m
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 28 MAART 1933. No. 74.
WAAR IS WERK IN
OVERVLOED?
GOES.
MAXIMA VOOR VERLOVEN.
Kippendieven gesnapt en gedood
WALCHEREN.
DOLORES DE MEND0ZA.
Een merkwaardig geval in een
tijd van crisis-werkloosheid: de
Zeeuwsche Confectie Fabriek.
Op uitnoodiging harer directie
brachten wij dezer dagen een bezoek
aan een allermerkwaardigste instelling.
Dat wil zeggen: op zichzelf een doodge
wone instelling. Het is nl. een middel-
groote inrichting waar confectiekleeren
vervaardigd worden, juister nog om
schreven: een matrozenpakjesfabriek, en
met name genoemd: de Zeeuwsche Con
fectie Ateliers. Zoo normaal als men
maar wil: groote, ruime, lichte werk
zalen, het heele zaakje uiteraard vol
doende aan wat de overal met ar-
gusoogen rondwarende arbeidsinspectie
voorschrijft, en het geheel deugdelijk
voorzien van een C.A.O.
En toch: een allermerkwaardigste in
stelling, met betrekking tot haar posi-
sitie in dezen crisistijd. Want en dit
was ook de aanleiding tot ons bezoek
er is in deze dagen van schreeuwen
de werkloosheid geen personeel te krij
gen Orders kunnen we op 't oogenblik
krijgen zooveel we maar willen zoo
zeide de directie ons maar we moe
ten ze wel afwijzen, want er is geen per
soneel beschikbaar. Van alles hebben we
er al aan gedaan; geadverteerd, plakka
ten aangeslagen, dat er w e r k ishet
lukt niet. We hebben zelfs een prachtig
gebouw in Goes gekocht, in de hoop dat
daar dan een betere toevloed van per
soneel zou komen.maar ook dat is
niet naar wensch geslaagd, zoodat we er
eveneens ónder de noodzakelijke capa
citeit moeten werken. Komt u nu eens
kijken?
Zooals met meer Middelburgsche in-
dustrieele ondernemingen het geval is:
het front is niet indrukwekkend. Een
laag woonhuis aan het Molenwater, met
een naambord: Zeeuwsche Confectie
Ateliers. Dat is alles.
Achter dat voormalige buitenhuis lei
echter wat hier ter stede óók meer
voorkomt een uitgestrekte tuin, en
daarin heeft men nu de groote werkza
len gebouwd. Rechts eerst het magazijn.
Er liggen nog onderscheidene stukken
goed met den „Union Jack": Engelsch
fabrikaat. Maar, aldus onze geleider, dat
is grootendeels voorbij: in hoofdzaak
verwerken we tegenwoordig Neder-
landsch fabrikaat. Ook al, omdat we
daartoe nu beter in staat zijn dan
vroeger, want toen ons land nog maar
raak exporteerde, trok de Ne-
derlandsche industrie zich weinig
van onze behoeften aan; nu gaat dat
beter.
Aan het magazijn grenst het kniplo-
kaal. Knippen vooronderstelt bij den
burger het begrip „schaar" maar dat
gaat hier anders. Hier worden de groo
te lappen stof met een huppelend elec-
trisch-beiteltje in stukken gehakt en ver
volgens worden de hiëroglyphische krijt-
plattegronden die een matrozenpakjes
bouwmeester er op schilderde, met een
lintmes machinaal gesneden. Niet per
stuk o, neen, dat gaat met een
heele stapel tegelijk, 10 of meer centi
meters dik, en als koek gaat het er door.
Aan den overkant van de gang is de
naaimachineszaal. Aan lange tafels zit
ten daar de meisjes aan hun machines
hier en daar staat er een onder een kap,
doordat er geen rappe vingers zijn, die
hem bedienen. Hoe het hier toegaat
men houde het schrijver dezes ten goe
de maar in elk geval is het zoo: de
stukken en brokken komen er in, de ma
chines gonzen en rikketikken, en de
keurige matrozenpakjes gaan er kant
en klaar weer uit.
