen.
Alleen is art. 11 wel wat raar, men
zou bijv. het niet aanleggen van een
siertuin kunnen gebruiken om een heel
huis te annexeeren.
De heer VAN ANDEL onderstreept
dit met klem.
De heer PAUL wil gaarne zien, dat
meer gelet wordt op de aesthetische
uitvoering van den bouw.
De heer JERONIMUS komt terug op
zijn bezwaar tegen den prijs van per
ceel 20, en het is een der eerste, dat
verkocht wordt. Over aesthetica zijn
de heeren architecten het niet spoedig
eens.
De heer BYBAU heeft er bezwaar
tegen dat de juiste grootte der percee-
len door B. en W. worden aangegeven;
dit heeft hij niet tegen het aangeven
der juiste ligging.
De heer ONDERDIJK zegt, dat het
punt elf voornamelijk slaat op omstan
digheden, die zich tijdens den bouw
voordoen; dit is ook, reeds voorgeko
men. Als eerlijk man heeft men de voor
waarden na te komen; als bijv. het be
bouwen binnen één jaar. Een siertuin
moet dringend zijn, opdat men er bijv.
geen volkstuin van maakt of een auto
garage wil bouwen, Men moet daarte
gen kunnen opkomen.
Over art. 13 kan zeker verschil ont
staan, niet over het aantal meters, want
men koopt per perceel.
Er is niets op tegen een artikel toe
te voegen, dat er geen aansprakelijk
heid bij de gemeente is voor afwijkin
gen.
Het is zeker, dat er verschil is over
aesthetisch aanzien, en het is maar goed
dat de uiteindelijke beslissing bij leeken
is, al moeten die met de wenken van
deskundigen rekening houden. Er is
geen bezwaar inplaats van 9 te lezen 8
meter als afstand van den openbaren
weg, dit geldt ook voor anderen villa-
bouw, B. en W. hebben ook in het Park
van Nieuwenhoven vrijwel de goede
richting kunnen vinden.
Spr. zegt dat er nog op 4 andere per-
ceelen optie is genomen, dit zou dan
reeds 7 van de 23 perceelen zijn, die ver
kocht worden. Ten opzichte van de sier-
tuinen treden B. en W. niet al te streng
op.
De heer v. d. FELTZ wil dat 11 toch
wel wat wijzigen omdat men het niet
kan toepassen. Hij geeft dit nader in
overweging.
Mevr. WEIJL vreest, dat soberheid
met den afstand ongelijkheid in de rooi
lijn zal ten gevolge hebben.
De heer ONDERDIJK zegt, dat men
bijv. bij de drie aangevraagde perceelen
bij 9 meter afstand mooie boomen ach
ter de huizen zou moeten rooien.
Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
10. Verkoop gemeentegrond Meidoorn
laan.
Aangenomen z.h.s,
11. Verkoop bouwperceelen „de Grif
fioen."
Aangenomen z.h.s.
12. Overneming grond koek Zand
straat.
Aangenomen z.h.s.
13- Verhuring gedeelte Burgerweide.
Aangenomen z.h.s.
14. Erfpachts-uitgifte gemeente-grond
T eerpakhui zenstraat.
De heer DEN HOLLANDER vraagt of
deze perceelen bebouwd mogen worden.
De heer ONDERDIJK zegt dit niet de
bedoeling is.
De heer MONDEEL zegt, dat die erf
pacht eerst ingaat in 1936. Eerder be
sloot men dat direct het hoogere canon
te vragen en spr. wil in dien geest be
sluiten. Spr, acht 30 ct. te hoog voor dit
perceel en meent dat 20 ct. voldoende
is.
Mevr. WEIJL heeft begrepen, dat het
hooge canon nu ingaat, maar de erf
pachthouder heeft dan het voordeel, dat
hij reeds zekerheid heeft voor langen
tijd.
De heer JERONIMUS meent dat er
op de Stationstraat met terugwerkende
kracht moest betaald worden.
