Zenuwpijnen overal? AKKERLCACHETS TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 MAART 1933. No. 75. DE ZEEUWSCHE LANDBOUW MLMES DE MENBOZJL HET „AANTAL" HEEFT GEFAALD NU NEME DE „KWALITEIT" DE LEIDING. "AKKERTJES'! door J. M. VAN BOMMEL VAN VLOTEN. I. Al te veel autarkie leidt tot verarming en werkloosheid. Wanneer ik mij er toe zet in dit blad eenige artikelen te schrijven over den Zeeuwschen Landbouw, dan gaan mijn gedachten onwillekeurig terug naar den tijd, toen de ernstige crisis, waardoor de Landbouw geteisterd wordt, nog slechts in een begin-stadium verkeerde en de nadering zich alleen aankondigde door enkele verschijnselen, die destijds als tijdelijk en van voorbijgaanden aard werden beschouwd. Deze verschijnselen betroffen het artikel suiker, dat voor onzen Zeeuwschen landbouw van zoo groote beteekenis is, en levendig staat mij nog voor den geest de strijd, die zich in den boezem van de Z. L. M. ontspon nen heeft over de vraag of steun aan de suikerindustrie zou moeten worden ver leend. Het was de heer P. Lindenbergh te Wemeldinge, de nestor van den Zeeuw schen Landbouw, die in een kernachtig en krachtig betoog tegen deze steunver- leening opponeerde entegen alle verwachtingen in werd door hem het pleit gewonnen. Ik was het destijds met de opvattingen van den heer Linden bergh niet eens, omdat ik een anderen kijk had op de toekomst, speciaal wat be treft de ontwikkeling van de internatio nale verhoudingen, maar dat doet thans niet ter zake. Ik memoreerde dezen gang van zaken uitsluitend om aan te toonen, dat de Zeeuwsche boer in den grond van zijn hart den steun, waarom hij thans vragen moet, niet wenscht, dat hij zoo lang mogelijk vertrouwend op zijn eigen werkkracht en kennis de on afhankelijke uitoefening van zijn bedrijf heeft willen volhouden. Andererzijds meen ik tusschen de be slissing, die toen genomen werd door de Z. L. M. en het standpunt, dat de Libe rale Staatspartij „De Vrijheidsbond" ten aanzien van steunmaatregelen ten be hoeve van den landbouw heeft ingeno men, een parallel te mogen trekken. Evengoed als de Z.L.M. destijds, omdat zij de omstandigheden der suikerproduc tie niet juist beoordeelde, aanvankelijk afzijdig stond tegenover regeeringssteun aan de suikerindustrie evenzoo heeft onze liberale partij, omdat zij de land bouwcrisis in haar omvang en be ecke- nis onjuist beoordeelde, aanvankelijk niet ingestemd met steunmaatregelen aan den landbouw. Hoezeer zijn de omstandigheden sinds dien niet veranderd! De crisis heeft steeds verder en verder om zich heen gegrepen. Zij breidde zich uit, eerst tot akkerbouwproducten en later tot de zui vel-, de vee- en vleeschproductie en tot de voortbrengselen van den tuin bouw. Tal van maatregelen tot steun van land- en tuinbouw werden reeds ge nomen; verdere maatregelen zullen in de toekomst noodig zijn. Dit zal in hoofd zaak afhangen van de economische po litiek, die in het buitenland zal worden gevoerd. In de voortreffelijke rede van mr. D. Fock, Voorzitter der Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", uitge sproken d en 11 en Maart j.l. ter gelegen heid van de Algemeene Vergadering der partij, heeft hij het volgende hierover gezegd: „Uit het voorgaande moge U blij ken tot welk een verwoesting van de wereldwelvaart het protectio nisme leidt, en alle krachten moe ten wij inspannen en ook vooral ook onze toekomstige regeering moet Een geschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. EERSTE DEEL. 2). - Inez zat, scherp luisterend, tegenover haar zuster aan de tafel. Zij wist wat Dolores deed, zij wist dat haar zuster al maanden lang bezig was aan een brief, waaraan zij van tijd tot tijd werkte en waarin zij den man, dien zij lief had, van alles had verteld, en dien. zij hem bij de eerste de beste gelegenheid in handen wilde