DAMMEN EN SCHAKEN, VOO^ DE JEUGDi Onder redactie van SINT ANNA TER MUIDEN ENNOGMAALS HET ZWIN. Mevrouw C. E. DE LILLE HOOGERWAARD. OP BEZOEK BIJ JUF. 200'N RAKKER! Rollé, ziende, dat hij verloren had, probeerde in een pink te vluchten, doch werd teruggehaald, op 't stadhuis gebracht, waar hij Alva afzwoer en trouw beloofde aan Oranje. 5 Mei 1623. Henricus Slatius, Remonstrantsch predikant, wordt te 's-Gravenha- ge onthoofd, daar hij een der sa menzweerders .was tegen het leven van Prins Maurits, Slatius was ge boren te Oosterland op Duive- land. 6 Mei 1627. Johannes de Miggrode, een der voornaamste voormannen der Her vorming in Zeeland sterft te Veere op 96-jarigen leeftijd. J. de Miggrode was te Aalst ge boren. Met zijn vader meegeko men naar Veere, werd hij eerst schout van deze stad en in 1557 pastoor. Daar hij de Hervorming was toegedaan moest hij met vele anderen uit Walcheren naar Enge land vluchten. Hij keerde in Mei 1572 terug, toen Veere zich voor Oranje had verklaard. Na de ge meente meer dan 55 jaar als predi kant gediend te hebben overleed hij den 6den Mei 1627. In de Her vormde kerk te Veere is een ge denknaald voor hem. Zijn nakome lingen zijn met vele voorname fa milies verwant. R. B. J. d. M. De kleinste trouwring, die eens den vinger eener bruid ge sierd heeft, droeg prinses Marie, dochter van Koning Hendrik VIII, bij haar verloving met den Dauphin van Frankrijk, den zoon van Frans I, op 5 October 1518. De prinses was namelijk bij de hu welijksceremonie even 2 jaar oud, terwijl de bruidegom nog pas 7 maanden en 8 dagen op onzen aardbol aanwezig was. Daar hij dientengevolge bij zijn huwelijk niet in staat was zijn bruid den gouden met kostbare briljanten versierden trouwring aan den vin ger te steken, werd hij daarbij door den Franschen gezant, admiraal Bouivet, vertegenwoordigd. Een schot had zich verloofd^ niet met een Schotsch, maar met een Engelsch meisje. Geef mij iets voor mijn hals, mijn pols, mijn vinger, iets dat mij mooier maakt De Schot bedacht zich lang, ei gaf zijn meisje een stuk zeep. De toren die eens als een wachter aan den zeearm Het Zwin stond Sint Anna ter Muiden. Vergane grootheid: aan den overkant het lieflijke en keurige Raadhuisje, dat.voor een luttel bedrag aan Woonde en werkte hier de predi kant, die in Ameland zijn vrouw gewelddadig om het leven bracht? Vreemd, heel vreemd.Machtig bonkt daar tegen de zomersch- blauwe lucht de kolos van den to ren, waar schuchter het kleine kerkje tegen leunt. Op enkele pas sen afstand loopt de Belgische grens. Wat moet dat in den oorlog een pracht uitkijkpost voor onze soldaten geweest zijn. Die waren er dan ook op, zoo vertelt ons on- Van een en ander is een kaart 1 20.000 geteekend en den be trokken instanties toegezonden. Als ze 't nou niet gelooven m Deze topografische werkzaamhe den om 3 uur beëindigd zijnde zijn we van het Zwin via Cadzand, Nieuwvliet en Groede naar Bres- kens gewandeld, waar we net op tijd de laatste boot haalden. Een kostelijke, stevige dag Onderstaande partij werd ge speeld in de Simultaanséance van R. Spielmann en gehouden op 12 April j.l. in het clublokaal van de- schaakvereeniging „Middelburg" Wit: R. SPIELMANN. Zwart: H. STROOBAND. 1. e2—e4 c7ci 2. Pblc3 d7d5 3. Pgl—f3 Lc8g4 4. h2h3 Lg4hS 5. e4Xd5 cóX'dS 6. Lf 1b5f Pb8c6 7. g2—g4 In een simultaanséance wel wat gewaagd. 7Lh5gó 8. Pf 3e5 Ta8c8 9. h3h4 h7h6 Minder goed is 9. 16, wegens 10. Pg6: hg6: en de Dame kaa g6 niet gemakkelijk dekken. 10. Pe5Xg6 f 7Xg6 11. d2d4 e7e6 12. Ddld3 Dd8-f 6 13. Lele3 Lf 8b4 14. 0—0—0 Lb4Xc3 15. Dd3Xc3 Pg8e7 16. g4g5 Df 617 17. Dc3d3 Beter is 17. g5Xh6 Deze zet heft wel de dubbelpion op doch geeft aanval op de g-lijn, 17h6h5 18. Tdl—el 0—0 19. Lb5a4 a7a6 op 19Pc6b4 volgt 20. Dd3—d2, Pb4Xa2f 21. Kcl— bl Het paard kan niet meer terug. 