De heer ONDERDIJK zegt, dat men
in de Stationstraat dat stelsel heeft toe
gepast, dat de verlenging, in ging op het
oogenblik, dat de eerste erfpachter de
verlenging vroeg, om alle gelijk te be
handelen.
Het geval van den heer Mondeel is
voorgevallen in Klein Vlaanderen, maar
het ging om hypotheek te behouden-
Het perceel waar het nu om gaat, is
reeds op een voorwaarde van 30 cent
in veiling geweest.
Dat men, nu het niet direct ingaat, is
omdat de nieuwe erfpachten nimmer
van den lageren prijs heeft geprofiteerd
Men moest een prijs noemen, omdat de
raad nog niet gehoord was, men kan be
ter lager gaan dan hooger, dan oorspron
kelijk gezegd is. De raad is bevoegd di
rect te laten ingaan en dan 20 in plaats
van 30 cent te laten betalen. B. en W.
hebben zich daarover niet kunnen be
raden.
De heer MONDEEL doet nu een voor
stel 20 cent te rekenen en de 50 jaren
nieuwe erfpacht direct te doen ingaan.
De heer PAUL heeft bezwaren, ten
eerste, dat men tijdens den loop van een
contract den canon verhoogt. De kooper
heeft er op gerekend, dat 5 cent zou
worden betaald.
De heer MONDEEL meent, dat het
eerste bezwaar alleen geldt voor hen,
o.w, de heer Paul, die in 1932 ook tegen
direct ingaan was.
Het amendement-Mondeel wordt ver
worpen met 15 tegen 2 stemmen, die der
heeren Mondeel en Wondergem. Het
voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
15. Uitvoering cgaiiseeringswerken bij
Oranjezen.
De heer v. d. FELTZ zegt, dat de meer
derheid van de commissie van financiën
voor het voorstel is, omdat het werk
geeft. De minderheid is eenigszins on
zeker, omdat het werk alleen noodig is
genoemd als de waterlevering aan Vlis
singen zeker belangrijk toeneemt in de
toekomst. Toch is zij wel bereid er mede
accoord te gaan, al heeft zij tegen het
leenen van geld bezwaar, omdat het
werk niet direct noodig is en geen uit
breiding beteekent. Het wordt een ver
kapte crisisleening, waartegen ook Ged.
Staten bezwaar hebben.
Mevr. WEIJL zégt, dat de meening
over de leening bij de meerderheid is,
dat het nuttig is, omdat de werken aan
de Oranjezon toch in waarde vooruit
zullen gaan.
Spr. meent, dat Ged. Staten dit ook
zullen erkennen.
De heer ONDERDIJK zegt, dat dit
plan reeds lang bestaat, maar de nieu
we directeur zag aanvankelijk alleen
productiviteit van dit werk in, als Vlis
singen ging afnemen.
Nu is de capaciteit groot genoeg voor
Domburg, Oostkapelle en 100.000 m3 aan
Vlissingen. Maar dan is er ook het einde
aan. Nu is de directeur gekomen met 't
plan van egaliseering en dan als er een
langdurige overeenkomst met Vlissingen
komt, het kanaal te openen. In de naaste
toekomst zal het bedrijf profiteeren van
de levering aan Vlissingen en Ged. Sta
ten hebben tegen eene leening voor 5
jaar geen bezwaar. Ook verdere voorzie
ning is steeds mogelijk. De post steun-
verleening zal voor 1933 maar nauwe
lijks voldoende zijn en is reeds uitgeput
voor het Molenwater.
Het rijk zal in dit geval bijdragen, en
dat is in het voordeel der gemeente, als
men het werk later toch zou moeten
uitvoeren.
Dit is toch zeker eenigermate pro
ductief werk.
De heer DEN HOLLANDER zegt, dat
men nu werkverschaffing omzet in
steunregeling. Alle leeningen beteeke-
nen meer kosten voor de waterleiding.
