OM DE NATIONALE EENHEID
BINNENLAND.
LEGER EN VLOOT.
OUDERWIJS.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 8 APRIL 1933. No. 84.
s
DE HERDENKING VAN WILLEM
DE ZWIJGER.
De plechtigheid te Delit.
MAXIMUM SNELHEID VOOR ALLE
BEBOUWDE KOMMEN?
40 km per uur.
DE NOODTOESTAND IN DE
RIJNVAART.
Raad van Beroep.
Brëefgeschrief tusschen Jewannes mti Walchere en
Jan de Smid uut Goesche Land.
MIDDELBURG.
De Provinciale Huisvlijttentoonstelling
Een verbetering.
Opgepast!
De verwarring, welke zich bij de verkiezingen voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal voordoet is bedenkelijker
dan ooit tevoren. Het aantal candidatenlijsten is zoo groot, dat
het voor de kiezers wel zeer moeilijk wordt om te begrijpen,
wat al die partijen of groepen, die lijsten hebben ingezonden,
bedoelen. De vraag is zelfs, of verscheidene van die inzenders
van lijsten zelf wel weten, wat zij eigenlijk wenschen. Het valt
te betreuren, dat er tegenwoordig velen zijn, die, alleen omdat
de toestanden zooveel te wenschen overlaten, geneigd zijn naar
iets nieuws of iets anders te zoeken en om dus maar hun stem
uit te brengen op een nieuwe partij of groep. Een waarschuwend
woord daartegen is, naar mij voorkomt, niet misplaatst.
Men kieze de liberale lijst. Immers de liberale partij heeft
een verleden, waarop met trots kan worden teruggezien. En
in den laatsten tijd zijn het haar vertegenwoordigers geweest, die
telkens en telkens hebben gewezen op het slappe optreden van
de Regeering tegenover socialisten en communisten en met de
meeste kracht bij de Regeering op een andere houding hebben
aangedrongen. Had men de woorden der liberalen niet in den
wind geslagen, in vele opzichten zouden wij er dan anders hebben
voorgestaan. Men weet, dat men van de liberalen kan verwachten
een krachtig gezag, hetgeen noodig is voor bewaring van rust
en orde. De liberalen willen de vrijheid, maar geen ongebonden
vrijheid; een ieder is gebonden aan het milieu, waarin hij leeft
en moet dus de vrijheid van anderen eerbiedigen en zoo moeten
allen ook medewerken om te verzekeren, dat ons volk in rust en
orde voor zijn bestaan kan werken. En de nationale gedachte,
de nationale eenheid moet worden versterkt. Men stelle zich niet
ten doel om groepsbelangen te bevorderen, maar om datgene,
wat tot eenheid kan leiden zooveel mogelijk naar voren te
brengen. Dan wordt ons volk sterk en zullen landbouw, handel,
industrie en scheepvaart met vereende krachten de moeilijk
heden, waarin zij nu verkeeren, kunnen te boven komen. Men
propageere dus, zooveel men kan, de liberale candidaturen, men
zorge, dat de liberale partij zoo sterk mogelijk uit de bus kome,
want dat zal strekken in het werkelijk belang van ons land
en ons volk.
Mr. D. FOCK,
Voorzitter van de Liberale Staatspartij.
Men schrijft ons:
Aangezien is gebleken, dat zeer velen
belang stellen in de organisatie van de
a.s. Volkshulde aan Willem den Zwij
ger, en anderzijds een groot aantal gege
vens moeten worden medegedeeld aan
de toekomstige deelnemers, verzoekt
men ons, het volgende op te nemen:
De Nationale Hulde aan Willem den
Zwijger is thans zoo goed als geheel ge
regeld, en wel vooral door de voortva
rendheid, betoond door de Overheid en
de Burgerij van Delft.
