het bestuur der Godshuizen. Het voorstel verwerpt de raad met 10 tegen 7 stemmen, die der S.D.A.P. en V.D. 3. Benoeming van: a. 1 lid der Commissie voor den MiddelburgVlissingschen weg. Benoemd wordt de heer M. Fernhout met algemeene stemmen. b. 1 lid der Commissie voor den MiddelburgVeerschen weg. Benoemd wordt de heer M. Fernhout met algemeene stemmen. c- een onbezoldigd ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Benoemd wordt de heer M. Fernhout met algemeene stemmen. De VOORZITTER dankt en neemt al deze benoemingen aan. d. een lid-Voorzitter der Commis sie van toezicht op het Lager On derwijs. De Raad benoemt den heer Boasson met 16 stemmen en een blanco. De heer BOASSON neemt de benoe ming aan. e. drie leden der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. De Raad benoemt den heer dr. C. Or- baan, aftredend, met 17 stemmen, in de vacature-C. Hack, den heer J. A. Ta- venier met 17 stemmen en den heer P. M. Wolters, aftredend, met 17 stemmen. f. 1 lid der Commissie van Toezicht op de Avondschool voor Nijver heidsonderwijs. Dit moest een raadslid zijn. De Raad benoemt den heer Den Hollander met 9 stemmen, tegen 4 op den heer Mondeel, 1 op de heeren v. d. Feltz, Cornelisse, Mes en Van Andel. De heer DEN HOLLANDER neemt de benoeming aan. g. 1 lid der Commissie voor Steun verleening aan werkloozen. Dit geldt de vacature-Boasson. De heer Harthoorn krijgt 8, Cornelis se 7, Portheine 4 stemmen en 1 blanco. Bij tweeede vrije stemming kiest de raad den heer Harthoorn met 10 stem men tegen 7 op den heer Cornelisse. De heer HARTHOORN neemt de be noeming aan. h. 6 leden der commissie van Toe zicht op den gemeentelijken dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. De raad herkiest de heeren J. Onder- dijk, wethouder, jhr. A. E. Boddaert, J. A. Julianus en A. Heijboer, leden-werk gevers. Voor de leden-werknemers licht de heer ONDERDIJK toe, dat een R. K, is aangezocht in de districtsbeurs zitting te nemen, zulks om aan de wenschen der R.K. tegemoet te komen. De heer MES zegt dat de R. K. Volks bond een vertegenwoordiger vraagt en de bedoelde is geen werknemer. Het is gewenscht dat de R-K. in zulkeen commissie zitting hebben. De heer ONDERDIJK zegt, dat men dan de consequentie krijgt ook de neu trale Bestuurdersbond te doen verte genwoordigen. De raad benoemt de heeren P. Fran cois en W. Roose, met resp. 17 en 16 stemmen. Voor de derde vacature (I. J. Adri- aansen) was aanbevolen de heer J. Mondeel. De heer v. d- FELTZ wijst er op, dat dan de Moderne Bestuurdersbond 3 leden heeft. De raad kiest den heer J. H. Merk met 11 stemmen tegen 6 op den heer Mondeel. 5. Crediet voor verbetering buislei- ding Noordweg. De heer v. d. FELTZ deelt mede, dat de Commissie van Financiën zich met het voorstel vereenigt. De heer PAUL ligt nader toe, dat het hier geldt een productief werk. Spr. wijst nog eens op het hooge .be drag der bestrating. De heer MES is het juist te doen werkloozen aan het werk te krijgen, al is het tegen het gewone loon. De heer JERONIMUS vraagt onder welk hoofd deze leiding ressorteert op de balans van den waterleiding, onder dienstleidingen of onder buisleidingen. Spr. vraagt ook of het de bedoeling is de buizen aan te besteden of onder- handsch te koopen. Spr. heeft gehoord van goedkoope Japansche buizen. De heer DEN HOLLANDER wil met het werk wachten tot na het zomersei zoen. De heer BOASSON zegt, dat zulk werk tweemaal moet herbestraat wor den, Voorwaarden zal zijn Middelburg- sche werklieden te nemen. De eerste vraag van den heer Jeronimus zal spr. onderzoeken; wat de buizen jbetreft, dit gaat door een centrale inkoop or ganisatie; er is reeds een goedkoope