Ourmoi/w Slak ZEEUWSCH Bi 2 ZONDAGSBLAD.:!!.! EHKMaETI 22 April 1933 UI RO.fR. VERKEERD BEGREPEN. Carla Hoog. een slak - RAADSELHOEKJE. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT 'T VORIGE NUMMER VOOR GROOTEREN. 2. V Vaderland. (Orange). (Ulm.) VOOR KLEINEREN. Utrecht. OM OP TE LOSSEN. VOOR GROOTEREN. (3) AM DE PRCMMCIALE ZEEUVSCHE MIDDELBUPGSCHE COUPAMTl E.H.B.O, Seneca Jr. ZEEUWSCHE KRONIEK. 25 April 1747. 26 April 1758. 27 April 1572. B. J. d. M. GROOTE EXCURSIE. Jekkers voor Vader, Moeder en de jongens meenemen. In zijn handen kon hij ook niets dragen, want die zou hij straks als hij opnieuw ging vliegen weer noodig heb ben om zijn „cape" uit te spreiden O, wat smaakten die zoethoud- takjes en sukade-bladeren lekker En die mooie bloemen smolten op Tommy's tong, want.ze waren van fondant I De kersenboomen hingen vol kersen: heerlijke zuur tjes, en zelfs op het grind in de pa den, dat er toch zoo echt als grind uitzag, kon hij zuigen En wat had het beekje een grap pige kleur: oranje I even proeven Ranja was het Heerlijke ranja, waarvan Tommy zooveel hield. Het scheen pas geregend te heb ben in Luilekkerland, want er wa ren groote plassen. Tommy roerde er eens met een vinger in, likte 'm af en.... ontdekte, dat het cho cola was Alles, alles scheen eet baar te zijn in Luilekkerland en zóó heerlijk I En de huizen Tommy bekeek een huis van dichtbij en ontdekte, dat zelfs de huizen er eetbaar waren. Ze wa ren gebouwd van zoete krakelin gen, de ramen waren van suiker, de deuren van koek en de daken van noga. Tommy vond het toch al te bru taal een stuk van een huis af te breken. Hij likte er maar eens met zijn tong langs. Alleen in het cho colade-dak van een laag schuurtje likte hij een klein gaatje. Maar meneer de Wind scheen het ge lukkig niet erg te vinden, want hij fluisterde iets van „een dakraam pje, dat er nu op eens in gekomen was". 't Liefst zou Tommy nog heel, heel lang in Luilekkerland geble ven zijn, maar meneer de Wind vond, dat hij nu genoeg gesnoept had, gaf hem op eens een duwtje in zijn rug en hup daar vloog on ze Tommy al weer door de lucht. Hij vond het erg jammer, dat hij nu zoo hoog boven Luilekkerland was en veel te gauw naar zijn zin weer boven de stad zweefde. Zui nig likte zijn tong de laatste Lui- lekkerland-restjes van zijn lippen af. Hij geloofde, dat meneer de Wind hem nu met een omweg weer naar huis bracht. Reeds be gon hij enkele gebouwen en stra ten te herkennen. Ja, nu ging 't hem toch wel wat heel gauw Hij begon duizelig te worden, deed de oogen dicht enplofte op eens in zijn bed. Hij wilde meneer de Wind heel vriendelijk bedanken, maar. zag hem nergens. Hij voelde hem zelfs niet eens meer Tommy gaf een gil van spijt, dat hij zijn vriend niet had kunnen be danken. Waar was ie nou Zóó gauw kon hij toch niet verdwenen zijn Daar kwam iemand de trap op. 't Was Moeder, die hem verschrikt vroeg, wat er was. Zij begreep al heel gauw, dat Tommy gedroomd had en liet haar baasje drinken. „Ik 1 ik ben met meneer de Wind in Luilekkerland geweest, Mam", zei Tommy, terwijl hij zich de oogen uitwreef. „Vertel me dat morgen maar eens", zei Moeder, terwijl zij haar jongen toedekte, die weer gauw onder zeil ging. In Luilekkerland is Tommy na dien éénen nacht nooit meer ge weest I Waren jullie wel eens zoo gelukkig uw»»*- Juffrouw Slak zou eens op reis, Maar zij had toch niets te pakken; Heel haar huisje nam zij mee Naar den aard van alle slakken; 't Was gemakk'lijk, ook niet duur En daarbij wel erg secuur. 