VéUriie F1ÏS ARNHEM" ZEELANjD. BINNENLAND. BGL0RES SE MEND0ZA. LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 3 APRIL 1933. No. 79. ib"' DE VAARWEG TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIE. Oneenigheid bij de C, H, voormannen? Van de Donderdagavond door den heer J. R. Snoeck Henkemans te Goes gehouden rede, gaven wij uitvoerig ver slag. De N. R. Crt. gaf het gesprokene weer, dat de heer Snoeck Henkemans had medegedeeld, dat de C, H. Eerste en Tweede Kamerfractie op het stand punt staan, dat in de gegeven omstan digheden niet verder moet worden ge gaan dan verbetering van den bestaan- den vaarweg tusschen Nederland en België. Daarbij denkt spr. aan het ka naal HansweertWemeldinge, dat ver betering behoeft. Deze verbetering is ook van belang voor het verkeer Ter- neuGent. Verder behoeven we niet te gaan. Bel gië, dat het onderste uit de kan wilde hebben, kreeg in 1929 het lid op den neus. Een kanaal BathDintelsas met een aaneengesloten strekdam door de Schelde naar den Belgischen oever, gaat te ver. Ook de leuze „Bergen op Zoom zee haven" zegt spr. weinig Zeehavens wor den niet gemaakt. Ze ontstaan. Om fi- nancieele redénen kan niet gedacht wor den aan een kanaal DintelsasBergen op Zoom. Naar aanleiding van dit verslag deelt prof. jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, voorzitter der c. h. Eerste Kamerfractie, het volgende mede: De juistheid van dit bericht moet ik in twijfel trekken. Ik kan niet aannemen, dat de voorzitter der C. H. Tweede Ka merfractie zich uitlatingen zou hebben veroorloofd over het gevoelen der C. H. Eerste Kamerfractie in een zoo gewich tige zaak, zonder eenig voorafgaand over.eg met die fi actie en haar leiding. Evenwel acht ik 't noodig, onmiddellijk en met de meest mogelijke stelligheid veistrekt te ontkennen, dat de C.H. Eer ste Kamerfhactie als voorz. dier fraac tie laat ik natuurlijk de Tweede Kamer fractie geheel buiten debat het stand punt zou innemen, dat haar volgens het bedoelde bericht zou zijn toegedicht. Ik heb mij herhaaldelijk in de Eerste Kamer, laatstelijk nog dezer dagen, bij de behandeling van de begrooting van Waterstaat, in precies tegenovergestel- den zin uitgelaten. Steeds heb ik tegen over degenen, die op het voetspoor van den minister van Buitenlandsche Zaken verder wilden gaan en een gesloten ver binding tusschen de Antwerpsche dok ken en het Hollandsch Diep wilden toe staan, bepleit: „terug tot 1929!" Dat in- volveert echter het graven van 'n nieu we verbinding, hoe dan ook, tusschen Bath ten Zuiden en Dintelsas ten Noor den, een oplossing, waarmede een ver breeding van het kanaal door Zuid-Be- veland over de geheele lengte, grooter dan voor de Nederlandsche Scheepvaart noodig is, in strijd is. Natuurlijk kan ik er niet aan denken, dit standpunt, waarop overeenstemming is verkregen, o.a. tusschen de Kamers van Koophandel van Rotterdam en Am sterdam en het Brabantsch Kanalen Co mité, incidenteel te verdedigen verband is alleen van belang de posi tieve verklaring dat de C. H, Eerste Ka merfractie in dit opzicht steeds achter mij heeft gestaan en dat er niet de min ste reden is om te onderstellen, dat zij plotseling van meening zou zijn veran derd. LIBERALE LEDEN VAN GEMEENTE BESTUREN. De Vereeniging van liberale leden van Gemeentebesturen houdt een algemeene ledenvergadering op Zaterdagochtend 8 April 11 uur in het Jaarbeurs-restaurant te Utrecht, uitsluitend gewijd aan de be handeling van het rapport der commis sie van advies uit te brengen over te nemen maatregelen betreffende het fi- nanciëel beleid van de gemeenten, me de in verband met onderwerpen, in het rapport-Weiter behandeld. Aan het einde van de algemeene dis cussie zal het bestuur de vergadering uitnoodiigen, zich uit te spreken over de volgende in het rapport behandelde vraagpunten: 1. Is het wenschelijk, dat ten aanzien van de loon- en salarisregeling van het gemeentepersoneel aan de Kroon een gelijke bevoegdheid wordt gegeven als thans Ged. Staten ingevolge de Ambte narenwet bezitten? 