Verder strekt onze daar verworven
en dus wel zeer oppervlakkige kennis
der techniek niet.
Hierna komt hef geval nog in de
strijkzaal, waar de „finishing touch" er
aan gegeven wordt en dan kunnen ze
verzonden worden naar de afnemers.
Na den rondgang hebben we nog eens
gepraat over ihet merkwaardige pro
bleem, in den aanvang van dit artikel
gesteld. En getracht na te speuren de
redenen, die er toe leiden dat wegens
gebrek aan personeel orders afgewezen
moesten worden een economische
gruweldaad in dezen crisistijd, dat zal
een ieder met ons eens zijn.
Hoe zijn uw werktijden en vacan-
ties? vragen we.
Voor elke 2 maanden in onzen
dienst recht op 1 dag vacantie, dus een
week per jaar (met behoud van loon na
tuurlijk); Paasch-drie werken we ge
woon, maar Pinkster-drie slechts tot 1
uur. De werktijden zijn van 812 en van
1.306 uur, Zaterdags van 81.
Hoeveel personeel hebt u op het
oogenblik?
In Middelburg en Goes samen 136
geëmployeerden.
Kunt u ons eenige gegevens om
trent uw loonen verstrekken?
Zeker. Wij hebben gedurende de
laatste zes weken gemiddeld aan loonen
uitbetaald totaal 905 per week. Dit
waren in hoofdzaak stukloonen. Hier
volgen enkele nadere gegevens omtrent
de verdeeling van dit loonbedrag: 15
geroutineerde naaisters verdienen geza
menlijk in 1 week 185, gemiddeld per
hoofd per week dus 12.50; 20 middel
soort naaisters gezamenlijk 185, gemid
deld per hoofd per week dus 9.25; 20
pasbeginnende, z.g. leerlingnaaisters ge
zamenlijk 135, gemiddeld per hoofd
per week dus 6.75; 6 handwerksters
(meisjes in vooropleiding tot leerling-
naaisfer) gezamenlijk 50, per hoofd
per week dus 8.35; 6 strijksters ge
zamenlijk 80, gemiddeld per hoofd
per week dus 13.35; 5 controleerende
arbeidsters gezamenlijk 70, gemiddeld
per hoofd per week dus 14.
Het spreekt vanzelf dat dit de g e-
m i d d e 1 d bereikbare loonen voor
normale krachten zijn; meisjes die
lui, of onhandig, of beide zijn, brengen
het natuurlijk niet zoo ver.
En hoe verklaart u het nu, dat
u geen voldoende personeel kunt krij
gen?
Tja, dat is een heel samengesteld
probleem, tal van factoren buiten ons
bereik werken hier samen. Maar als men
alles in aanmerking neemt, dan nóg blijft
het in dezen tijd van armoede en werk
loosheid een merkwaardig en betreu
renswaardig verschijnsel, dat er werk
is, en dat het personeel, ondanks schrij
nende werkloosheid, niet te krijgen is.
JjiiirüMUIIIIW—UII— WiiMHiiiiiiniii mm II'HIIII rr ------ I - u-j*.
Pensioen secr.-penmng. B. A.
In de jongste vergadering van den
Raad werden nadere inlichtingen ge
vraagd met betrekking tot den op de
begrooting van het Burgerlijk Armbe
stuur voor 1933 voorkomende post,
groot 960 wegens bijslag op het pen
sioen van den gewezen secretaris-pen
ningmeester dier instelling J. Korstanje.
die B. en W. den Raad thans uitvoerig
geven.
In de vergadering van den Raad d.d.
29 Dec. 1932 waren ingekomen adres
sen van de Nationale Commissie tegen
het Alcoholisme en het Goesche Drank-
weercomité.
De Raad besloot, deze om advies in
handen te stellen van B. en W.