spelen of dien in een handschoen verborgen, voor zijn voeten laten val len, of wel hem door de vlugge vingers van het blinde meisje ter hand zou doen stellen. Want Inez hielp het liefdespaar altijd, en Don Jan was steeds vriende lijk jegens haar, praatte met haar als hij kon en leidde haar dikwijls, wanneer zij in een kamer was, die zij. niet kende. Dolores wist dat zij slechts kon hopen een enkel woord met hem te wisselen wanneer hij terugkeerde, en dat het thans op het terras, waar de rozen verwelk ten, kil en nat was. Ook wist zij dat haar vader de een of andere dwaasheid zou verrichten, wanneer hij haar met Don Jan zou aantreffen op een plaats, waar niemand hen zou kunnen zien of hoo- ren. Want de oude Mendoza kende de wereld en het hof, en wist dat vroeger of later v.oor Don Jan van Oostenrijk een vorstelijk huwelijk zou worden ge raamd en dat, zelfs al was hij met Do lores getrouwd, er wel een middel zou woeden gevonden om haar huwelijk on geldig te doen verklaren, waardoor een groote schande over zijn huis zou wor het uiterste doen om te komen tot een herstel van het vrije ruilverkeer tusschen de volken. Zoolang echter dit doel niet be reikt is, zullen wij blijven medewer ken aan steunmaatregelen ten be hoeve van die bedrijven, welker voortbestaan in het belang van onze volkswelvaart wordt gevorderd, doch die door de handelsbelemme ringen van andere landen worden bedreigd". Tot die bedrijven behoort ook de Zeeuwsche Landbouw, want zonder eenige overdrijving mogen wij zeggen, dat de crisis die wij thans doormaken is een crisis in de afzet onzer landbouw producten, die onmogelijk gemaakt wordt of belemmerd door de handelspo litieke maatregelen van het buitenland. Maar juist omdat de oorzaak van de crisis niet in ons zelf gelegen is, maar in het buitenland, is het zoo moeilijk om vastomlijnd een richting aan te geven, die ter verbetering moet worden ge volgd. De eenige richting, die een juiste en afdoende oplossing brengt, is hierboven reeds aangegeven door mr. Fock; het protectionisme verwoest de wereldwel vaart en verwoest bovenal de bestaans mogelijkheid van onzen op export aan gewezen vaderlandschen landbouw. Be strijding van het protectionisme zal dan ook steeds in de allereerste plaats moe ten worden nagestreefd. Maar zonder steunmaatregelen zal de noodlijdende landbouw de komst van betere tijden niet kunnen afwachten. Welke verdere maatregelen tot steun zullen dezen tak van volksbestaan in staat moeten stel len om in stand te blijven tot betere omstandigheden wederkeeren? En zul len inderdaad deze betere omstandig heden binnen niet al te verre toekomst terugkomen? Van verschillende zijden, vooral van de zijde van hen, die het terugkeeren van vroegere omstandigheden meenen in twijfel te mogen trekken, verlangt men algeheele omzetting van onze bodempro ductie, waardoor deze gericht zal wor den op het voortbrengen van de geheele behoefte van eigen land en volk. Deze consequente autarchistische politiek acht ik in hooge mate een gevaar, niet alleen voor de welvaart ten platte lande, maar ook en vooral voor onze geheele Neder- landsche samenleving, en ik meen niet ernstig genoeg daartegen te kunnen waarschuwen, vooral in dezen tijd, nu „op naar autarchie" waarschijnlijk een geliefde verkiezingsleuze voor „boeren- candidaten" bij den komenden verkie zingsstrijd zal worden. Maar hij die het werkelijk goed meent èn met den Zeeuwschen landbouw èn met de welvaatt van het Nederlandsche volk, zal zich wel wachten in den chaos van het heden een definitieve richting te kiezen, die voor jarenlang beslissend zal zijn voor het wel en wee van onze land bouwende bevolking. Dat men bij het verder steunen van den landbouw min of meer in autarchistische richting zal moe ten gaan, staat ook voor mij wel vast, maar daarnaast moet