4vi>Mv- *iv j* V." Juffrouw Slak zei: Nu, ik ga! Tegen alle burenvrinden; Als ik weg ben, is mijn plaats Heel niet meer terug te vinden. Ik verdwijn met pak en zak. Ieder riep: Dag Juffrouw Slak Hansje gaat met Vader en Moe der op reis. Ze willen Oma eens opzoeken in haar nieuwe omge ving, want Oma is pas verhuisd en bewoont nu toch zoo'n aardig villaatje, 't Ligt midden in een grooten tuin en Oma vindt het er heerlijk. Vader heeft tegen Moe der gezegd, waar Hansje bij was, dat Oma toch zoo in haar knollen tuin was, sinds zij het villaatje be woonde. Als alles door Vader, Moeder en natuurlijk ook door Hansje bewon derd wordt en zij den grooten tuin rondgaan, vraagt Hansje: „En v/aar is nu de moestuin, Oma „De moestuin 7" herhaalt Oma verbaasd. „Maar ik heb geen moestuin, vent." „Waar zijn dan uw knollen vraagt Hansje op zijn beurt ver wonderd. „Ik heb ook geen knollen", ant woordt Oma. „Nou begrijp ik er niets meer van roept Hansje uit. „Vader heeft zelf gezegd, dat u in uw knollentuin was en Vader jokt nooit voegt hij er met een ern stig snuitje aan toe. Lachend legt Oma het baasje nu uit, dat de uitdrukking: in zijn knollentuin zijn, beteekent: in zijn schik wezen. En in haar schik is Oma in haar villaatje met mooien tuin zeker Maar Hansje kon toch niet we ten, dat de uitdrukking dat be- teekende Juffrouw Slak keek naar de lucht: Wolken pakten zich daar samen, Maar om regen gaf ze niet; Foei, sprak zij ik zou mij schamen Ik ben altijd onder dak 'k Kruip in huis zóó doet Na een langen, langen dag Was zij nog niet ver gekropen, Want een slak kan niet als wij Heele uren zoo maar loopen. Alles aoe 'k op mijn gemak Zachtjes aan sprak juffrouw Slak. Hermanna. t. Nar, wal; narwal. dak k a d e t scherts Vader land Zeel and braam A n s d 3. Heiligerlee. Geel, regel, gier, heil, reiger, lelie. 4. Laat Door, An Gerard en Leo dadelijk thuis komen Bijna was ik in donker tegen u aangeloopen. (Genua). De zandweg is wel mul, maar veel korter dan de straatweg. Ik zag heele kudden herten te gen 't avond werd, op de Ve- luwe (Gheel en Gent) 1. Schapen Paschen. 2. slUrf aster merel arend nicht schar ratel 3. nacht (ge)bracht, struik (Paaschge)bruik, vond (ver)stond, zeg -A weg, 4. Koek, roek, zoek, snoek. 1. Mijn geheel wordt met 8 letters geschreven en noemt een held uit de Vaderlandsche Geschie denis. 4, 5, 3, 6 is een drank. Een 1, 7, 4 is een deel van een vrucht. Een 5, 2, 4 is een klein paard. 4, 2, 8 is een metaal. 2. Mijn eerste deel beteekent slim of leeg, mijn tweede deel is een rivier in Noord-Holland en mijn geheel ligt zoowel oud als nieuw in de prov. Utrecht. 3. Ik dien tot vulling, maar veran dert men mijn staart, dan ben ik niet heel meer. Hoe kan dat? 4. Vul deze 16 vakjes in met: 4A 1 E 2K 2L 2M 3S 2T maar doe het zoo, dat je van links naar rechts en van bo ven naar beneden leest: lo een plaats, die zoowel in Gelderland als in Utrecht voorkomt. 2o een schaap, dat hier oor spronkelijk niet thuis hoort. 3o een ander woord voor bons of val. 4o een bepaald soort hond. VOOR KLEINEREN. 