aanbieding binnen, die men tracht te handhaven. Het plan is, in September met het werk te beginnen. De heer ONDERDIJK zegt, dat na der overwogen is, of tweeërlei aanbe stedingen wel noodig is, omdat men toch den eisch stelt van Middelburgsche werklieden. De heer PAUL vraagt of er met den Polder overleg is gepleegd over het aantal bestratingen. De heer BOASSON kan daarop niet definitief antwoord geven. De raad neemt het voorstel z.h.s, aan. 6. Uitvoering gas-, water- en elec- triciteitswerken bouwterrein „de Griffioen". Aangenomen z.h.s. 7. Nadere regeling eerste hulp bij on gevallen. Mevr. WEIJL geeft toe, dat dit geen goede en afdoende regeling is. Een verpleegster kan men niet aansprakelijk stellen, evenmin als iemand, die eerste hulp heeft geleerd. Vooral het vervoer mag in geen ge val op eigen initiatief geschieden. Het voorstel is dan ook maar een heel klei ne verbetering van den bestaanden toe stand. Men mag in ieder geval niet be slissen, dat zonder medisch advies ver voerd mag worden, en dan ook geen brancard vragen door leeken om mis bruik te voorkomen. De heer WONDERGEM geeft in overweging wel de politie den brancard te doen oproepen gelijk met een dok ter; zij zijn dan wellicht gelijk te? plaat se. De heer JERONIMUS is dankbaar voor het voorstel, dat fei-felijk het zijne is. Hij is er voor, het aantal personen die om den brancard kunnen vragen, als stationchef, commandant Brandweer en dergelijke uit te breiden. Spr. wil in Middelburg, Vlissingen en Goes Centrale plaatsen om dokters hulp te vragen. De heer v. d. FELTZ bespreekt de zaak uitvoerig en acht het ongehoord dat men zegt „denkt er om zonder me dicus". Spr. wil een regeling van uit zenden van den brancard met de direc trice van het gasthuis- Spr. meent, dat men de gemeente-geneesheer-school arts, kan opdragen dit werk te dóen; vooral waar hij zijn kantoor in het hui dige t.b.c. consulatiebureau zal krijgen. Dë heer BYBAU vraagt waarin het overleg met den gemeentegeneesheer heeft bestaan en waar het toe heeft ge leid. De heer BOASSON is verbaasd over de herhaling der discussie, die bij de eerste behandeling plaats heeft gehad. Toen besloot men nader overleg te ple gen en de 200 te doen vervallen. Men wilde die niet besteden om een goede regeling van eerste hulp te verkrijgen. Onderzocht is of men dit werk zonder meer aan den gemeentegeneesheer op zou kunnen dragen bij de huidige in structie. Gaat men die wijzigingen en meer werk opdragen, dan kan hij op meer aanspraak gaan maken. Er is nog een moeilijkheid gerezen en wel dat die geneesheer steeds be reikbaar" moet zijn, en dit is met de ge meente-geneesheer niet het geval; wel is dit in het gasthuis het geval. Met de Godshuizen is nader gecor respondeerd, de geneesheeren, die zich beschikbaar hadden gesteld, trokken zich terug. Van tegenwerking van de zijde van B. en W. is geen sprake (de heer v. d. Feltz zegt dat niet te heb ben bedoeld). De Godshuizen willen niet een bran card uitzenden zond'er medischen op dracht, omdat zij geen verantwoording voor vervoer op zich moge nemen, waar het om een menschenleven kan gaan. B. en W. konden niet anders doen dan hun voorstel indienen, zooals zij deden. Als men de dokter wil uitschakelen zouden B. en W, hun voorstel moeten intrekken, omdat zij het dan niet kun nen uitvoeren. De politie is ook niet medisch deskundig. Overleg met andere plaatsen is niet uitgesloten. Het is beter een half ei dan een le dige dop- Mevrouw WEIJL meent, dat niet ver beterd is het spoedig aanwezig zijn van een medicus, maar alleen het spoediger ter plaatse zijn van een brancard. Het komt nu voor, dat men lang daarop moest wachten, al heeft spr. dit zelf nooit