Spr. vraagt of er niet meer personeel in
het bedrijf noodig zal zijn, bij uitbrei
ding der waterlevering. De post steun-
verleening wordt nu ontlast door alle
werken en mag men daaruit toch ook
wel putten voor dit bedrag.
Men zal zich niet in de eerste jaren
nieuwe kosten kunnen opleggen.
De heer v. d. FELTZ zegt, dat men
het niet eens zal worden, omdat er de
onzekerheid is van al of niet leveren
van 250.000 kub- m in de toekomst aan
Vlissingen. Is dit niet zoo1, dan is het
werk niet productief en mag er ook
niet voor geleend worden.
De heer JERONIMUS zegt, dat er bij
uitbreiding van een leiding steeds een
speculatief element is. Spr. gelooft dat
waar Vlissingen de eerste stap heeft ge
daan, het ook verder gaan zal. Maar is
het niet te bezuinigen op het plaatse
lijk gebruik en dan is de uitbreiding
niet noodig.
De heer ONDERDIJK zegt, dat het
mogelijk is geweest de- begrooting slui
tend te krijgen, 't Jaar 1933 kan inzake
steunverleening nog ongunstiger zijn dan
in 1932, al is er eenige verbetering
doordat er 'n 250 werkloozen minder
zijn. Toch is er de eerste vier maanden
veel meer uitgegeven dan in 1932, en
het is de vraag of de post steunregeling
voldoende zal zijn.
Spr. ontkent dat het water hier duur
is, al gaat het niet over den meter. Als
men voorgesteld had het uit de steun
verleening te betalen zou men gezegd
hebben: kan er niet geleend worden-
Als men besluit niet te leenen, en het
uit de steunverleening betaald moet
worden, dan zou spr. huiveren het uit
te voeren. Het is gewenscht in de om
geving werkverschaffing te hebben en
daarom hebben B. en W. uitzending
naar Drente afgewezen, als zijnde een
dure geschiedenis.
De heer VAN ANDEL herinnert aan
den tocht naar de Oranjezon ver
leden jaar en toen heeft hij gevraagd
hoeveel water er opgepompt kan wor
den. Het antwoord luidde 1.100,000 kub.
m en Middelburg heeft noodig 700.000
kub. m. Zoo heeft men ook voor Vlis
singen en Domburg nog 200.000 kub. m.
over.
De heer BOASSON zegt dat dit het
gevolg is als men het kanaal zoo ver
mogelijk uitbreid.
Dao nkomt men tot ruim 1,000.000
kub. m.
De raad vereenigt zich z. h. st. met
het voorstel, nadat de heer v. d. FELTZ
heeft gezegd dat hij alleen mede gaat
met het voorstel omdat Ged. Staten
scherpe eischen stellen, en de VOOR
ZITTER dat dit in de beste harmonie
met dat college is geschied.
16. Nader besluit nopens pachtvermin-
dering vischwater vesten.
Aangenomen z.h.s.
17. Nader besluit nopens pachtvermin-
dering gronden Kleverskerkschen
weg.
Aangenomen z.h.s.
18 Bezwaarschriften schoolgeld aan
slagen 1932/1933.
De heer MONDEL heeft het getroffen,
dat iemand, die van 9000 tot 6000
inkomen terug gaat wel vermindering
krijgt en een werklooze niet. Spr. weet
(Ingez. Med.)
dat dit overeenkomstig de verordening
is, en hij zou deze verordening willen
wijzigen.
De' heer HEEMSKERK zegt, dat deze
kwestie ook zijn aandacht heeft getrok
ken, maar in het eene geval staat het
vast, dat een inkomen blijvend zoo veel
verminderd is, terwijl men bij een werk
looze van de veronderstelling kan uit
gaan, dat er wellicht weer werk voor
hem komt. Er wordt wellicht wel eens
wat te soepel opgetreden om het geld op
tijd binnen te krijgen, maar in het geval
van den werklooze blijft de kans op on
inbaarverklaring.
