m ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN DINSDAG 28 MAART 1933. No. 74. WAAR IS WERK IN OVERVLOED? GOES. MAXIMA VOOR VERLOVEN. Kippendieven gesnapt en gedood WALCHEREN. DOLORES DE MEND0ZA. Een merkwaardig geval in een tijd van crisis-werkloosheid: de Zeeuwsche Confectie Fabriek. Op uitnoodiging harer directie brachten wij dezer dagen een bezoek aan een allermerkwaardigste instelling. Dat wil zeggen: op zichzelf een doodge wone instelling. Het is nl. een middel- groote inrichting waar confectiekleeren vervaardigd worden, juister nog om schreven: een matrozenpakjesfabriek, en met name genoemd: de Zeeuwsche Con fectie Ateliers. Zoo normaal als men maar wil: groote, ruime, lichte werk zalen, het heele zaakje uiteraard vol doende aan wat de overal met ar- gusoogen rondwarende arbeidsinspectie voorschrijft, en het geheel deugdelijk voorzien van een C.A.O. En toch: een allermerkwaardigste in stelling, met betrekking tot haar posi- sitie in dezen crisistijd. Want en dit was ook de aanleiding tot ons bezoek er is in deze dagen van schreeuwen de werkloosheid geen personeel te krij gen Orders kunnen we op 't oogenblik krijgen zooveel we maar willen zoo zeide de directie ons maar we moe ten ze wel afwijzen, want er is geen per soneel beschikbaar. Van alles hebben we er al aan gedaan; geadverteerd, plakka ten aangeslagen, dat er w e r k ishet lukt niet. We hebben zelfs een prachtig gebouw in Goes gekocht, in de hoop dat daar dan een betere toevloed van per soneel zou komen.maar ook dat is niet naar wensch geslaagd, zoodat we er eveneens ónder de noodzakelijke capa citeit moeten werken. Komt u nu eens kijken? Zooals met meer Middelburgsche in- dustrieele ondernemingen het geval is: het front is niet indrukwekkend. Een laag woonhuis aan het Molenwater, met een naambord: Zeeuwsche Confectie Ateliers. Dat is alles. Achter dat voormalige buitenhuis lei echter wat hier ter stede óók meer voorkomt een uitgestrekte tuin, en daarin heeft men nu de groote werkza len gebouwd. Rechts eerst het magazijn. Er liggen nog onderscheidene stukken goed met den „Union Jack": Engelsch fabrikaat. Maar, aldus onze geleider, dat is grootendeels voorbij: in hoofdzaak verwerken we tegenwoordig Neder- landsch fabrikaat. Ook al, omdat we daartoe nu beter in staat zijn dan vroeger, want toen ons land nog maar raak exporteerde, trok de Ne- derlandsche industrie zich weinig van onze behoeften aan; nu gaat dat beter. Aan het magazijn grenst het kniplo- kaal. Knippen vooronderstelt bij den burger het begrip „schaar" maar dat gaat hier anders. Hier worden de groo te lappen stof met een huppelend elec- trisch-beiteltje in stukken gehakt en ver volgens worden de hiëroglyphische krijt- plattegronden die een matrozenpakjes bouwmeester er op schilderde, met een lintmes machinaal gesneden. Niet per stuk o, neen, dat gaat met een heele stapel tegelijk, 10 of meer centi meters dik, en als koek gaat het er door. Aan den overkant van de gang is de naaimachineszaal. Aan lange tafels zit ten daar de meisjes aan hun machines hier en daar staat er een onder een kap, doordat er geen rappe vingers zijn, die hem bedienen. Hoe het hier toegaat men houde het schrijver dezes ten goe de maar in elk geval is het zoo: de stukken en brokken komen er in, de ma chines gonzen en rikketikken, en de keurige matrozenpakjes gaan er kant en klaar weer uit. Verder strekt onze daar verworven en dus wel zeer oppervlakkige kennis der techniek niet. Hierna komt hef geval nog in de strijkzaal, waar de „finishing touch" er aan gegeven wordt en dan kunnen ze verzonden worden naar de afnemers. Na den rondgang hebben we nog eens gepraat over ihet merkwaardige pro bleem, in den aanvang van dit artikel gesteld. En getracht na te speuren de redenen, die