OONHUYS UNICA-MEUBELEN DOLORES DE MENDOZA. ZEELAND. MIDDELBURG. {TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG I APRIL 1933. No. 78. CRISIS OVERHEID KIEZER. VI TOT REDDING VAN HET PARLEMENTAIRE STELSEL. HET IS MEER DAN HOOG TIJD B. C. de Groot. DE AANSTAANDE VERKIEZINGEN. Ons nieuw systeem serie-fabrikaat Aannemende dat thans de noodzaak tot het stellen van bekwaamheids-ei- schen voldoende is aangetoond zal ik nog in dit slotartikel hebben aan te ge ven, welke eischen ik voor de verschil lende functies ten minste gesteld zou willen zien. Als raadslid zou ik slechts verkies baar willen gesteld zien de burgers, die: a. voor gemeenten met een inwoner tal tot 15.000: 1. met vrucht een lagere school heb ben doorloopen? 2. voldoende kennis toonen te bezit ten van de hoofdzaken der Gemeen tewet; b. voor gemeenten met meer dan 15.000 inwoners: 1. einddiploma verworven hebben eener school voor middelbaar on derwijs of van een gymnasium of, bij gebreke daarvan, met voldoen den uitslag een examen afleggen in de Nederlandsche en de beginselen der 3 moderne talen, de geschiede nis van Nederland sedert het jaar 1800 en voldoende begrip van het rekenen voor het maken van een voudige becijferingen; 2. ruimere kennis der Gemeentewet bezitten; :3. eenige kennis bezitten omtrent de belasting-wetgeving in Nederland; 4. eenige kennis bezitten van onze Staatsinrichting. Door het stellen van deze, of derge lijke, eischen, zouden in de toekomst Amsterdam en Rotterdam gevrijwaard zijn tegen de verkiezing tot raadslid van Had-je-me-maars of Rapaljanen, een mogelijkheid, die thans volstrekt niet uitgesloten lijkt. Voor lid der Provinciale Staten, waar uit weer de Gedeputeerden gekozen worden, zou ik als eisch gesteld willen jtien: 1. een einddiploma van vijfjarig mid delbaar, of van voorbereidend hoo- ger onderwijs, of het met voldoen den uitslag afleggen van een gelijk waardig examen wat de voornaam ste vakken betreft; 2. grondige kennis der Gemeente- en Provinciale wetten; 3. grondige kennis onzer Staats-inrich- ting in haar geheel. En voor de leden van de Staten-Ge- neraal, die de beslissing hebben inzake wetgeving, begrootingen en buitenland- sche politiek meen ik als wettelijke ei schen voor verkiesbaarheid te moeten stellen: 1. school-diploma of examen als on der 1 voor Provinciale Staten; 2. grondige kennis onzer Staats-in- richting, van de Grondwet en van ons belasting-stelsel; 3. niet al te elementaire kennis der staathuishoudkunde, vooral wat be treft de voor- en nadeelen van vrij handel en bescherming in het inter nationaal verkeer, en de rol dien goud en geld in dat verkeer vervul len; 4. voldoende begrip van de land- en volkenkunde van Nederlandsch-O.- Indië; 5. voldoende kennis van de algemeene geschiedenis sedert het jaar 1800. Ik ineen, dat wij reeds nu beschikken over een toereikend groot aantal Ne derlanders, die aan de hierboven gestel Een geschiedenis uit het oude Madrid doer F. MARION CRAWFORD. EERSTE DEEL, 5). - Dolores en haar zuster zaten nog in de kamer, toen de deur open ging en een knecht met grijs haar en in rood en geel gekleed, de kamer binnen kwam om twee brandende waskaarsen in zware bronzen kandelaars op de tafel te plaat sen. Een oogenblik later kwam Mendoza binnen, die zich nog niet had ontdaan van zijn borstharnas. Zijn groote sporen rinkelden aan zijn zware rijlaarzen en zijn lang, van een korfgevest voorzien zwaard, sleepte over den marmeren vloer. Hij was nu blootshoofd en zijn kort geknipte, grijzende haar omgaf als een nauw sluitend