De heer MONDEEL blijft bezwaar
hebben tegen de verordening, die voor
schrijft, dat het schoolgeld geheven
wordt volgens de belasting van het vo
rige jaar, en dit is dan ook gewoonlijk
weer op een vorig jaar gebaseerd, men
krijgt daardoor onbillijkheden en de
schoolgeldaanslag komt wel erg achter
aan.
De VOORZITTER zegt dat het inko
men gebaseerd is op de wettelijke bepa
lingen en een afzonderlijke berekening
voor het schoolgeio heeft ook groote
bezwaren. Maar spr. zal de zaak bij B.
en W. nog eens bespreken.
De raad vereenigt zich met het advies
inzake de bezwaarschriften.
19. Kohier 1933 Straatbelasting.
De raad stelt dit ongewijzigd vast.
20. Staten oninbare posten kohieren
Straatbelasting, Hondenbelasting
en schoolgelden.
Deze staten stelt de raad vast volgens
de ontwerpen.
Rondvraag.
Thans stelt de VOORZITTER de vra
gen van den heer Van Andel aan de or
de, die voornamelijk behelzen verwijzin
gen naar besprekingen in de vorige ver
gadering en die er op neerkomen, of het
college in zijn huidige samenstelling zich
reeds een oordeel heeft gevormd over
al of niet verdere salariskorting, over
de opheffing van het openbaar vervolg
onderwijs en over de kwestie van één in
plaats van twee gemeentegeneesheeren.
De vragen licht de heer Van Andel o.a.
toe met verwijzing naar de steeds toe
nemende' werkloosheid, naar het ver
moedelijk overschrijden van het voor
1932 geraamde tekort op de Godshuizen;
naar het vermoedelijk groote steunbe
drag, hoogere uitkeering aan het Armbe
stuur en een te verwachten rekening van
specialistenhulp van laatstgenoemde in
stelling.
Thans zegt de heer VAN ANDEL, dat
hij, gezien het late uur, de behandeling
van de vragen gaarne tot de volgende
vergadering wil aanhouden.
De heer PORTHEINE juicht dit toe,
ook omdat burg. en wetji. zich dan na
der kunnen beramen op het antwoord.
De heer., JERONIMUS meent, dat!
burg. en weth, hun antwoord gereed heb
ben en dat zij dit zouden kunnen bekend
maken, waarop dan in een volgende ver
gadering zoo gewenscht zou kunnen wor
den gediscuseerd.
De VOORZITTER zegt gemeend te
hebben aan de vragen het karakter eener
interpellatie te moeten geven. Door uit
stellen krijgt men een interpretatie, die
daarbij niet past, althans als men er dan
over wil gaan discuseeren, terwijl het nu
reeds is voor gelezen.
De heer PAUL vraagt om de vragen
en de antwoorden voor de leden ter
visie te leggen.
De heer v. d. FELTZ. tot den voor
zitter: Daar is U geloof ik angstig voor.
De VOORZITTER: Ik ben angstig voor
niets.
Besloten wordt, dat burg. en weth.
zullen antwoorden de leden kunnen dan
overwegen of zij er nader op terug wil
len komen.
Spr. deelt dan mede, dat overeenkom
stig de toezegging het vervolgonderwijs
op 28 April geëindigd is en nu in over
weging is of het met September al of
niet moet worden voortgezet.
Wat betreft de salarissen zegt spr. dat
het college nog maar sedert 5 April vol
ledig is en het nog g,een gelegenheid
heeft gehad zich ter zake rustig te be
raden. Het is spr. niet bekend, dat de
werkloosheid op het oogenblik stijgt,
evenmin dat de rekening over 1932 van
de godshuizen zoo zal tegenvallen, of
dat er voor 1933 bijzonder meer aan het
burgerlijk armbestuur zal moeten worden
betaald of ook voor specialistenhulp
Wat de vermindering van twee of één