Zenuwpijnen overal?
AKKERLCACHETS
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 MAART 1933. No. 75.
DE ZEEUWSCHE LANDBOUW
MLMES DE MENBOZJL
HET „AANTAL" HEEFT
GEFAALD NU NEME DE
„KWALITEIT" DE LEIDING.
"AKKERTJES'!
door
J. M. VAN BOMMEL VAN VLOTEN.
I.
Al te veel autarkie leidt tot
verarming en werkloosheid.
Wanneer ik mij er toe zet in dit blad
eenige artikelen te schrijven over den
Zeeuwschen Landbouw, dan gaan mijn
gedachten onwillekeurig terug naar den
tijd, toen de ernstige crisis, waardoor de
Landbouw geteisterd wordt, nog slechts
in een begin-stadium verkeerde en de
nadering zich alleen aankondigde door
enkele verschijnselen, die destijds als
tijdelijk en van voorbijgaanden aard
werden beschouwd. Deze verschijnselen
betroffen het artikel suiker, dat voor
onzen Zeeuwschen landbouw van zoo
groote beteekenis is, en levendig staat
mij nog voor den geest de strijd, die zich
in den boezem van de Z. L. M. ontspon
nen heeft over de vraag of steun aan de
suikerindustrie zou moeten worden ver
leend.
Het was de heer P. Lindenbergh te
Wemeldinge, de nestor van den Zeeuw
schen Landbouw, die in een kernachtig
en krachtig betoog tegen deze steunver-
leening opponeerde entegen alle
verwachtingen in werd door hem het
pleit gewonnen. Ik was het destijds met
de opvattingen van den heer Linden
bergh niet eens, omdat ik een anderen
kijk had op de toekomst, speciaal wat be
treft de ontwikkeling van de internatio
nale verhoudingen, maar dat doet thans
niet ter zake. Ik memoreerde dezen
gang van zaken uitsluitend om aan te
toonen, dat de Zeeuwsche boer in den
grond van zijn hart den steun, waarom
hij thans vragen moet, niet wenscht, dat
hij zoo lang mogelijk vertrouwend op
zijn eigen werkkracht en kennis de on
afhankelijke uitoefening van zijn bedrijf
heeft willen volhouden.
Andererzijds meen ik tusschen de be
slissing, die toen genomen werd door de
Z. L. M. en het standpunt, dat de Libe
rale Staatspartij „De Vrijheidsbond" ten
aanzien van steunmaatregelen ten be
hoeve van den landbouw heeft ingeno
men, een parallel te mogen trekken.
Evengoed als de Z.L.M. destijds, omdat
zij de omstandigheden der suikerproduc
tie niet juist beoordeelde, aanvankelijk
afzijdig stond tegenover regeeringssteun
aan de suikerindustrie evenzoo heeft
onze liberale partij, omdat zij de land
bouwcrisis in haar omvang en be ecke-
nis onjuist beoordeelde, aanvankelijk
niet ingestemd met steunmaatregelen
aan den landbouw.
Hoezeer zijn de omstandigheden sinds
dien niet veranderd! De crisis heeft
steeds verder en verder om zich heen
gegrepen. Zij breidde zich uit, eerst tot
akkerbouwproducten en later tot de zui
vel-, de vee- en vleeschproductie en
tot de voortbrengselen van den tuin
bouw. Tal van maatregelen tot steun
van land- en tuinbouw werden reeds ge
nomen; verdere maatregelen zullen in de
toekomst noodig zijn. Dit zal in hoofd
zaak afhangen van de economische po
litiek, die in het buitenland zal worden
gevoerd. In de voortreffelijke rede van
mr. D. Fock, Voorzitter der Liberale
Staatspartij „De Vrijheidsbond", uitge
sproken d en 11 en Maart j.l. ter gelegen
heid van de Algemeene Vergadering der
partij, heeft hij het volgende hierover
gezegd:
„Uit het voorgaande moge U blij
ken tot welk een verwoesting van
de wereldwelvaart het protectio
nisme leidt, en alle krachten moe
ten wij inspannen en ook vooral ook
onze toekomstige regeering moet
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
EERSTE DEEL.