er toe leiden dat wegens gebrek aan personeel orders afgewezen moesten worden een economische gruweldaad in dezen crisistijd, dat zal een ieder met ons eens zijn. Hoe zijn uw werktijden en vacan- ties? vragen we. Voor elke 2 maanden in onzen dienst recht op 1 dag vacantie, dus een week per jaar (met behoud van loon na tuurlijk); Paasch-drie werken we ge woon, maar Pinkster-drie slechts tot 1 uur. De werktijden zijn van 812 en van 1.306 uur, Zaterdags van 81. Hoeveel personeel hebt u op het oogenblik? In Middelburg en Goes samen 136 geëmployeerden. Kunt u ons eenige gegevens om trent uw loonen verstrekken? Zeker. Wij hebben gedurende de laatste zes weken gemiddeld aan loonen uitbetaald totaal 905 per week. Dit waren in hoofdzaak stukloonen. Hier volgen enkele nadere gegevens omtrent de verdeeling van dit loonbedrag: 15 geroutineerde naaisters verdienen geza menlijk in 1 week 185, gemiddeld per hoofd per week dus 12.50; 20 middel soort naaisters gezamenlijk 185, gemid deld per hoofd per week dus 9.25; 20 pasbeginnende, z.g. leerlingnaaisters ge zamenlijk 135, gemiddeld per hoofd per week dus 6.75; 6 handwerksters (meisjes in vooropleiding tot leerling- naaisfer) gezamenlijk 50, per hoofd per week dus 8.35; 6 strijksters ge zamenlijk 80, gemiddeld per hoofd per week dus 13.35; 5 controleerende arbeidsters gezamenlijk 70, gemiddeld per hoofd per week dus 14. Het spreekt vanzelf dat dit de g e- m i d d e 1 d bereikbare loonen voor normale krachten zijn; meisjes die lui, of onhandig, of beide zijn, brengen het natuurlijk niet zoo ver. En hoe verklaart u het nu, dat u geen voldoende personeel kunt krij gen? Tja, dat is een heel samengesteld probleem, tal van factoren buiten ons bereik werken hier samen. Maar als men alles in aanmerking neemt, dan nóg blijft het in dezen tijd van armoede en werk loosheid een merkwaardig en betreu renswaardig verschijnsel, dat er werk is, en dat het personeel, ondanks schrij nende werkloosheid, niet te krijgen is. JjiiirüMUIIIIW—UII— WiiMHiiiiiiniii mm II'HIIII rr ------ I - u-j*. Pensioen secr.-penmng. B. A. In de jongste vergadering van den Raad werden nadere inlichtingen ge vraagd met betrekking tot den op de begrooting van het Burgerlijk Armbe stuur voor 1933 voorkomende post, groot 960 wegens bijslag op het pen sioen van den gewezen secretaris-pen ningmeester dier instelling J. Korstanje. die B. en W. den Raad thans uitvoerig geven. In de vergadering van den Raad d.d. 29 Dec. 1932 waren ingekomen adres sen van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme en het Goesche Drank- weercomité. De Raad besloot, deze om advies in handen te stellen van B. en W. Eerstgenonenmnd adres wijst op de bepalingen in de Drankwet betreffende te stellen eischen met betrekking tot ruimte, licht, ramen, inrichting en lucht- verversching en dat er voor één of meer wijken (doch niet voor de geheele ge meente) een maximum-aantal verloven kan v/orden vastgesteld. Het tweede adres houdt in een ad- haesiebetuiging aan den inhoud van het eerste en tevens een verzoek om maxi ma vast te stellen voor de bouwplannen I, II en III. B. en W. vinden dat de eischen reeds tamelijk zwaar zijn, en er, voorzooveel hun bekend, geen redenen bestaan om aan één of meer verlofslokalen in deze gemeente nog hoogere eischen te stel len. Vóór de in-werking-treding van de Wet van 26 November 1931 bestond er wèl een maximum voor het aantal ver gunningen, doch niet voor 't aantal ver loven. Thans geldt er voor de „Verloven A", d.z. die tot het verkoopen van zwak- alcoholischen drank (bier, wijn, enz) voor elke gemeente een maximum, gelijk aan dat, hetwelk is ingesteld voor de ver gunningen, en dat gebaseerd is op het aantal inwoners. Voor Goes bedraagt dit maximum 37. Op voorstel van den