2. Is het wenschelijk, aan den burge meester als vertegenwoordiger van het centraal gezag de uitdrukkelijke be voegdheid te verleenen, raadsbesluiten, die naar zijn oordeel in strijd zijn met een goed gemeentelijk financieel be heer, niet uit te voeren en ter vernieti ging voor te dragen? 3. Is het wenschelijk, over te gaan tot samenvoeging van kleine gemeenten, die door haar ligging en structuur daarvoor in aanmerking komen? 4. Is het wenschelijk, de voorziening in de crisis-werkloösheid a. geheel ten laste van het Rijk te brengen? b. in een wettelijke regeling vast te leggen? DE LUCHTPOSTDIENST OP NED.-INDIE. Naar het /Hbld. verneemt zullen de vliegtuigen van den wekelijkschen dienst Nederland-Indië, te beginnen met Mei, niet meer op Vrijdag van Batavia ver trekken, maar op Woensdag. Deze wijziging in den dienst bet ee kent voornamelijk voor de post een groote verbetering. Immers de luchtpost uit Indië komt hierdoor twee dagen vroeger in Nederland. Een luchtbrief, die uit Nederland is verzonden, kan dus twee dagen eerder beantwoord zijn dan tot nu toe het geval is. Deze verandering van vertrekdag is mogelijk, omdat eigenlijk het geheele postverkeer in Indië is ingesteld op den vertrekdag der mailbooten, n.l. op den Woensdag. Dit geldt in de eerste plaats de postverbindingen buiten Java. DE AVRO IN 1932. Van het Jaarverslag van de Avro wordt in de eerste plaats geconstateerd, dat de A.V.R.O., niettegenstaande de ongunstige tijdsomstandigheden, in groö- ten bloei verkeert. Het totaal aantal leden is belangrijk gestegen; het is n.l. van 152.726 in '1931 gekomen op 174.682, alzoo een vernieer- dering van bijna 22,000. Verleden,, jaar bedroeg .de vermeerdering t.o.v1930 rond 10.000 leden. De luistervinken con" tribueerden in 1932 een be/drag van 739,808 44, dat is ongeveer ,2 pCt. min der dan in 1931. De „Radio-Bode" had ojb 1 Januari 1933 een „nuttige oplaag" /van 260.000 exemplaren per week. Voor 1933 worden de p/erspectieven gunstig genoemd. De luistervinken stort ten in de eerste drie maajnden van dit jaar reeds 340.000 aara contributie. Toch wordt het bedrijfs^verschot voor dit jaar voorzichtigheidshalve geraamd op 200.000. Een geschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. EERSTE DEEL. 6). „Wat hebt u nu wel over mij beslist?" vroeg zij opnieuw en vervolgde toen zonder op een antwoord te wachten: ,,0p welke manier bent u van plan uw macht over mij te toonen? Wilt u mij van het hof wegzenden om mij weer in ValJadolid te laten wonen? Gaat u mij onder de hoede plaatsen van de een of andere zure, oude vrouw, die mij geen oogenblik uit het oog zal verliezen?" Zij voelde haar zusters hand, die zich vlug om den brief sloot. Toen lachte zij even, bijna vroolijk. „Denkt u dat zelfs twintig oude, zure dames mij zullen leeren den man, dien ik liefheb te vergeten, of mij zouden kun nen beletten hem dagelijks eenig bericht te zenden, wanneer ik dat verkoos? Denkt u dat u Don Jan van Oostenrijk, die na zijn overwinning een uur geleden terugkeerde als afgod van heel Spanje, als de lieveling van het volk dapper, jong. machtig, rijk, populair, veel meer bemind dan de Koning zelf zou kun nen beletten mij, als hij dat wenschte, dagelijks te bezoeken, zoolang hij niet te velde is? En dan nog iets, vader: denkt u dat een vader, een moeder, een Koning, een wet of het vaderland macht heeft over de liefde van een vrouw, die Minister Ruijs iff, Zeeland. Minister Ruijs de Beerenbrouck heeft Vrijdag en Zaterdag aan onze provincie een bezoek gebracht. De Minister die vergezeld was van met heel haar hart, heal haar ziel en al haar kracht lief heeft?