H
OONHUYS
DOLORES DE MENDOZA.
UNICA-MEUBELEN
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 29 APRIL 1933. No. 101
HET ANTISEMITISME IN
DUITSCHLAND.
door
ASSESSOR KURT SCHWEITZER
III.
De opkomst van het Na-
tionaal-Sociaiisme.
(Ingez. Med.)
1
Ons nieuw systeem serie-fabrikaat
HUISKAMER f 390
SLAAPKAMER f 480
ZITKAMER 495
FABRIEK LUNBAANSGRACHT 234-236
(Ingez. Med.)
Persbeschouwingen, den uitslag drie conclusies:
N.S.D.A.P-. De Duitsche Nationaal-
Socialistische arbeiderspartij. Drie
verschillende begrippen zijn in dezen
naam samengevat. De buitengewoon
handige propaganda, die deze partij
kenmerkt, toont zich al in de keus van
dezen naam.
Immers, in de eerste plaats willen
haar stichters, leiders en aanhangers
nationaal zijn. Een geweldige oor
log is verloren. Dus moeten nu ook de
nationale krachten zich op een gewel
dige manier ontplooien. Dat is altijd,
bij alle volken zoo geweest, om vol
doende krachten tot een nieuwen op
bouw te verwerven. Men dacht aan den
tijd in het begin der vorige eeuw, toen
na den diepen val van 1806 in Pruisen,
eenige mannen, door een sterk natio
naal gevoel geleid, de vrijheid, den we
deropbouw voorbereidden en uitvoer
den.
Als alle tegenstanders van Duitsch-
land aan dezen tijd hadden gedacht, dan
was alles vermoedelijk heel anders ge-
loopen- Hadden vooral Frankrijk en de
met dit land verbonden kleine staten,
zich wat minder onverzoenlijk getoond,
dan zou de situatie van Duitschland er
heel anders uitzien. Dan hadden waar
schijnlijk degenen, die een vredelieven
de toenadering voorstaan, in Duitsch
land de overhand behouden. Nu echter
moesten steeds breedere kringen in
Duitschland den indruk krijgen, dat men
een groot volk van groote gaven en
prestaties, met den drang tot arbeiden
"bezield, er onder wilde houden, het
den weg om er weer boven op te ko
men wilde versperren, zijn levensmo
gelijkheden wilde vernietigen. En de in
het begin zoo kleine kring om Hitier
kreeg steeds nieuwe aanhangers; om
dat het woord „Vrijheid" een dieperen
zin inhield en behield; want het hooge
ideaal van menschelijke zelfbeschikking
en eigenwaarde was niet alleen aange
tast, maar zelfs ten diepste gewond.
En de Duitsche Joden, die als hun
volksgenooten evenzoo den Duitschen
nood en de wonde, geslagen in de Duit
sche eer, gevoelden, hadden zeker voor
het grootste deel aan Hitler's zijde ge
staan, wanneer 't hun niet door zijn
Joods-vijandelijk standpunt onmogelijk
was gemaakt. Hij doet en deed de Jo
den 't zelfde aan wat het Duitsche
volk van zijn vroegere tegenstanders on
dervond
Op 'n zeer handige manier verbond
het nationaal-socialisme den strijd tegen
de Joden met den strijd tegen het
Marxisme. Toch heeft de partij het
begrip „socialisme" in zijn naam opge
nomen. Zoo sterk leeft in het Duitsche
volk de soci ale (niet de socialisti
sche!) gedachte dan dat men er op zou
kunnen rekenen, een beweging in
Duitschland zonder sociaal programma
in het leven te roepen en te behouden.
En een goed helper in dezen kruis
tocht voor de nieuwe idéé is de hui
dige Duitsche nood.
Overal in de geheele wereld, heeft
de crisis diepe wonden geslagen. Ook
Duitschland draagt de gevolgen dezer
algemeene depressie; bovendien ech
ter ook de bijzondere gevolgen van een
verloren oorlog, het verloren gebied, de
verloren schatten van den bodem. Men
weet buiten Duitschland niet hoe groot
de ellende is, die daar heerscht.
Ook hier in Nederland zijn vele duizen
den werkloos. Ook dit Nederland
wordt met het spook van den honger
bedreigd. Doch in Duitschland hongeren
millioenen. Zijn er heele dorpen zonder
arbeid. De openbare ondersteuning
staat ver onder den noodzakelijken le
vensstandaard. Gansche scharen kin
deren komen zonder ontbijt, ook des
winters slechts heel armoedig gekleed,
op school en ze hebben lang niet allen
het vooruitzicht thuis een warmen
maaltijd te vinden.