2). -
Inez zat, scherp luisterend, tegenover
haar zuster aan de tafel. Zij wist wat
Dolores deed, zij wist dat haar zuster
al maanden lang bezig was aan een brief,
waaraan zij van tijd tot tijd werkte en
waarin zij den man, dien zij lief had, van
alles had verteld, en dien. zij hem bij de
eerste de beste gelegenheid in handen
wilde spelen of dien in een handschoen
verborgen, voor zijn voeten laten val
len, of wel hem door de vlugge vingers
van het blinde meisje ter hand zou doen
stellen. Want Inez hielp het liefdespaar
altijd, en Don Jan was steeds vriende
lijk jegens haar, praatte met haar als hij
kon en leidde haar dikwijls, wanneer zij
in een kamer was, die zij. niet kende.
Dolores wist dat zij slechts kon hopen
een enkel woord met hem te wisselen
wanneer hij terugkeerde, en dat het thans
op het terras, waar de rozen verwelk
ten, kil en nat was. Ook wist zij dat
haar vader de een of andere dwaasheid
zou verrichten, wanneer hij haar met Don
Jan zou aantreffen op een plaats, waar
niemand hen zou kunnen zien of hoo-
ren. Want de oude Mendoza kende de
wereld en het hof, en wist dat vroeger
of later v.oor Don Jan van Oostenrijk
een vorstelijk huwelijk zou worden ge
raamd en dat, zelfs al was hij met Do
lores getrouwd, er wel een middel zou
woeden gevonden om haar huwelijk on
geldig te doen verklaren, waardoor een
groote schande over zijn huis zou wor
het uiterste doen om te komen tot
een herstel van het vrije ruilverkeer
tusschen de volken.
Zoolang echter dit doel niet be
reikt is, zullen wij blijven medewer
ken aan steunmaatregelen ten be
hoeve van die bedrijven, welker
voortbestaan in het belang van onze
volkswelvaart wordt gevorderd,
doch die door de handelsbelemme
ringen van andere landen worden
bedreigd".
Tot die bedrijven behoort ook de
Zeeuwsche Landbouw, want zonder
eenige overdrijving mogen wij zeggen,
dat de crisis die wij thans doormaken
is een crisis in de afzet onzer landbouw
producten, die onmogelijk gemaakt
wordt of belemmerd door de handelspo
litieke maatregelen van het buitenland.
Maar juist omdat de oorzaak van de
crisis niet in ons zelf gelegen is, maar in
het buitenland, is het zoo moeilijk om
vastomlijnd een richting aan te geven,
die ter verbetering moet worden ge
volgd.
De eenige richting, die een juiste en
afdoende oplossing brengt, is hierboven
reeds aangegeven door mr. Fock; het
protectionisme verwoest de wereldwel
vaart en verwoest bovenal de bestaans
mogelijkheid van onzen op export aan
gewezen vaderlandschen landbouw. Be
strijding van het protectionisme zal dan
ook steeds in de allereerste plaats moe
ten worden nagestreefd. Maar zonder
steunmaatregelen zal de noodlijdende
landbouw de komst van betere tijden
niet kunnen afwachten. Welke verdere
maatregelen tot steun zullen dezen tak
van volksbestaan in staat moeten stel
len om in stand te blijven tot betere
omstandigheden wederkeeren? En zul
len inderdaad deze betere omstandig
heden binnen niet al te verre toekomst
terugkomen?