Eerstgenonenmnd adres wijst op de
bepalingen in de Drankwet betreffende
te stellen eischen met betrekking tot
ruimte, licht, ramen, inrichting en lucht-
verversching en dat er voor één of meer
wijken (doch niet voor de geheele ge
meente) een maximum-aantal verloven
kan v/orden vastgesteld.
Het tweede adres houdt in een ad-
haesiebetuiging aan den inhoud van het
eerste en tevens een verzoek om maxi
ma vast te stellen voor de bouwplannen
I, II en III.
B. en W. vinden dat de eischen reeds
tamelijk zwaar zijn, en er, voorzooveel
hun bekend, geen redenen bestaan om
aan één of meer verlofslokalen in deze
gemeente nog hoogere eischen te stel
len.
Vóór de in-werking-treding van de
Wet van 26 November 1931 bestond er
wèl een maximum voor het aantal ver
gunningen, doch niet voor 't aantal ver
loven. Thans geldt er voor de „Verloven
A", d.z. die tot het verkoopen van zwak-
alcoholischen drank (bier, wijn, enz) voor
elke gemeente een maximum, gelijk aan
dat, hetwelk is ingesteld voor de ver
gunningen, en dat gebaseerd is op het
aantal inwoners. Voor Goes bedraagt dit
maximum 37.
Op voorstel van den raad kan de
Kroon telkens om de vijf jaar het maxi
mum verlagen. De Commissie heeft daar
toe in Februari 1932 een verzoek ge
daan, dat de raad voor kennisgeving aan
nam., aangezien de toenmalige minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid er op
had gewezen, dat op zijn vroegst in het
jaar 1935 een besluit tot vermindering
van het aantal verloven kan worden ge
nomen.
Nu wil de Commissie langs den weg
van artikel 43 verkrijgen, dat voor één
of meer wijken, buurten of straten een
maximum-aantal verloven wordt vastge
steld. Inderdaad is zulks mogelijk. Zelfs
kan de Raad bepalen, dat dan geen ver
gunningen mogen worden verleend. Te
recht merkt de Commissie op, dat de
wet niet toelaat om voor alle wijken,
enz. vast te stellen, maar, zegt zij, „wan
neer één wijk of buurt of eenige straten
worden vrijgelaten, kan de rest worden
vastgelegd."
Het doet, aldus schrijven B. en W„
zonderling aan, het verzoek van het
Goesche Drankweercomité, om voor de
bouwplannen I, II en III, en eventueel
nieuw te vormen plannen, het maximum
aantal verloven vast te stellen en te be
palen op het thans bestaande aantal,
daar den wetgever voor oogen heeft ge
staan een meer gelijkmatige verdeeling
der vergunningen (thans ook der verlofs
inrichtingen) over de gemeente. Inwilli
ging van het verzoek van het Goesche
Drankweercomité zou tengevolge heb
ben opeenhooping der verlofslokalen in
de binnenstad, terwijl toch de practijk
bewezen heeft, dat de vestiging van een
net café-restaurant in een der buitenwij
ken (bedoeld is hier bouwplan I) niet het
minste bezwaar ontmoet, integendeel
doortrekkende vreemdelingen uitlokt om
eenigen tijd alhier te vertoeven.
B. en W. geven daarom Uwen Raad
in overweging, afwijzend op beide ver
zoekschriften te beschikken.
Woonwagenkamp.
In de raadsvergadering werd meer
dere malen geklaagd over de plaats en
m nninniiiiin minui u ïwnri i urn nir '"rmriiiiinniiiiir nt iimnmni iiihmhihii w
den toestand van het woonwagenkamp.
Blijkens een den raad overgelegd plan
heeft de directeur van gemeentewerken
thans een woonwagenkamp ontworpen
aan het einde van het nieuwe haven
terrein, ongeveer op de plaats waar zich
voorheen de schietbaan heeft bevonden.
