JWriteM33 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN VRIJDAG 31 MAART 1933. No. 77. GEMEENTERAAD GOES. VAN hé- DOLORES DE MERD0ZJL ons 2 sond vet tl 50 raat, Hen ad- ge- óók luct EN. M kriel aan te |ng- léd. De raad dezer gemeente kwam Don derdagmiddag te twee uur in openbare vergadering vergadering bijeen onder voorzitterschap van den burgemeester, den heer G. A. Hajenius. Alle ieden zijn aanwezig. Notulen. De heer VAN POELGEEST ver zoekt middels een illustreerend verhaal, in het vervolg spoediger indiening der notulen. Ingekomen stukken. Ingekomen was o. a. een schrijven van het Gasthuisbestuur, waarin dit betoogt dat de brief van B. en W., 26 Febr. '32 door het Gasthuisbestuur ontvangen, niet van zoodanigen inhoud was, dat deze be antwoording vereischte, gelijk eenige op merkingen van den burgemeester, in den raadsvergadering van 17 Febr. 1.1. zou de doen vermoedden. (In ons no. van Woensdag 1.1. is deze brief reeds opgenomen. Red.). Wordt v. k. g. aangenomen. Voorts was ingekomen een verzoek van de ver. „Landbouw en Veeteelt" te Wolfaartsdijk, om art. 2 van de verorde ning op den keuringsdienst van den kring omvattende de gemeente Goes, 's-Gra- venpolder, 's-Heer Abtskerke, Kapelle Kloetinge, Kattendijke en Wolfaartsdijk, te doen vervallen. De ver. beoogt daar mede, het verschil weg te nemen waar door de ingezetenen van omliggende ge meenten ver bevoorrecht zijn boven de burgers van genoemde plaatsen omrede deze hun vleesch rechtsstreeks van de veehouders kunnen betrekken. De ver. eeniging meent dat de bedoeling van den wetgever is ,de wet uniform te doen uitvoeren en meent dat opheffing van art. 2 financieel voordeel zal brengen zoowel aan producent als consument. (Bedoeld art. 2 bevat voorschriften be treffende de inrichting van de plaats waar geslacht wordt of vleesch voor af- levering in voorraad wordt gehouden. I Red.) j Wordt in handen gesteld van B. en W. om prae-advies. j Verder was ingekomen een slhrijven van den Minister van Justitie, dat op j de jaarwedde van den commissaris van j politie ingaande 1 Mei 1933, een korting moet worden toegepast als vastgesteld voor deze ambtenaren. De directeur der waterleiding mij. Zuid-Beveland, heeft geantwoord, op een desbetreffend schrijven van B. en W. dat het niet gewenscht is verandering in de wijze van betaling (per half jaar) te brengen, mede omdat als de omstandig heden het eischen, bizondere maatrege-1 len worden getroffen. I Het Gasthuisbestuur heeft aan B. en I W. bericht, dat het aan H. M. de Konin gin in vernietiging heeft verzocht van het raadsbesluit van 12 Dec, '32 1.1. (waarin de raad uitspreekt dat de gemeente niet verplicht is de ziekenhuistekorten te dek ken. Red.) De directeur van het Gem. Slachthuis schrijft naar aanleiding van een in den raad gemaakte opmerking, dat alleen noodslachtingen plaats vinden, volgens de bepalingen van de Vleeschkeurings- WC*. ^-1 v?rrr"ndering en beperking niet mogelijk is. De directeur heeft over de prijzen geen zeggenschap en merkt nog op, dat het aantal gelegenheids-slachtin gen reeds beperkt is door de Vleesch- j keunngswet, daar thans alleen de kring Goes er gebruik van kan maken en vroe- i ger geheel Z. en N.-Beveland. I Bovengenoemde stukken wordt v. k. g. i aangenomen. j Een begrotingswijziging van het B. I A. 1932 wordt z. h. s. goedgekeurd. I De VOORZITTER merkt op, dat 1932 voor het B. A. wel een tekort zal op leveren. Bebouwing Oostwal. Van de heeren A. de Bruyne en J. M. van Riet is een plan ingekomen voor een aan de Oostwal te bouwen pand. De^nok van het te bouwen pand zal 1.50 m. hoo- ger worden dan de raad indertijd vast stelde. B. en W. stellen voor het nieuwe plan goed te keuren. Aldus wordt z. h. s. besloten. Het bedrag van de voorschotten op de gemeentelijke vergoeding, krachtens art. 101 der L. O.