Van verschillende zijden, vooral van
de zijde van hen, die het terugkeeren
van vroegere omstandigheden meenen
in twijfel te mogen trekken, verlangt men
algeheele omzetting van onze bodempro
ductie, waardoor deze gericht zal wor
den op het voortbrengen van de geheele
behoefte van eigen land en volk. Deze
consequente autarchistische politiek acht
ik in hooge mate een gevaar, niet alleen
voor de welvaart ten platte lande, maar
ook en vooral voor onze geheele Neder-
landsche samenleving, en ik meen niet
ernstig genoeg daartegen te kunnen
waarschuwen, vooral in dezen tijd, nu
„op naar autarchie" waarschijnlijk een
geliefde verkiezingsleuze voor „boeren-
candidaten" bij den komenden verkie
zingsstrijd zal worden.
Maar hij die het werkelijk goed meent
èn met den Zeeuwschen landbouw èn
met de welvaatt van het Nederlandsche
volk, zal zich wel wachten in den chaos
van het heden een definitieve richting te
kiezen, die voor jarenlang beslissend zal
zijn voor het wel en wee van onze land
bouwende bevolking. Dat men bij het
verder steunen van den landbouw min of
meer in autarchistische richting zal moe
ten gaan, staat ook voor mij wel vast,
maar daarnaast moet ik er met den
meesten nadruk op wijzen, dat zij, die
het voorstellen alsof door autarchie de
landbouw wederom tot zijn vroegere
gunstige positie zou wederkeeren, een
misleidend beeld geven van de gevol
gen van autarchie. Autarchie leidt ook
voor het Zeeuwsche platteland tot ver
arming en werkloosheid.
Die consequentie wensch ik niet te aan
vaarden. Al is de toestand nog zoo
donker, toch moeten wij den moed en
de hoop niet laten zinken.
Want al is- de landbouwcrisis voor
Nederland in hooge mate een afzetcrisis,
toch is zij ook een onderdeel van de
den gebracht. Bovendien behoorde hij
tot 'sKonings lijfwacht; hij hing Philips
als zijn souverein met lichaam en ziel
aan, was ten allen tijde op een woord
van zijn vorst bereid dezen zijn leven te
geven; twijfelen aan een Koninklijk
woord o[f beweegreden stond bij hem ge
lijk met verraad. Hij was een onbuig
zame, oude oman, een Spanjaard uit
Spanje's roemrijken tijd, onbevreesd
trotsch, onverdraagzaam, een man, die
Spanje's eer tot zijn afgod maakte, die
slechts zacht zou kunnen zijn voor zijn
kinderen, waarvan hij innig veel hield.
De liefde, die hij dezen toedroeg, ging
echter gepaard met die soort van streng
heid en hardheid in alle zaken, waarbij
zijn autoriteit was betrokken, die de
oprechte liefde van een vader tot den
ondraaglijksten last kan maken voor een
meisje, dat een hart heeft. Betreft het
een zoon, dian leidt zoo'n liefde vroeger
of later tot hevige twisten en levens
lange vervreemding. Dit was dan ook
inderdaad het geval, want de beide meis
jes hadden een veel ouderen broeder,
Rodrigo, die altijd als een jongen was
behandeld, totdat hij het niet langer kor
verdragen, en het huis zijns vaders had
verlaten.
Hij was, evenals zoo velen dat ook in
dien tijd deden, de wijde wiereld inge
gaan, om te trachten in een of ander
leger zich te onderscheiden. Tenslotte,
als om zich tegenover zijn vader in al
les te verzetten, diende hij thans onder
de bevelen van Don Jan, terwijl het ge
rucht liep dat hij een van diens vrien
den was, zoodat Mendoza vreesde dat
zijn zoon Don Jan behulpzaam zou zijn
bij het tot stand brengen van zijn huwe
lijk met Dolores. Maar daarin vergiste
algemeene wereldcrisis, waarin toch
éénmaal wel een wending ten goede zal
komen, die zich ook tot de landbouw-
voortbrengselen zal uitstrekken. En zoo
dra door betere omstandigheden koop
kracht en vertrouwen terugkeeren, zal
behoefte gevoeld worden aan een rui
mere, vrijere uitwisseling van goederen,
waardoor de handelspolitieke verhou
dingen een w'; yïdige ontspanning zullen
ondergaan. Da !akook het moment ge
komen zijn, w wij ons dankbaar
zullen prijzen hP -er niet al te snel
en niet al te zeer' te hebben omgewor
pen, want dan zal de Nederlandsche
bodemproductie haar vroegere voor
aanstaande positie op de buitenland-
sche markt met nog ongeschonden kracht
kunnen herwinnen.