20. La4b3 b7b5 21. c2c3 Pc6a5 22. Lb3c2 Pa5c4 23. Kcl—bl Tc8—c7 24. Kbl—al Tf 8—c8 25. Le3cl a6a5 26. b2b3 Pc4d6 27. Lel—d2 b5b4 28. Dd3—e3 b4Xc3 29. Ld2—cl Pd6—b5 30. a2a4 Pb5d6 31. De3Xe6 Df 7Xe6 32. TelXeó Pd6—f 5 Stand na 32 Pd6—f 5 a b cdefg h 33. Thl—el Dit kost de kwaliteit 33Pf 5Xd4 34. Kal—bl Pd4Xe6 35. TelXeó Kg8—f 7 36. Te6—a6 Pe7c6 37. Lel—a3 Tc7—a7 38. Ta6b6 Ta7—d7 39. La3c5 d5—d4 40. Lc2—d3?? Pc6e5 Wit geeft op. Het Rade-looze Raadhuis in vredig St. Anna ter Muiden. Wie met trammetje of autobus langs St. Anna ter Muiden gaat, die ziet slechts den buitenkant: een onbelangrijk vlek. Maar wie, als wij verleden Zondag, er uit Sluis te voet heen en door trekt, ontdekt een klein plaatsje van on- gemeene en groote schoonheid. Een Veere in het klein. Een markt pleintje met een oude steenen pomp in het midden. Een wapen op die pomp, met het fiere inschrift Senatus Populusque St. Anna ter Muidensis.Raad en volk van een particulier als woonhuis ver huurd iswant het plaatsje is geen zelfstandige gemeente meer, en 't heeft dus ook geen Raad meer. Vrede, rust en bezonkenheid ademt dit vriendelijke dorpje. ze vriend Bauer, de pientere dorpstimmerman. En hij vertelt nog veel meer, onderwijl z'n vrouw ons een kop koffie schenkt. 0 Dan begint de excursie naar Het Zwin. Het begint er, door al die belangstelling langzamerhand zwart van 't volk te zien, in dat eenzame Zwin. Wij gingen er ech ter met een scherp-omschreven doel heen: dat gevalletje met het al of niet bestaan van die interna tionale brug over Het Zwin moest nu eens en voor al de wereld uit. De officieele lieden die al maar niet aan die brug gelooven wilden, moesten nu eens overtuigd wor den. Daaraan hebben de Aardstip- pelaars 't hunne gedaan F*** heeft met een stalen maatstaf de lengte van de brug uitgemeten; J*** heeft met regelmatigen pas twee malen den afstand van het W. lijke brug- einde tot den laatsten grenspaal aan het Wielingenstrand geloopen, waarna nauwgezet de gemiddelde paslengte bepaald werd (zijnde 75,38 cm) en S*** heeft met een daartoe vervaardigd peilkompas de twee brugpunten aangesloten op andere vaste punten, nl, den grenspaal en een der hoeken van Café „Het Zwin". Zondagmorgen vroeg; Sluis maakt zich gereed den bezoekersstroom te ontvangen. De Paaschdagen waren echte lentedagen geweest: heerlijk had de zon geschenen en behalve met de maaltijden, waren de kinderen van der Velde den heelen dag in hun grooten tuin aan het spelen geweest. Eerst hadden ze voor 't ontbijt eenig-leuk loopen zoeken naar verstopte Paascheieren en daarna hadden ze allerhande spel letjes gedaan: hoog-en-versprin- gen, omkijkertje, overloopertje en verlos. Want als je met je vijven bent, kun je dat allemaal mooi doen. En in hun tuin waren er plaatsen genoeg, waar je je ver stoppen kon: achter den dikken kastanjeboom, om het hoekje van de bijkeuken, in het fietsenhok ei, als je je klein maakte en plat ging liggen, in den zandbak en je haal de het deksel wat over je heen, dan liepen ze langs je zonder je te ontdekken. Tom had 't bedacht en Suus, die „hem" was, liep nadat ze de an deren gevonden had, al voor den vijfden keer langs hem heen. Als hij toen maar zijn lachen had kun nen inhouden, zou ze hem nog niet gevonden hebben. Den tweeden Paaschdag hadden ze een yo-yo-wedstrijd gehouden, maar die was op een kibbelpar- tijtje uitgeloopen en toen waren ze op raad van Juf het croquet-spel gaan halen en hadden daar den verderen middag plezier mee ge had. Maar den volgenden dag was het koud geweest, met hagelbuien en regenze hadden toen waar schijnlijk kou gevat, want 's- avonds waren Dien en Tom met keelpijn naar bed gegaan en 's- nachts was kleine Els een paar maal door een hoestbui wakker geworden. Suus moest telkens slik ken toen ze opstond, alleen Hein wilde niet weten, dat hij een zee- re keel had. „Binnenshuis jullie plezier zoe ken", had Moeder gezegd. Nu, dat kon best, ze