-wet 1920, aan de bijzonde re scholen over 1933 wordt, als voorge steld, z .h. s. vastgesteld. Hoofd Openb. Bewaarschool. Aan mej. A. A. A. Schreeuwe wordt, op haar verzoek, eervol ontslag ver leend als hoofd der Openbare Bewaar school. De heer HOLLESTELLE wijst op de hooge kosten dezer school. De subsidie is ongeveer het dubbele van de bijz. be waarschool. Spr. merkt op, dat wel groo- tere gemeenten tot opheffing overgingen. Anders zou men een vereeniging kunnen stichten. De heer DE ROO merkt op dat de ouders, die van de openbare bewaar school voor hun kinderen gebruik ma ken, in den regel geen menschen zijn, om een vereeniging op te richten. De VOORZITTER merkt op, dat de gemeente zich, wat subsidie betreft, ook niet onbetuigd laat tegenover de bijz, bewaarscholen. Er zijn ook ouders, die eigenlijk bij de openbare scholen hooren, en die hun kinderen zenden naar de bij zondere. De heer ECKHARDT wil de ouders een vereeniging op laten richten. De heer VAN POELGEEST merkt op, dat bij opheffing der openbare be waarschool, ook de subsidie aan de bij zondere bewaarschool moet stop gezet ■voorden. Wethouder GOEDBLOED is het hier niet mede eens. Spr. vindt verder het debat niet aan de orde. De VOORZITTER blijft op het stand punt staan, dat evengoed als de bijzon dere ook de openbare bewaarschool moet geholpen worden. De heer VISSCHER zegt altijd zeer j loyaal geweest te zijn ten opzichte van j de gelijkstelling, al is hij voorstander van openbaar onderwijs, en hij zag dit stand punt ook gaarne door de voorstanders van bijzonder onderwijs ingenomen. Spr. j meent voorts dat de betreffende school, die gemiddeld door 80 leerlingen be- j zocht wordt, in een bestaande behoefte j voorziet. De heer HOLLESTELLE stelt voor 't nieuwe hoofd tijdelijk aan te stellen. j De heer DE ROO acht dit in strijd met de geplaatste oproep. Wethouder GOEDBLOED is er van overtuigd, dat de sollicitanten met een tijdelijke benoeming genoegen zullen ne- j men. De heer v. d. WART acht een tijde- lijke aanstelling eigenlijk gebruikelijk, maar in verband met den geplaatsten oproep raadt hij den heer Hollestelle j aan zijn voorstel terug te nemen. De heer HOLLESTELLE trekt hierna zijn voorstel in. Tot benoeming overgaande benoemt de raad met 7 stemmen mej. F. de Jong te Rotterdam. Mej. Melius, Heereveen i verkreeg 5 stemmen, mej. De Bruin te Haarlem 1 stem. raadsleden een nieuwe woonwagenkamp wist aan te wijzen". Spr. weet niet, dat dit aan de raadsleden gevraagd werd. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. bedoelde, dat het moeilijk was, een kamp aan te wijzen. Ook voor den raad scheen dit moeilijk, „want wel werd de wenschelijkheid dikwijls geuit, maar nie mand wees een plaats aan. De heer VAN POELGEEST vindt de opmerking niet juist. Men vroeg al aan hem: „weet jij dan geen beter kamp?" maar hij heeft er heelemaal niet naar uitgekeken. Het lijkt nu, alsof de raad in gebreke gesteld wordt. De heer VERMAIRE vraagt o.a. of niet beter voor drinkwater voor het woonwagenkamp gezorgd kan worden. De heer HOLLESTELLE vraagt vol doende bescherming van de pachters der gronden in de buurt, tegen eventueele baldadigheden, e.d. De VOORZITTER zegt dat de punt de aandacht zal hebben. De heer HOLLESTELLE maakt ver der aanmerking op de kosten die men moet maken voor menschen, waarvan hij er liefst zoo weinig mogelijk in de ge meente heeft. De heer CRUCQ merkt op, dat er heelemaal geen waterleiding in de buurt is. De VOORZITTER zegt dat voor ziening in deze te hooge kosten met zich zou brengen. Niettemin