kalotje van ijzer- grauw fluweel zijn energieke hoofd. Hij bleef bij de tafel staan en leunde er met zijn knokige rechterhand op, waarin hij zijn heide handschoenen hield. De kaar sen verlichtten van onderen zijn donker gezicht en schenen met een geel licht in zijn oogen, die boos keken. Instinctmatig stonden de beide meis jes op, toen hun vader binnen kwam, maar bleven vlak naast elkaar, terwijl zij, als om zich tegen een gemeenschap- pelijken vijand te verdedigen, eikaars handen vasthielden. En toch zou de harde man zijn leven voor ieder zijner dochters, sinds zij op de wereld waren, gaarne hebben willen geven. Zij wisten dit heel goed, maar beefden toch. ..Jullie hebben mij tot het voorwerp de eischen van ontwikkeling voor .elk der genoemde functies voldoen. Doch mocht dit niet zoo zijn, of moch ten de partij-hoofdbesturen er terstond niet genoeg uit hunne partij kunnen aan wijzen, dan zie ik er volstrekt niets te gen, dat ze niettemin reeds dadelijk hunne medewerking verleenen tot wijzi ging en aanvulling der Kieswet, als door mij noodig geacht. Die hoofdbesturen der partijen moe ten, wanneer werkelijk alleen het be vorderen van het land s-belang hun bedoeling is, nu eindelijk gaan inzien dat thans alleen de bekwaamsten in staat zullen zijn om ons land door en uit de crisis te voeren. En al is het nu waar, dat het bezit van vroeger behaalde diploma's nog volstrekt geen waarborg biedt voor thans nog aanwezige algemeene ontwikkeling, en zeker niet voor de even onmisbare ge schiktheid en karakter, het is tenminste iets, en wordt door mij alleen voorge steld bij gebrek aan betrouwbare toets middelen. Wanneer de bestaande toestand ge handhaafd blijft zullen het al te alge meene kiesrecht en het stelsel der even redige vertegenwoordiging onvermijde lijk voeren naar een dictatuur onder een of anderen vorm, als reactie op de ver wording van het parlementarisme. De teekenen zijn er toch reeds voor een ieder die niet ziende blind is? Hoe veel bestuurders in Regeering, Parle ment, Provinciale Staten en Gemeente raden kennen wij nu nog, die op tijd neen durven zeggen? Een bedroefd klein aantal. Ik behoef slechts te herinneren aan: een minister die zich het radio-zend tijden-besluit vrijwel woordelijk liet dic- teeren door eenige voorzitters van sec- tarische omroepvereenigingen, inplaats van dezen heeren de deur van zijn Ka binet te wijzen wegens den verregaand ongepasten en aanmatigenden toon in hun correspondentie; aan dezen krachti- gen bestuurder danken wij nu welhaast 3 jaren van verheffende „kuituur", ons bijgebracht door Wakker en Tropenduit, Teun den Klepperman en den Dorpsbar bier, e.d.; een Regeering en Parlementsleden die een tarwe-steunwet voorstelden en aan namen zonder behoorlijke waarborgen te stellen tegen uitbreiding der met tarwe bebouwde oppervlakte, of tegen uitkee- ring van de steunbedragen daar waar nog voldoende welgesteldheid heerschte om de verliezen zelf te dragen, evengoed als handel, nijverheid en scheepvaart zulks doen; de winkelsluitingswet; een lawine van andere crisis-maatre gelen met als gevolg: een heirleger van „centrales", comité's en ambtenaren; de over het algemeen veel te slappe houding der overheden tegenover on redelijke eischen van het personeel; de slappe gezagshandhaving, en zoo veel andere dingen die vrijwel alle hun oorsprong hebben gevonden in: vrees voor Zijne Majesteit den Kiezer, vooral den radicalen kiezer, zoowel rechts als links: Door den druk der tijden, die heusch niet alleen gevoeld wordt door hen die het