CRISIS OVERHEID KIEZER. V.
In mijn vorige artikelen heb ik uit
eengezet dat, en waarom, ik 't in 's
lands belang noodig acht dat het over
heidspersoneel van het actieve en pas
sieve kiesrecht worde uitgesloten, en
dat aan de candidaten voor de be
stuurslichamen hoogere minimum-ei-
schen worden gesteld wat him 1 e e f-
l ij d betreft; thans zal ik betoogen dat
de Kieswet jook minimum-eis-chen zal
moeten stel.en voor wat hun b e-
kwaamheid betreft. Want hoe is
de toestand nu? j'
Wanneer er geen Verkiezing vlak
voor de deur staat interesseert de ge
middelde Nederlander zich slechts in
zooverre voor wat hij noemt: „de poli
tiek" dat hij geen gelegenheid onge
bruikt laat om bestuurs-daden of na
latigheden fel te critiseeren, schriftelijk
of mondeling, en overalbehalve op
zoodanige plaats en wijze dat zijn cri-
tiek eenig resultaat zou kunnen opleve
ren.
Hoe het wél zou moeten verkondigt
hij in ingezonden stukken, in de socië
teit, onder vrienden of in z'n gezin,
doch meestal verzuimt hij de vergade
ringen zijner kiesvere iging bij te wo
nen, hoewel juist hier zijn onafgebroken
medewerking van tastbaar nut zou kun
nen zijn.
Als gevolg van deze lauwheid (die in
vele partijen heerscht) zijn de vergade
ringen zijner kiesvereeniging bij te wo-
algemeen heel slecht bezocht, en meest
al door dezelfden die ik zou willen noe
men, de echte vereenigngsmenschen, met
dikwerf de typische vereenigings-eer-
zucht, en die zoo graag een plaatsje in
het bestuur zouden widen bezetten.
Om het echter tot een candidatuur
voor het bestuur te brengen, met eenige
kans om uit de vergadering voldoende
stemmen te krijgen, moeten zij zich doen
kennen door praten, veel praten, waarbij
als regel de aanwezigen meer waardee
ring hebben voor het vele en voor den
vorm dan voor den inhoud van het ge
sprokene.
Men ziet op deze manier in vele ge
meenten, en niet in de allerkleinste al-
Tint
9 =££i—
nr
rW.AfclTE ITEN ..sJ§|
(Ingez. Med.)
Mendoza zich, want zijn zoon was even
el, en in hart en nieren net zoo'n Span
jaard, en even toegewijd aan de eer van
zijn naam als zijn vader. Al beschouwde
hij Don Jan als een ideaal soldaat en
vorst, hij zou liever zijn rechterhand
hebben afgekapt dan zijn aanvoerder
den brief ter hand te stellen, waaraan
Dolores zoo lang geschreven had; zij
wist dit en duchtte haar broeder, voor
wien zij haar geheim verborgen hield.
Inez echter wist alles,, en ook zij was
bang voor Rodrigo en voor haar vader,
zoowel wat haar zelf als wat haar zus
ter betrof. In dit huisgezin, waar ver
deeldheid heerschte, stond dus de vader
tegenover den zoon, terwijl de zusters
bondgenooten waren tegen hen beiden,
niet uit haat, maar uit vrees en wegens
Dolores' groote liefde voor Don Jan van
Oostenrijk.