ondervonden. Maar bijv. wel dr. Broekhuysen. Elke arts blijft verplicht hulp te verleenen als hij geroepen wordt, 't Bedrag voor een goeden dienst was zoo laag mogelijk gesteld. De jeugdige assistent zou van het werk profiteeren, .maar van dr. Broekhuysen kan men niet verlangen steeds vindbaar te zijn- Spr. zal nu met dit voorstel medegaan. De heer v. d. FELTZ meent, dat geen der leden tegen het voorstel is, maar de heer Boasson schiet gaarne met grof geschut, nu hij weer dreigt met intrek king van het voorstel. De burgemeester heeft kunnen zien, dat de leden van het bestuur der Gods huizen beminnelijke menschen zijn. Men kan den gemeentegeneesheer volgens de bepalingen alle werk opdragen. An dere menschen als de burgemeester, of ficier van justitie en brandweercom mandant, moeten ook steeds te vinden zijn. De heer JERONIMUS wil de zaak aannemen. De VOORZITTER zegt dat er geen sprake is van grof geschut, het is een gevolg der besprekingen en spr. zou gaarne nu een besluit zien genomen, ,en weer geen wijzigingen er in zien brengen. Spr- wil het voorstel aannemen en zien hoe het werkt, men kan dan later toch weer overleg plegen met de Gods huizen. De heer BOASSON ontkent nog eens dat men den gemeente-geneesheer al les kan opdragen en zegt, dat de direc trice niet verantwoordelijk gesteld kan worden. De raad neemt het voorstel z.h.s. aan, 8, Wijziging besluit tot jaarwedde- korting. De heer MONDEEL heeft met ver wondering kennis genomen van het schrijven van Ged. Staten. Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen. 9. Vaststelling verkoops-voorwaar den bouwterrein „de Griffioen". De heer v- d. FELTZ zegt, dat de commissie van financiën er zich mede kan vereenigen. Alleen is art. 11 wel wat raar, men zou bijv. het niet aanleggen van een siertuin kunnen gebruiken om een heel huis te annexeeren. De heer VAN ANDEL onderstreept dit met klem. De heer PAUL wil gaarne zien, dat meer gelet wordt op de aesthetische uitvoering van den bouw. De heer JERONIMUS komt terug op zijn bezwaar tegen den prijs van per ceel 20, en het is een der eerste, dat verkocht wordt. Over aesthetica zijn de heeren architecten het niet spoedig eens. De heer BYBAU heeft er bezwaar tegen dat de juiste grootte der percee- len door B. en W. worden aangegeven; dit heeft hij niet tegen het aangeven der juiste ligging. De heer ONDERDIJK zegt, dat het punt elf voornamelijk slaat op omstan digheden, die zich tijdens den bouw voordoen; dit is ook, reeds voorgeko men. Als eerlijk man heeft men de voor waarden na te komen; als bijv. het be bouwen binnen één jaar. Een siertuin moet dringend zijn, opdat men er bijv. geen volkstuin van maakt of een auto garage wil bouwen, Men moet daarte gen kunnen opkomen. Over art. 13 kan zeker verschil ont staan, niet over het aantal meters, want men koopt per perceel. Er is niets op tegen een artikel toe te voegen, dat er geen aansprakelijk heid bij de gemeente is voor afwijkin gen. Het is zeker, dat er verschil is over aesthetisch aanzien, en het is maar goed dat de uiteindelijke beslissing bij leeken is, al moeten die met de wenken van deskundigen rekening houden. Er is geen bezwaar inplaats van 9 te lezen 8 meter als afstand van den openbaren weg, dit geldt ook voor anderen villa- bouw, B. en W. hebben ook in het Park van Nieuwenhoven vrijwel de goede richting kunnen vinden. Spr. zegt dat er nog op 4 andere per- ceelen optie is genomen, dit zou dan reeds 7 van de 23 perceelen zijn, die ver kocht worden. Ten opzichte van de sier- tuinen treden B. en W. niet al te streng op. De heer v. d. FELTZ wil dat 11 toch wel wat wijzigen omdat men het niet kan toepassen. Hij geeft dit nader in overweging. Mevr. WEIJL vreest, dat soberheid met den afstand ongelijkheid in de rooi lijn zal ten gevolge hebben. De heer ONDERDIJK zegt, dat men bijv. bij de drie aangevraagde perceelen bij 9 meter afstand mooie boomen ach ter de huizen zou moeten rooien. Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen. 10. Verkoop gemeentegrond Meidoorn laan. Aangenomen z.h.s, 11. Verkoop bouwperceelen „de Grif fioen." Aangenomen z.h.s. 12. Overneming grond koek Zand straat. Aangenomen z.h.s. 13- Verhuring gedeelte Burgerweide. Aangenomen z.h.s. 14. Erfpachts-uitgifte gemeente-grond T eerpakhui zenstraat. De heer DEN HOLLANDER vraagt of deze perceelen bebouwd mogen worden. De heer ONDERDIJK zegt dit niet de bedoeling is. De heer MONDEEL zegt, dat die erf pacht eerst ingaat in 1936. Eerder be sloot men dat direct het hoogere canon te vragen en spr. wil in dien geest be sluiten. Spr, acht 30 ct. te hoog voor dit perceel en meent dat 20 ct. voldoende is. Mevr. WEIJL heeft begrepen, dat het hooge canon nu ingaat, maar de erf pachthouder heeft dan het voordeel, dat hij reeds zekerheid heeft voor langen tijd. De heer JERONIMUS meent dat er op de Stationstraat met terugwerkende kracht moest betaald worden. De heer ONDERDIJK zegt, dat men in de Stationstraat dat stelsel heeft toe gepast, dat de verlenging, in ging op het oogenblik, dat de eerste erfpachter de verlenging vroeg, om alle gelijk te be handelen. Het geval van den heer Mondeel is voorgevallen in Klein Vlaanderen, maar het ging om hypotheek te behouden- Het perceel waar het nu om gaat, is reeds op een voorwaarde van 30 cent in veiling geweest. Dat men, nu het niet direct ingaat, is omdat de nieuwe erfpachten nimmer van den lageren prijs heeft geprofiteerd Men moest een prijs noemen, omdat de raad nog niet gehoord was, men kan be ter lager gaan dan hooger, dan oorspron kelijk gezegd is. De raad is bevoegd di rect te laten ingaan en dan 20 in plaats van 30 cent te laten betalen. B. en W. hebben zich daarover niet kunnen be raden. De heer MONDEEL doet nu een voor stel 20 cent te rekenen en de 50 jaren nieuwe erfpacht direct te doen ingaan. De heer PAUL heeft bezwaren, ten eerste, dat men tijdens den loop van een contract den canon verhoogt. De kooper heeft er op gerekend, dat 5 cent zou worden betaald. De heer MONDEEL meent, dat het eerste bezwaar alleen geldt voor hen, o.w, de heer Paul, die in 1932 ook tegen direct ingaan was. Het amendement-Mondeel wordt ver worpen met 15 tegen 2 stemmen, die der heeren Mondeel en Wondergem. Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen. 15. Uitvoering cgaiiseeringswerken bij Oranjezen. De heer v. d. FELTZ zegt, dat de meer derheid van de commissie van financiën voor het voorstel is, omdat het werk geeft. De minderheid is eenigszins on zeker, omdat het werk alleen noodig is genoemd als de waterlevering aan Vlis singen zeker belangrijk toeneemt in de toekomst. Toch is zij wel bereid er mede accoord te gaan, al heeft zij tegen het leenen van geld bezwaar, omdat het werk niet direct noodig is en geen uit breiding beteekent. Het wordt een ver kapte crisisleening, waartegen ook Ged. Staten bezwaar hebben. Mevr. WEIJL zégt, dat de meening over de leening bij de meerderheid is, dat het nuttig is, omdat de werken aan de Oranjezon toch in waarde vooruit zullen gaan. Spr. meent, dat Ged. Staten dit ook zullen erkennen. De heer ONDERDIJK zegt, dat dit plan reeds lang bestaat, maar de nieu we directeur zag aanvankelijk alleen productiviteit van dit werk in, als Vlis singen ging afnemen. Nu is de capaciteit groot genoeg voor Domburg, Oostkapelle en 100.000 m3 aan Vlissingen. Maar dan is er ook het einde aan. Nu is de