ik er met den meesten nadruk op wijzen, dat zij, die het voorstellen alsof door autarchie de landbouw wederom tot zijn vroegere gunstige positie zou wederkeeren, een misleidend beeld geven van de gevol gen van autarchie. Autarchie leidt ook voor het Zeeuwsche platteland tot ver arming en werkloosheid. Die consequentie wensch ik niet te aan vaarden. Al is de toestand nog zoo donker, toch moeten wij den moed en de hoop niet laten zinken. Want al is- de landbouwcrisis voor Nederland in hooge mate een afzetcrisis, toch is zij ook een onderdeel van de den gebracht. Bovendien behoorde hij tot 'sKonings lijfwacht; hij hing Philips als zijn souverein met lichaam en ziel aan, was ten allen tijde op een woord van zijn vorst bereid dezen zijn leven te geven; twijfelen aan een Koninklijk woord o[f beweegreden stond bij hem ge lijk met verraad. Hij was een onbuig zame, oude oman, een Spanjaard uit Spanje's roemrijken tijd, onbevreesd trotsch, onverdraagzaam, een man, die Spanje's eer tot zijn afgod maakte, die slechts zacht zou kunnen zijn voor zijn kinderen, waarvan hij innig veel hield. De liefde, die hij dezen toedroeg, ging echter gepaard met die soort van streng heid en hardheid in alle zaken, waarbij zijn autoriteit was betrokken, die de oprechte liefde van een vader tot den ondraaglijksten last kan maken voor een meisje, dat een hart heeft. Betreft het een zoon, dian leidt zoo'n liefde vroeger of later tot hevige twisten en levens lange vervreemding. Dit was dan ook inderdaad het geval, want de beide meis jes hadden een veel ouderen broeder, Rodrigo, die altijd als een jongen was behandeld, totdat hij het niet langer kor verdragen, en het huis zijns vaders had verlaten. Hij was, evenals zoo velen dat ook in dien tijd deden, de wijde wiereld inge gaan, om te trachten in een of ander leger zich te onderscheiden. Tenslotte, als om zich tegenover zijn vader in al les te verzetten, diende hij thans onder de bevelen van Don Jan, terwijl het ge rucht liep dat hij een van diens vrien den was, zoodat Mendoza vreesde dat zijn zoon Don Jan behulpzaam zou zijn bij het tot stand brengen van zijn huwe lijk met Dolores. Maar daarin vergiste algemeene wereldcrisis, waarin toch éénmaal wel een wending ten goede zal komen, die zich ook tot de landbouw- voortbrengselen zal uitstrekken. En zoo dra door betere omstandigheden koop kracht en vertrouwen terugkeeren, zal behoefte gevoeld worden aan een rui mere, vrijere uitwisseling van goederen, waardoor de handelspolitieke verhou dingen een w'; yïdige ontspanning zullen ondergaan. Da !akook het moment ge komen zijn, w wij ons dankbaar zullen prijzen hP -er niet al te snel en niet al te zeer' te hebben omgewor pen, want dan zal de Nederlandsche bodemproductie haar vroegere voor aanstaande positie op de buitenland- sche markt met nog ongeschonden kracht kunnen herwinnen. CRISIS OVERHEID KIEZER. V. In mijn vorige artikelen heb ik uit eengezet dat, en waarom, ik 't in 's lands belang noodig acht dat het over heidspersoneel van het actieve en pas sieve kiesrecht worde uitgesloten, en dat aan de candidaten voor de be stuurslichamen hoogere minimum-ei- schen worden gesteld wat him 1 e e f- l ij d betreft; thans zal ik betoogen dat de Kieswet jook minimum-eis-chen zal moeten stel.en voor wat hun b e- kwaamheid betreft. Want hoe is de toestand nu? j' Wanneer er geen Verkiezing vlak voor de deur staat interesseert de ge middelde Nederlander zich slechts in zooverre voor wat hij noemt: „de poli tiek" dat hij geen gelegenheid onge bruikt laat om bestuurs-daden of na latigheden fel te critiseeren, schriftelijk of mondeling, en overalbehalve op zoodanige plaats en wijze dat zijn cri- tiek eenig resultaat zou kunnen opleve ren. Hoe het wél zou moeten verkondigt hij in ingezonden stukken, in de socië teit, onder