H OONHUYS DOLORES DE MENDOZA. UNICA-MEUBELEN TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 29 APRIL 1933. No. 101 HET ANTISEMITISME IN DUITSCHLAND. door ASSESSOR KURT SCHWEITZER III. De opkomst van het Na- tionaal-Sociaiisme. (Ingez. Med.) 1 Ons nieuw systeem serie-fabrikaat HUISKAMER f 390 SLAAPKAMER f 480 ZITKAMER 495 FABRIEK LUNBAANSGRACHT 234-236 (Ingez. Med.) Persbeschouwingen, den uitslag drie conclusies: N.S.D.A.P-. De Duitsche Nationaal- Socialistische arbeiderspartij. Drie verschillende begrippen zijn in dezen naam samengevat. De buitengewoon handige propaganda, die deze partij kenmerkt, toont zich al in de keus van dezen naam. Immers, in de eerste plaats willen haar stichters, leiders en aanhangers nationaal zijn. Een geweldige oor log is verloren. Dus moeten nu ook de nationale krachten zich op een gewel dige manier ontplooien. Dat is altijd, bij alle volken zoo geweest, om vol doende krachten tot een nieuwen op bouw te verwerven. Men dacht aan den tijd in het begin der vorige eeuw, toen na den diepen val van 1806 in Pruisen, eenige mannen, door een sterk natio naal gevoel geleid, de vrijheid, den we deropbouw voorbereidden en uitvoer den. Als alle tegenstanders van Duitsch- land aan dezen tijd hadden gedacht, dan was alles vermoedelijk heel anders ge- loopen- Hadden vooral Frankrijk en de met dit land verbonden kleine staten, zich wat minder onverzoenlijk getoond, dan zou de situatie van Duitschland er heel anders uitzien. Dan hadden waar schijnlijk degenen, die een vredelieven de toenadering voorstaan, in Duitsch land de overhand behouden. Nu echter moesten steeds breedere kringen in Duitschland den indruk krijgen, dat men een groot volk van groote gaven en prestaties, met den drang tot arbeiden "bezield, er onder wilde houden, het den weg om er weer boven op te ko men wilde versperren, zijn levensmo gelijkheden wilde vernietigen. En de in het begin zoo kleine kring om Hitier kreeg steeds nieuwe aanhangers; om dat het woord „Vrijheid" een dieperen zin inhield en behield; want het hooge ideaal van menschelijke zelfbeschikking en eigenwaarde was niet alleen aange tast, maar zelfs ten diepste gewond. En de Duitsche Joden, die als hun volksgenooten evenzoo den Duitschen nood en de wonde, geslagen in de Duit sche eer, gevoelden, hadden zeker voor het grootste deel aan Hitler's zijde ge staan, wanneer 't hun niet door zijn Joods-vijandelijk standpunt onmogelijk was gemaakt. Hij doet en deed de Jo den 't zelfde aan wat het Duitsche volk van zijn vroegere tegenstanders on dervond Op 'n zeer handige manier verbond het nationaal-socialisme den strijd tegen de Joden met den strijd tegen het Marxisme. Toch heeft de partij het begrip „socialisme" in zijn naam opge nomen. Zoo sterk leeft in het Duitsche volk de soci ale (niet de socialisti sche!) gedachte dan dat men er op zou kunnen rekenen, een beweging in Duitschland zonder sociaal programma in het leven te roepen en te behouden. En een goed helper in dezen kruis tocht voor de nieuwe idéé is de hui dige Duitsche nood. Overal in de geheele wereld, heeft de crisis diepe wonden geslagen. Ook Duitschland draagt de gevolgen dezer algemeene depressie; bovendien ech ter ook de bijzondere gevolgen van een verloren oorlog, het verloren gebied, de verloren schatten van den bodem. Men weet buiten Duitschland niet hoe groot de ellende is, die daar heerscht. Ook hier in Nederland zijn vele duizen den werkloos. Ook dit Nederland wordt met het spook van den honger bedreigd. Doch in Duitschland hongeren millioenen. Zijn er heele dorpen zonder arbeid. De openbare ondersteuning staat ver onder den noodzakelijken le vensstandaard. Gansche scharen kin deren komen zonder ontbijt, ook des winters slechts heel armoedig gekleed, op school en ze hebben lang niet allen het vooruitzicht thuis een warmen maaltijd te vinden. Ondanks haast bovenmenschelijke in spanning zijn eenvoudig de middelen niet aanwezig voldoende te helpen! Begrijpt men, dat zeer velen, eigenlijk al te velen tot het nationaal-socialisme toe stroomden, dat 't jaren en jaren zoo gemakkelijk had, 't maar voor 't be loven te hebben? Dat men opnieuw hoopte, wilde hopen, nadat de anderen door den geweldigen omvang van aller lei vraagstukken, die opgelost moesten, en ook door hun niet te loochenen fou ten, waren tekort geschoten? Te kort moesten schieten? 