1. Verborgen plaatsen in ons land. Wij vonden, dat Bob erg ener giek optrad bij den brand. De mooie poedel is sedert drie dagen spoorloos verdwenen. Geel staat Tante bijzonder goed. Ik zal me niet zoo gauw onge rust maken. Jan loopt hard; we zullen dus maar even op hem wachten. 2. Wat kan draaien, maar niet loopen, Doet bij wind getrouw zijn plicht? Wat geeft aan het Hollandsch landschap Toch zoo'n aardig mooi gezicht 3. Met n heb ik een donkere huid, met k ben ik groen en met kn word ik gebruikt bij éen aar dig spel. 4. Op de zigzag kruisjeslijn komt, van boven naar beneden gele zen, de naam van een dorp in de prov. Utrecht, X lo rij 'n vettige damp. X 2o rij een vaartuig. X 3o rij een deel van een X kleedingstuk. X 4o rij een kleur. X 5o rij een grondsoort. X 6o rij een meisjesnaam X 7- rij een boom. X 8o rij een roofdier. X 9o rij een tuinmansge reedschap. lOo rij een bak om te kneden of dieren te voederen. 't Is voetbalclub nóch magische spreuk, die hier boven staat, maar gewoon de bekende afkorting voor Eerste Hulp Bij Ongelukken. Over het nut van die zonder twijfel nut tige vereeniging wil ik het gansch niet hebben, ditmaal, Slechts over een wagen met haar embleem, dien ik op den drukken tweeden Paaschdag over een zeer drukken weg zag rijden, zich spoedende naar een plaats des onheils. Dat was even de droevige noot in het feestgedruisch. Even, héél even, een memento mori, een vin gerwijzing naar de broosheid van 's menschen ledematen, soms ook van zijn leven Merkwaardig toch, zoo dacht ik door, toen die E.H.B.O.-auto voor bij gereden was: het staat vante- voren reeds, als het ware sta tistisch, vast dat er enkele onge lukken moeten gebeuren, dal er dooden moeten vallen, zoo'n dag. Het is eenvoudig ondenkbaar, dat de courantenlezer den dag na Paschen zijn dagblad zou open slaan, en daar dan niet zou vin den een serie ongelukken, met en kele dooden, schedelbreuken, ge broken armen en beenen, wrak ken van auto's, kraanwagens, etc.... Merwaardig, dat dit zoo is. Het heeft met een hoogeren of philosophischen vorm van fatalis me nog niets te maken het is doodnuchtere observatie van den loop der dingen in de wereld. Zoo als er met iedere slingering van de pendule op aarde een menschenle- ven wordt afgesneden, een kindje wordt geboren, zoo zullen Paschen en Pinksteren hun verkeersonge lukken medebrengen, hun dooden eischen. De vraag is maar; is dit een troostende gedachte, of het tegen deel? Voor de nabestaanden van de getroffenen is het zelfs niet eens een schrale troost, maar alleen een schrijnend gevoel dat uit de honderdduizenden die op pad wa ren juist hun vader, hun zoon, dat ongeluk moest treffen. Voor het bijzondere geval is allerminst troost te putten uit de formuleering der algemeene onafwendbaar heid van ongelukken. Maar wie als buitenstaander ge troffen wordt door het feit, dat er weer zoo'n heele lijst van ongeluk ken met ernstigen afloop in de cou ranten staat, die kan door zich de onontkoombaarheid ervan voor oogen te stellen, den vrede ermee vinden. Immers, zooals ik een de zer dagen las: slechts hij die de dingen niet onder de oogen durft te zien, ondervindt angst en verdriet ervan? Zelfs louter materieel-mechanisch bekeken, is het een onmogelijkheid Jat met zoovele auto's, door even ;ooveel menschen bestuurd, geen ongelukken zouden voorko pen. Het is de taak van technische voorlichting en van aankweeken van het verantwoordelijkheidsge voel, de gevarenkans te verminde ren. En het is de menschlievende taak van de E.H.B.O., bij de toch altijd onvermijdelijke ongelukken snel en goed te helpen. Wie deze onvermijdelijkheid in ziet, zal des te grooter waardeering voor den menschlievenden kant van het E.H.B.O.