De burgemeester, mr. G. van Baren,
heeft de Groote Markt en verschillende
andere terreinen aan de Commissie af
gestaan, en bovendien zal door hem in
de binnenstad van Delft op 17 April tus-
schen 10 en 20 uur alle rijverkeer wor
den verboden. De politie zal zorg dra
gen voor de afzetting van alle gereser
veerde terreinen, en voor de omleiding
van het verkeer. De gemeente Delft
heeft bovendien ter oriënteering van de
deelnemers 30.000 plattegronden van
Delft laten drukken. De Nederlandsche
Spoorwegen hebben een regeling toege
staan, waardoor aan alle deelnemers de
zelfde korting wordt toegestaan (onge
veer 50 pet.) ongeacht het aantal reizi
gers, indien zij slechts uiterlijk Woens
dag a.s. bij de commissie (F. W. C.
Blom, Waldeck Pyrmontlaan 4, Rotter
dam, Tel. 55294, giro 194571) een kaartje
bestellen. Het spreekt vanzelf, dat de
N. S. een groote serie extra-treinen
heeft ingelegd, om het vervoer naar
Delft vlot te kunnen regelen.
De gedenksteen in een zijkapel van
de Nieuwe Kerk zal op 17 April kunnen
worden onthuld, dank zij de vlotte me
dewerking van den Minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen,
mr. J. Terpstra, de Rijksmonumenten
zorgcommissie, de kerkvoogden van de
Nieuwe Kerk te Delft en de Gemeente
Delft.
De leiding van den bouw van het mo
nument is in handen van den architect
Herman van der Kloot Meyburg. Dank
zij de medewerking van de kerkvoog
den van de Nieuwe Kerk zullen de in
gangen worden verwijd, zoodat het de-
filé langs den gedenksteen en langs het
graf in enkele uren kan geschieden.
De technische regeling is in handen
van het Wilhelmus van Nassouwe-comi-
té Delft, waar aan het hoofd staan mr.
G. Snoeck Henkemans, J. J. Petit en G.
van Oortmerssen.
Naar de „Telegraaf" verneemt, zal
dezer dagen een wetsontwerp tot wij
ziging van de Motor- en Rijwielwet wor
den ingediend, dat den minister van
Waterstaat bevoegd verklaart om voor
het geheele land binnen de bebouwde
kommen een algemeene maximum-snel
heid voor motorrijtuigen vast te stellen.
De minister zal van deze bevoegdheid
gebruik maken door deze algemeene
maximumsnelheid in het Motor- en Rij
wielreglement te stellen op veertig km
per uur.
Wanneer deze regeling is tot stand
gekomen, vervallen de in de verschil
lende gemeenten bestaande snelheids
voorschriften. De gemeenten zullen niet
meer bevoegd zijn te dezen aanzien
eigen bepalingen in het leven te roepen.
Ook voor gemeenten waar geen maxi
mumsnelheid geldt Den Haag b.v. wil
tot afschaffing er van overgaan zal
de 40 km-bepaling van kracht zijn.
De wijziging is voorgesteld door de
commissie tot herziening van de Motor
en Rijwielwet. Het wetsontwerp zal zeer
binnenkort bij de Tweede Kamer aan
hangig gemaakt worden.
In verband met den noodtoestand in
de Rijnvaart heeft de Nederlandsche re
geering te Berlijn de wenschelijkheid
doen uitkomen van een bespreking door
afgevaardigden der regeeringen van de
Rijnoeverstaten en van België, over
maatregelen, die genomen zouden kun
nen worden om verbetering in den toe
stand te brengen.
De Duitsche regeering heeft deze wen
schelijkheid beaamd en tot de boven
genoemde regeeringen een uitnoodiging
gericht tot deelneming aan een bespre
king nopens Rijnvaartaangelegenheden
welke op 11 en 12 April a.s, te Duisburg
zal worden gehouden.
De Nederlandsche regeering heeft de
ze uitnoodiging aangenomen.
De ontvanger der registratie en do
meinen G. H. W. Smelt is verplaatst
van het kantoor van het zegel te A m-
s e r d a m naar het kantoor der registra
tie en domeinen te Groningen.
De Emmabioemcollecte, welke
Woensdag te Rotterdam is gehou
den heeft opgebracht de somma van
13.331.20.