directeur gekomen met 't plan van egaliseering en dan als er een langdurige overeenkomst met Vlissingen komt, het kanaal te openen. In de naaste toekomst zal het bedrijf profiteeren van de levering aan Vlissingen en Ged. Sta ten hebben tegen eene leening voor 5 jaar geen bezwaar. Ook verdere voorzie ning is steeds mogelijk. De post steun- verleening zal voor 1933 maar nauwe lijks voldoende zijn en is reeds uitgeput voor het Molenwater. Het rijk zal in dit geval bijdragen, en dat is in het voordeel der gemeente, als men het werk later toch zou moeten uitvoeren. Dit is toch zeker eenigermate pro ductief werk. De heer DEN HOLLANDER zegt, dat men nu werkverschaffing omzet in steunregeling. Alle leeningen beteeke- nen meer kosten voor de waterleiding. Spr. vraagt of er niet meer personeel in het bedrijf noodig zal zijn, bij uitbrei ding der waterlevering. De post steun- verleening wordt nu ontlast door alle werken en mag men daaruit toch ook wel putten voor dit bedrag. Men zal zich niet in de eerste jaren nieuwe kosten kunnen opleggen. De heer v. d. FELTZ zegt, dat men het niet eens zal worden, omdat er de onzekerheid is van al of niet leveren van 250.000 kub- m in de toekomst aan Vlissingen. Is dit niet zoo1, dan is het werk niet productief en mag er ook niet voor geleend worden. De heer JERONIMUS zegt, dat er bij uitbreiding van een leiding steeds een speculatief element is. Spr. gelooft dat waar Vlissingen de eerste stap heeft ge daan, het ook verder gaan zal. Maar is het niet te bezuinigen op het plaatse lijk gebruik en dan is de uitbreiding niet noodig. De heer ONDERDIJK zegt, dat het mogelijk is geweest de- begrooting slui tend te krijgen, 't Jaar 1933 kan inzake steunverleening nog ongunstiger zijn dan in 1932, al is er eenige verbetering doordat er 'n 250 werkloozen minder zijn. Toch is er de eerste vier maanden veel meer uitgegeven dan in 1932, en het is de vraag of de post steunregeling voldoende zal zijn. Spr. ontkent dat het water hier duur is, al gaat het niet over den meter. Als men voorgesteld had het uit de steun verleening te betalen zou men gezegd hebben: kan er niet geleend worden- Als men besluit niet te leenen, en het uit de steunverleening betaald moet worden, dan zou spr. huiveren het uit te voeren. Het is gewenscht in de om geving werkverschaffing te hebben en daarom hebben B. en W. uitzending naar Drente afgewezen, als zijnde een dure geschiedenis. De heer VAN ANDEL herinnert aan den tocht naar de Oranjezon ver leden jaar en toen heeft hij gevraagd hoeveel water er opgepompt kan wor den. Het antwoord luidde 1.100,000 kub. m en Middelburg heeft noodig 700.000 kub. m. Zoo heeft men ook voor Vlis singen en Domburg nog 200.000 kub. m. over. De heer BOASSON zegt dat dit het gevolg is als men het kanaal zoo ver mogelijk uitbreid. Dao nkomt men tot ruim 1,000.000 kub. m. De raad vereenigt zich z. h. st. met het voorstel, nadat de heer v. d. FELTZ heeft gezegd dat hij alleen mede gaat met het voorstel omdat Ged. Staten scherpe eischen stellen, en de VOOR ZITTER dat dit in de beste harmonie met dat college is geschied. 16. Nader besluit nopens pachtvermin- dering vischwater vesten. Aangenomen z.h.s. 17. Nader besluit nopens pachtvermin- dering gronden Kleverskerkschen weg. Aangenomen z.h.s. 18 Bezwaarschriften schoolgeld aan slagen 1932/1933. De heer MONDEL heeft het getroffen, dat iemand, die van 9000 tot 6000 inkomen terug gaat wel vermindering krijgt en een werklooze niet. Spr. weet (Ingez. Med.) dat dit overeenkomstig de verordening is, en hij zou deze verordening willen wijzigen. De' heer HEEMSKERK zegt, dat deze kwestie ook zijn aandacht heeft getrok ken, maar in het eene geval