^ Antwoord mij dan en zeg mij wat u/hebt beslist met mij te doen en dan /zal ik u ook mijn besluit zeggen, want il| heb er zelf ook een genomen en zal piaarbij volharden, wat er ook gebeuren ni0ge en wat u ook doet". 1 Zij hield op, want^zij Ihad Inez zachtjes de deur hooren sluiten/, toen zij de ka mer verliet. De brief wks dus tenminste in veiligheid en alles Wat een mensch kon doen zou zij in hetvwerk stellen orv hem ter hand te stellejp, want zii bezat in hooge mate de vir ngrijkheid van blinden om onbemerkfer ets te doen, een gave, waarvan het b'erit voor hen bij kans onmogelijk schijnt, maar die aan iedereen, die veel riiet hen omgaat,' dui delijk blijkt. Mfend oza had Inez zien weggaan, en was blij dat zij de kamer uit was, want haa*- blinde gezicht bracht hem soms in de wlaiy, wanneer hij wensch te zijn gezag te doetai gelden. „Goed", zei hij, ,,i;k zal je zeggen wat mijn plan is; het is^ het eenige, wat ik kan doen, want je ifiebt mij geen keus gelaten. Je bent ongehoorzaam en weer spannig, je hebt het^ weinigje respect voor mij, dat je hfdn of voorwendde te hebben. ver,l0ren. Maar dat is nog niet alles. Er %iijn wel. meer vaders ge weest, die weerbarstige dochters had den en die h<taar goede huwelijken lieten sluiten met (.mannen, die haar tenslotte wisten te retgeeren. Ik zal niet spreker over mijn liel'&de voor jullie beiden, aan gezien jullie m'^j toch niet liefhebt- Maa>- de heeren Meijer de Vries en ir. Ste vens, resp. hoofd-ingenieur en ingenieur voor de werkverschaffing, heeft ver- j schillende plaatselijke werkverschaffin gen o.a. die te Huist, Sas van Gent, Sluis, Breskens, Middelburg en Vlissin- gen bezocht en in de verschillende plaatsen besprekingen gehad met de burgemeesters. Ook heeft hij een bezoek gebracht aan het Zwin. Naar alle waarschijnlijk heid houdt dit laatste bezoek verband met een verzoek van het gemeentebe stuur van Retranchement om het Zwin door werkloozen te laten inpolderen. HET NIEUWE GARNIZOEN. Een goed geslaagde ontvangst, In vervolg op de mededeelingen be treffende de aankomst van het nieuwe garnizoen op Zaterdagmorgen, waarvan het verslag dien dag met het oog op 't vroeg verschijnen niet volledig kon zijn, melden wij thans eerst, dat de S.D.O.A. reeds Vrijdag pakten en alles wat naar de nieuwe kazerne moest worden ge bracht met militaire vrachtauto's naar hier is vervoerd. Zaterdagmorgen trok de troep, bege leid door de stafmuziek van het zesde regiment infanterie door een deel van Breda en nam de commandant, kapi tein H. C. Berghuijs, afscheid ten stad- huize van den burgemeester van de ge meente, waar de school 9 jaar gevestigd was geweest. Bij aankomst hier klonken de toonen van het Zeeuwsch Volkslied, waarna op het perron de complimen teering plaats had door het comité voor behoud van het garnizoen in Zeeland, door den waarnemenden garnizoens commandant, kapitein J. K. de Visser, den garnizoenscommandant van Vlissin- gen, kapitein mr. P. W. J. v. d. Slikke en den vertegenwoordiger van den onder commandant der marine te Vlissingen, den luitenant ter zee eerste klasse J. W. C. Calten Houwing. 1 Hierna stelde de troep en ook het Middelburgsch muziekkorps zich op het stationsplein op en voor het vertrek fyan daar liet het muziekkorps het Wil helmus hooren. Toen zette de stoet zich ïn beweging voorafgegaan door twee -tamboers van het leger, versterkt door (enkele andere in burgerkleeding, leden Vtan den Band der Christel, padvinders. Op den weg, die den stoet volgde, ..