ZEEUWS3CH
ZONDAGSBLAD
FOUTENZOEKPLAATJE.
IVAN DE PROVINCIALE ZEEUVSCHE MIDDELPUPGSCHE COUPAhTI
6 Mei 1933
J. H. Brinkgreve
Entrop.
Carla Hoog.
MEILIEDJE.
OPLOSSING VAN DEN REBUS
UIT HET VORIGE NUMMER.
RAADSELHOEKJE.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS
UIT 'T VORIGE NUMMER.
VOOR GROOTEREN.
OM OP TE LOSSEN.
VOOR GROOTEREN.
VOOR KLEINEREN.
Verkiezing.
Seneca Jr.
ZEEUWSCHE KRONIEK.
6 Mei 1739.
6 Mei 1814.
8 Mei 1572.
9 Mei 1625.
9 Mei 1810.
Napoleon bezoekt Walcheren.
9 Mei 1864.
B. J. d. M.
MEI.
[malen,
Gij grootste der getijen tij,
Gij levenswekster, albezielster,
Gij onvolprezen schoone Mei
Welke zijn de 8 fouten in dit plaatje?
het steeds heen en weer vliegen al
meer en meer verward.
Dit moet een waarschuwing
voor ons wezen om in den nesttijd,
geen touwtjes en draden van aan
merkelijke lengte naar buiten te
gooien of buiten te laten slingeren.
ki;.
Oud heertje: „Ik hoor je zoo
dikwijls praten over gewone en
over buitengewone hoogleeraren.
Wat is het verschil tüsschen die
twee soorten
Student: „Dit vader: een bui
tengewoon hoogleeraar weet niets
gewoons en een gewoon hoog-
leeraarleeraar weet niets buitenge
woons."
Och, Mina heeft weer melk
gemorst
Zegt mopp'rend juffrouw Muis,
Die met het warme, droge weer
Maar 't allerliefst blijft thuis.
Wat Mina toch onhandig is
Mij geeft ze veel te doen
Met oplikken Veel liever,
hoor
Speeld' ik met d' ouden
schoen,
Die in een hoek op zolder staat.
Maar, lieve help wat 's dat
Hoor 'k Mina's stem Komt zij
terug
Och ja Ze roept de kat
Die likt nu alles netjes schoon
En ik krijg vast niets mee
Zoo moppert juffrouw Muis nu
weer.
Zij is ook nooit tevreê
Een heerlijke dag in het voorjaar:
De vogeltjes zingen zoo blij.
Ze zingen het lied van de Lente,
Ze zingen het lied van de Mei.
Het zonnetje lacht er zoo oolijk,
Verdwenen is 't wolkengordijn.
Zie toch eens, hoe Zonnetje's
kind'ren,
De stralen, aan 't spelen nu zijn!
De kalfjes, de biggen, de lamm'ren,
Al 't jonge gedoe huppelt blij,
't Is Lente 't Is Lente de dieren
Genieten van Zon in de wei
De bloemetjes steken hun kopje
Eerst aarzelend nog in
de lucht.
Hun vijand, de wind uit Noord-
Oosten,
Ging hals over kop op de vlucht.
De boomen in tuin en in
boomgaard
Vlug trekken hun feestkleeren
aan.
't Is of zij in lichte japonnen
Naar 'n bruilofstpartij willen
gaan.
Wij, kinderen, dansen en springen.
Ook ons maakt de Lente zoo
blij
En hand aan hand zingen wij
samen:
Wees vroolijk 't Is eind'lijk
weer Mei
Een kraaiende haan maakte Pe
trus om half zes al wakker.
1. Stavoren. Vest, roest, varen,
traan, raven, vat.
2. H Hortensia,
sok
morel
rui t e r s
Hortens ia
v 1 i n d e r
m u s c h
P 1
a
3. Wij stonden klaar om een eindje
te gaan loopen. (Rome).
Mijn oom eet graag rammenas.
(Agram).
Zij kwamen met zes honden aan!
(Metz).
Het arme kind was heel zwak en
uitgeput. (Aken),
4. Schol, Schot.
VOOR KLEINEREN.
1. Net, el, doek; neteldoek.
2. Mol, olm.
3. Zalk, kalk, talk, balk.
4. Dolk Diergaarde,
bier
beek
koor
egge
hard
Anna
Bram
lade
knie
o
1. Mijn geheel wordt met 7 letters
geschreven en noemt 'n plaats
in Overijssel.