Terwijl de meisjes aan de tafel zaten,
begon het weer te regenen en geduren
de een paar minuten kletterden dikke
druppels tegen de vensters. Als gevolg
van de soort glas, waaruit deze beston
den, kon men er niet goed doorheen
zien en wanneer door den regen de
lucht donker was, lieten zij slechts een
vaal licht door, dat koud en kleurloos
werd, zoodra de regen ophield. Inez had
langen tijd doodstil gezeten, met haar
ellebogen op de tafel, haar hoofd rus
tende op de losjes gevouwen, blanke
handen en met haar blinde gezicht op
waarts gericht, luisterend naar het om
slaan der bladen en naar het af en toe
krassen der veeren pen. Nu bewoog zij
zich en zuchtte en terwijl zij in de groote,
gebeeldhouwde stoel achterover leunde,
legde zij op een hulpelooze, half wan
hopige wijze haar handen voor zich op
leen (de goeden, die uit zuiver plichts
besef er werken, niet te na gesproken),
de luidruchtige middelmatigheden, met
grooter schat aan eerzucht en aan woor
den dan aan kennis, geleidelijk aan be
vordering maken van gewoon lid tot be-
stuurs-lid der kiesvereeniging, een plaats
op de lijst van de candidaten voor den
raad, raadslid en, toppunt van plaatse
lijke glorie, zelfs wethouder worden.
In weer andere partijen worden deze
eerebaantjes weer anders bereikt, b.v.
door het naar den mond praten van de
gewoonlijk talrijke aanwezigen, het hun
beloven van steeds meer gouden bergen
en het zich onderwerpen aan de kada
ver-discipline der partij-goden.
Het behoeft dan ook niet te verwon
deren, dat hoe langer hoe meer de re
geering moet ingrijpen in zaken van ge
meentebesturen en ik ben er van over
tuigd dat, wanneer men niet spoedig
overgaat tot Kieswet-wijziging, nog meer
onheil dan reeds gesticht i s alleen zal
zijn te voorkomen door een aanzienlijke
beperking der gemeentelijke autonomie,
die ik diep zou betreuren en die ik n u
ook nog zeer goed te vermijden acht.
Ook op de verkiezing voor de Provin
ciale Staten en de Staten Generaal heb
ben deze kiesvereenigingen grooten in
vloed, aangezien het altijd weer deze
Zelfde kleinere kringetjes zijn die de hun
via districts- of kringbestUur door het
hoofdbestuur der partij voorgelegde ont-
werp-candidatenlijsten, al of niet eenigs-
zins gewijzigd vaststellen. Het is in de
bestaande omstandigheden zelfs moge-
.ijk, en het komt voor, dat één of ander
paar bestuursleden eener kiesvereeni
ging door het nadrukkelijk ter vergade
ring roepen van slechts enkele vriend
jes de eerste plaats op de candidaten
lijst kunnen doen bezetten door iemand
die hun persoonlijke gunst meer heeft
dan een andere candidaat welke krach
tens zijn persoonlijke eigenschappen
eigenlijk beter geschikt zou zijn voor
vertegenwoordiging van het betrokken
landsgedeelte, en stellig meer stemmen
voor de partij zou verkregen hebben.
De huidige toestand komt in feite
daarop neer, dat het kleine aantal Ne
derlanders dat de hoofdbesturen der
politieke partijen uitmaakt beslist, wie
er een plaats zal innemen op de candi
daten lijsten en op welk nummer, en dat
dus degene die bereid zou zijn om een
Staten- of Kamer-zetel te aanvaarden
zich eerst zal moeten opwerken tot de
gunst dier hoofdbesturen, vaak tegen
allerlei eerzuchtige intriges in.