-"waren hier en daar vlaggen ontplooit en dit was ook het geval op den Langen Jan, het Stadhuis en nog enkele ande re openbare gebouwen. Gekomen in de Abdij voegde kapi tein Berghuijs zich bij den Commissaris der Koningin en mevrouw Quaries van Ufford, die op het bordes van hun wo ning het défilé gade sloegen. Na het dé filé klonk ook hier het Wilhelmus en toen ging het weer onder opgewekte marschen het muziekkorps liet zich niet onbetuigd verder naar de ka zerne. Op de binnenplaats vormde de troep een carré en toen heeft de waarnemen de garnizoenscommandant, kapitein D e Visser, het nieuwe garnizoen wel kom geheeten en er o.a. op gewezen, dat de verstandhouding tusschen garnizoen en burgerij te Middelburg goed was en zeker ook wel goed zal blijven. De heer H. A. E n k 1 a a r, voorzitter van het Comité tot behoud van garni zoen, heeft woorden van welkom ge- C A L V t- D E'l F T'J at*5—ii (Ingez. Meid.) nu ga je de grenzen van ongehoorzaam, heid en bandeloosheid te huiten, want je richt je zelf ten gronde en brengt schande over mij, en noch het een zal ik gedoogen, noch het andere dulden". Hij sprak thans met een ruwe stemver heffing. Versta je me? Ik ben van plan mijn naam tegen jou en jouw reputatie tegen de wereld te beschermen. Ik heb het voornemen je morgenochtend naar Las Huelgas te zenden. Ik ben in vollen ernst, en indien je er niet in toestemt deze dwaashe'd op te geven en te trou wen, zooals ik dit wensch, zal je daar levenslang blijven. Versta je mij goed? Tot morgenochtend blijf je in deze ka mer. Wij zullen eens zien of Don Jan van Oostenrijk met geweld eerst mijn woning zal binnendringen en daarna een klooster van gewijde nonnen. Ik geel je mijn woord van eer, het woord van je vader en van een Spanjaard van ouden stam, dat je van nu af en vöor altijd geen last meer van hem zult hebben. En mocht Don Jan vanavond trachten hier binnen te dringen, dan' zal ik hem op den drempel dooden. Ik zweer je dat ik het zal doen". Hij hield op en begon met zijn armen op de borst gekruist en het hoofd diep voorover gebogen in de kleine kamer heen en weer te loepen, waarbij zijn sporen en degen bij iederen pas rinkel den. Een blik van afschuw en angst was ge leidelijk in Dolores' oogen gekomen, want zij kende haar vader en wist dat hij, wat er ook zou gebeuren, zijn woord sproken en de hoop uitgesproken, dat zoolang er een leger in Nederland zal zijn ook Middelburg een garnizoen zal hebben, kan het dan de S.D.O.A. Kapitein B e r g h u ij s heeft, zoowel den waarnemenden garnizoenscomman dant als den heer Enklaar bedankt voor hun woorden en zich daarna tot de manschappen gericht, hen dank bren gend, dat zij zooals hij hen te voren had verzocht, alles hebben gedaan om een goeden indruk van het nieuwe garni zoen te verzekeren. De ontvangst in de kazerne was hier mede afgelóopen en begaf het Comité zich met de officieren en onderofficie ren naar het stadhuis voor de officieele ontvangst aldaar. Die ontvangst had plaats in de bur gemeesterskamer, waar met de beide wethouders en de gemeentesecretaris aanwezig waren de raadsleden de hee ren v. d. Feltz, v. Andel, Mes, Den Hol lander, Bybau en Heemskerk. Nadat de commandant en de officie ren zich aan deze heeren hebben voor gesteld en de commandant dit de onder officieren heeft gedaan, neemt de waar nemende burgemeester, de heer J. O n- d e r d ij k, het woord. Aan zijn woorden ontleenen wij nog, dat hij zeide, dat de taak om allen op het stadhuis te verwelkomen, hem voor al zoo aangenaam is, omdat het reeds eerder dreigende gevaar van opheffing van het garnizoen dat Middelburg we der in 1932 boven het hoofd hing, met den intocht van de school voor dienst plichtige onderofficieren-administrateur in onze goede stad is afgewend. Toen gedurende de eerste helft van het vo rig jaar de geruchten, dat het garnizoen zou worden opgeheven, steeds vasten vorm aannamen, heeft het comité tot behoud van het garnizoen alle pogingen voor dat behoud gedaan en dat ook het gemeentebestuur prijs bleek te stellen op het behoud van het