Een 4, 7, 5 is een viervoetig dier.
4, 7, 1, 4, 7, 1, 1, 5, 3 is een
vrucht, maar wordt meestal
als sla gegeten.
Een 1, 2, 3, 4 is een buitenland-
sche munt.
4, 3, 7, 1 is niet recht.
Een 6, 7, 3 heeft al heel weinig
waarde.
Een 3, 7, 5, 4 is een vogel.
2. Vul onderstaande 16 vakjes in
met:
2A2E3I2B 1G 1L2S3T
maar doe het zóó, dat je van
links naar rechts en van bo
ven naar beneden leest:
lo een viervoetig dier.
2o een bekend eilandje in Euro
pa.
3a een steltlooper.
4o een ander woord voor ge
voel.
3. Mijn beide deelen zijn gauw
brandbaar en mijn geheel is 'n
plaats in ons land.
4. Schrijf onder elkaar:
lo een deel van een bloem.
2o een ander woord voor ge
neesheer.
3o een lichaamsdeel van een
roofdier.
4o een tijdsverloop.
5o een wild zwijn.
6o een sluwe streek.
De woorden moeten alle uit 4
letters bestaan en de beginlet
ters een groot, viervoetig dier
vormen.
1. Verborgen insecten.
Hij kwam Otto les geven.
Wacht maar, we spreken elkaar
wel nader.
Ik wist niet, dat Jacob ijverzuch
tig was.
Komt Tante Cato rechtsstreeks
uit Parijs?
2. Welke appels kun je niet eten
3. Vul de rijmwoorden in:
Broertje rijdt naar Overschie,
Zit heel fier op Vaders
Hop, hop 't paardje draaft
zoo goed,
Als een paardje draven
Broertje's paardje is zoo mak,
Straks geeft Moeder Broer
een
Broertje haalt er klontjes uit
En wat doet die kleine
Klontjes geeft hij aan het paard,
Maarhij heeft er één be
Voor zichzelf. Wat smaakt dat
goed
O, wat is dat klontje
4. Met g als eindletter ben ik een
deel van een kleedingstuk,
met i een vogel, met m sta ik
op de markt en met n ben ik
in elke keuken te vinden.
TT
Indien ge zoudt meenen, waar
de lezer, dat ik me te dezer plaat
se ook eens op mijne wijze met de
verkiezingen voor de Tweede Ka
mer zoude gaan occupeeren, dan
hebt ge het mis, en niet mis.
Mis, in zooverre, dat ik er niet
aan zou denken hier een politieke
nabetrachting te leveren. Niet al
leen zou zulks hier niet passen,
maar ook: daartoe heeft de poli
tiek mijn belangstelling niet vol
doende.
Wil echter niet meenen, dat
daarmede gezegd wil zijn, dat de
politiek tot een der lagere sferen
zou behooren. Ik hoor dat wel
eens zeggen zoo hier en daar, en
tegenwoordig meer dan vroeger.
Maar het komt me zoo voor, dat
dit niet juist is. Mij dunkt, dat de
politiek in elk geval op veel an
dere zaken van menschelijke strij
digheden dit alvast vóór heeft: dat
haar grondslagen liggen in de gees
telijke overtuigingen harer tra
wanten. Zoodat zij dus gefundeerd
is in dat gebied, waar de ware
waarden gelden. En al mogen hier
en daar, soms erge, aberraties voor
komen, dat neemt den a priori ade-
lijken oorsprong toch nog niet weg.
Maar misschien is dat leeken-
praat op dit gebied.
En in ander opzicht hebt ge het
toch ook weer niet mis. Want er is
nog wat anders.