-werk hebben, dunkt mij. 23 April 1338. De stad Biervliet wordt door de Gentenaars onder Jacob van Ar- tevelde ingenomen. In de eerste helft der 14de eeuw werd Vlaan- Jeren door binnenlandsche oorlo gen geteisterd. De twee vijandige partijen waren: de edelen of Le- iiaards en de burgers of Klauw aards. Toen eenige Vlaamsche ridders het kasteel van Biervliet hadden bezet, werd deze stad door de Vlaamsche gemeenten of gilden onder aanvoering van den bekenden vrijheidsheld Jacob van Artevelde na een hevig gevecht ingenomen en geplunderd. 25 April 1576. De Unie tusschen Holland en Zeeland gesloten. Bij dit verbond beloofden beide gewesten elkaar onder de regee ring en de gehoorzaamheid van den Prins van Oranje tegen den gemeenen vijand bij te staan en te beschermen, de oorlogskosten te dragen en alles aan te wenden om deze bijeen te brengen. Deze Unie werd van wege Zee land geteekend door de gemachtig den van Middelburg, Zierikzee, Vlissingen en Veere. De andere steden waren nog onder het Spaansch bewind. Noord-Nederland gold bij de Spanjaarden als een weinig be kend aanhangsel van het toenmaals rijke en machtige Vlaanderen. Op de scholen in Soanje wordt de 80- jarige oorlog dan ook genoemd; De oorlog met Vlaanderen. Na 't sluiten van bovengenoemde Unie werden Holland en Zeeland, een deel van het aanhangsel, zij het ook het belangrijkste deel, de ba kermat van den strijd. Door het le veren van vele mannen voor de vloot was vooral Zeeland het tuig huis der opgestane Nederlanders. 25 April 1604. Prins Maurits zeilt het Zwarte Gat in, landt bij Kadzand en ver overt in den loop van den zomer deze geheele streek, die opnieuw aan de Republiek komt. In 1572 hadden de Watergeuzen verschillende plaatsen in het Noor den van Vlaanderen ingenomen. Parma had in 1587 alles weer her overd, behalve het op een eiland liggende Biervliet. Bij den inval van Maurits in 1604 nam deze eerst verschillende schansen, dwong op 10 Mei IJzen- dijke en op 12 Mei Aardenburg tot overgave. Na een hardnekkige verdediging van drie maanden moest Siuis zich ook overgeven (19 Aug.), waardoor heel deze streek, nu Staats-Vlaanderen ge- heeten, van de Spanjaarden werd bevrijd. In dien tijd was een groot deel van het land overstroomd Kadzand lag nog op een eiland Spoedig begonnen Zeeuwsche on dernemers o.a. Jacob Cats tot her bedijking der ondergeloopen pol ders, De burgerij van Veere dwingt de overheid der stad om den prins van Oranje Willem IV uit te roe pen tot stadhouder van Zeeland. (Drie VeerenaarsTwee Nas- sauers). Hetzelfde geschiedde dien zelf den dag nog te Middelburg. Ook de andere Zeeuwsche steden volg den, zoodat op 28 April in de Sta tenvergadering van Zeeland de prins tot stadhouder, admiraal en kapitein-generaal werd aangesteld De andere gewesten volgden het voorbeeld van Zeeland. De grootste oorzaak tot deze benoeming was de vrees voor een inval der Franschen tijdens der Oostenrijkschen Successieoorlog. Deze hadden in Zuid-Nederland de barrièresteden veroverd en vielen op 17 April 1747 in Staats-Vlaan- deren. Zonder één schot gedaan te hebben