vrienden of in z'n gezin, doch meestal verzuimt hij de vergade ringen zijner kiesvere iging bij te wo nen, hoewel juist hier zijn onafgebroken medewerking van tastbaar nut zou kun nen zijn. Als gevolg van deze lauwheid (die in vele partijen heerscht) zijn de vergade ringen zijner kiesvereeniging bij te wo- algemeen heel slecht bezocht, en meest al door dezelfden die ik zou willen noe men, de echte vereenigngsmenschen, met dikwerf de typische vereenigings-eer- zucht, en die zoo graag een plaatsje in het bestuur zouden widen bezetten. Om het echter tot een candidatuur voor het bestuur te brengen, met eenige kans om uit de vergadering voldoende stemmen te krijgen, moeten zij zich doen kennen door praten, veel praten, waarbij als regel de aanwezigen meer waardee ring hebben voor het vele en voor den vorm dan voor den inhoud van het ge sprokene. Men ziet op deze manier in vele ge meenten, en niet in de allerkleinste al- Tint 9 =££i— nr rW.AfclTE ITEN ..sJ§| (Ingez. Med.) Mendoza zich, want zijn zoon was even el, en in hart en nieren net zoo'n Span jaard, en even toegewijd aan de eer van zijn naam als zijn vader. Al beschouwde hij Don Jan als een ideaal soldaat en vorst, hij zou liever zijn rechterhand hebben afgekapt dan zijn aanvoerder den brief ter hand te stellen, waaraan Dolores zoo lang geschreven had; zij wist dit en duchtte haar broeder, voor wien zij haar geheim verborgen hield. Inez echter wist alles,, en ook zij was bang voor Rodrigo en voor haar vader, zoowel wat haar zelf als wat haar zus ter betrof. In dit huisgezin, waar ver deeldheid heerschte, stond dus de vader tegenover den zoon, terwijl de zusters bondgenooten waren tegen hen beiden, niet uit haat, maar uit vrees en wegens Dolores' groote liefde voor Don Jan van Oostenrijk. Terwijl de meisjes aan de tafel zaten, begon het weer te regenen en geduren de een paar minuten kletterden dikke druppels tegen de vensters. Als gevolg van de soort glas, waaruit deze beston den, kon men er niet goed doorheen zien en wanneer door den regen de lucht donker was, lieten zij slechts een vaal licht door, dat koud en kleurloos werd, zoodra de regen ophield. Inez had langen tijd doodstil gezeten, met haar ellebogen op de tafel, haar hoofd rus tende op de losjes gevouwen, blanke handen en met haar blinde gezicht op waarts gericht, luisterend naar het om slaan der bladen en naar het af en toe krassen der veeren pen. Nu bewoog zij zich en zuchtte en terwijl zij in de groote, gebeeldhouwde stoel achterover leunde, legde zij op een hulpelooze, half wan hopige wijze haar handen voor zich op leen (de goeden, die uit zuiver plichts besef er werken, niet te na gesproken), de luidruchtige middelmatigheden, met grooter schat aan eerzucht en aan woor den dan aan kennis, geleidelijk aan be vordering maken van gewoon lid tot be- stuurs-lid der kiesvereeniging, een plaats op de lijst van de candidaten voor den raad, raadslid en, toppunt van plaatse lijke glorie, zelfs wethouder worden. In weer andere partijen worden deze eerebaantjes weer anders bereikt, b.v. door het naar den mond praten van de gewoonlijk talrijke aanwezigen, het hun beloven van steeds meer gouden bergen en het zich onderwerpen aan de kada ver-discipline der partij-goden. Het behoeft dan ook niet te verwon deren, dat hoe langer hoe meer de re geering moet ingrijpen in zaken van ge meentebesturen en ik ben er van over tuigd dat, wanneer men niet spoedig overgaat tot Kieswet-wijziging, nog meer onheil dan reeds gesticht i s alleen zal zijn te voorkomen door een aanzienlijke beperking der gemeentelijke autonomie, die ik diep zou betreuren en die ik n u ook nog zeer goed te vermijden acht. Ook op de verkiezing voor de Provin ciale Staten en de Staten Generaal heb ben deze kiesvereenigingen grooten in vloed, aangezien het