garnizoen, bleek uit het besluit van den gemeenteraad op 28 September, toen met algemeene stemmen besloten werd den Minister van Defensie te verzoeken een zooda nige troepenverdeeling te willen bevor deren, dat het aanwezige garnizoen on verminderd behouden bleef. Beide po gingen zijn met succes bekroond, het werk van het comité en het gemeente bestuur en waarschijnlijk ook de per soonlijke bemoeiingen van den inmid dels overleden wethouder mr. A. A. de Veer, heeft het gewenschte gevolg ge had. Immers bij schrijven van 11 November deed de Minister het bericht toekomen, dat de te Breda gevestigde school voor dienstplichtige onderofficieren-admini strateur, haar Middelburg zou worden overgeplaatst, welker overplaatsing met ingang van heden is verwezenlijkt. Het zal den commandant tot verheu ging kunnen strekken, dat èn de bur gemeester èn het gemeentebestuur ieder op zijne eigene wijze, blijk hebben gege ven het zeer op prijs te stellen, dat de S.D.O.A. in Middelburg zijn intrek neemt. Trots de bezwaren, die Middel burg mogelijk voor de vestiging der school heeft, hoopt spr., dat de comman dant het als een kleine vergoeding wilt beschouwen, dat de burgerij de komst zeer waardeert en aldus een aangena- me verstandhouding met de ingezetenen, j reeds bij voorbaat verzekerd is. Spr. hoopt, dat allen in Middelburg j een aangenaam verblijf zullen vinden en Middelburg met zijn schoone omgeving veel bekoring zal bieden en veel ver goeden, wat allen in menig ander op zicht wellicht zullen missen. De ge meente en spr. twijfelt ook niet namens de burgerij te spreken, zal al het moge lijke doen om het verblijf in Middelburg aangenaam te maken, opdat allen in la tere jaren met genoegen zullen terug denken aan den tijd in Middelburg door- 99 Een polis der is de beste geldbelegging. CL (Ingez. Med.) gebracht. Spr. eindigt met allen nog maals recht hartelijk welkom te heeten. Kapitein Berghuijs brengt in de eerste plaats dank voor de zeer op prijs gestelde ontvangst door het gemeente bestuur en wijst er op, dat toen op 2 November vernomen werd, dat de school na 9 jaar Breda als garnizoensplaats zou moeten verlaten, er een schok door de betrokkenen ging. De tijd is er echter om aan de gedachten van overplaatsing te gewennen. Het is door droeve fami lieomstandigheden voor spr. geen aan gename tijd, doch hij zegt het op hoogen prijs te stellen, dat de school zoo goed is ontvangen, wat een goed teeken voor de toekomst inhoudt. Zeker, men komt uit een plaats met mooie omgeving, maar de toekomst belooft veel door den feestelijken intocht. De burgemeester van Breda bekende het aan spreker, niet te hebben geweten, dat met de school nog zulk een groot aantal personen zijn gemeente verlieten. Het is volgens spr. een voordeel, dat de school niet, zooals tot nu toe, het kazernement met andere troepen moet deelen. Ook noemt spr. het van belang, dat men nu in de hoofd plaats van een provincie is gevestigd, waardoor men contact kan krijgen met andere personen dan tot nu toe. Men is trouwens nu op het zoo schoone eiland Walcheren. Spr. hoopt, dat de school te Middelburg zal blijven tot in de verre toekomst. Hij is overtuigd, dat de leer lingen, die uit alle deelen van het land komen, in hun verder leven propagan disten zullen worden voor Middelburg en omgeving. Voor de stad Middelburg met zijn herinneringen aan het verleden. Spr. eindigt met den wensch, dat de verstandhouding met de burgerij steeds goed moge blijven. De heer E n k 1 a a r, voorzitter van het comité, spreekt de hoop uit, dat Mid delburg nu een blijvend garnizoen zal hebben verkregen en sluit zich geheel aan bij de woorden van den burgemees ter, om den dank te brengen aan den gemeenteraad en aan allen, die verder hebben medegewerkt om den wéhsch van het comité in vervulling te zien gaan. De