't Was wel gemakke lijk de Joden aan te vallen en te beschul digen. Door hun positie uit hoofde van hun beroep, hun neiging tot geestelijken arbeid de Joden zijn 'n godsdienstig volk hoorden en hooren ze grooten deels tot den minddenstand, namen ze openbare posities in. Bij den midden stand is de nood echter nog niet zoo openlijk; daar heeft men nog gevoel voor eenig decorum. Dan liever hongeren, dan dat men van de laatste resten cultuur en civilisatie afstand wil doen. En hoe weinig, en hoe eenvoudig men eet, dat ziet men c'aerbuiten niet. Men verbergt zijn a,- moede in een verkeerd gevoel van schaamte en zoo ontstaat een verkeer den indruk- Hoe groot de nood in Jood- sche kringen echter wel is, daarover kunnen de Joodsche bureaux voor maatschappelijk hulpbetoon 't een en ander vertellen, die niettegenstaande alle inspanning niet vermogen te helpen. Maar naar buiten komt de nood niet in zijn schrikkelijken omvang. Daar valt 't den anti-semieten niet moeilijk de Jo den tot zondebokken van den Duitschen nood te maken. Zelfs als hij weet hoe 't wel is, blijft 't op propagandagronden bij het oude treurige devies, ,,'t Doet er er niets toe, de Jood wordt verbrand." En daarnaar wordt dan het begrip van den Duitschen arbeider inge prent, in tegenstelling met dien van vreemden stam. In dit begrip vat het Nationaal Socialisme alle werkende menschen samen werkgevers als werk nemers, zonder te letten op het beroep van den eenling* dus alleen de „Duit sche" menschen. Men schept de tegenstelling tusschen Joden en niet-Joden, tusschen mensch en mensch, terwijl men den Jood de Duitsche mentaliteit, gelijk denken en voelen met den niet-Jood ontzegt. En men vergeet daarbij, dat Jood en Jood net zoo min hetzelfde is als Duitscher en Duitscher, als Hollander en Hollan der. Want ook juist in het Jodendom heerscht een sterk individualisme, en dus verdeelen de Joden in Duitschland zich evenals in welk ander land ook in alle politieke partijen, in de onderschei- denste wereldbeschouwingen. Daarover zullen we nog nader spre ken. Het is een bewuste onrechtvaardig heid, en een leugen als het Nationaal- Socialisme Jodendom met een bepaalde politiek of wereldbeschouwing identi ficeert. Als men de Nationaal-Socialistische beweging, die 't bewust en ten sterkste afwijst een partij te zijn, goed wil be grijpen, dan moe;t men die vergelijken met een der nieuwe ontstane religieuse bewegingen. Nationaal-Socialisme is 'n geloof. De gedachte aan den leider is den Duitscher met zijn ingewortelde helden- vereering van nature meegegeven, brengt hem tot een kritiekloos aannemen van wat een leider uitspreekt en belooft. En zooals de stichter eener religie al lereerst een trouwen aanhang verwacht, die hem blindelings en gehoorzaam vol gen, zoo is er om Hitier een schare fa natieke volgelingen, die de kern vor men voor de groote menigte, die zich daarbij aansluit. En zooals men met het verstand niet aan religieuse dingen raken kan, zooals het geloof in het gemoed zetelt, zoo staat de kerntroep van het Nationaal- Socialisme onvoorwaardelijk achter haar leider Hitier, wiens woord voor haar onwankelbare waarheid is. Met een nationalist te discuteeren, is een onmogelijkheid, en juist deze grenzen- looze gevoelvolle-vereerende toewijding wordt den niet-geloovigen, den tegen standers het nooit aflatend gevaar, dat van ieder fanatisme uitgaat- Een geschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. 