hadden speelgoed ge noeg. Dien eersten dag van huis arrest amuseerden ze zich nog wel. Maar toen den dag erop de regen nog steeds met straaltjes neer kwam, stonden de vijf van der Veldetjes met treurige of booze ge zichten, al naar de stemming was, door de ramen den tuin in te sta ren, die vol plassen lag. „Als ik maar even een blokje om mocht zuchtte Dien, „met mijn kaplaarzen aan krijg ik toch geen natte beenen „Als jij uitgaat, ga ik ook," zei Tom, „We zijn toch niet van zout, dat we zullen smelten", beweerde Hein, maar tegelijk sloeg zijn stem over, zoo zeer deed zijn keel hem. Suus met haar vuurrood neusje zei: „Dat eeuwige Zwarte Piet en Bloemenkwartet hangt me zoover de keel uit", en ze stak haar tong zoover mogelijk uit. „Ik heb al onze boeken weer 's doorgelezen," begon Dien.... Ja, ze verveelden zich, dat was 't. De jongens zaten elkaar voort durend in de haren en bij Els stroomden de tranen o zoo gauw „Ik ga uit," zei Tom en liep naar de deur. „Da's gemeen", riepen de ande ren, „wij hebben allemaal huisar rest", en ze vlogen op Tom af om hem terug te trekken; die kon zich niet staande houden en daar rol den ze over elkaar op den grond. Meteen ging de deur open en kwam Juf binnen, hun oude Juf, die al bij hen gekomen was, toen Hein, de oudste van het troepje, nog in de wieg lag. Suus en Dien hadden wel eens stilletjes gemop perd, dat een jonge Juf veel leuker zou zijn, die kon nog eens mee dra ven of je op haar bagagedrager naar school spurten, als je te laat was opgestaan. Hun juf fietste niet meer.maar dat mopperen was heel ondankbaar geweest, want ze was toch heel lief. Dat zei Cor van Oeveren ook en die had er ver stand van, die had er zooveel ge had Op het oogenblik ook „een piepjonge", maar een kat Nu, dat was hun juf heelemaal niet. Ze kon wel echt een flink standje ge ven, maar als je ziek was, kon ze je zóó lief vertroetelen „Kinders," zei Juf, „ik krijg van middag visite en nu ga ik iets lek kers voor bij de thee maken, jullie moeten me helpen." O, dat was leuk en niet lang daarna waren ze in de keuken on der Jufs toezicht druk aan den gang. De meisjes maakten van kwattareepen chocolatruffels en de jongens maakten, terwijl Juf een oogje in het zeil hield: boter ballen. Toen Hein het taaie mengsel op de marmeren plaat uitgooide, om af te koelen, stond Tom al lang klaar met een mes, om er nette vierkante blokjes van te snijden. Juf lachte hem uit: „Je hebt den tijd nog", zei ze, „eerst moet 't on der het afkoelen harder geworden zijn. Likt maar eerst de pan uit, maar brandt je vingers niet Nu, dat lieten ze zich geen twee maal zeggen De meisjes benijden ien, want zij waren nog niet zoo ver met hun truffels, dat duurde veel langer. ,,'t Is erg goed voor een zeere keel," zei Hein. „Zonde, dat Jufs visite 't op zal eten," vond Tom. „Wie krijgt U toch op bezoek, Juf?" vroeg Suus. Het gebeurde maar zelden, dat Juf bezoek van enkele oude da mes kreeg. Suus vond het niets voor haar om boterballen te snoe pen. „Misschien blijft er wel wat over," hoopte Els. „Ik hoop ook van de truffels," zuchtte Dien, die net geproefd had en 't „zalig" vond worden. Juf lachte maar wat en gaf geen ant woord Toen ze voor de koffietafel aan schoven, lag er op het bord van ieder der kinderen een briefje. Nieuwsgierig maakten ze het openEen uitnoodiging om te komen theedrinken te drie uur op de balkonkamer twee hoog vóór. O, eenig Dat was Jufs kamer Wat leuk, nu waren ze zelf visite, waarvoor het lekkers gemaakt moest worden. „Dan gaan we in ons eigen huis op visite", riep Els uit. „Ja", zei Dien, „ik weet iets, als het mag ten minste," terwijl ze op Moeder toeliep om haar wat in te fluisteren. Moeder knikte van „ja". En toen de boterhammen op waren, vertel de Dien de anderen, dat ze in de groote kleerenkist op zolder moch ten snuffelen, dan konden ze ver kleed bij Juf op visite