Er is gezorgd voor een behoorlijk pri
vaat zoomede voor een stalgelegenheid
voor paarden. Het is de bedoeling, dat
een en ander zooveel, mogelijk, zal wor
den vervaardigd van onverwoestbaar,
althans onbrandbaar materiaal, opdat
de gebuikers niet in de verleiding ko
men, over te gaan tot afbraak, teneinde
in hun behoefte aan brandhout te voor
zien.
De kosten worden geraamd op onge
veer 900.
B. en W, stellen den raad voor tot
de inrichting van een woonwagenkamp,
overeenkomstig dit plan te besluiten.
Gasbedrijf. Grondbelasting.
Krachtens het bepaalde in de wet op
de grondbelasting, wordt geen belast
bare opbrengst opgenomen o.m. voor de
eigendommen van gemeenten, uitslui
tend gebezigd voor den publieken
dienst.
Tot voor korten tijd was het zeer
twiifelachtig, of als zoodanig moesten
worden aangeme-kt de gemeente-gas-
£abrieken. De beslissing hieromtrent be
rust bij Ged. Staten. Nu B. en W. even
wel bekend is, dat Ged. Staten dezer
p-ovincie den aanslag terzake van een
gemeente-gasbedrijf in een andere ge
meente hebben vernietigd, wil het hun
voorkomen, dat 'er een goede kans be
staat op vernietiging van de aanslagen
terzake van grondoelasting, te betalen
door het gasbedrijf van Goes.
B. en W. geven den raad mitsdien in
overweging, een bezwaarschrift in te
dienen met betrekking tot de aanslagen
in de tfrondbelasting van het gemeente
gasbedrijf.
Bebouwing Oostwal.
Zooals bekend, werd in de raadsver
gadering d.d. 2 December 1932 behan
deld een verzoek van de beeren A. de
Bruijne en J. M, van Riet, bouwonder
nemers, alhier, om wijziging aan te
brengen in het door den raad van 22
Maart vastgestelde en sindsdien eenige
malen gewijzigde plan tot bebouwing
van den Oostwal.
Op dit verzoek werd door den raad
afwijzend beschikt op grond van het
feit, dat het te zeer van den oorspron-
kelijken opzet afweek en de toestand
ter plaatse bij uitvoering daarvan zou
worden ontsierd. De heeren de Bruijne
en van Riet hebben thans een ni'euw
plan ingediend tot bebouwing van den
boek der wal, welk plan geheel voldoet
aan de door den raad gegeven vobr-
schriften, met deze uitzondering even
wel, dat de nok van het te bouwen pand
1.50 M. hooger zal zijn dan is toegelaten.
B. en W. hebben tegen deze verande
ring geen bezwaar en stellen den Raad
mitsdien voor, daartoe te besluiten.
Agentschap arbeidsbemiddeling.
De Arbeidsbemiddelingswet 1930
schrijft voor, dat elke gemeente met
minder dan 15000 inwoners, voorzoover
niet een van gemeentewege opgerichte
arbeidsbeurs bestaat, verplicht is, een
agentschap der arbeidsbemiddeling op te
richten en in stand te houden. Art. 15
van dezelfde wet bepaalt, dat voor elk
gemeentelijk agentschap wordt vastge
steld 'een verordening.
Het ontwerp eener zoodanige veror
dening bieden B. en W. den Raad ter
vaststelling aan.
Beer Spiering te Tiei had veel last van ratten in
zljii kippenloop. Telkens waren eieren verdwenen
ol kuikens doodgebeten. Meer dan een jaar lang
probeerde hij allerlei middelen, echter zonder resul
taat. Ten slotte kocht hij bij zijn drogist een doosje
Rodent, dat hij op de voorgeschreven manier ge
bruikte. „Het resultaat is werkelijk verrassend."
schrijft hij. „Een kwartier nadat het met Rodent be
smeerde brood werd uitgelegd, was het reeds ver
dwenen." Toen hij ons 4 weken later schreef, had
hij geen rat meer gezien. Rodent faalt nimmer, het
trekt ratten en muizen onweerstaanbaar aan. Koop
■og heden een enkele doos a 50 ct. of een dubbele
doos a SO ct eu morgen zult U van rat en muis be
vrijd ziin. !mt> Fa.R Meinclcrsma - Den Haag. B45
(Ingez, Med.)