26). Toen ging hij weer weg en sloot zacht jes de deur achter zich, na nog eens om gekeken te hebben, om zeker te zijn dat er werkelijk niemand was, en misschien ook, zooals sommige menschen wel eens doen, als zij ergens vandaan gaan, waar zij aan een groot gevaar zijn ontsnapt, om, zij het ook onbewqst, alle details met een soort gevoel van dankbaarheid in hun geheugen te prenten, alsof de levenlooze dingen het gevaar met hen hadden doorstaan, en daardoor hun blij vende vriendschap hadden verworven. In zoo n soort stemming verliet de nar Adonis dien avond de kamer, waar de koning had gesoupeerd, den hemel vu rig dankende dat keizer Maximiliaan meer dan honderdvijftig jaren geleden gestorven was wegens het eten van te veel meloen. Inmiddels had de koning de koningin aan de deur van haar particuliere ver trekken verlaten en terwijl hij naar zijn werkkamer ging, met een boos gezicht en met niet meer dan een gebaar van Don Jan afscheid genomen. Toen hij binnen was, zond hij de kamerheeren weg, gelastte dat niemand hem mocht storen en dat alleen Don Antonio Perez, de nieuwe gunsteling, mocht worden toegelaten. Het souper had nauwelijks een half uur geduurd en het was nog vroeg in den avond, toen hij alleen was en de gelegenheid had het gebeurde te overdenken en tevens hoe hij zich op de beste wijze van zijn broeder, den held BIJ VOL ZIJN. ongewone gistings processen in den dikken darm, bloed- drang naar den lever, storing in de gal- functies, steken in de zij, benauwde borst, hartkloppingen verzekert het na tuurlijke „Franz-Josef'-bitterwater een goeden stoelgang, waardoor de bloed- aandrang vermindert. W Prinsengracht 709-713 Leidschestraat 73 AMSTERDAM en den afgod van Spanje, zou kunnen ontdoen. Hij kon niet toelaten dat Don Jan van Oostenrijk verder ongemoeid zou wor den gelaten, alsof hij niet openlijk ge weigerd had een uitdrukkelijk bevel op te volgen en alsof hij niet in het geheim kuipte om zich van den troon meester te maken. Dat was onmogelijk. Geduren de twee jaren groeide zijn populariteit, niet alleen bij het volk, maar ook en dat was veel gevaarlijker bij 't leer. In dezende mate, ja, in nog vlugger tem po, namen 's konings jaloezie en haat toe, zoodat zelfs de soldaten, als de of ficieren hen niet konden hooren, er over spraken en er grappen over maakten. Hoewel er geen bepaalde reden voor bestond, was zijn argwaan niet zonder schijnbaren grond. Terwijl Philips in zijn particuliere werkkamer met onbeholpen stappen heen en weer liep, meer dan eens struikelend over een voetkussen dat vopr zijn grooten armstoel lag, zag hij duidelijk de groote afmetingen, die de macht, waartoe hij zelf zijn broeder tegen wil en dank had verheven, had aangenomen. Philips was oud genoeg om Don Jan's vader te hebben kunnen zijn en hij herinnerde zich hoe onverschillig hij den aanvalligen twaalfjarigen jongen, die Juan Quixadra werd genoemd, be- jhandeld had, toen hij, na erkend te zijn als zoon van keizer Karei, naar het hof te Valladolid was gebracht. Hoewel hij zijn halfbroeder was. had hij hem toen niet eens het voorrecht verleend in het paleis te wonen, en hij glimlachte bij de gedachte dat hij met „doorluchtige hoog heid moest worden toegesprdken. Reeds als jongen was hij belust op vech onze organisatie en onze pers krachtig te versterken, onzen greep op de bevol king te bevestigen en uit te breiden. Over vier jaar zien wij elkaar dan te rug Van de intieme vijanden De Geer en Colijn heeft de eerste het verloren. Ook vele vroegere liberalen hebben klaar blijkelijk anti-revolutionair gestemd, 't Calvinistisch karakter dezer partij, eens haar kracht en trots, is verdrongen door een steeds