Het is, nu ik dit schrijf, enkele
-dagen na de verkiezingen. Dagen,
ja weken tevoren was heel ons
volk, in al zijn lagen en schakeerin
gen, min of meer van de wijs. Men
hoorde en las wéinig anders dan
politiek. De Kabinetsvraagstukken
en al wat daarmee verband houdt
al gaat het mijn verstand verre
te boven waren niet van de
lucht. En toen kwam eindelijk de
verkiezing, en, waar het eigenlijk
op aan komt: derzelver uitslag. In
alle steden des lands stond men,
soms diep in den nacht, te wach
ten op uitslagen, op cijfers en stern-
mentallen. Die den een in ver
voering brachten, den ander in
boosheid deden ontbranden of op
z'n minst diepe teleurstelling
brachten
Het toeval wilde, waarde lezer,
dat mijn plicht mij op den ochtend
na den verkiezingsdag vroeg uit de
veeren riep. En toen de zon nog
nauwelijks boven de Oosterkimme
was, en enkele sterren nog hun
zacht-verbleekenden glans aan
den helder wordenden hemel af
straalden, wandelde ik door een
toen stil geworden stad. Hier en
daar had men met vies geworden
groote wit-grauwe kalkletters een
naam of een embleem op de keien
geschilderd. Over de groote stra
ten verspreid lagen half verscheur
de papiertjes met aanbevelingen
hoe men stemmen moest....
En langzaam werd het lichter,
en toen verscheen de dagvorstin-
ne boven den horizont, zooals zij
het al honderdduizenden, milli-
oenen malen gedaan had, met on
verstoorbare regelmaat. En zij
scheen over al die menschen ge
lijkelijk, die elkaar zoo fel bestookt
en gescholden hadden.... En de
sterren verbleekten wel hun glans,
maar zij bleven in het heelal rond
wentelen met dezelfde regelmaat
en op dezelfde ondenkbaar gewel
dige afstandenEn toen dacht
ik: in het leven van den mensch en
de menschengemeenschap is dat
deel van de werking des geestes,
hetwelk tot politieken strijd voert,
zeker niet te min-achten, maar het
is toch noodig, dringend, boven al
les noodig, dat de mensch niet het
gevoel voor verhoudingen verliest.
Dat hij wete, dat er boven zijn
klein-menschelijke bestaantje an
dere zaken zijn, van zulk een over
weldigende macht en grootheid
dat den mensch in alles naast ac
tiviteit en zelfverzekerdheid past
datgene, wat men noemt: den oot
moed. Tegenover den makrokos-
mos verzinkt de beteekenis van
den mikrokosmos in het niet
Bernardus Smytegelt, predikant
der Ned. Herv. Kerk te Middel
burg overleden.
Nooit is er een predikant te Mid
delburg, vooral onder de volks
klasse, zóó bemind geweest als ds.
B. Smytegelt. Ook heeft geen pre
diker zooveel invloed op 't volk
gehad. De vroedschap van Middel
burg, eens bevreesd zijnde voor op
roer van het volk, riep de hulp in
van ds. Smytegelt. Deze wist op
een zeer bijzondere wijze het volk
tot gehoorzaamheid aan de over
heid terug te brengen, doch wees
ook de vroedschap op niet mal-
sche wijze op haar roeping.
Ofschoon ds. Smytegelt nooit
iets liet drukken, werden zijn
preeken nog vele jaren na zijn
dood gelezen, zelfs zijq ze nog te
vinden op het boekenrekje van
oude Walchersche boeren. De
vrienden van ds. Smytegelt schre
ven zijn preeken op om ze uit te
geven. I
De laatste Franken verlaten
Walcheren.
Het eiland Walcheren is van ons
land het langst onder het Fransche
bewind geweest. Na het vertrek
der Engelschen werd het dadelijk
bij Frankrijk ingelijfd. En toen het
grootste deel van ons land in No
vember 1813 reeds bevrijd was,
bleef Walcheren tot Mei van 't
volgende jaar zuchten onder het
strenge bestuur der Franschen, die
alle gemeenschap afsloten.
Nadat Napoleon op 10 April af
stand van de Fransche kroon had
gedaan, kwam den 30sten April
van wege de nieuwe Fransche re
geering het bevel tot ontruiming
van Walcheren, Op 6 Mei vertrok
ken de laatste Fransche troepen
uit Vlissingen met schepen naar
Duinkerken. Een der Fransche sol
daten viel bij het aan boord gaan
in 't water en verdronk.
7 Mei 1800.
L. P. van de Spiegel, een be
kwaam staatsman, overlijdt op 63
jarigen leeftijd. Hij was eerst secre
taris, daarna burgemeester van
Goes, later raadpensionaris van
Zeeland. In 1786 werd hij raadpen
sionaris van Holland. Door de om
wenteling in 1795 werd hij afge
zet en gevangen genomen. Na 3
jaren in de gevangenis gezucht te
hebben, werd hij uit Holland en
Zeeland verbannen. Hij ging te
Lingen (Friesland) wonen, waar hij
7 Mei 1800 overleed. Hij was den
19 Jan. 1737 te Middelburg gebo
ren.