O, EN W. SOUBURG. Bij de arbeids
beurs alhier stonden op 25 Februari '32
ingeschreven 293 werkzoekenden.
Tot en met 25 Maart werden inge
schreven 20 en afgeschreven 31 werk-
loozen.
Bij de werkverschaffing zijn geplaatst
36 personen. Aan 18 personen wordt cri-
sissteun verleend.
RAAD VAN ST. LAURENS.
Geen bijdrage K, L. M. St,
Laurens en de abattoirkwestie
te Middelburg,
ST, LAURENS. In de Vrijdagmiddag
gehouden raadsvergadering, waarin alle
leden tegenwoordig waren, werd beslo
ten voortaan geen notulen meer te le
zen, doch deze bij de stukken ter lezing
te leggen. Het aandeel in de kosten van
de Districts-Arbeidsbeurs te Middel
burg bedraagt over 1932 4.64; de bij
drage ingevolge artikel 205 der L. O.-
wet voor leerlingen die de bijzondere
scholen te Middelburg bezoeken
107.25. Naar aanleiding van een schrij
ven van Ged. Staten wordt een nieuw
ontwerp tot wijziging van den ligger van
wegen en voetpaden vastgesteld.
Aangaande het verzoek van de K. L.
M. om deel te nemen in het garantie
fonds 1933 stellen B. en W. voor, voor
20 deel te nemen.
Op een vraag van den heer Abra-
h a m s e of ook des Zondags wordt ge
vlogen deelt wethouder Boon mede
dat hem dit aanvankelijk niet bekend
was, doch dat hij nader uit de opgaven
heeft berekend, dat dit wel het geval is.
Evenals de heer Abrahamse is hij slechts
voor deelname in de garantie, wanneer
des Zondags niet wordt gevlogen. Wet
houder Wondergem acht het dan
beter niet te garandeeren, want het stel
len van deze voorwaarde zal toch geen
resultaat hebben. De heer R i e m e n s
zou slechts kunnen voorstemmen, in
dien het mogelijk war,e de exploitatie
van de weekvluchten gescheiden te hou
den van de vluchten op Zondag, terwijl
de heer Mar i'nissen, behalve om
principieele redenen tegen deelname is,
omdat het hier geen belang voor de
gemeente geldt. De heer H a m e 1 i n k
erkent, dat de gemeente er niet direct
belang bij heeft, maar acht dat het al
gemeen belang zooals dit er éen is, toch
ook moet worden behartigd. Met 6 te
gen 1 stem (de heer Hamelink) wordt 't
verzoek van de K. L. M. af ge weze n.
Inzake het verzoek van de P. Z. E. M.
om in het gedeelte der gemeente, waar
de P. Z. E. M. stroom levert de straat
verlichting door middel van gas te ver
vangen door electrische verlichting en
een overeenkomst aan te gaan volgens
ingezonden concept, stellen B. en W.
voor hiertoe niet over te gaan, aange
zien het hen niet gewenscht voorkomt
twee soorten straatverlichting te heb
ben en electrische verlichting duurder
is. De heer Hamelink vereenigt
Een geschiedenis uit het oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
EERSTE DEEL.
1). -
HOOFDSTUK I.
lwee jonge meisjes zaten in een hooge,
hoewel smalle kamer van het oude
Moorsche paleis, waarheen Koning Phi
lips II zijn hof had overgebracht, toen hij
Madrid tot hoofdstad had gemaakt.