Het in 1932 te Groningen opge
richte Comité van Actie tot afschaffing
der Watertollen heeft thans mede een
actie op touw gezet om de fooien in de
binnenscheepvaart voor het bedienend
sluispersoneel, en andere in de binnen
scheepvaart afgeschaft te krijgen. Ge
noemd Comité heeft voorgesteld dit ge
zamenlijk op één datum en wel 1 Mei
a.s. te doen.
Naar de „Maasb." verneemt heeft
de heer E. A. van Poelvoorde, directeur
van het algemeen mijnwerkersfonds te
H e e r 1 e n per 30 April a.s, eervol ont
slag gevraagd.
De heer Van Poelvoorde was sinds 1
Mei 1931 directeur van A. M. F.
De Belgische S.D.A.P. en de Bel
gische vakvereenigingen zijn naar de
Brusselsche corresp. van het Hbld. meldt
met de Nederlandsche S.D.A.P, en het
N.V.V. overeengekomen om Zondag 30
Juli te Antwerpen een gemeenschappe
lijke betooging tegen den oorlog en het
fascisme te houden.
Gedeputeerde Staten hebben be
noemd tot lid van den Raad van Beroep
voor de directe belastingen in Zeeland,
mr. F. B. Evers te Middelburg en tot
Middelburg, April 1933.
Goeie Vriend!
Toen je m'n brief weer in de krante
lie zette, za je wè gedocht wa za 't
noe sturreme op de rieke siengel. En
da's noe net nie waere, wan Jikkemien
is veranderd as een blad an een boom.
Oe is dat meugelijk, zü je zegge. Je moe
wete, da ze lest op kraemversite ge
weest is bie een dochter van nichte Ko-
ba. Dae was ook de vrouwe van een
ondermeester en die fielesesteerde Jik
kemien, omda 'k zukke mooie brieven
geschreven ao. Jikkemien vertelde 't mi
vee opef, zoodrae ze tuus was. Je be
griept, 'k zette me breed. Jikkemien zei
ook, dat onze brieven mi vee sintepatie
gelezen oore. Noe zei 'k drekt, da za je
wè nie goed verstaen wan sintepatie
da s poeier voo de zwarte kunst. Da ge-
bruukte den ouwen de Plaa van Melis-
kerke ook om te tooveren. Jikkemien
ao t net verkeerd verstae, wan Endrik
zei, dat die jiffrouw wè simpatie gezeid
zou en da beteekent zoovee as instem-
mienge. Je zou zegge, as dat mensch dat
noe meende, waerom zei ze dat dan nie.
Jae, 't is een tucht, dat er zoovee men-
schen staduuswoorden gebruke. 't Is
nergensten voo noodig. 'k Noem 't een
vuul anwensel. Endrik vertelde lest, da
z'onder Napoleon aolemaele Fransch
moste praote. Toen was het een gejere
mieer zonder ende, Mè, noe 't nie mi
moet, noe doen ze 't juust wi wè. En En
drik zeit ook, da z'in schole een vaesje
laete zienge, daerin staet:
Hoeveel talen ik ook ken
't Hollandsch spreekt tot je gemoed
En je voelt, hoe 't moet.
k Zou wè wille, dat aol de krante-
schrievers dat is in een mooi liesje in
ulder kantoor opienge. Wan weet je,
wat die kérels in ulder krante klaermae-
ke: Ollandsche kost mi vee Fransche
sause. Kiek, ast er een vierenvuufstigste
lieste was mi kannedaofen, die fassoen-
delijk Ollansch woue praote, dan zou 'k
nommer één stemme. Mer om noe weer
op Jikkemien terug te kommen. Z'ei ge-
vroge, of je dezen brief weer in de kran
te wil laete zette. Daer is toch niks ver
anderlijker as vrouweliengen, Jan.