Ondanks haast bovenmenschelijke in
spanning zijn eenvoudig de middelen
niet aanwezig voldoende te helpen!
Begrijpt men, dat zeer velen, eigenlijk
al te velen tot het nationaal-socialisme
toe stroomden, dat 't jaren en jaren
zoo gemakkelijk had, 't maar voor 't be
loven te hebben? Dat men opnieuw
hoopte, wilde hopen, nadat de anderen
door den geweldigen omvang van aller
lei vraagstukken, die opgelost moesten,
en ook door hun niet te loochenen fou
ten, waren tekort geschoten? Te kort
moesten schieten? 't Was wel gemakke
lijk de Joden aan te vallen en te beschul
digen. Door hun positie uit hoofde van
hun beroep, hun neiging tot geestelijken
arbeid de Joden zijn 'n godsdienstig
volk hoorden en hooren ze grooten
deels tot den minddenstand, namen ze
openbare posities in. Bij den midden
stand is de nood echter nog niet zoo
openlijk; daar heeft men nog gevoel
voor eenig decorum.
Dan liever hongeren, dan dat men van
de laatste resten cultuur en civilisatie
afstand wil doen. En hoe weinig, en
hoe eenvoudig men eet, dat ziet men
c'aerbuiten niet. Men verbergt zijn a,-
moede in een verkeerd gevoel van
schaamte en zoo ontstaat een verkeer
den indruk- Hoe groot de nood in Jood-
sche kringen echter wel is, daarover
kunnen de Joodsche bureaux voor
maatschappelijk hulpbetoon 't een en
ander vertellen, die niettegenstaande
alle inspanning niet vermogen te helpen.
Maar naar buiten komt de nood niet
in zijn schrikkelijken omvang. Daar valt
't den anti-semieten niet moeilijk de Jo
den tot zondebokken van den Duitschen
nood te maken. Zelfs als hij weet hoe 't
wel is, blijft 't op propagandagronden
bij het oude treurige devies, ,,'t Doet er
er niets toe, de Jood wordt verbrand."
En daarnaar wordt dan het begrip
van den Duitschen arbeider inge
prent, in tegenstelling met dien van
vreemden stam. In dit begrip vat het
Nationaal Socialisme alle werkende
menschen samen werkgevers als werk
nemers, zonder te letten op het beroep
van den eenling* dus alleen de „Duit
sche" menschen.
Men schept de tegenstelling tusschen
Joden en niet-Joden, tusschen mensch
en mensch, terwijl men den Jood de
Duitsche mentaliteit, gelijk denken en
voelen met den niet-Jood ontzegt. En
men vergeet daarbij, dat Jood en Jood
net zoo min hetzelfde is als Duitscher
en Duitscher, als Hollander en Hollan
der. Want ook juist in het Jodendom
heerscht een sterk individualisme, en
dus verdeelen de Joden in Duitschland
zich evenals in welk ander land ook in
alle politieke partijen, in de onderschei-
denste wereldbeschouwingen.
Daarover zullen we nog nader spre
ken. Het is een bewuste onrechtvaardig
heid, en een leugen als het Nationaal-
Socialisme Jodendom met een bepaalde
politiek of wereldbeschouwing identi
ficeert.
Als men de Nationaal-Socialistische
beweging, die 't bewust en ten sterkste
afwijst een partij te zijn, goed wil be
grijpen, dan moe;t men die vergelijken
met een der nieuwe ontstane religieuse
bewegingen. Nationaal-Socialisme is 'n
geloof. De gedachte aan den leider is den
Duitscher met zijn ingewortelde helden-
vereering van nature meegegeven, brengt
hem tot een kritiekloos aannemen van
wat een leider uitspreekt en belooft.
En zooals de stichter eener religie al
lereerst een trouwen aanhang verwacht,
die hem blindelings en gehoorzaam vol
gen, zoo is er om Hitier een schare fa
natieke volgelingen, die de kern vor
men voor de groote menigte, die zich
daarbij aansluit.
En zooals men met het verstand niet
aan religieuse dingen raken kan, zooals
het geloof in het gemoed zetelt, zoo
staat de kerntroep van het Nationaal-
Socialisme onvoorwaardelijk achter
haar leider Hitier, wiens woord voor
haar onwankelbare waarheid is. Met
een nationalist te discuteeren, is een
onmogelijkheid, en juist deze grenzen-
looze gevoelvolle-vereerende toewijding
wordt den niet-geloovigen, den tegen
standers het nooit aflatend gevaar, dat
van ieder fanatisme uitgaat-
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
26).