sterker uitgesproken kapi talistisch karakter. De Christelijke klei ne luyden zullen het gevoelig ondervin den. Het is vooral de felle en buitenge woon langdurige economische crisis, die in deze verkiezing haar werk gedaan heeft. De crisis heeft de bourgeoisie in haar reactionnaire maalkolk jmeege- sleept- In de arbeidersklasse heeft zij verwilderend gewerkt en aldus de par tijen links van ons ten onzen koste ver sterkt. Van beide verschijnselen zal de arbeidersklasse de schade hebben te Woensdag uitgebrachte stem bezuren en betreuren zal. Wij zullen er de dragen. Wij vreezen dat menigeen zijn kracht uit putten om het verloren ter rein te herwinnen." DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. „De Standaard" (a.r.) trekt n.a.v. We laten hier nog eenige extracten' eerste conclusie - aldus »,De volgen van beschouwingen over denStandaard" is, dat er in de Kamer uitslag der Tweede Kamerverkiezingen. een meerderheid is die wenschl, dat er „De Z e e u w" (a.r-) schrijft o.a i in het bewind van het land met de „Het stemt ongetwijfeld tot groote Christelijke volksaspiraties worde ge- blijdschap, dat de anti-revolutionaire rekend; A1 zlJn er natuurlijk bepaalde partij met een winst van twee zetels verschillen, die soms lang niet gering uit den strijd te voorschijn kwam, De ziïn<. het. aantal dergenen, die met die zetel die in 1929 verloren ging is terug- I Christelijke volksaspiraties wenschen gewonnen en bovendien is het ook nog gerekend te zien, bedraagt toch acht en mogen gelukken een veertiende zetel te vi)ftiÊ- En als raen alle dissidenten bui- bemachtigen. Onze verwachtingen zijn ten beschouwing laat in elk geval toch wat dit betreft overtroffen. nog twee en viïfti£- Ongetwijfeld ligt Hoe verblijdend dit op zichzelf ook hlerin één der aanwijzingen voor den mag zijn, hieruit volgt niet, dat de A.R. *e vcdéen koers. partij innerlijk zooveel sterker is ge- „Een tweede conclusie, die wij mee- worden. j nen te mogen trekken, is deze, dat het Dit kan echter niet verhinderen* dat nationaal gevoel bij deze stembus ster- de A..R. partij met dankbaarheid op de ker gesproken heeft dan gemeenlijk het gehouden stemming terug ziet. Onge- geval is geweest, dat er een verlangen meen scherpe aanvallen had zij den tot uitdrukking is gebracht naar het laatsten tijd, met name van uiterst recht- sturen van een nationalen koers, voor- sche zijde te verduren, zoo zelfs dat het a? uitkomend in bezorgdheid voor de meermalen scheen alsof er voor de S, afnemende autoriteit der Overheid. G.P. slechts één vijand is, die te vuur Hieruit valt af te leiden, dat het nieuwe en te zwaard bestreden moet worden: Kabinet dien wensch niet uit het oog de Anti-Revolutionaire partij zal mogen verliezen en dat het overi- Wanneer wij dit alles in het oog gens ook met. het oog op de sterkte- houden dan is er al'e reden tot tevre-verhoudingen naar nationale bevre- denheid." diging zal hebben te streven. Het Volksblad (s.d.) schrijft: „De derde conclusie, die wij trekken, „Ons aantal Kamerzetels daalt van houdt verband met de toeneming van het 24 op 22 en het percentage onzer stem- aantal partijen. We hadden er elf, thans men van 23 8 op 21.4. Terwijl het aan- zullen wij er veertien hebben. Daarin tal kiezers belangrijk steeg, daalde ons ligt een zeer ernstige waarschuwing be- aantal stemmen met ruim 6000, Hetsloten. Hoe grooter de versplintering herinnert aan de verkiezingen van 1922,van het Parlement, hoe krachteloozer de toen wij onder den invloed van de in- volksvertegenwoordiging wordt. En hoe voering van het vrouwenkiesrecht van krachteloozer die volksvertegenwoordi- 22 op 20 zetels daalden. Drie jaar later S£iné< hoe moeilijker het worden zal om hebben wij die daling met woekerwinst de dieP insnijdende quaesties van dezen weer teruggehaald. Het zal thans