hardst en in het openbaar klagen, heerscht er natuurlijk een groote neer slachtigheid en ontevredenheid onder zeer velen, doch deze stijgen tot ge rechtvaardigde verbittering bij het wel denkende deel der natie door het ge brek aan behoorlijk bekwame leiding in de bestuurslichamen, aan bestuurders met voldoende ruggegraat. Ik zie er geen toeval in dat wij de a.s. verkiezingen tegemoet gaan met niet van spot van het geheele hof gemaakt", begon hij, langzaam sprekende, terwijl zijn stem van toorn trilde. „Wat heb je ter verddeiging hiertegen in te bren gen?" Hij sprak tot Dolores, die eenigszins bleek werd. Er lag iets zoo hardvoch tigs in zijn toon en houding, dat zij een stap achteruit deed, niet uit vrees, maar zooals een dapper man eenigszins zou uitwijken, als iemand hem plotseling met een wapen zou bedreigen. Dadelijk kwam Inez naar voren en hief als protest een harer blanke handen op, terwijl zij haar blinde gezicht wendde naar haar vaders lichtende oogen. „Ik heb 't niet tegen jou", sprak hij ruw, „maar tegen jou", vervolgde hij, zich tot Dolores wendende, terwijl de ta fel onder zijn hand schudde. „Door welken duivel was je bezeten om mij en je zelf toe schande te maken, door bij het raam te staan en tegen Don Jan te glimlachen, alsof hij de over winnaar was in een stierengevecht en jij het mooiste meisje onder de toe schouwers, met alle menschen uit Ma drid. i vanaf Zijne Majesteit den Koning tot den minsten bedelaar-als toeschou wer? Weet je niet meer wat zedigheid, wat schaamtegevoel is? Kun je niet meer blozen? En zoo niet, heb je dan niet zooveel vrouwelijke intuïtie, om te begrijpen dat je jouw naam en de mijne voor de heele wereld te grabbel hebt gegooid?" „Vader! In 's hemelsnaam, zeg zulke dingen niet dat mag en zal ik niet doen!" Dolores' gezicht was spierwit gewor den, terwijl zij Inez zachtjes op zij duw minder dan 53 lijsten van candidaten waaronder voorkomen: 7 soorten van Roomsch Katholieken; 7 Protestantsch Christe- lijken; 10 arbeiders; 6 democraten; 6 nationalisten en fascis ten. Voor mij bestaat er een oorzakelijk verband tusschen het slechte bestuurs beleid der laatste jaren en deze uiting van verbijsterende verwarring en ver deeldheid in een land dat in de geschie denis toch groote dingen tot stand bracht zoolang men zich maar herinnerde dat „Eendracht maakt Macht". Men gelieve er zich dus tijdig reken schap van te geven dat er een algemee ne en diepe verbittering heerscht, wel ke dreigt uit te loopen op één of anderen vorm van dictatuur, tenzij men door wij ziging de kieswet de werkelijk bekwame Nederlanders meer naar voren doet ko men. Mogen de besturen der gezagsgetrou we partijen snel tot overeenstemming komen over een ontwerp tot wijziging der Kieswet op den grondslag als door mij verdedigd, en ik 'vertrouw dat daar na een oproep aan onze bekwaamste en geschiktste burgers om zich beschikbaar te stellen, een verrassend gunstig resul taat zou hebben. Men zette tijdelijk, de politieke ge schilpunten op zij om eensgezind dat gene te doen wat onvermijdelijk noodig is om onze persoonlijke en geestelijke vrijheid, en het parlementaire stelsel, te redden. Over bovenstaande onderwerp sprak gisterenavond .in de bovenzaal van de sociëteit „De Vergenöégïng"-voor de af- deeling Middelburg van den Vrijz. -D.em. Bond de heer mr. H. P. Marchant, lid der Tweede Kamer, voor een geheel be zette zaal. De voorzitter der afdeeling, de heer W. de Graaf heette de aanwezigen welkom en niet het minst den spreker. De heer Marchant wees eerst op de