Toen ging hij weer weg en sloot zacht
jes de deur achter zich, na nog eens om
gekeken te hebben, om zeker te zijn dat
er werkelijk niemand was, en misschien
ook, zooals sommige menschen wel eens
doen, als zij ergens vandaan gaan, waar
zij aan een groot gevaar zijn ontsnapt,
om, zij het ook onbewqst, alle details
met een soort gevoel van dankbaarheid
in hun geheugen te prenten, alsof de
levenlooze dingen het gevaar met hen
hadden doorstaan, en daardoor hun blij
vende vriendschap hadden verworven.
In zoo n soort stemming verliet de nar
Adonis dien avond de kamer, waar de
koning had gesoupeerd, den hemel vu
rig dankende dat keizer Maximiliaan
meer dan honderdvijftig jaren geleden
gestorven was wegens het eten van te
veel meloen.
Inmiddels had de koning de koningin
aan de deur van haar particuliere ver
trekken verlaten en terwijl hij naar zijn
werkkamer ging, met een boos gezicht
en met niet meer dan een gebaar van
Don Jan afscheid genomen. Toen hij
binnen was, zond hij de kamerheeren
weg, gelastte dat niemand hem mocht
storen en dat alleen Don Antonio Perez,
de nieuwe gunsteling, mocht worden
toegelaten. Het souper had nauwelijks
een half uur geduurd en het was nog
vroeg in den avond, toen hij alleen was
en de gelegenheid had het gebeurde te
overdenken en tevens hoe hij zich op de
beste wijze van zijn broeder, den held
BIJ VOL ZIJN. ongewone gistings
processen in den dikken darm, bloed-
drang naar den lever, storing in de gal-
functies, steken in de zij, benauwde
borst, hartkloppingen verzekert het na
tuurlijke „Franz-Josef'-bitterwater een
goeden stoelgang, waardoor de bloed-
aandrang vermindert.
W
Prinsengracht 709-713
Leidschestraat 73
AMSTERDAM
en den afgod van Spanje, zou kunnen
ontdoen.
Hij kon niet toelaten dat Don Jan van
Oostenrijk verder ongemoeid zou wor
den gelaten, alsof hij niet openlijk ge
weigerd had een uitdrukkelijk bevel op
te volgen en alsof hij niet in het geheim
kuipte om zich van den troon meester
te maken. Dat was onmogelijk. Geduren
de twee jaren groeide zijn populariteit,
niet alleen bij het volk, maar ook en
dat was veel gevaarlijker bij 't leer.
In dezende mate, ja, in nog vlugger tem
po, namen 's konings jaloezie en haat
toe, zoodat zelfs de soldaten, als de of
ficieren hen niet konden hooren, er over
spraken en er grappen over maakten.
Hoewel er geen bepaalde reden voor
bestond, was zijn argwaan niet zonder
schijnbaren grond. Terwijl Philips in zijn
particuliere werkkamer met onbeholpen
stappen heen en weer liep, meer dan
eens struikelend over een voetkussen
dat vopr zijn grooten armstoel lag, zag
hij duidelijk de groote afmetingen, die
de macht, waartoe hij zelf zijn broeder
tegen wil en dank had verheven, had
aangenomen. Philips was oud genoeg om
Don Jan's vader te hebben kunnen zijn
en hij herinnerde zich hoe onverschillig
hij den aanvalligen twaalfjarigen jongen,
die Juan Quixadra werd genoemd, be-
jhandeld had, toen hij, na erkend te zijn
als zoon van keizer Karei, naar het hof
te Valladolid was gebracht. Hoewel hij
zijn halfbroeder was. had hij hem toen
niet eens het voorrecht verleend in het
paleis te wonen, en hij glimlachte bij de
gedachte dat hij met „doorluchtige hoog
heid moest worden toegesprdken.
Reeds als jongen was hij belust op vech
onze organisatie en onze pers krachtig
te versterken, onzen greep op de bevol
king te bevestigen en uit te breiden.