raad kan de Kroon telkens om de vijf jaar het maxi mum verlagen. De Commissie heeft daar toe in Februari 1932 een verzoek ge daan, dat de raad voor kennisgeving aan nam., aangezien de toenmalige minister van Arbeid, Handel en Nijverheid er op had gewezen, dat op zijn vroegst in het jaar 1935 een besluit tot vermindering van het aantal verloven kan worden ge nomen. Nu wil de Commissie langs den weg van artikel 43 verkrijgen, dat voor één of meer wijken, buurten of straten een maximum-aantal verloven wordt vastge steld. Inderdaad is zulks mogelijk. Zelfs kan de Raad bepalen, dat dan geen ver gunningen mogen worden verleend. Te recht merkt de Commissie op, dat de wet niet toelaat om voor alle wijken, enz. vast te stellen, maar, zegt zij, „wan neer één wijk of buurt of eenige straten worden vrijgelaten, kan de rest worden vastgelegd." Het doet, aldus schrijven B. en W„ zonderling aan, het verzoek van het Goesche Drankweercomité, om voor de bouwplannen I, II en III, en eventueel nieuw te vormen plannen, het maximum aantal verloven vast te stellen en te be palen op het thans bestaande aantal, daar den wetgever voor oogen heeft ge staan een meer gelijkmatige verdeeling der vergunningen (thans ook der verlofs inrichtingen) over de gemeente. Inwilli ging van het verzoek van het Goesche Drankweercomité zou tengevolge heb ben opeenhooping der verlofslokalen in de binnenstad, terwijl toch de practijk bewezen heeft, dat de vestiging van een net café-restaurant in een der buitenwij ken (bedoeld is hier bouwplan I) niet het minste bezwaar ontmoet, integendeel doortrekkende vreemdelingen uitlokt om eenigen tijd alhier te vertoeven. B. en W. geven daarom Uwen Raad in overweging, afwijzend op beide ver zoekschriften te beschikken. Woonwagenkamp. In de raadsvergadering werd meer dere malen geklaagd over de plaats en m nninniiiiin minui u ïwnri i urn nir '"rmriiiiinniiiiir nt iimnmni iiihmhihii w den toestand van het woonwagenkamp. Blijkens een den raad overgelegd plan heeft de directeur van gemeentewerken thans een woonwagenkamp ontworpen aan het einde van het nieuwe haven terrein, ongeveer op de plaats waar zich voorheen de schietbaan heeft bevonden. Er is gezorgd voor een behoorlijk pri vaat zoomede voor een stalgelegenheid voor paarden. Het is de bedoeling, dat een en ander zooveel, mogelijk, zal wor den vervaardigd van onverwoestbaar, althans onbrandbaar materiaal, opdat de gebuikers niet in de verleiding ko men, over te gaan tot afbraak, teneinde in hun behoefte aan brandhout te voor zien. De kosten worden geraamd op onge veer 900. B. en W, stellen den raad voor tot de inrichting van een woonwagenkamp, overeenkomstig dit plan te besluiten. Gasbedrijf. Grondbelasting. Krachtens het bepaalde in de wet op de grondbelasting, wordt geen belast bare opbrengst opgenomen o.m. voor de eigendommen van gemeenten, uitslui tend gebezigd voor den publieken dienst. Tot voor korten tijd was het zeer twiifelachtig, of als zoodanig moesten worden aangeme-kt de gemeente-gas- £abrieken. De beslissing hieromtrent be rust bij Ged. Staten. Nu B. en W. even wel bekend is, dat Ged. Staten dezer p-ovincie den aanslag terzake van een gemeente-gasbedrijf in een andere ge meente hebben vernietigd, wil het hun voorkomen, dat 'er een goede kans be staat op vernietiging van de aanslagen terzake van grondoelasting, te betalen door het gasbedrijf van Goes. B. en W. geven den raad mitsdien in overweging, een bezwaarschrift in te dienen met betrekking tot de aanslagen in de tfrondbelasting van het gemeente gasbedrijf. Bebouwing Oostwal. Zooals bekend, werd in de raadsver gadering d.d. 2 December 1932 behan deld een verzoek van de beeren A. de Bruijne en J. M, van Riet, bouwonder nemers, alhier, om wijziging aan te brengen