En noe za je meschien a bie j'n eige
zegge: Jewannes ei zeker m'n brief nie
geleze. En da's nie waere: 'k eb 'm eel
goed geleze, Joen, joen, wa kü je toch
riddeneere, affijn, affijn. Mè 'k gaen daer
om nog nie mit aoles mee, wa j'over den
prins schrieft. Zoo g'loof 'k d'r niks van,
dat 'n zoo verwonderd zou kieke over
de verdeeldeid, die d'r noe is, wan En
drik vertelde me, dat die d'r toen ook
nie zunig was, a waere d'r toen geen
drieenvuuftig partijen. Dae waere d'r
toen vee, die den prins erg dwars zaete
en de Middelburgers waere daer ook
dikkels van tuus. En wanneer 'n oorde
dat de griffermeerde en de Roomsche
noe dikkels goed seens bin, dan zou 'n
da zeker mooi vinde, wan dat wou 'n ook
zoo graog.
Mer oorden dan, da ze saeme doe
om den baos te spele over aol d'andere,
om vuul gewins wille, dan zou dat z'n
arte wi deurwonde. Mè kwaed zou 'n
oore over da klespraotje van stoele op
denzelfden wortel des geloofs. Da's be-
moordenaers. As de Roomsche noe ook
mer is eerlijk zeide, da ze vee spiet en,
dat er wel is ketters ter dood gebrocht
bin, dan oeve me voo de toekomst ook
nie zoo bange te zien, wa jie. 'k E twee
dikke boeken over Groen geleze en 'k
wou, da de Griffermeerden, dat ook mer
is deeje.
plaatsvervangend lid A. I. Leenhouts te
Retranchement,
Een enkele impressie van een vluchti-
gen bezoeker, doch intens belangstellen
de zij hier geoorloofd.
Realiseert ge wat beduidt: tentoon
stelling van huisvlijt, hier in expositie
vanwege „Uit het VolkVoor het Volk"
dat is Uit allen, voor allen
Huisvlijt: resultante van liefhebberij,
aanleg, talent, van opzetten en doorzet
ten, van ijver en geduld. Van menig nut
tig besteed klein moment, Tusschen
plichten en bezigheden, monotoon-rhyth-
misch dagelijks keerende in het banale
levens des gewonen mensch.
Huisvlijt: zijn vrijen tijd, dus buiten
kantoor of werkplaats- welke dan
ook i uren, niet verdoen, in beuze
ling, energie verslappend, krachten sloo-
pend, physiek en psychisch, onkeerbaar
leidend tot gebieden der duivelsche oor
kussens.
Maar: met werk, doel rijpend in zoe
kend brein, groeiend in kunnende han
den. Dus verheffend gevoel van eigen
waard-zijn, voldaanheid van welslagen.
Zoo noodig, in huidige tijden vooral
We voelden bij rondgang en aan
schouwing: dit is de werkelijke en de
blijvende beteekenis van wat hier ligt
geëtaleerd, bereikt door vlijt-thuis En
hierin ligt ook de juiste waardeering:
wat kan geschapen en vervaardigd, in
steeds latent gehouden, immer versterk
te woekering met wat „in iemand zit":
zijn vermogen tot produceeren, ook in
liefhebberij-uurtjes, hem dra dan gewor
den^ tot de beste oogenblikken, dikwijls
moeizaam ingekocht en uitgezuinigd.
Wie dit besef van de Vergenoeging-
bovenzaal meeneemt, heeft de tentoon
stelling meer gegeven dan een lootje al
dan niet met 'n niet, die weet dat hier,
„tusschen" de vele, velerlei en veel
soortige objecten meer te zien is dan 't
uitgestalde.
En wie weet, 't wordt hem ter harte
voor eigen, vaak zoo renteloos-leeg, zoo
brooddronken in onnut verspild vrije
tijds leven.
Niemand die wel eens met de electri-
sche tram mede heeft gereden, weet niet
dat de bocht ter hoogte van de Melk
fabriek Walcheren een zeer lastige was
en dat het passeeren daar niet zonder
gevaar is, bleek een paar jaar geleden
toen er op een avond een ernstige ont
sporing plaats vond. Gisteren heeft men
die bocht weggenomen en de overgang
van de zijde van den weg aan den wa
tergang naar den Singel en omgekeerd
meer geleidelijk gemaakt. Gedurende
die werkzaamheden moest ter plaatse
worden overgestapt en onderhield een
der groote motorwagens den dienst van
dat punt tot de Markt,
De commissaris van politie wijst op
de handelingen van een vreemden koop
man, die aan de deur handdoeken ver
koopt, die werkelijk van goede kwali
teit zijn en waarvoor hij een lagen prijs
vraagt. Dan tracht hij op bestelling lin
nen voor lakens en dergelijke te plaat
sen en vraagt daarop een voorschot.