altijd weer deze Zelfde kleinere kringetjes zijn die de hun via districts- of kringbestUur door het hoofdbestuur der partij voorgelegde ont- werp-candidatenlijsten, al of niet eenigs- zins gewijzigd vaststellen. Het is in de bestaande omstandigheden zelfs moge- .ijk, en het komt voor, dat één of ander paar bestuursleden eener kiesvereeni ging door het nadrukkelijk ter vergade ring roepen van slechts enkele vriend jes de eerste plaats op de candidaten lijst kunnen doen bezetten door iemand die hun persoonlijke gunst meer heeft dan een andere candidaat welke krach tens zijn persoonlijke eigenschappen eigenlijk beter geschikt zou zijn voor vertegenwoordiging van het betrokken landsgedeelte, en stellig meer stemmen voor de partij zou verkregen hebben. De huidige toestand komt in feite daarop neer, dat het kleine aantal Ne derlanders dat de hoofdbesturen der politieke partijen uitmaakt beslist, wie er een plaats zal innemen op de candi daten lijsten en op welk nummer, en dat dus degene die bereid zou zijn om een Staten- of Kamer-zetel te aanvaarden zich eerst zal moeten opwerken tot de gunst dier hoofdbesturen, vaak tegen allerlei eerzuchtige intriges in. Dit is al heel weinig aanlokkelijk voor vele medeburgers die toch beschik ken over alle eigenschappen om goede volksvertegenwoordigers te zijn, doch zich uit tegenzin in zulk gedoe liever af zijdig houden. Daardoor "2ïjil vele der bekwaamsten niet beschikbaar en bezet ten vaak de eerzuchtigen, de middelma- tigen en de beroepspolitici de regeerings- kasteelen. Hetgeen, men zal het met mij eens zijn, niet in 's lands belang is. Want in den uiterst critieken toestand waarin onze gemeenschap thans verkeert zijn nu, meer nog dan ooit tevoren, de beste onzer landgenooten nauwelijks bekwaam genoeg orq, het besturen in goede richting te leiden. Middelmatigheden, of eenzijdig ont wikkelde partij- of groepsvertegenwoor- digers moeten noodzakelijk in bestuurs- bekwaamheid tekort schieten door ge mis aan voldoende algemeene ont wikkeling om de strekking en de draagkracht van hun eigen wenschen te kunnen beoordeelen in verband met het geheel. Voor zoover zulks practisch bereik baar is behoort de Kieswet te waarbor- tafel. Dadelijk keek Dolores op, want zij was gewoon haar bij het minste of geringste te helpen en haar sympathie te betoonen. „Is er iets?" vroeg zij vlug. „Heb je iets noodig, lieve Inez?" „Ben je bijna klaar?" De stem van het meisje verraadde bijna dat zij blind was. Zij was liefelijk en zacht, maar er was geen leven in en zij kwam uit een wereld, waar geen licht is, waarin slechts klanken van be teekenis zijn en waarin alleen de tast zin zekerheid verschaft. „Ja", antwoorde Dolores. „Ik ben bij na klaar en moet nog maar een halve bladzijde overlezen". „Waarom lees je je brief eigenlijk over?" vroeg Inez. „Verander je dan hetgeen je hebt geschreven? Denk je nu niet precies hetzelfde als toen je schreef?" „O, neen! Ik voel heel veel meer ik zoek naar betere wóórden, om zoo vele ding ente zeggen, die nog nooit door ie mand zijn gezegd, 't Lijkt mij alles zoo weinig, en zoo slecht onder woorden ge bracht. Hij zal er om lachen maar neen, dat doet hij niet! Toch zal mijn brief hem zoo kinderachtig voorkomen, dat weet ik zeker. Had ik hem maaT niet geschreven en toch, Inez, zou ik hem mijn brief toch maar niet sturen?" „Hoe kan ik je dat zeggen?" vroeg Inez hopeloos. „Je hebt hem mij niet voorgelezen, zoodat ik niet weet wat je hem hebt geschreven". „Ik heb hem geschreven, dat ik hem lief heb, zoo innig, als nog nooit te vo ren een vrouw een man lief had", ant woordde Dolores, en haar oprechte woorden schenen, terwijl zij deze uit Van die verschietende pijnen, dan hier, dan daar? Ze blijven weg met één of twee van die Volgens recept van Apotheker Dumont (Ingez. Med.) gen dat als