gaan. „Flauw", vond Hein. Maar hij ging toch met de anderen mee „kij ken", wat er voor verkleedpakjes uit de kist kwamen Toen Juf om drie uur op een bombardement van vuisten haar deur opende, stond er een zonder linge visite voor haar. Voorop Els in een kimonootje met een groo ten strik op den rug. Dan Tom met een witte voor schoot en koksmuts: een koks maatje. Vervolgens Suus voor over loopend steunend op een stok. Ze had een rood overgordijn om de schouders geslagen en een punt hoed op. „Ik ben Anneke Tanne ke tooverheks", zei ze met een kraakstem. Nummer vier was Dien in een lange sleepjurk met een sluier van oude vitrage: „ik ben Prinses Sylvia, de bruid", lispte ze. Tot slot kwam Hein. Die had plus-fours van Vader aangetrok ken, waarin hij het heel ruim had en daarover een ijstrui, om zijn nek droeg hij zijn schaatsen. Zijn hoofd had hij rijkelijk bestrooid met pluizen watten, die sneeuw vlokken moesten verbeelden en waarvan enkele door het opengaan van de deur, al door de gang dre ven. „Ik ben de ijsvorst," stelde Hein zich voor, „Wat een hoog bezoek", zei Juf, „welkom, lieve gasten en komt binnen." Gezellig was het op Jufs kamer met het zacht brandend gas haardje. Voor het raam stond een azalea in bloei en op het gasstel stond het water voor de thee te pruttelen en het lekkers, 't eigen gemaakte lekkers, lachte hun uit aardige schaaltjes toe. Toen Tom zijn keel schraapte, presenteerde Juf hem dadelijk een ooterbal, zoo begreep Juf je toch altijd Anneke Tanneke kreeg een makkelijken stoel, het koksmaatje mocht op een poef bij den haard zitten en Prinses Sylvia kwam op het divanbed te zitten naast Juf, die het kleine Japanneesje op schoot nam. De ijsvorst moest maar^ niet te dicht bij het vuur," vond Juf en ze schoof hem een lagen stoel bij het raam toe. Maar de ijsvorst had op Jufs schrijftafel een portret van een zeeofficier ontdekt en wilde nu we ten, wie dat was. Dat was Frans, bij wien Juf in Indië „Juf" was ge weest, toen hij nog een kleine jon gen was. Dat was in de binnen landen van Sumatra; de ouders van Frans woonden heel ver van een school, zoodat Juf hem moest leeren lezen, schrijven en rekenen; ja alles, tot hij op zijn twaalfde jaar naar kostschool in Holland werd gestuurd. En juf vertelde van het möoie huis en van den tuin met prachtige planten en bloemen en lekkere vruchten en over het eigen zwembassin en de kleine paardjes en de vlugge Maleische kindertjes, met wie Frans speel de. O, Juf vertelde zoo gezellig, en onderwijl dronken de bezoelcers thee met veel suiker, die je lekker mocht lepelen en snoepten. Juist toen Els wat slaperig be gon te worden, haalde Juf 't knib- belspel te voorschijn en gingen ze daartoe met ijver over. 't Was wel heel moeilijk om niet „bij ongeluk" tegen de tafel te stooten en je er bij neer te leggen, als de anderen „af" riepen, hoewel je 't zelf niet vond, maar ze hadden Juf beloofd, dat het wel een knibbel- maar geen kibbel-spel zou zijnToen luidde op eens beneden de gong, opgeloofelijk al tien minuten voor zes Om zes uur moesten ze hun pakjes uit gedaan hebben en klaar zijn om aan tafel te gaan „Gauw maar zei Juf, „leg de kleeren maar zoolang op jullie bed den, dan ruimen we die na het eten wel op. Dag gasten „Dag Juf„Dag Juffie ,,'t Was een fijne visite „We komen nog eens terug als het mag En Juf, die haar bezoek tot bo ven aan de trap uitgeleide deed, zei: „Goed, dat is afgesproken". Helena A. H, Marcus. ■W 'm- Laatst was Tante op visite En riep: Wimpje, kom eens hier 1 Zeg, wat wil jij later worden: Machinist of vliegenier? Dokter, ingenieur? Of wordt je Bakker, metselaar of smid? Als je 't zeg, mag jij eens kijken, Wat er in dit zakje zit Wim, die leuke, kleine rakker, Dacht eens even ernstig na En toen zei hij: 't Liefste word ik Reiziger in chocola I M. Hoekendijk.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 10