Komt het linnen, dan blijkt dit te duur
te zijn betaald. Men zij daarom gewaar
schuwd,
Je schrieft, da ze bie julder op som
mige durrepen Sondags d'erreberregen
slute. Noe, dae bin bie ons ook zukke
durrepen, bievoobeeld Zoetelande. Voo
d'erreberregiers vin 'k 't broerd. Mè voo
d'uutgaende menschen is 't wè te drae-
ge, zou 'k zegge, wan daer is in Walche
ren nog strange genoeg buten Zoetelande,
Je zü wè gelezen da me wi twee
wetouwers in Middelburg 't Is er mè
raor nae toe gegae om an een tweeden
le kommen. Je moe wete bie ons gaet
de gemeenteraed soms voo da ze gaen
stemme op een wipplanke zitte en dan
gaen d'r achte lienks en achte rechs zit
te. En dan gaet er een midden op stae
en die eit een lienker- en een rechter
been. Mit 't eerste staet 'n op de lien
ker-, mit 't ander op de rechterelt. Noe
licht 'n somstemet z'n rechtervoet een
bitje op en dan win lienks en dan wi net
andersom. Noe waere d'r bie d'eerste
verkiezinge viere van de lienksche kant,
wae de planke roodgeschilderd is, op de
rechterelt gae zitte en wup, dae gieng
de lienkerelt d'oogte in en een rechsen
was wetouwer. Mer een paer daegen
laeter wou 'n nie. Toen moest er wêe ge
kozen oore. De rechse gienge al een bitje
nae 't ende van de planke, omdat die
viere van lienks makkelijk rechs zouwe
kunne zitte. Mè die zaete as geplakt an
ulder rooie plekke. Toen dochte ze rechs,
dat 't lienkerbeen van de man i n't mid
den wè d'oogte in zou gae, Mè net nie.
Ie keek wè vriendelijk, nae rechs, mer
docht door een griffermeerden, toen 't
net in z'n kraem te pas kwam. Die 't
verzon, docht 'r zeker nie om, dat de
Roomsche „metterdaet den eenigen
Heylant ende Zaligmaker Jesum" ver
loochenen. Kiekt mè nae in den elfden
Zondag van de Katekissemus. En dat de
Griffermeerde, in ulder eige gemoed ten
volle verzekerd, saeme kunne gae mi
Rome, is mien een raesel. Kiek, ieleken-
deen moe recht gedaen oore en ieder
Voor de Zuidelijke provinciën fun
geert als correspondent der Vereen, voor
Vlaamsch-Protestantsch-Chr. onderwijs in
België, ds. S. J. M. Hulsbergen te
Hoede kenskerke.
(Ingez. Med.
moe vrieied in 't ordentelijke, dus ook
de Roomsche, mer as die 'n mensch wille
dwienge in z'n konsensie, dan bin ze
vieand van aol wa Prottestant is. Groen,
de geestelijke vaoder van de Griffer
meerde in de polletiek, ei geschreve, dat
de gruweldaeden an erreme Prottestan-
ten gepleegd deu de Roomsche deur ul
der beschouwd oore as g'loofsdaeden.
Da bin de griffermeerde noe vergete.