acht hij het nieuwe kamp een groote verbetering. De heer VISSCHER geeft in overwe ging er een betonnen bak te plaatsen en die met drinkwater te vullen. De heer ECKHARDT acht het ge vaar voor de pachters te groot en hij geeft B. en W. in overweging een meer geschikte plaats te zoeken. De VOORZITTER zegt, dat een der gelijke plaats niet te vinden is. Overal rijzen dezelfde of soortgelijke bezwa ren. De heer SIMONS kan zich met de kosten, niet vereenigen. De heer VISSCHER betoogt, dat de nieuwe plaats in elk geval veel beter is, dan de oude. Het voorstel, hierna in stemming ge bracht, wordt met de stemmen der heeren Eckhardt enj Simons tegen aan genomen. Benoemd worden de leden in de stem- bureaux voor de a.s.' Tweede Kamerver kiezing. Maxima verloven. Ingekomen is een adres van de Nato- nale Commissie tegen alcoholisme, be treffende te stellen eischen aan verlof lokalen en het maxima verloven. Voorts nog een adres van het Goesche drank- weercomité, waarin adhaesie betuigd wordt aan eerstgenoemd adres, en ver zocht wordt, maxima vast te stellen voor de bouwplannen I, II, en III. B. en W. stellen voor (om redenen genoemd in ons no. van Dinsdag 1.1. Red.) afwij zend op deze adressen te beschikken. Aldus wordt z.h.s. besloten. „De middenstandswoning" B. en W. stellen voor een nadere re geling aan te gaan met de woning bouw- vereeniging „De Middenstandswoning", waardoor het deze vereeniging mogelijk zal worden de huurprijzen van de door haar beheerde woningen te verlagen. De heer VISSCHER staat niet geheel afwijzend tegen dit voorstel. Hij vreest echter, dat nu mogelijk ook andere Woonwagenkamp. B. en W. stellen voor, een woonwa genkamp in te richten aan het einde van het nieuwe haventerrein. De kosten worden geraamd op pl.m. 900. De heer VAN POELGEEST maakt er aanmerking op, dat B, en W. in hun voorstel o.a. zeggen-, „dat ook geen der j C A-L V E-.D EIF 7'5 (Ingez. Med w-?.v Een geschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. EERSTE DEEL. 4). - Dolores de Mendoza vergat haar va der en alles wat hij zou kunnen zeggen en stond, naar beneden kijkende, voor het open raam. Over dit moment had zij gedroomd en het zelfs over dag in ge dachte reeds doorleefd; telkens had zij tot zich zelf gezegd hoe het zou zijn. Maar de werkelijkheid was nog mooier dan haar droornen, mooier dan hetgeen zij zich had voorgesteld. Toen Don Jan den Koning had ge groet, zat hij een oogenblik roerloos en keek naar boven, alsof hij in zijn onder bewustzijn aangetrokken werd door het paar oogen, dat hem op dat oogenblik onder zoo vele verwelkomde. Onmiddel- lijk ontmoetten zijn oogen, die glim lachten, de hare, maar overigens ver raadde zijn gezicht niets. De oude Men- doza echter, onbeweeglijk in den zadel, volgde zijn blik en zag. Hoewel hij den jongen held gaarne mede lof zou hebben toegezwaaid, onder zijn bevelen had willen dienen en voor hem als de dapperste onder de dapperen had wil len strijden, op dit oogenblik zou hi; blij zijn geweest als Don Jan voor zijn oogen van zijn paard dood ter aarde stortte. Zonder overhaastig steeg Don Jan af en toen de Koning van 'het balkon verdween, begaf hij zich naar den in gang van het paleis. Zijn figuur en hou- j ding waren zeer elegant, en hoewel hij niet klein was, scheen hij langer door- dat hij zoo prachtig geproportioneerd was. Het kort geknipte, rossig bruine dichte haar op zijn kleine hoofd krulde, maar liet het hooge voorhoofd vrij, ter wijl het een omlijsting vormde van zijn frissche gelaat met de beweeglijke trek ken Een heel kleine knevel legde een schaduw op zijn lip zonder den jongens- achtigen mond te verbergen; toen ter tijd droeg hij geen baard. Er lag