Over vier jaar zien wij elkaar dan te
rug
Van de intieme vijanden De Geer en
Colijn heeft de eerste het verloren. Ook
vele vroegere liberalen hebben klaar
blijkelijk anti-revolutionair gestemd, 't
Calvinistisch karakter dezer partij, eens
haar kracht en trots, is verdrongen door
een steeds sterker uitgesproken kapi
talistisch karakter. De Christelijke klei
ne luyden zullen het gevoelig ondervin
den.
Het is vooral de felle en buitenge
woon langdurige economische crisis, die
in deze verkiezing haar werk gedaan
heeft. De crisis heeft de bourgeoisie in
haar reactionnaire maalkolk jmeege-
sleept- In de arbeidersklasse heeft zij
verwilderend gewerkt en aldus de par
tijen links van ons ten onzen koste ver
sterkt. Van beide verschijnselen zal de
arbeidersklasse de schade hebben te
Woensdag uitgebrachte stem bezuren
en betreuren zal. Wij zullen er de
dragen. Wij vreezen dat menigeen zijn
kracht uit putten om het verloren ter
rein te herwinnen."
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. „De Standaard" (a.r.) trekt n.a.v.
We laten hier nog eenige extracten' eerste conclusie - aldus »,De
volgen van beschouwingen over denStandaard" is, dat er in de Kamer
uitslag der Tweede Kamerverkiezingen. een meerderheid is die wenschl, dat er
„De Z e e u w" (a.r-) schrijft o.a i in het bewind van het land met de
„Het stemt ongetwijfeld tot groote Christelijke volksaspiraties worde ge-
blijdschap, dat de anti-revolutionaire rekend; A1 zlJn er natuurlijk bepaalde
partij met een winst van twee zetels verschillen, die soms lang niet gering
uit den strijd te voorschijn kwam, De ziïn<. het. aantal dergenen, die met die
zetel die in 1929 verloren ging is terug- I Christelijke volksaspiraties wenschen
gewonnen en bovendien is het ook nog gerekend te zien, bedraagt toch acht en
mogen gelukken een veertiende zetel te vi)ftiÊ- En als raen alle dissidenten bui-
bemachtigen. Onze verwachtingen zijn ten beschouwing laat in elk geval toch
wat dit betreft overtroffen. nog twee en viïfti£- Ongetwijfeld ligt
Hoe verblijdend dit op zichzelf ook hlerin één der aanwijzingen voor den
mag zijn, hieruit volgt niet, dat de A.R. *e vcdéen koers.
partij innerlijk zooveel sterker is ge- „Een tweede conclusie, die wij mee-
worden. j nen te mogen trekken, is deze, dat het
Dit kan echter niet verhinderen* dat nationaal gevoel bij deze stembus ster-
de A..R. partij met dankbaarheid op de ker gesproken heeft dan gemeenlijk het
gehouden stemming terug ziet. Onge- geval is geweest, dat er een verlangen
meen scherpe aanvallen had zij den tot uitdrukking is gebracht naar het
laatsten tijd, met name van uiterst recht- sturen van een nationalen koers, voor-
sche zijde te verduren, zoo zelfs dat het a? uitkomend in bezorgdheid voor de
meermalen scheen alsof er voor de S, afnemende autoriteit der Overheid.
G.P. slechts één vijand is, die te vuur Hieruit valt af te leiden, dat het nieuwe
en te zwaard bestreden moet worden: Kabinet dien wensch niet uit het oog
de Anti-Revolutionaire partij zal mogen verliezen en dat het overi-
Wanneer wij dit alles in het oog gens ook met. het oog op de sterkte-
houden dan is er al'e reden tot tevre-verhoudingen naar nationale bevre-
denheid." diging zal hebben te streven.
Het Volksblad (s.d.) schrijft: „De derde conclusie, die wij trekken,
„Ons aantal Kamerzetels daalt van houdt verband met de toeneming van het
24 op 22 en het percentage onzer stem- aantal partijen. We hadden er elf, thans
men van 23 8 op 21.4. Terwijl het aan- zullen wij er veertien hebben. Daarin
tal kiezers belangrijk steeg, daalde ons ligt een zeer ernstige waarschuwing be-
aantal stemmen met ruim 6000, Hetsloten. Hoe grooter de versplintering
herinnert aan de verkiezingen van 1922,van het Parlement, hoe krachteloozer de
toen wij onder den invloed van de in- volksvertegenwoordiging wordt. En hoe
voering van het vrouwenkiesrecht van krachteloozer die volksvertegenwoordi-
22 op 20 zetels daalden. Drie jaar later S£iné< hoe moeilijker het worden zal om
hebben wij die daling met woekerwinst de dieP insnijdende quaesties van dezen
weer teruggehaald. Het zal thans weerl tijd tot een oplossing te brengen. Terwijl
juist zoo gaan. Wij zullen voortgaan 1 juist door het niet-oplossen van de groo
te vragen: herstel van de autoriteit der
Overheid; herstel van de ontredderde
financiën; herstel, zooveel mogelijk, van
ons economisch leven en bestrijding der
werkloosheid, de versplintering van 't
Parlement wederom grooter wordt, de
onmacht ten slotte toeneemt en aldus de
weg naar een regeeringsvorm wordt ge
baand, die bij onzen volksaard niet zou
passen.