in het door den raad van 22 Maart vastgestelde en sindsdien eenige malen gewijzigde plan tot bebouwing van den Oostwal. Op dit verzoek werd door den raad afwijzend beschikt op grond van het feit, dat het te zeer van den oorspron- kelijken opzet afweek en de toestand ter plaatse bij uitvoering daarvan zou worden ontsierd. De heeren de Bruijne en van Riet hebben thans een ni'euw plan ingediend tot bebouwing van den boek der wal, welk plan geheel voldoet aan de door den raad gegeven vobr- schriften, met deze uitzondering even wel, dat de nok van het te bouwen pand 1.50 M. hooger zal zijn dan is toegelaten. B. en W. hebben tegen deze verande ring geen bezwaar en stellen den Raad mitsdien voor, daartoe te besluiten. Agentschap arbeidsbemiddeling. De Arbeidsbemiddelingswet 1930 schrijft voor, dat elke gemeente met minder dan 15000 inwoners, voorzoover niet een van gemeentewege opgerichte arbeidsbeurs bestaat, verplicht is, een agentschap der arbeidsbemiddeling op te richten en in stand te houden. Art. 15 van dezelfde wet bepaalt, dat voor elk gemeentelijk agentschap wordt vastge steld 'een verordening. Het ontwerp eener zoodanige veror dening bieden B. en W. den Raad ter vaststelling aan. Beer Spiering te Tiei had veel last van ratten in zljii kippenloop. Telkens waren eieren verdwenen ol kuikens doodgebeten. Meer dan een jaar lang probeerde hij allerlei middelen, echter zonder resul taat. Ten slotte kocht hij bij zijn drogist een doosje Rodent, dat hij op de voorgeschreven manier ge bruikte. „Het resultaat is werkelijk verrassend." schrijft hij. „Een kwartier nadat het met Rodent be smeerde brood werd uitgelegd, was het reeds ver dwenen." Toen hij ons 4 weken later schreef, had hij geen rat meer gezien. Rodent faalt nimmer, het trekt ratten en muizen onweerstaanbaar aan. Koop ■og heden een enkele doos a 50 ct. of een dubbele doos a SO ct eu morgen zult U van rat en muis be vrijd ziin. !mt> Fa.R Meinclcrsma - Den Haag. B45 (Ingez, Med.) O, EN W. SOUBURG. Bij de arbeids beurs alhier stonden op 25 Februari '32 ingeschreven 293 werkzoekenden. Tot en met 25 Maart werden inge schreven 20 en afgeschreven 31 werk- loozen. Bij de werkverschaffing zijn geplaatst 36 personen. Aan 18 personen wordt cri- sissteun verleend. RAAD VAN ST. LAURENS. Geen bijdrage K, L. M. St, Laurens en de abattoirkwestie te Middelburg, ST, LAURENS. In de Vrijdagmiddag gehouden raadsvergadering, waarin alle leden tegenwoordig waren, werd beslo ten voortaan geen notulen meer te le zen, doch deze bij de stukken ter lezing te leggen. Het aandeel in de kosten van de Districts-Arbeidsbeurs te Middel burg bedraagt over 1932 4.64; de bij drage ingevolge artikel 205 der L. O.- wet voor leerlingen die de bijzondere scholen te Middelburg bezoeken 107.25. Naar aanleiding van een schrij ven van Ged. Staten wordt een nieuw ontwerp tot wijziging van den ligger van wegen en voetpaden vastgesteld. Aangaande het verzoek van de K. L. M. om deel te nemen in het garantie fonds 1933 stellen B. en W. voor, voor 20 deel te nemen. Op een vraag van den heer Abra- h a m s e of ook des Zondags wordt ge vlogen deelt wethouder Boon mede dat hem dit aanvankelijk niet bekend was, doch dat hij nader uit de opgaven heeft berekend, dat dit wel het geval is. Evenals de heer Abrahamse is hij slechts voor deelname in de garantie, wanneer des Zondags niet wordt gevlogen. Wet houder Wondergem acht het dan beter niet te garandeeren, want het stel len van deze voorwaarde zal toch geen resultaat hebben. De heer R i e m e n s zou slechts kunnen voorstemmen, in dien het mogelijk war,e de exploitatie van de weekvluchten gescheiden te hou den van de vluchten op Zondag, terwijl de heer Mar i'nissen, behalve om principieele redenen tegen deelname is, omdat het hier