dikwijls een glimlach om de lippen, en de mond drukte meer zorgeloosheid en vroolijk- heid uit dan kracht. De flinkheid van het gezicht lag echter in de scherp om lijnde onderkaak," terwijl de eigenlijke uitdrukking er van voortsproot uit de diepliggende, vurige, blauwe oogen, wel ker blik het eene oogenblik boos en fel, en dan weer zacht als die van een vrouw konden zijn. Hij droeg zonder overdrevenheid de militaire kleeding van zijn tijd een prachtig geciseleerd, met goud ingelegd borstharnas, waaruit zwart fluweelen mouwen te voorschijn kwamen, een kor te wijde broek van fluweel en zijde, die slechts tot halverwege de knie kwam, terwijl het overige gedeelte der beenen bedekt was door nauwsluitende kousen en leeren laarzen, alsslobkousen, die vanaf de knie tot aan de enkels en hie len reikten. Over zijn schouder hing een korte geborduurde mantel en op zijn hoofd droeg hij een breed uitstaande baret, waarop de zwart-en-gele veder bos van het Oostenrijksche Huis was be vestigd. Toen hij dicht bij den ingang van het paleis was gekomen, kwamen veel vrien den hem begroeten, wien hij allen met een glimlach en enkele woorden de hand reikte. Maar de oude Mendoza steeg niet af; evenmin liet hij zijn paard een pas voorwaarts gaan. Don Jan, die om zich heen keek, voordat hij naar bin nen ging, zag het grimmige gezicht, en wuifde met zijn hand Dolores' vader toe, maar deze deed net of hij niets zag. Men hoorde iemand onder de menigte even tjes lachen Mendoza's gezicht bleet on beweeglijk, maar zijn knieën drukten blijkbaar plotseling tegen het zadel want zijn zwarte paard bewoog zich on rustig en trachtte een beetje achteruit te loopen. Met een ruk stond Don Jan stil, en nog voordat de glimlach van zijn lippen verdween, keken zijn oogen heel streng, terwijl hij den man trachtte te ontdekken, wiens lachen hij had gehoord Maar dat was onmogelijk en zijn blik bleef ernstig en streng, toen hij door den ruimen ingang schreed, "terwijl de menigte achter hem juichte. Vanuit haar hoog gelegen venster had Dolores alles gezien en gehoord, elke verandering van zijn gezicht en elke be weging van hem had zij gevolgd. Trouw had zij haar zuster alles verteld wat zü zag, totdat die korte, maar snijdende lach kwam. Inez had dien ook gehoord want zij' leunde tegen de breede, steenen vensterbank, om te luisteren ingeval Don Jan iets zou zeggen. Met een ruk en met een lichten kreet alsof zij pijn voelde, trok zij zich terug. „Iemand lacht mij uit!" riep zij „Er lacht iemand omdat ik net doe alsof ik bouwvereenigingen om een dergelijke regeling zullen komen. De VOORZITTER merkt op, dat de onderhavige huren bepaald moeten wor den in concurrentie met de woningen in particulier eigendom. Met de arbeiders woningen zal dit niet zoo spoedig het geval zal, daar de particulier deze niet concurreerend kan bouwen. Voorts werd ook voor den bouw der arbeiders woningen een grootere bijdrage door het rijk verstrekt. De heer v. d. DOES heeft gehoord, dat aan de Middelburgsche straat (verleng de Couwervestraat? Red.) reeds arbei derswoningen voor 2800.gebouwd zijn. De heer VAN POELGEEST merkt op, dat, als hetzelfde geval zich zou voor doen met de arbeiderswoningen, men dan ook tot een dergelijke regeling zou moeten komen. Wethouder GOEDBLOED stemt dit toe. De heer CRUCQ zet uiteen, dat de bijdrage van het rijk voor de arbeiders woningen, geringer was, dan de voorstel ler opmerkte. Voorts acht spr. verla ging voo rde arbeiderswoningen har der noodzakelijk, dan voor de midden standswoningen. Hij vertrouwt echter, dat B. en W. evenals men na de opmer king van den heer Van Poelgeest beaam de, indien noodig ook hier tot huurver- laging zullen