heer Onderdijk richt zich nu speciaal tot het comité en brengt het voor de krachtige medewerking dank namens het gemeentebestuur en inzon derheid aan den voorzitter en secreta ris, de heeren Enklaar en Kerkmeijer. Nadat ververschingen zijn aangebo den, neemt kapitein Berghuijs nog maals het woord en brengt speciaal dank aan den vlootpredikant en den vloot- aalmoezenier voor hun aanwezigheid aan het station en bij deze ontvangst en roept hij hun medewerking in het be lang der leerlingen der school voor de toekomst in. Met een heildronk op Middelburg en den wensch, dat het eens weer tot groo- ten bloei mag komen, eindigt spr. De heer Onderdijk dankt nog voor deze woorden, waarna de ontvangst ten einde was. Buiten voor het stadhuis zijn daarop gemeentebestuur, comité en gasten op de gevoelige plaat vereeuwigd. Het comité zond telegrammen aan de Koningin en den Minister van Defensie zou houden. Ook dat hij bij den Koning hoog in aanzien stond en dat deze even sterk gekant was tegen haar huwelijk, en haar vader op alle mogelijke manie ren zou helpen. Het was nooit bij haar opgekomen plotseling in een godsdien stige instelling met goedvinden van haar vader te kunnen verdwijnen, zelfs voor haar geheele leven. Zij was te jong en te vol van levensverlangen om aan zoo'n. mogelijkheid te denken. Wel had zij ge hoord dat zooiets gedaan kon worden en ook gedaan werd, maar nooit met wie het gebeurd was. Nooit had zij zich er' een voorstelling van gemaakt zoo vol komen aan de genade van haar vader te zijn overgeleverd. Voor de eerste maal in haar leven voelde zij Werkelijk angst en dat, als deze nog lang duurde, zij zich aan haar vaders voeten zou wer pen en hem om genade zou smeeken, dat zij uit louter vrees alles, wat hij wenschte, zou doen zij 't dan ook met het voornemen de beloften niet na te komen. Reeds zag zij zich zelf op haar knieën om vergeving vragen, haar liefde verloochenend en gehoorzaamheid en onderworpenheid belovend. Want voor haar c-ogen doemden reeds de donkere gangen van Las Huelgas, de gesluierde en zwijgende nonnen op. Men zou haar daar niet eens vertellen of de man, dien zij lief had, leefde of dood was, of hij haar al of niet trouw Was gebleven. Maar haar krachtige natuur kreeg de overhand, haar angst werd minder en aan ontrouw van Don Jan kon zij niet gelooven. Hoe dikwijls toch had hij haar ongekunsteld gezegd: „Ik heb jou lief, zooals jij mij". Die eenvoudige woorden zeiden haar meer dan zijn teedere toe spraken, die echter eveneens uit zijn hart opwelden. In dit bange oogenblik hoorde zij hem die innig lieve woorden weer zeggen en plotseling was zij weer overtuigd van zijn onwankelbare liefde, die haar opnieuw kracht schonk. Terwijl haar vader zwijgend heen en weer liep, overlegde zij wat zij, zoolang zij voor Don Jan een gevangene was, wèl en wat zij niet kon doen. Maar dit wist zij zeker: de hoop om weer bij hem te zijn zou haar alle hindernissen doen overwinnen, zou haar doen spotten met elk gevaar. Maar voor niets ter wereld zou hij goed vinden dat zij zich overgaf aan de genade van haar vader, om val- sche beloften af te leggen en uit vrees haar liefde zou verloochenen. Zij zou dan ook liever sterven dan dat doen. „Doe met mij naar u goeddunkt. U hebt er de macht toe", sprak zij einde lijk met vaste stem en kalm. Dadelijk stond de oude man stil en draaide zich naar haar toe, alsof hij thans zelf bang was. Tot haar verbazing zag zij dat hij tranen in zijn oogen had. Eenige oogenblikken bleef hij zwijgen, terwijl zij, niet kunnende begrijpen, hem verwonderd aankeek. Ineens hief hij zijn gebruinde handen omhoog en bedekte met een beweging van uiterste wanhoop zijn gezicht. „Dolores! Mijn kind, mijn dochtertje!" riep hij met gebroken stem. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5