weerl tijd tot een oplossing te brengen. Terwijl juist zoo gaan. Wij zullen voortgaan 1 juist door het niet-oplossen van de groo te vragen: herstel van de autoriteit der Overheid; herstel van de ontredderde financiën; herstel, zooveel mogelijk, van ons economisch leven en bestrijding der werkloosheid, de versplintering van 't Parlement wederom grooter wordt, de onmacht ten slotte toeneemt en aldus de weg naar een regeeringsvorm wordt ge baand, die bij onzen volksaard niet zou passen. „Het zal dus wel geen verdere uiteen zetting behoeven van hoe overwegende beteekenis het is, dat er een kabinet kan worden gevormd, hetwelk voor zijn arbeid rekenen kan op voldoenden steun in de Kamer. Met het tweeledig doel, aan de groote tijdvragen een doel matige oplossing te geven en tegelijk 't gevaar te vermijden dat uit een zwak bewind voortvloeien zou voor het be houd van ons constitutioneel-parlemen- taire stelsel." „Doe het nu! mag men de nieuwe Ka mer wel toeroepen, want als men het nu niet doet, moet men rekenen met de waarschijnlijkheid, dat men een vol gend maal de gelegenheid ertoe niet meer ontvangen zal." „Er is periculum in mora." In verband hiermede is belangwek kend de daarmee overeenstemmende uit lating van dr. Colijn in de T elegraaf: „Naar het mij voorkomt, kunnen uit der stemming uitgelaten: dezen uitslag drie conclusies worden getrokken: ten eerste, dat er in de Ka mer een meerderheid is, die een regee ring wenscht welke rekening houdt met de christelijke volksaspiraties; ten twee de, dat bij deze stembus tevens gebleken is van een begeerte naar een regeering, die in nationalen zin het bewind voe ren zal; ten derde, dat de versplintering de volksvertegenwoordiging zich van ten, en Philips herinnerde zich hoe hij militairen roem binnen te halen en als zich altijd oefende met het zwaard ofheld en gunsteling te worden toege- den degen, en kracht- en behendigheids-juicht door een hof, dat nauwelijks zijn toeren op half versleten paarden vol- stem kon verheffen voor een hoera voor bracht behalve wanneer Dona Magda-zijn eigen koning. Dat alles was in tien lena Quixada, de eenige persoon ter j jaren geschied. De tien volgende, mis- wereld, die hij zonder nader vragen ge- schien zelfs slechts vijf, zouden het hoorzaamde, hem aan de studie hield. i' overige kunnen bewerkstelligen. Het Iedereen had altijd van den jongen ge-1 kon niet anders, of de jonge man had houden en sinds dien tijd dateerde Phi- j eerzucht, en die zou zeker op niets min- Üps jaloezie, want hij, die door ni.e-der dan op het bezit van een troon zijn mand bemind en door iedereen gevreesdgericht. En toch was hierover nooit zelfs werd, snakte naar populariteit en naargefluisterd; van zijn roem, evenals van bemind te zijn, zoodat hij met bitteren j zijn leven ging slechts bekoring uit. wrok bezield was jegens de wereld, die j Vruchteloos had Philips zoowel Antonio hem wel gehoorzaamde, maar hem dat, i Per.ez als de prinses van Eboli gelast al wat hij het liefst had gehad, weigerdej hun scherpzinnigheid te gebruiken om te geven. te bewijzen dat hij kuipte om zich van Het was nu tien jaren geleden dat de i den troon meester te maken. Zij konden jongen gekomen was, en thans was hijslechts berichten, dat hij een meisje van tot een jongen man opgegroeid, die i de hofhouding liefhad, Mendoza's doch- verreweg de belangrijkste persoonlijk- j ter, en dat hij, behalve om den oorlog, beid in Spanje was. Hij was behandeld i als een soort sport, om niets en nie- geworden als ondergeschikte, maar het mand ter wereld gaf dan om Dolores en volk had hem tot zijn godheid verheven.zijn pleegmoeder. Hij was aan het hoofd gesteld van ex- j Zij spraken de waarheid en zij had- pedities, in de hoop dat hij zou falen en den alle reden om die te kennen, want in ongenade vallen. Maar hij had ge-alle