Nee erger: as t'er noe iemand durft te
praoten over de vervolgiengen van de
ketters, dan schrieft de Standaerd: Laet
'n mer is dienke an de marteliengen, de
Roomsche angedae deu de Prottestan-
ten. En zeker, 't is waer, dat de Room
sche vee moete lien van de Prottestan-
ten. 'k E d'r een eeleboel over geleze in
een Roomsch schoolboekje, 'k Vond wè
jammer, dat er in da boekje van Aiva al-
leenig mè gezeid wier, dat 'n wè wa fos-
sig strafte. Ik schaeme m'n eige, dat er
Prottestanten da gedaen 't Waere
anpursant lichtte 'n ook z'n rechterbeen
op en lienks gieng nae benee. Noe eit
die man van 't midden gezeid, dat 'n ver
der dikke.s z'n lienkerbeen zal oplich-
le. Mè dae was t'er een van rechs, die
zei, dat 'n mè lienks mog gae zitte, wan
daer oorden. En noe eit de Zeeuw in
groote kwaedeid a geschreve: me zü bin
nenkort de lienkerkant laete wippe, dat
de wetouwer van de rooie plekke z'n
baontje kwiet raekt. Je begriept, da't
voo de nieuwe burregemeester ook nie
lekker za zien mi zoo'n wipplanke, Ie
liever as ik.
Noe da 'k daer over de burregemees
ter schrieve, bedienk 'k wa je an 't ende
van je brief schreef, 'k E begrepe, da jie
ook nie weet, waevoo zoo'n degen dient,
wan da z'm gebruke om briefjes an te
riegen is nie waere en da's eigentlijk
spotten van joe en da moe je mi zukke
knappe menschen as burregemeesters
gemeenlienge binne, nie doe. Vroeger ao
j'er wè, die wel is een bitje raor deeje
Bij beschikking van den Minister
van Defensie zijn de volgende plaatsin
gen gelast:
De officier van gezondheid 2e kl. H.
F. Hamelberg a. b. Hr. Ms. Heemskerck;
idem H. L. de Groeve a. b. Hr. Ms.
Wachtschip te Willemsoord; de officier
van gezondheid le kl. J. C. van Heus-
den te Amsterdam; de officier van den
marinestoomvaardienst der 2e kl. W. A.
Wachter a. b. Hr. Ms. Heemskerck en
G. A. W. Grimberg a. b. Hr, Ms. Johan
Maurits van Nassau.
en da spreekt, dan wier dae wel is om-
gelache. En noe dienk 'k d'r in eens an,
dat meer as fuuftig jaer gelee buurman
Lein is op een aevend de krante brocht.
le gooiden 'm anders mer over d'onder-
deure in de bakkeete. Mè toen kwam 'n
in uus. En wa dienk je? Matties, zeit 'n,
as je guus overaol te stom voo bin, moe
je ulder nikke toch nog nie omdraoie,
wan ze kun aoltied nog burregemeester
oore. Je begriept, da me raor opkeke.
Ie zei: ier kü je 't leze. En werentig, 't
leek er vee op. Dae stieng in de krante,
dat de burgemeester van een durrup in
't Goesche xand de menschen mog trou
we. Mer omdat 'n dat nie kon, dee de
sikkeretaoris 't aoltied. Mè die was t'er
is nie voor in staet en toen most de
veldwachter 't mè doe. Burregemeester-
tje bol, Jan,
Endrik kwam van de weke ook wir
is anloope. Jikkemien was net nae stad
om een nieuw stremien te koope. Endrik
aelde de Zeeuw uu z'n zak. Die schreef
ook a van de groote schoonmaek die d'r
op d'openbaere scholen moe komme. En
waerom? Een ondermeester in Amster
dam ao wat tegen z'n bovenmeester. Ie
wou dat an de groote klokke ange en
ie schold in een krante zijn bovenmees
ter nie zunig uut. As die noe ook wir is
in een krante gae schrieve, wat er an
z'n ondermeester mankeert, is 't ende
d'r van weg. 'k Vin vreed dinne van dien
ondermeester. Ze moste dat onder me-
kaore uuvechte, wa jie Jan. Ze brienge
zoo d'openbaere schole mer in opsprae-
ke. Die van de biezoadere schole bin wè
wiesder.
'k Ao nog 't een en ander te schrie-
ven, mè 'k moet uutschee. 't Gae goed
mit ons. 'k Oope 't ook van julder. J'eit
de groetenisse van ons aolebei en doet
die ook an Jannetje.
Je goeie vriend
Jewannes.