Dit is al heel weinig aanlokkelijk
voor vele medeburgers die toch beschik
ken over alle eigenschappen om goede
volksvertegenwoordigers te zijn, doch
zich uit tegenzin in zulk gedoe liever af
zijdig houden. Daardoor "2ïjil vele der
bekwaamsten niet beschikbaar en bezet
ten vaak de eerzuchtigen, de middelma-
tigen en de beroepspolitici de regeerings-
kasteelen. Hetgeen, men zal het met mij
eens zijn, niet in 's lands belang is.
Want in den uiterst critieken toestand
waarin onze gemeenschap thans verkeert
zijn nu, meer nog dan ooit tevoren, de
beste onzer landgenooten nauwelijks
bekwaam genoeg orq, het besturen in
goede richting te leiden.
Middelmatigheden, of eenzijdig ont
wikkelde partij- of groepsvertegenwoor-
digers moeten noodzakelijk in bestuurs-
bekwaamheid tekort schieten door ge
mis aan voldoende algemeene ont
wikkeling om de strekking en de
draagkracht van hun eigen wenschen te
kunnen beoordeelen in verband met het
geheel.
Voor zoover zulks practisch bereik
baar is behoort de Kieswet te waarbor-
tafel. Dadelijk keek Dolores op, want
zij was gewoon haar bij het minste of
geringste te helpen en haar sympathie te
betoonen.
„Is er iets?" vroeg zij vlug. „Heb je
iets noodig, lieve Inez?"
„Ben je bijna klaar?"
De stem van het meisje verraadde
bijna dat zij blind was. Zij was liefelijk
en zacht, maar er was geen leven in en
zij kwam uit een wereld, waar geen
licht is, waarin slechts klanken van be
teekenis zijn en waarin alleen de tast
zin zekerheid verschaft.
„Ja", antwoorde Dolores. „Ik ben bij
na klaar en moet nog maar een halve
bladzijde overlezen".
„Waarom lees je je brief eigenlijk
over?" vroeg Inez. „Verander je dan
hetgeen je hebt geschreven? Denk je nu
niet precies hetzelfde als toen je
schreef?"
„O, neen! Ik voel heel veel meer ik
zoek naar betere wóórden, om zoo vele
ding ente zeggen, die nog nooit door ie
mand zijn gezegd, 't Lijkt mij alles zoo
weinig, en zoo slecht onder woorden ge
bracht. Hij zal er om lachen maar
neen, dat doet hij niet! Toch zal mijn
brief hem zoo kinderachtig voorkomen,
dat weet ik zeker. Had ik hem maaT
niet geschreven en toch, Inez, zou ik
hem mijn brief toch maar niet sturen?"
„Hoe kan ik je dat zeggen?" vroeg
Inez hopeloos. „Je hebt hem mij niet
voorgelezen, zoodat ik niet weet wat je
hem hebt geschreven".
„Ik heb hem geschreven, dat ik hem
lief heb, zoo innig, als nog nooit te vo
ren een vrouw een man lief had", ant
woordde Dolores, en haar oprechte
woorden schenen, terwijl zij deze uit
Van die verschietende pijnen,
dan hier, dan daar? Ze blijven
weg met één of twee van die
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Ingez. Med.)
gen dat als bestuurder alleen gekozen
kunnen worden menschen met tenmin
ste zoodanige algemeene ontwikkeling
dat men redelijkerwijze een zekere ruim
te van hun gezichtsveld kan verwachten.
Men versta mij niet verkeerd; ik wil
als bestuurders geen ge 1 e e r d e n, doch
menschen met karakter, een flinke do
sis gezond verstand en voldoende alge
meene vorming om het geheel der be
stuurstaak te kunnen overzien.