7 Mei 1887.
De stoomtrammaatschappij Bres-
kensMaldegem opent officieel
haar dienst. Den 9den Mei werd
de tram voor het publiek in ge
bruik gesteld.
De maatschappij is den 24 April
1886 opgericht.
Arnemuiden door de Spanjaar
den uitgemoord.
Evenals Vlissingen en Veere
had ook Arnemuiden spoedig de
zijde van Oranje gekozen, terwijl
Middelburg den koning getrouw
bleef. Tijdens het beleg dezer stad
door de Geuzen deden de Span
jaarden een uitval. De Geuzen na
men de wijk naar Arnemuiden, dat
nu door de Spanjaarden vechten
derhand werd ingenomen. Vreese-
lijk werd er huisgehouden. Onge
veer 400 menschen werden gedood.
Tijdens het langdurig beleg van
Middelburg heeft Arnemuiden nog
veel geleden.
Hermanus Faukelius, predikant
der Hervormde gemeente te Mid
delburg overleden.
Evenals vele andere predikan
ten uit dien tijd was Hermanus
Faukelius geboortig uit Vlaande
ren, omstreeks 1560 te Brugge. Hij
werd in 1599 te Middelburg als
tiende predikant beroepen. Des
tijds was Middelburg de eenige
stad in ons land, die zooveel pre
dikanten had.
Faukelius was een bekwaam
godgeleerde, die veel werken in 't
licht gaf. Als ijvrig contra-Remon
strant was hij afgevaardigde der
Nat, Synode te Dordrecht in 1618
en '19 gehouden. Door zijn groote
kennis van het Grieksch werd hr
benoemd tot een der vertalers van
het Nieuwe Testament. Voor deze
taak volbracht was, werd hij door
God opgeroepen.
Te Middelburg woonde Fauke
lius in de Noordstraat, in hetzelf
de huis, waar Balth de Moucheron
en Jacob Cats hebben gewoond.
Met een groot gevolg kwam hij
van af Breskens bij 't kasteel Ram-
mekens aan wal. Zijn gemalin Ma
ria Louise reisde door langs den
Walcherschen dijk en den haven-
dijk naar Middelburg. Hij zelf
inspecteerde eerst Rammekens en
reed daarna naar het door de En
gelschen zwaar geteisterde Vlissin
gen. Daar hij een tweeden, beter
voorbereiden inval der Engelschen
vreesde, heeft hij Vlissingen en
Rammekens spoedig laten verster
ken, door wallen en grachten. Zijn
bezoek aan Middelburg was niet
vriendelijk. Den 18 Mei stak hij
van uit Rammekens over naar Z.-
Beveland.
De spoorboot-maatschappij opent
met steun van de provincie een ge-
regelden dienst van Middelburg
naar Bergen op Zoom v. v. De
trein van uit Holland reed toen
reeds tot deze stad Later werd
ook gevaren vein uit Zierikzee en
Tholen naar Bergen.
Toen in 1873 de spoorweg in
Zeeland kwam, verviel natuurlijk
genoemde vaartdienst en werd al
leen gevaren van Middelburg naar
Zierikzee. Van af 1 Januari 1912
heeft de provincie dezen dienst ge
heel voor haar rekening genomen.
R.
Zij kwam, zij kwam de lang
[beloofde,
De grootste der getijen tij,
De levenswekster, albezielster,
De onvolprezen schoone Mei
Zij tooit nu met haar gouden stralen
Het vlekk'loos reine diep azuur,
Brengt groen en bloemen
[allerwege,
Geluk en vreugd, in heel natuur.
En zachte zoele lentezuchtjes,
Zij waaien door de landen heen,
Zij voeren zoete roken mede,
En wekken levenslust met een.
En jubelzangen, ze weerklinken
Door bosch en veld, door
[beemd en gaard,
Ja, mensch en dier en alles samen,
Verblijdt zich in het heil der
[aard.
Het beekje zelfs, het kan niet
[zwijgen,
Het lispelt kabbelend zijn lied,
Omdat de Mei is weêrgekomen,
Die zooveel schoons en
[heerlijks biedt.
O, wees gegroet, veel duizend-
Middelburg. H. den Engelsman.