bestuurder alleen gekozen kunnen worden menschen met tenmin ste zoodanige algemeene ontwikkeling dat men redelijkerwijze een zekere ruim te van hun gezichtsveld kan verwachten. Men versta mij niet verkeerd; ik wil als bestuurders geen ge 1 e e r d e n, doch menschen met karakter, een flinke do sis gezond verstand en voldoende alge meene vorming om het geheel der be stuurstaak te kunnen overzien. Voor vrijwel eike, zelfs ondergeschik te, betrekking worden bekwaamheids- eischen gesteld en diploma's verlangd; in geen enkel particulier bedrijf komt men tot een leidende functie zonder vooraf blijk gegeven te hebben van de noodige ervaring en bekwaamheid, doch onder de huidige kieswet is men benoem baar tot medebestuurder eener gemeen te, of van ons Rijk met zijn- 60 a 70 mil- lioen inwoners, zonder eenigen anderen dan een nog te lagen leeftijds- eisch. v Kan het onlogischer? Vooral onder de tegenoordige politieke en economi sche wereld-ontwrichting? Dringend hebben wij thans noodig een zoo bekwaam mogelijke regeering, steu nende op een zoo bekwaam mogelijk par lement, en ook in de provinciale en ge meentebesturen de bekwaamste mede burgers die er zijn. En deze zullen zich ongetwijfeld pas meer dan vroeger be schikbaar stellen wanneer zij, na wijzi ging der Kieswet, een hooger peil van de bestuurslichamen kunnen verwach ten. In ons aller belang, dus ook in dat der massa, moet thans de kwaliteit de leiding nemen; want' in de laatste 15 ja ren is afdoende bewezen dat de kwan titeit, de leiding door de macht van het aantal, gefaald heeft, B. C, de Groot. MOGEN 24-JARIGEN STEMMEN? Men schrijft ons van deskundige zijde: Nog even en voor het laatst een kort antwoord aan den heer Koops. De quaestie van den leeftijd der kie zers zal ik verder maar laten rusten. B. en W. van 's-Gravenhage hebben hier omtrent reeds in mijn geest beschikt. Nu is het woord aan den Kantonrechter. Ook diens uitspraak lijkt mij niet twijfel achtig. Wat de quaestie van de al dan niet geldigheid der stemming betreft, ben ik blijkbaar wel erg onduidelijk geweest. Zeer zeker moet de Tweede Kamer beslissen, of bij de stemming onregelma tigheden hebben plaats gehad, doch naar mijne meening is van onregelmatigheid in het door den heer Koops gestelde ge val juist in geen enkel opzicht sprake. De heer Koops haalt art. 124 der Kies wet aan, waarin wordt bepaald, dat de leden der Tweede Kamer worden geko- sprak, te leven. Toen zweeg zij een oogenblik en staarde op de beschreven bladzijden. Inez bewoog zich niet en scheen nauwe lijks adem te halen, totdat Dolores weer begon: „Ik heb hem gezegd, dat ik hem eeuwig zal liefhebben, dat ik voor hem wil leven, wil sterven en lijden en dat ik hem wil dienen! Dat alles heb ik hem gezegd en nog een boel meer". „Nog meer? Het is toch al heel veel. Maar hij heeft jou ook liefvAlles wat jij belooft, zal ook hij beloven en zijn woord houden ook, geloof ik. Maar nog meer! Wat zou je meer hebben kunnen zeg gen?" „Ik zou alles, alles willen zeggen, als ik er maar woorden voor kon schrijven!" Haar van leven doortrilde stem was in vergelijking met de wijfelende klan ken van haar zuster als zonneschijn tegenover maanlicht. „Je zult wel woorden genoeg vindén, als je hem vanavond ontmoet", zei Inez loom. „En die zullen nog beter zijn dan alles wat je zou kunnen schrijven. Zal ik zorgen dat hij je brief krijgt?" Dolores keek haar zuster plotseling aan. want er klonk iets onnatuurlijks in haar laatsten zin. „Dat kan ik nog niet zeggen", ant woordde zij, „ik weet immers niet wat er kan gebeuren en waar ik hem het eerst zal zien". „Je zult hem aanstonds door het raam kunnen zien. Ik hoor de lijfwacht al aan treden om hem tegemoet te gaan en jij jij zult hem dan van hieruit kunnen zien". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 7