vervroegde verkiezing en het ont binden der Kamer door de gerezen moeilijkheid tusschen regeering en volksvertegenwoordiging. Het is in Ne derland niet bepaald noodig, dat dan de ministers weg moeten gaan; dit is iets anders dan bijv. in Düitschland. Wel kan de Kroon machtiging verleenen om de Staten-Generaal of een der beide Ka mers te ontbinden. Het conflict was da#voor geen aan leiding. Wel moeten andere motieven voor de regeering zijn geweest. Het volk wordt geroepen rechter te wezen in het conflict, dat gerezen is. En dan dient feitelijk het gerezen conflict de inzet der verkiezing moet zijn. De regeering blijft zitten tot na den uitspraak der verkiezing, en dan kan na bewind van zaken beslissen. Dit is nu niet het geval, want, dan zou men moeten spreken over het al of niet opheffen van enkele rechtbanken en kantongerechten en dit gebeurt natuur lijk niet. Een tweede bewijs, dat het niet een gewone ontbinding is, is dat het extra parlementaire kabinet heeft gezegd in ieder geval te zullen weggaan. HUISKAMER f 390 SLAAPKAMER f 480 ZITKAMER f 495 FABRIEK UJNBAANSGRACHT 234-236 Prinsengracht 709-713 leidschestraat 73 AMSTERDAM (Ingez. Med.) de en den toornigen man in de oogen keek. De tafel stond tusschen hen. „Heb ik één woord gezegd, dat niet de zuivere waarheid was?" vroeg Men doza. „Weet niet heel 't hof dat je Don Jan van Oostenrijk liefhebt „Laat de heele wereld 't weten!" riep het meisje dapper uit. „Schaam ik mij er voor dat ik den dappersten, den bes ten man op aarde liefheb?" „Wel zeker: laat de heele wereld we ten dat je bereid bent zijn speelbal te worden „Neen, vader, zijn vrouw!" Dolores' stem was vast en helder, toen zij haar vader in de rede viel. „Zijn vrouw", her haalde zij op trotschen toon, „en morgen aan den dag, als U en de Koning het ons niet zouden beletten. God gaf mij U als vader, maar noch God, noch eenig mensch gaf U het recht mij te beleedigen, en zoolang ik nog de kracht heb om te spreken zal ik U het antwoord niet schuldig blijven. Als U mij niet hadt tegengewerkt, zou ik al vandaag de vrouw van Don Jan van Oostenrijk ge worden zijn en dan zijn „speelbal" ja, zeker, en zijn slavin, zijn dienares, alles w!at U maar wilt! Ik heb hem lief en zou met mijn handen voor hem wil len werken, even bereid als ik ben mijn bloed en mijn leven voor hem te laten, als God mij dat geluk en die genade zou schenken, nu U niet toestaat om zijn vrouw te worden!" „Zijn vrouw!" riep Mendoza met een wreeden spotlach uit, „Zijn vrouw vandaag zijn vrouw worden en morgen verstooten door sen pennestreek en het verdraaien van een woord, waardoor je huwelijk ongeldig zou worden verklaard, In 1894 was het bij het kabinet-Tak van Poortvliet, een normale ontbinding der Kamer Toen ging het over het al of niet voor algemeene uitbrenging van het kies recht, voor of tegen Tak. Men kan niet alleen vragen of er be zuinigd moet worden of niet, want daar voor is het grootste deel der Kamer ook nu. Spr. meent, dat men niet langer wil de wachten, tot dat te veel kiezers door ontevredenheid zouden worden gedre ven naar leiders, die men niet moet vol gen. Als men zegt, dat de crisis niet lang meer duuren zal, dan zegt spr. dat er geen gevaarlijker menschen zijn, dan wonderdokters en profeten. Niemand weet hoe lang de crisis duren zal, en dat is juist het ergste. Kon men het zeg gen, dan kon men de reserves opsou- peeren. Maar nu ziet men het in het buitenland, dat het ook hier nog erger kan worden. Men moet niet luisteren naar hen, die zeggen, dat er wel geld is, als