medewerken. De heer VISSCHER heeft met genoe gen de opmerkingen over de eventueele verlaging van de arbeiderswoningen aangehoord. Het voorstel wordt hierna z. h. s. aan genomen. In de verordening op de Winkelslui ting wordt formeele wijziging gebracht; eveneens in de verordening op het Bur gerlijk Armbestuur. Vervolgens wordt het kohier der hon denbelasting voor 1933 vastgesteld op 247 honden opbrengende 1235. Grondbelasting Gasbedrijf. B. en W. stellen voor om bij Ged. Sta ten een bezwaarschrift in te dienen te gen de aanslagen in de grondbelasting van het Gemeente-gasbedrijf. Wordt z. h. s. aangenomen. Rekeningen Gasthuis. Ingediend zijn de rekeningen van het Gasthuis over 1930 en 1931. De eerste rekening sluit met een nadeelig saldo van 24.763.71; de tweede met een na deelig saldo van 20.270.83. De rekeningen worden z. h. s. als in gediend, vastgesteld. De Gasthuiskwestie. B. en W. stellen voor, over te gaan tot benoeming van een commissie ad hoe, ten einde, aan de hand van het door den heer Könings uitgebrachte rapport, en na overleg met deze en het Gasthuisbe stuur, te komen met voorstellen aan gaande de exploitatie van het Gasthuis De heer VISSCHER maakt aanmer king op de opgelegde geheimhouding in zake het rapport. Hij heeft er niets in kunnen vinden, dat geheimhouding wet tigt. Spr. stelt voor het te publiceeren. De VOORZITTER vreest, dat men er weer allerlei geschrijf over krijgt in de pers. Er staat niets onbehoorlijks in, maar allicht zijn er weer voor- en te genstanders, enzoovoort. De heer SIMONS zegt inzake de ge heimhouding, dat het hem frappeerde, dat een vage aanduiding van den in houd reeds in de pers gepubliceerd werd vóór de raadsleden en het Gasthuisbe stuur er iets van wisten. De VOORZITTER: de pers is nu een maal zeer slim. De heer v. d, WART: het Gasthuisbe stuur is ook geheimhouding opgelegd en heeft er tegen niemand een woord over geuit. Evenzoo is die kwestie van de *6ÈSaS3EW ziel Dadelijk trok Dolores haar zuster naar zich toe en kuste haar teeder, terwijl zij haar kalmeerde, zooals men een angstig kind doet. „Neen, lieveling, heusch niet. Dat was 't niet, niemand keek naar je. Weet je waarom er iemand lachte? Mij hinderde het ook erg. Hij wuifde vader toe, die echter geen notitie van hem nam. Daar om lachte iemand die lach gold ook mij, omdat de man, die lachte, heel goed weet dat vader ons nooit met elkaar zal laten trouwen. Begrijp je 't nu? Jij stond er geheel buiten". „Keek hij dan werkelijk naar ons?" vroeg Inez met gedempte stem DE „1, 2, 3" KABOUTER. Het gebeurde op een groot grasveld. Op het gras lag overal vuil goed, van allerlei soor't. Toen kwam een kabou ter, die in zijn hand een tooverstokje droeg. Hiermee raakte hij het waschgoed aan en terstond was het helder schoon Zoo zou het in een sprookje gaan. Toch kunt ge dit sprookje tot wer kelijkheid maken, wanneer ge slechts het middel kent. Dit middel is „1, 2, 3", het Nederlandse!» zelfwerkend waschmiddei. Bleeken is nu zelfs overbodig gewor den. En toch kost „1, 2, 3" slechts 17 T» ct, per pak, (Ingez. Mod.) wasch niet van het Gasthuisbestuur af komstig.. Spr. is verder voor voorloopige geheimhouding van het rapport De heer VISSCHER stelt ophefffing der geheimhouding voor. Hij moet niets van al die geheimhouding hebben. Als alles gepubliceerd wordt, zal er een veel zuiverder sfeer komen. De heer VAN POELGEEST is het niet geheel eens met den heer Visscher. Hij heeft zelf het rapport niet gelezen, vindt het vroeg genoeg, als hij daar iezijner tijd kennis van krijgt. Laat eerst de com missie, waarvan hij geen lid zal uitma ken, de zaken rustig bezien, al gelooft hij ook, dat er niets geheimzinnigs in staat. Het