Het was in de maand November op
een grauwen namiddag. Koud scheen
het licht, dat door de op het Noorden
gelegen groote vensters binnendrong;
den ganschen morgen had het gemot
regend. Thans droogden de steenen van
het plein hier en daar op, maar de he
mel leek nog steeds een looden gewelf
boven de stad, die in Noordelijke richting
lag, donker, nat en stil, alsof het leven
onder den grond gekropen was om te
ontkomen aan de koude lucht en den
doordringenden nevel. Er stonden slechts
weinig meubels in de kamer, maar de
voorwerpen, die er zich bevonden, de
door beeldhouwwerk versierde tafel, de
stoelen met hooge rugleuningen en het
geciseleerde bronzen vuurbekken droe
gen den stempel van den tijd, toen de
kunst eerst kort geleden herboren was.
De wanden waren bekleed met geweven
behangsels, groene bosschen voorstel
lende, bevolkt door allerlei dieren, die
elkaar, in stijve houdingen, in voortdu
rende verbazing aanstaarden. Aan de
onderzijde van dit behangsel liep een ge
sneden notenhouten lambrizeering, ter
wijl de paneelen en gecanneleerde zij
stukken van de deur uit hetzelfde don-
dere hout bestonden. Hier waren kor-
beelen aangebracht in den vorm van ge
kronkelde acanthus-bladeren om een
plank te steunen, die als een kroonlijst
eenigszins over de deur uitstak. Drie ge
schilderde Italiaansche vazen, gevuld
met bloemblaadjes der laatste zomer-
schë rozen en zorgvuldig afgesloten, op
dat de zwakke geur niet verloren zou
gaan, stonden op onderling gelijke af
standen op die plank, terwijl haar in
houd rijpte voor toekomstig gebruik.
Het vuur, dat nog onder de hoop witte
asch, in het groote vuurbekken smeulde,
verspreidde een beetje warmte in de
kille kamer.
De beide meisjes zaten tegenover el
kaar aan de tafel. Eén hield een lange
veeren pen in haar rechterhand en vóó~
haar lagen verscheidene vellen papier,
bedekt rtet een fijn handschrift. Haar
oogen volgden langzaam de lijnen, waar
in zij van tijd tot tijd een verbetering
aanbracht. Terwijl zij las, bervogen haar
lippen zich om onhoorbare woorden te
vormen. Nu en dan verleende een nauwe
lijks merkbare glimlach een bijzondere
schoonheid aan haar gelaat dan kwam
er ook meer glans in haar oogen. Ge
leidelijk verdween die glimlach en zij
las verder, aandachtig en ingespannen,
alsof haar gansche ziel bij haar werk
was.
Zij was heel blond, zooals dit in Spanje
van die dagen meer voo-kwam, en thans
nog wel voorkomt, en had diepliggende
grijze oogen. Haar gedistingeerde ge
laatstrekken, haar blanke hals en mooi
gevormde ooren waren de uiterlijke ken-
teekenen van het voorname Gothische
ras. Als zij niet glimlachte, was haar ge
zicht droevig en soms verliet de teere
kleur, die haar eigen was, haar wangen,
waardoor zij eenigszins bleek werd en
men zou dan denken, dat zij zwak was.
Dan trilden de beweeglijke neusvleugels
bijna onzichtbaar en de mooi gebogen
lippen sloten zich als om een geheim te
bewaren. Maar dat gebeurde slechts zel
den, want meestal was haar blik rustig
en stond haar mond vriendelijk. Het was
een gezicht dat toewijding, vrouwelijke
moed en meer gevoeligheid dan over-
heerschende energie uitdrukte. Het meis
je was een volwassen vrouw, meer dan
twintig jaar oud, maar de uitdrukking
van haar gelaat was nog die van het
heel jonge meisje, en al lag er soms wat
droefheid in haar blik, een man zou ge
makkelijk genoeg hebben geraden dat
die voortkwam uit haar hart en slechts
één oorzaak had, die noch bestond uit
een plotseling verdriet, noch uit een
lang verholen smart, maar die ontsproot
uit liefde. De man, aan wien Maria Do
lores de M'endoza haar hart en haar ziel
en haar hoop had geschonken, maar
voor wiens leven zij steeds in angst ver
keerde, en die haar wederkeerig gansch
zijn liefde had gegeven, was een man
uit duizenden, braaf en oprecht, maar
hij was krijgsman, een aanvoerder, die
steeds zijn leven in het krijgsgewoel
stortte, evenals Douglas het kistje, dat
Brace's hart bevatte, daarheen wierp,
waar het hardst gestreden werd, om het
weer te heroveren of te sterven. De man,
dien zij lief had, was Don Jan van
Oostenrijk, de zoon van wijlen den groo-
ten Keizer Karei de Vijfde, de oom van
den overleden Don Carlos en een half
broeder van Koning Philips II van Spanje
de man, die lauweren oogstte te land
en ter zee, die Granada voor de tweede
maal den Mooren ontnam even dap
per als zijn overgrootvader dit had ge
daan, maar op minder wreede wijze
de man, die bij Lepanto overwon die
zich de haat van zijn stiefbroeder op den
hals haalde en die tot onuitwischbare
schande voor Spanje's geschiedenis, door
vergif om het leven zou komen.