men het maar haalt, waar het is. Den Haag, dat nog zeer goed staat ten opzichte van andere gemeenten, be taalt alleen 10 millioen aan Maatschap pelijk hulpbetoon. Het is verkeerd, dat men nog nieuwe uitgaven als mogelijk schetst, want op militaire uitgaven is wellicht 30 mllioen te besparen, maar er zijn honderden mil- lioenen noodig om alles loopende te houden. Men is gedwongen zuinig te zijn en zoo weinig mogelijk de reserves te Jjejn interen. Spr. zelf heeft enkele openbare^- -scholen moeten sluiten als wethouder van^iö|iderwijs, gezien de rijks voorschriften, WaflX... tegen de ge- me entefinanciën niet ruim^g®noeSf wa ren om die te niveleeren. De begrooting 1934 zal 120 tot"~4^5 millioen te kort aanwijzen, De V. D. ont-N houden zich er nog meer als anders van beloften te doen, dit is onverantwoorde lijk als verwezelijking daarvan den on dergang van ons land nog zou verhaas ten. Spr. wijst dan op den noodzakelijken steun aan landbouw, veeteelt, tuinbouw, zuivelbedrijven enz. om ondergang er van te voorkomen. De boerenbonden zijn verkeerd, als zij roepén om het sluiten der grenzen, want het is niet voldoende den prijs op te voeren van de productie, als er geen koopkracht is bij de consumenten, want dan moeten de prijzen toch weer naar beneden. Het is daarom ook niet goed te spre ken van een tegenstelling tusschen de belangen van stad en platteland; er is maar één algemeen belang. In de eerste plaats is het noodig, dat de politiek rechterlijke lichamen kun nen blijven leenen. De V. D. zijn voor gelijke ontwikke lingskansen, daarop zijn ook de sociale maatregelen gericht. Als spr. de toestand van het laatst van de vorige eeuw vergelijkt met die om Don Jan te laten trouwen met een weduwe van Koninklijken bloede, zoo als Koningin Mary van Schotland. Zijn vrouw!" Hij lachte, bitter. „U hebt wel een hoegen dunk van Uw Koning, vader, door te veronderstellen dat hij zoo'n onrechtmatige daad in Spanje zou toelaten!" Terwijl Dolores zoo sprak had zij zich in haar volle lengte uitgestrekt, en zij bleef onbeweeglijk staan, wachtend op teen wederwoord. Het duurde lang voordat dit kwam, hoewel Mendoza haar vast in de oogen bleef zien en zijn lippen zich meermalen bewogen, alsof hij op het punt stond te spreken. Zij had hem een houw toege bracht, die moeilijk was te pareeren, dat wist zij. Inez stond zwijgend naast haar, zwaar ademhalend, terwijl zij toehoorde. „Je denkt zeker dat ik daarop niets te antwoorden heb", begon hij eindelijk kalmer en op anderen toon. „Misschien heb je gelijk, want wat zou ik nog kun nen zeggen, nu je elk begrip van schaam te, eerbied en gehoorzaamheid hebt ver loren? .Verwacht je soms, dat ik met je zal disputeeren en trachten je te over tuigen dat ik gelijk heb, inplaats van je te dwingeij eerbied v'oor mij en je zelf te hebben? Goddank heb ik nog nooSt ge vraagd naar wat mijn Koning dacht, noch naar zijn beweegredenen of zijn opperste recht om naar volkomen goed dunken te handelen 'in het belang van Spanje's eer en glorie. Mijn leven en al les wat ik bezit, behoort hem toe, hij mag er bij de gratie van zijn goddelijk recht mee doen wat hij wil. Dat is mijn geloof en mijn wet en als ik heb ge faald jou daarin groot te brengen, dan van nu, dan is er aan het Nederland sche volk een wonder gebeurd. Wat aan sociale maatregelen en onderwijs is be steed, is goed besteed, maar nu in deze tijden, moet men vertrouwen, dat de zon toch meer zal doorbreken, en zoo lang het verkregene trachten te behou den. Het eerst komen voor bezuiniging in aanmerking