staat het vast, dat een inkomen blijvend zoo veel verminderd is, terwijl men bij een werk looze van de veronderstelling kan uit gaan, dat er wellicht weer werk voor hem komt. Er wordt wellicht wel eens wat te soepel opgetreden om het geld op tijd binnen te krijgen, maar in het geval van den werklooze blijft de kans op on inbaarverklaring. De heer MONDEEL blijft bezwaar hebben tegen de verordening, die voor schrijft, dat het schoolgeld geheven wordt volgens de belasting van het vo rige jaar, en dit is dan ook gewoonlijk weer op een vorig jaar gebaseerd, men krijgt daardoor onbillijkheden en de schoolgeldaanslag komt wel erg achter aan. De VOORZITTER zegt dat het inko men gebaseerd is op de wettelijke bepa lingen en een afzonderlijke berekening voor het schoolgeio heeft ook groote bezwaren. Maar spr. zal de zaak bij B. en W. nog eens bespreken. De raad vereenigt zich met het advies inzake de bezwaarschriften. 19. Kohier 1933 Straatbelasting. De raad stelt dit ongewijzigd vast. 20. Staten oninbare posten kohieren Straatbelasting, Hondenbelasting en schoolgelden. Deze staten stelt de raad vast volgens de ontwerpen. Rondvraag. Thans stelt de VOORZITTER de vra gen van den heer Van Andel aan de or de, die voornamelijk behelzen verwijzin gen naar besprekingen in de vorige ver gadering en die er op neerkomen, of het college in zijn huidige samenstelling zich reeds een oordeel heeft gevormd over al of niet verdere salariskorting, over de opheffing van het openbaar vervolg onderwijs en over de kwestie van één in plaats van twee gemeentegeneesheeren. De vragen licht de heer Van Andel o.a. toe met verwijzing naar de steeds toe nemende' werkloosheid, naar het ver moedelijk overschrijden van het voor 1932 geraamde tekort op de Godshuizen; naar het vermoedelijk groote steunbe drag, hoogere uitkeering aan het Armbe stuur en een te verwachten rekening van specialistenhulp van laatstgenoemde in stelling. Thans zegt de heer VAN ANDEL, dat hij, gezien het late uur, de behandeling van de vragen gaarne tot de volgende vergadering wil aanhouden. De heer PORTHEINE juicht dit toe, ook omdat burg. en wetji. zich dan na der kunnen beramen op het antwoord. De heer., JERONIMUS meent, dat! burg. en weth, hun antwoord gereed heb ben en dat zij dit zouden kunnen bekend maken, waarop dan in een volgende ver gadering zoo gewenscht zou kunnen wor den gediscuseerd. De VOORZITTER zegt gemeend te hebben aan de vragen het karakter eener interpellatie te moeten geven. Door uit stellen krijgt men een interpretatie, die daarbij niet past, althans als men er dan over wil gaan discuseeren, terwijl het nu reeds is voor gelezen. De heer PAUL vraagt om de vragen en de antwoorden voor de leden ter visie te leggen. De heer v. d. FELTZ. tot den voor zitter: Daar is U geloof ik angstig voor. De VOORZITTER: Ik ben angstig voor niets. Besloten wordt, dat burg. en weth. zullen antwoorden de leden kunnen dan overwegen of zij er nader op terug wil len komen. Spr. deelt dan mede, dat overeenkom stig de toezegging het vervolgonderwijs op 28 April geëindigd is en nu in over weging is of het met September al of niet moet worden voortgezet. Wat betreft de salarissen zegt spr. dat het college nog maar sedert 5 April vol ledig is en het nog g,een gelegenheid heeft gehad zich ter zake rustig te be raden. Het is spr. niet bekend, dat de werkloosheid op het oogenblik stijgt, evenmin dat de rekening over 1932 van de godshuizen zoo zal tegenvallen, of dat er voor 1933 bijzonder meer aan het burgerlijk armbestuur zal moeten worden betaald of ook voor specialistenhulp Wat de vermindering van twee of één

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 6