Voor vrijwel eike, zelfs ondergeschik
te, betrekking worden bekwaamheids-
eischen gesteld en diploma's verlangd;
in geen enkel particulier bedrijf komt
men tot een leidende functie zonder
vooraf blijk gegeven te hebben van de
noodige ervaring en bekwaamheid, doch
onder de huidige kieswet is men benoem
baar tot medebestuurder eener gemeen
te, of van ons Rijk met zijn- 60 a 70 mil-
lioen inwoners, zonder eenigen anderen
dan een nog te lagen leeftijds-
eisch. v
Kan het onlogischer? Vooral onder
de tegenoordige politieke en economi
sche wereld-ontwrichting?
Dringend hebben wij thans noodig een
zoo bekwaam mogelijke regeering, steu
nende op een zoo bekwaam mogelijk par
lement, en ook in de provinciale en ge
meentebesturen de bekwaamste mede
burgers die er zijn. En deze zullen zich
ongetwijfeld pas meer dan vroeger be
schikbaar stellen wanneer zij, na wijzi
ging der Kieswet, een hooger peil van
de bestuurslichamen kunnen verwach
ten.
In ons aller belang, dus ook in dat der
massa, moet thans de kwaliteit de
leiding nemen; want' in de laatste 15 ja
ren is afdoende bewezen dat de kwan
titeit, de leiding door de macht van
het aantal, gefaald heeft,
B. C, de Groot.
MOGEN 24-JARIGEN STEMMEN?
Men schrijft ons van deskundige zijde:
Nog even en voor het laatst een kort
antwoord aan den heer Koops.
De quaestie van den leeftijd der kie
zers zal ik verder maar laten rusten. B.
en W. van 's-Gravenhage hebben hier
omtrent reeds in mijn geest beschikt. Nu
is het woord aan den Kantonrechter.
Ook diens uitspraak lijkt mij niet twijfel
achtig.
Wat de quaestie van de al dan niet
geldigheid der stemming betreft, ben ik
blijkbaar wel erg onduidelijk geweest.
Zeer zeker moet de Tweede Kamer
beslissen, of bij de stemming onregelma
tigheden hebben plaats gehad, doch naar
mijne meening is van onregelmatigheid
in het door den heer Koops gestelde ge
val juist in geen enkel opzicht sprake.
De heer Koops haalt art. 124 der Kies
wet aan, waarin wordt bepaald, dat de
leden der Tweede Kamer worden geko-
sprak, te leven.
Toen zweeg zij een oogenblik en
staarde op de beschreven bladzijden.
Inez bewoog zich niet en scheen nauwe
lijks adem te halen, totdat Dolores weer
begon:
„Ik heb hem gezegd, dat ik hem
eeuwig zal liefhebben, dat ik voor hem
wil leven, wil sterven en lijden en dat
ik hem wil dienen! Dat alles heb ik hem
gezegd en nog een boel meer".
„Nog meer? Het is toch al heel veel.
Maar hij heeft jou ook liefvAlles wat jij
belooft, zal ook hij beloven en zijn woord
houden ook, geloof ik. Maar nog meer!
Wat zou je meer hebben kunnen zeg
gen?"
„Ik zou alles, alles willen zeggen, als
ik er maar woorden voor kon schrijven!"
Haar van leven doortrilde stem was
in vergelijking met de wijfelende klan
ken van haar zuster als zonneschijn
tegenover maanlicht.
„Je zult wel woorden genoeg vindén,
als je hem vanavond ontmoet", zei Inez
loom. „En die zullen nog beter zijn dan
alles wat je zou kunnen schrijven. Zal
ik zorgen dat hij je brief krijgt?"
Dolores keek haar zuster plotseling
aan. want er klonk iets onnatuurlijks in
haar laatsten zin.
„Dat kan ik nog niet zeggen", ant
woordde zij, „ik weet immers niet wat
er kan gebeuren en waar ik hem het
eerst zal zien".
„Je zult hem aanstonds door het raam
kunnen zien. Ik hoor de lijfwacht al aan
treden om hem tegemoet te gaan en jij
jij zult hem dan van hieruit kunnen
zien".
(Wordt vervolgd).