gaf Sluis zich op 22 April over. Deze inval en de schande lijke overgave van Sluis brachten de Zeeuwen in beweging. Van uit Vlissingen kon de vijand aan de overzijde van de Schelde gezien, worden. Na het uitroepen van den. Prins werden de buitenposten van Walcheren bezet en alles zooveel mogelijk tot verdediging ingericht. Een Engelsche vloot kwam tot on ze hulp. In alle kerken werden wekelijk- sche bidstonden gehouden. Dé vrees voor een inval der Franschen was groot. Men dacht aan een herhaling van het jaar 1672. Men verberg zijn geld. De kerkeraad van Wemeldinge ver deelde onderling het aanwezige geld der kerk. Elk kerkeraadslid kreeg de zorg voor 15 pond vl. 90', terwijl de predikant de obligaties ónder zijn berusting nam. Alles zou teruggegven wor den, als de toestand des lands gunstig was geworden. Déze toe stand kwam. spoedig. De Fraiischen zijn niet verder ir Zeeland gekomen en den 30 Apri1 1748 werd te Aken de vrede ge sloten. 26 April Ï304. Witte van Haamstede, ook Jon ker van Holland genaamde verlaat het door.dé Vlamingen belegerde Zierikzee-en landt Zandvoort. De Hollanders vallen hem bij en -.2 -1' E nHMII ll'IH—l II—M de Vlamingen worden uit Holland en Zeeland verdreven. Door de hulp van vele Zeeuw sche edelen (o.a. Jan van Renesse en Floris van Borssele) wisten de Vlamingen in kortén tijd geheel Zeeland te veroveren, behalve Zie rikzee. Witte van -Haamstede, zoon van den door de edelen ver moorden Floris V, maakte een be gin met de bevrijding van Holland, Utrecht en Zeeland. Het eerste nummer der Middel- burgsche courant wordt uitgege ven. De courant verscheen eerst op ongeregelde tijden, later drie maal in de week. Het bestond uit één blad, waarvan het formaat was 37 bij 22 c,M, Na meer dan een eeuw het eigendom geweest te zijn van de uitgeversfirma De gebroeders \brahamse, ging zij op 1 April J874 over in handen van een naamlooze vennootschap. De eerste aanval der Geuzen op Middelburg afgeslagen. Nadat Vlissingen zich op den zesden April voor den Prins van Oranje verklaard had, werd deze stad de voornaamste havenplaats der Wa tergeuzen. Deze hadden tot doel geheel Walcheren van de Span aarden te bevrijden. Hun kapitein Willem van Blois van Treslong leed op 20 Aoril den eersten aan val op Middelburg, doch werd te ruggeslagen. Hij wist echter het naburige Arnemuiden te verove ren. Deze stad bleef echter maar korten tijd in de handen der Geu zen. R. Het plan was al lang in de maak: we moesten eens een echte groote excursie maken. Zoo van een basis uit, net als de heusche ontdekkingsreizigers. Dat is de Zondag voor Paschen Jan geschied. Als te exploreeren gebied viel het oog op de streek bezuiden Bergen op Zoom, en de basis werd in dat stadje gèvestigd, NTader omschreven: in Hotel de Gouden Draak. Ik mag hier geen kóstelooze reklame maken, maar toch zij gezegd, dat' voor zulke basis-doeleinden .die Gouden Draak aan te bevelen is. r Goed dan, des avond? tevoren togen we gevijven daar heen,, en den volgenden morgén (niet héél erg-) vroeg ving de tocht aan, eerst over het begiff van ;den Pptid^wan- délweg door Brabant. Dat begin voert óver den zeedijk van het Verdronken markièzaat; door Nieuw Borgvliet, en dan de bos- schen in. Die zijn er hier veel, en uitgestrekt. Wij kwamen zoo min S 1|- -,-é.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 11