„Het zal dus wel geen verdere uiteen
zetting behoeven van hoe overwegende
beteekenis het is, dat er een kabinet
kan worden gevormd, hetwelk voor zijn
arbeid rekenen kan op voldoenden
steun in de Kamer. Met het tweeledig
doel, aan de groote tijdvragen een doel
matige oplossing te geven en tegelijk 't
gevaar te vermijden dat uit een zwak
bewind voortvloeien zou voor het be
houd van ons constitutioneel-parlemen-
taire stelsel."
„Doe het nu! mag men de nieuwe Ka
mer wel toeroepen, want als men het
nu niet doet, moet men rekenen met
de waarschijnlijkheid, dat men een vol
gend maal de gelegenheid ertoe niet
meer ontvangen zal."
„Er is periculum in mora."
In verband hiermede is belangwek
kend de daarmee overeenstemmende uit
lating van dr. Colijn in de T elegraaf:
„Naar het mij voorkomt, kunnen uit
der stemming uitgelaten:
dezen uitslag drie conclusies worden
getrokken: ten eerste, dat er in de Ka
mer een meerderheid is, die een regee
ring wenscht welke rekening houdt met
de christelijke volksaspiraties; ten twee
de, dat bij deze stembus tevens gebleken
is van een begeerte naar een regeering,
die in nationalen zin het bewind voe
ren zal; ten derde, dat de versplintering
de volksvertegenwoordiging zich
van
ten, en Philips herinnerde zich hoe hij militairen roem binnen te halen en als
zich altijd oefende met het zwaard ofheld en gunsteling te worden toege-
den degen, en kracht- en behendigheids-juicht door een hof, dat nauwelijks zijn
toeren op half versleten paarden vol- stem kon verheffen voor een hoera voor
bracht behalve wanneer Dona Magda-zijn eigen koning. Dat alles was in tien
lena Quixada, de eenige persoon ter j jaren geschied. De tien volgende, mis-
wereld, die hij zonder nader vragen ge- schien zelfs slechts vijf, zouden het
hoorzaamde, hem aan de studie hield. i' overige kunnen bewerkstelligen. Het
Iedereen had altijd van den jongen ge-1 kon niet anders, of de jonge man had
houden en sinds dien tijd dateerde Phi- j eerzucht, en die zou zeker op niets min-
Üps jaloezie, want hij, die door ni.e-der dan op het bezit van een troon zijn
mand bemind en door iedereen gevreesdgericht. En toch was hierover nooit zelfs
werd, snakte naar populariteit en naargefluisterd; van zijn roem, evenals van
bemind te zijn, zoodat hij met bitteren j zijn leven ging slechts bekoring uit.
wrok bezield was jegens de wereld, die j Vruchteloos had Philips zoowel Antonio
hem wel gehoorzaamde, maar hem dat, i Per.ez als de prinses van Eboli gelast al
wat hij het liefst had gehad, weigerdej hun scherpzinnigheid te gebruiken om
te geven. te bewijzen dat hij kuipte om zich van
Het was nu tien jaren geleden dat de i den troon meester te maken. Zij konden
jongen gekomen was, en thans was hijslechts berichten, dat hij een meisje van
tot een jongen man opgegroeid, die i de hofhouding liefhad, Mendoza's doch-
verreweg de belangrijkste persoonlijk- j ter, en dat hij, behalve om den oorlog,
beid in Spanje was. Hij was behandeld i als een soort sport, om niets en nie-
geworden als ondergeschikte, maar het mand ter wereld gaf dan om Dolores en
volk had hem tot zijn godheid verheven.zijn pleegmoeder.