de uitgaven voor de lands verdediging. Het algemeen mannen- en vrouwen kiesrecht was noodig om de volksverte genwoordiging een afspiegeling van het geen in het volk leeft te doen zijn, maar dan moet dit zich ook afspiegelen in de regeering, dat is de parlementaire de mocratie. In deze tijden is het groot gevaar, dat men ook in Nederland dit stelsel zal verlaten en men er ook krijgt een re geering, die niet volgt den wil van het volk. Spr. wijst op Düitschland, Oostenrijk en Italië. Als het zoover is, is het met de vrijheid gedaan. Dat het hier ook kan komen is niet, omdat er enkele groe pen van fascisten zijn, maar omdat er zooveel bewonderaars van Hitier zijn. Maar men vergeet dat Mussolini te doen had met Italianen en niet met Neder landers. Spr. zet uiteen wat Mussolini maakte van Italië, als coöperatieve fascistische staat. Men heeft nu hier menschen, die het zouden willen zien nagedaan, maar zij vergeten, dat in Nederland niet zoo veel analphabeten zijn. In Düitschland volgt het volk Hitier, omdat men teneinde raad was. Dit kan ook over Nederland komen, waar men destijds een Sequah aanbad. Als een maal den toeloop naar den dictator komt, als hij de menschen weet te fascineeren, dan is het te laat en heb ben de bezitters der geweren het Neder- lanasS.bje^volk in hun macht. Als men^U-kan voorkomen en parlementaire stelsöJ redden, is dit ee(js een goede uitslag der v5y^ez'n^ Het is niet juist, dat ver^||i^g van loonen, de droevige werkloosheid zal doen verminderen, dit beWijzen landen als Zuid-Slavië en PolenjTwaar de l00. nen zeer laag en de werkloosheid zeer groot is. i Na een korte pauze j/ehandelde spre ker de vraag, hoe men na de verkiezing de parlementaire demofcratie het beste kan handhaven. Men hoort veel van gezag', en dan denkt men aan machtsveitoon. De V. D. zien in het gerag een goed samenzijn van regeering en v0]k want in een democratisch-staatkui.dig begin sel past niet de handhaving va^ het ge zag door geweld. In een goede democratie moet men met sterke discipline zorgen voor ieders vrijheid. Als er inbreuk wordt gemaakt op de overheid, moet deze dit keeren, maar niet zooals in Düitschland of Italië ook heb ik een groote zonde begaan, die mij hiernamaals zal worden aangerekend, hoewel ik, zoover ik kan nagaan, gedaan heb w,at ik kon". Mendoza hief zijn degen met scheede op en legde zijn rechterhand op het kruis van het korfgevest. „God de Koning Spanje!" sprak hij plechtig, terwijl hij er telkens bij elk dezer geloofsartikelen zijn lippen op drukte. „Ik wensch uw geloof niet aan het wankelen te brengen", zei Dolores koel. „Dat zou trouwens onmogelijk zijn". „Even onmogelijk als om wijziging te brengen in mijn besluit", antwoordde Mendoza, terwijl hij zijn langen degen weer op den vloer deed rusten. „En hoe luidt uw besluit?" vroeg het meisje, hem nog steeds aankijkende. Iets in zijn gezicht waarschuwde haar, toen hij langen tijd haar aanzag zonder te antwoorden, dat onheil en gevaar na bij waren. Zij ging vlak voor Inez staan, vlak tegen haar aan, om haar aandacht te trekken. Een houding aannemende, die bijna uittartend was, begon zij vlug achtereen te spreken en haar handen, waarin zij den aan Don Jan geschreven zoo klein mogelijk opgevouwen brief had, hield zij op den rug. Zij had dien brief ter hoogte van de pols in een harer nauwe mouwen gestopt, om hem aan Inez in handen te spelen niet weten de wat er elk oogenblik kon gebeuren om hem aan Don Jan te doen ter hand stellen. 4 (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5