middelen, die binnen hun bereik la- toond grondiger kennis te bezitten dan gen, hadden zij aangewend om uit te ouderen, en met roem en eer beladen vorschen of hij te bewegen zou zijn om v/as hij teruggekeerd, tot hem opgedra- met Philips te twisten en aan te sturen gen werd Spanje's eindstrijd tegen de j op een burgeroorlog, die slechts één af- Mooren te strijden, in de hoop dat hij, j loop z»u kunnen hebben, want heel nu hij eenmaal niet in ongenade kon Spanje zou zich aangesloten hebben om vallen, zou sneuvelen. Maar inplaats hem als koning uit te roepen. Hij was hiervan was hij wederom in triomf terug- door allerlei handige vragen en discus- gekeerd, na de onstuimigste krijgslieden sies door hen in verzoeking gebracht en van Europa ten onder te hebben ge- zij verwachtten dat hij hun eenige hoop bracht om daarna op een leeftijd, waar- zou geven. Maar zoowel zij zelfs als hun op anderen nog beginnelingen waren in medewerkers verloren den moed we de krijgskunde, den rijpen oogst van zijn gens de onoverkomelijke hindernis, die heeft voortgezet. Er zijn nu veertien partijen tegen elf in de zittende Kamer. Daarin ligt naar niijn meening een vin gerwijzing dat regeering en Kamer er voor zullen hebben te zorgen, dat de groote tijdvragen in onderlinge samen werking op bevredigende wijze tot oplossing worden gebracht, omdat an ders een volgenden keer de parlemen taire ontreddering nog veel grooter zal worden" De Avondpost (lib.) lijkt het op treden van dr, Colijn als minister-pre sident thans ontwijfelbaar. Hij is de man van den dag; de man, die ons volk aan het hoofd der regeering wenscht. Dit is niet alleen het stand punt van het half millioen kiezers, dat op hem, of zijn lijst stemde; het is stel lig ook de wensch van honderdduizen den anderen, die aan hun partij trouw zijn gebleven, die geen reden vonden om op dr. Colijn te stemmen, maar wier verlangen het is dat zijn sterke hand 't roer van het nieuwe kabinet in handen zal nemen. Zelden of nooit zal de ge- iheele politieke toestand zoo duidelijk den man van het oogenblik hebben aan gewezen, als nu. Vooral nu de revo lutionaire elementen versterkt in het parlement terugkeeren, is het een emi nent belang, dat wij een krachtige re- gevormd werd door zijn loyaliteit. We liswaar, kuste hij nooit de kling van zijn getrokken zwaard, hij zwoer niet bij de Heilige Maagd dat hij zijn laatste drup pel bloed voor zijn souverein en zijn vaderland zou storten, en nooit legde hij plechtige beloften af om te streven naar doeleinden, die onbereikbaar waren. Maar weerklonk het signaal voor den aanval, dan drukte hij zijn stalen helm wat dieper op zijn hoofd, ging zonder gepraat wat steviger in den zadel zitten en reed als de duivel in eigen persoon den dood tegemoet meer niet. Maar ook kon hij wachten en uitkijken en we ken lang manoeuvreeren, tot hij den vij and daar had, waar hij hem wilde heb ben, met een geduld, dat zijn officieren en soldaten op een te zware proef zou hebben gesteld, ware het niet clat zij hem altiid bereid tot dadelijk handelen en opgewekt zagen, en zeker van zijn zaak, zoodat, al zou hij twintig maal falen den viiand in de klem te krijgen, hij tenslotte toch altijd zijn doel bereikte. Philips liep peinzend en boos in zijn werkkamer op en neer. Indien op dat oogenblik iemand had aangeboden hem van zijn broeder te verlossen, zou hij dadelijk met een ruime belooning voor den moordenaar hebben klaargestaan. Maar sinds lang koesterde de koning het plan om Don Jan te laten trouwen met koningin Maria van Schotland wiens huwelijk met Bothwell gemakkelijk ont bonden zou kunnen worden teneinde aan zijn aanmatigende eerzucht te vol doen, en tevens zijn nieuwe koninkrijk een machtigen bondgenoot tegen Elisa beth van Engeland le maken. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5