voorstel van den heer Visscher wordt hierna met alleen de stemmen der heeren Visscher en crucq voor, verwor pen. De heer VISSCHER is er verwonderd over, dat B. en W. nu wel een commissie willen evena.s de raad, terwijl, men er eerst zoo fel tegen was. Voorts vraagt spr. waarom de commissie slechts uit 2 leden moet bestaan en een lid van het college van B enW. Spr. vindt de com missie wel wat klein. De VOORZITTER zet uiteen, dat toen de toestand anders was, er is nu een des kundig rapport, zooals B. en W. in de stukken uiteenzzetten. Den heer CRUCQ verheugt het voor stel tot instelling eener commissie, B. en W. achten de raad ineens wel bevoegd; waarom was hij dat eerst niet? Toen wij het voorstel deden, er tenminste ook voor waren, waren B. en W. en de raad er tegen. Had men toen een com missie samengesteld, dan was men nu heel wat verder geweest. Wethouder GOEDBLOED zegt, niet in het algemeen tegen een commissie geweest te zijn. Hij wilde alleen eerst het rapport afwachten. Wethouder VAN MELLE onderschrijft deze woorden. De raad besluit hierna z. h. s. tot in stelling eener commissie ad hoe en laat aan B. en W. over de commissie aan te wijzen. De VOORZITTER wijst hierna als le den der commissie aan de heeren De Roo en Vermaire, en als voorzitter wet houder Van Melle. De heer CRUCQ: het klopt precies. De heer VISSCHER merkt op, dat deze namen gisteren reeds genoemd werden, ep. hij komt er tegen op, dat de s. d. a. p. er buiten gelaten wordt. Zijn fractie wijst verder alle verantwoording af voor den loop van zaken het Gasthuis betreffende. Wethouder GOEDBLOED begrijpt de je: Den man die „Wien bedoel lachte?" „Neen, ik bedoel „Don Jan? Ja zeker, hij keek naar ons en glimlachte zooals hij dikwijls tegen mij doet, alleen maar met zijn oogen, terwijl overigens zijn gezicht ern stig bleef. Hij is heelemaal niet veran derd, behalve dat hij er vastberadener, knapper en dapperder en sterker uitziet dan ooit. Telkens als ik hem terugzie, vind ik dat". Maar Inez luisterde niet meer. „Alleen daarom zou je willen leven, zou je blind willen zijn om het volk hem zóó te hooren toejuichen, toen hij aan kwam", zei zij plotseling, „Jij, die alles kunt zien begrijpt niet wat die klanken voor mij beteekenen. Een oogenblik, niet langer, zag ik licht ik weet zeker dat :k een helder licht voor mijn oogen zag Neen, ik droom niet. Het deed mijn hart sneller kloppen, het maakte mij duize lig. Het moet licht zijn geweest. Denk je dat 't mogelijk zou kunnen zijn, Do lores?" „Dat kan ik je heusch niet zeggen, lieveling", antwoordde deze. Maar toen de zon meer en meer ter kimme neigde en de zusters in het vroege halfduister bij elkaar zaten, keek Dolores lang en aandachtig naar het blinde gezicht. Inez had Don Jan lief zonder het zelf te weten, en onbewust had zij het haar zuster verteld. HOOFDSTUK II. Toen Don Jan het paleis was binnen gegaan, bleef het volk nog eenigen tijd staan, in de hoop dat er nog iets zou gebeuren, dat de moeite waard was ge zien te worden, maar toen dit niet het geval was, verspreidde het zich lang zaam na eenïg volkomen onredelijk ge mopper. Nadat Mendoza zijn officieren orders had gegeven, marcheerde de eene afdeeling der lijfwacht na de andere af. De ruiterij, die tegelijk met Don Jan was gekomen, zwenkte op een trompet signaal uit en ging in stap naar de stad terug, de menigte voor zich uit stuwen de, en voordat de duisternis geheel was gevallen, heerschte er weer stilte bij het paleis. De hemel was helder geworden, het plaveisel opgedroogd en de volle maan kwam op. Twee groote schild wachten met hellebaarden stapten in de schaduw heen en weer. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5