In de maand Juni van het vorige jaar
was hij uit Madrid vertrokken om de
Mooren ten onder te brengen, die in he-
vigen opstand waren gekomen tegen het
hardvochtige Spaansche bewind. Hij had
van Dolores de Mendoza een uur voor
dat hij te paard steeg, op een frisschen
zomerochtend in de vroegte afscheid ge
nomen op een eenzaam terras, waar zij
dikwijls v/aren samengekomen, boven
's Konings vertrekken. Daar groeiden
rozen bijna in 't wild in groote aarden
potten, waar de een of andere Moorsche
vrouw ze heel lang geleden had geplant.
Dolores kon er ongezien met haar blinde
zuster heen gaan, die haar altijd trouw
hielp, onder voorwendsel, dat zij daa-
het arme meisje kon laten genieten van
de frissche lucht. Want Inez, haar zus
ter, leed niet alleen door haar' blind
heid, maar ook door alles wat een over
gevoelig schepseltje met zeer veel ver
beeldingskracht kon gevoelen.
Zij was volslagen blind, en hoewel zij,
evenals andere kinderen ziende was ge
boren, had zij geen herinnering meer aan
wat licht eigenlijk was. Door rööclvonk
was haar gezichtsvermogen vernietigd.
Moederloos vanaf haar geb^dp^'Jïen
haar vader dikwijls afwezig door lang
durige veldtochten, was zij ovferjbedeverQ
geweest aan de genade van een hatte-s
looze verzorgster,, die veel hrdltbxvan
de blonde, kleine Dolores, maair fdieJ de
iongere zuster, zoodra zij den leeftijd
van begrijpen had bereikt, nJnuaiinelijk
kwelde, door haar steeds teodro^n ge-
looven dat zij terugstootend! i leeëjlk, ja,
bijna een monster was. Latépjatoek de
verzorgster was heengegaan," en Dolo
res iets ouder was, had deze alltesn'wat
maar mogelijk was, in het werk gesteld
om de gruwzame wond in Inez' ziel te
doen genezen en haar aan het verstand
te brengen, dat zij zacht, donker haar
had, een droevig en vriendelijk gezichtje,
met geheel gesloten oogen en een mooi
mondje, dat zij zoo gevoelvol en aan
doenlijk kon vertrekken, als iets haar
kwetste want zij voelde zich spoe
dig gekwetst. Zij was altijd erg bleek en
droeg haar gelaat meer opwaarts ge
richt dan menschen, die kunnen zien,
dit doen en daar zij de normale lengte
van een vrouw had en zeer tenger en
fijn gebouwd was, gaf haar dat een air
van waardigheid, die bijna op trots ge
leek, wanneer zij beleedigd of gekwetst
was. Maar de wond, die de verzorgster
haar zieltje had toegebracht, was zoo
diep en blijvend geweest, dat zij nooit
volkomen kon gelooven, dat zij niets
iets terugstootends had voor hen, die
haar zagen; nooit geloofde zij dat zij
soms in zekeren zin bijna mooi was.
(Wordt vervolgd).