Hij was aan het hoofd gesteld van ex- j Zij spraken de waarheid en zij had-
pedities, in de hoop dat hij zou falen en den alle reden om die te kennen, want
in ongenade vallen. Maar hij had ge-alle middelen, die binnen hun bereik la-
toond grondiger kennis te bezitten dan gen, hadden zij aangewend om uit te
ouderen, en met roem en eer beladen vorschen of hij te bewegen zou zijn om
v/as hij teruggekeerd, tot hem opgedra- met Philips te twisten en aan te sturen
gen werd Spanje's eindstrijd tegen de j op een burgeroorlog, die slechts één af-
Mooren te strijden, in de hoop dat hij, j loop z»u kunnen hebben, want heel
nu hij eenmaal niet in ongenade kon Spanje zou zich aangesloten hebben om
vallen, zou sneuvelen. Maar inplaats hem als koning uit te roepen. Hij was
hiervan was hij wederom in triomf terug- door allerlei handige vragen en discus-
gekeerd, na de onstuimigste krijgslieden sies door hen in verzoeking gebracht en
van Europa ten onder te hebben ge- zij verwachtten dat hij hun eenige hoop
bracht om daarna op een leeftijd, waar- zou geven. Maar zoowel zij zelfs als hun
op anderen nog beginnelingen waren in medewerkers verloren den moed we
de krijgskunde, den rijpen oogst van zijn gens de onoverkomelijke hindernis, die
heeft voortgezet. Er zijn nu veertien
partijen tegen elf in de zittende Kamer.
Daarin ligt naar niijn meening een vin
gerwijzing dat regeering en Kamer er
voor zullen hebben te zorgen, dat de
groote tijdvragen in onderlinge samen
werking op bevredigende wijze tot
oplossing worden gebracht, omdat an
ders een volgenden keer de parlemen
taire ontreddering nog veel grooter zal
worden"
De Avondpost (lib.) lijkt het op
treden van dr, Colijn als minister-pre
sident thans ontwijfelbaar.
Hij is de man van den dag; de man,
die ons volk aan het hoofd der regeering
wenscht. Dit is niet alleen het stand
punt van het half millioen kiezers, dat
op hem, of zijn lijst stemde; het is stel
lig ook de wensch van honderdduizen
den anderen, die aan hun partij trouw
zijn gebleven, die geen reden vonden
om op dr. Colijn te stemmen, maar wier
verlangen het is dat zijn sterke hand 't
roer van het nieuwe kabinet in handen
zal nemen. Zelden of nooit zal de ge-
iheele politieke toestand zoo duidelijk
den man van het oogenblik hebben aan
gewezen, als nu. Vooral nu de revo
lutionaire elementen versterkt in het
parlement terugkeeren, is het een emi
nent belang, dat wij een krachtige re-
gevormd werd door zijn loyaliteit. We
liswaar, kuste hij nooit de kling van zijn
getrokken zwaard, hij zwoer niet bij de
Heilige Maagd dat hij zijn laatste drup
pel bloed voor zijn souverein en zijn
vaderland zou storten, en nooit legde hij
plechtige beloften af om te streven naar
doeleinden, die onbereikbaar waren.
Maar weerklonk het signaal voor den
aanval, dan drukte hij zijn stalen helm
wat dieper op zijn hoofd, ging zonder
gepraat wat steviger in den zadel zitten
en reed als de duivel in eigen persoon
den dood tegemoet meer niet. Maar
ook kon hij wachten en uitkijken en we
ken lang manoeuvreeren, tot hij den vij
and daar had, waar hij hem wilde heb
ben, met een geduld, dat zijn officieren
en soldaten op een te zware proef zou
hebben gesteld, ware het niet clat zij
hem altiid bereid tot dadelijk handelen
en opgewekt zagen, en zeker van zijn
zaak, zoodat, al zou hij twintig maal
falen den viiand in de klem te krijgen,
hij tenslotte toch altijd zijn doel bereikte.
Philips liep peinzend en boos in zijn
werkkamer op en neer. Indien op dat
oogenblik iemand had aangeboden hem
van zijn broeder te verlossen, zou hij
dadelijk met een ruime belooning voor
den moordenaar hebben klaargestaan.
Maar sinds lang koesterde de koning het
plan om Don Jan te laten trouwen met
koningin Maria van Schotland wiens
huwelijk met Bothwell gemakkelijk ont
bonden zou kunnen worden teneinde
aan zijn aanmatigende eerzucht te vol
doen, en tevens zijn nieuwe koninkrijk
een machtigen bondgenoot tegen Elisa
beth van Engeland le maken.
(Wordt vervolgd)