geen belang voor de gemeente geldt. De heer H a m e 1 i n k erkent, dat de gemeente er niet direct belang bij heeft, maar acht dat het al gemeen belang zooals dit er éen is, toch ook moet worden behartigd. Met 6 te gen 1 stem (de heer Hamelink) wordt 't verzoek van de K. L. M. af ge weze n. Inzake het verzoek van de P. Z. E. M. om in het gedeelte der gemeente, waar de P. Z. E. M. stroom levert de straat verlichting door middel van gas te ver vangen door electrische verlichting en een overeenkomst aan te gaan volgens ingezonden concept, stellen B. en W. voor hiertoe niet over te gaan, aange zien het hen niet gewenscht voorkomt twee soorten straatverlichting te heb ben en electrische verlichting duurder is. De heer Hamelink vereenigt Een geschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. EERSTE DEEL. 1). - HOOFDSTUK I. lwee jonge meisjes zaten in een hooge, hoewel smalle kamer van het oude Moorsche paleis, waarheen Koning Phi lips II zijn hof had overgebracht, toen hij Madrid tot hoofdstad had gemaakt. Het was in de maand November op een grauwen namiddag. Koud scheen het licht, dat door de op het Noorden gelegen groote vensters binnendrong; den ganschen morgen had het gemot regend. Thans droogden de steenen van het plein hier en daar op, maar de he mel leek nog steeds een looden gewelf boven de stad, die in Noordelijke richting lag, donker, nat en stil, alsof het leven onder den grond gekropen was om te ontkomen aan de koude lucht en den doordringenden nevel. Er stonden slechts weinig meubels in de kamer, maar de voorwerpen, die er zich bevonden, de door beeldhouwwerk versierde tafel, de stoelen met hooge rugleuningen en het geciseleerde bronzen vuurbekken droe gen den stempel van den tijd, toen de kunst eerst kort geleden herboren was. De wanden waren bekleed met geweven behangsels, groene bosschen voorstel lende, bevolkt door allerlei dieren, die elkaar, in stijve houdingen, in voortdu rende verbazing aanstaarden. Aan de onderzijde van dit behangsel liep een ge sneden notenhouten lambrizeering, ter wijl de paneelen en gecanneleerde zij stukken van de deur uit hetzelfde don- dere hout bestonden. Hier waren kor- beelen aangebracht in den vorm van ge kronkelde acanthus-bladeren om een plank te steunen, die als een kroonlijst eenigszins over de deur uitstak. Drie ge schilderde Italiaansche vazen, gevuld met bloemblaadjes der laatste zomer- schë rozen en zorgvuldig afgesloten, op dat de zwakke geur niet verloren zou gaan, stonden op onderling gelijke af standen op die plank, terwijl haar in houd rijpte voor toekomstig gebruik. Het vuur, dat nog onder de hoop witte asch, in het groote vuurbekken smeulde, verspreidde een beetje warmte in de kille kamer. De beide meisjes zaten tegenover el kaar aan de tafel. Eén hield een lange veeren pen in haar rechterhand en vóó~ haar lagen verscheidene vellen papier, bedekt rtet een fijn handschrift. Haar oogen volgden langzaam de lijnen, waar in zij van tijd tot tijd een verbetering aanbracht. Terwijl zij las, bervogen haar lippen zich om onhoorbare woorden te vormen. Nu en dan verleende een nauwe lijks merkbare glimlach een bijzondere schoonheid aan haar gelaat dan kwam er ook meer glans in haar oogen. Ge leidelijk verdween die glimlach en zij las verder, aandachtig en ingespannen, alsof haar gansche ziel bij haar werk was. Zij was heel blond, zooals dit in Spanje van die dagen meer voo-kwam, en thans nog wel voorkomt, en had diepliggende grijze oogen. Haar gedistingeerde ge laatstrekken, haar blanke hals en mooi gevormde ooren waren de uiterlijke ken- teekenen van het voorname Gothische ras. Als zij niet glimlachte, was haar ge zicht droevig en soms verliet de teere kleur, die haar eigen was, haar wangen, waardoor zij eenigszins bleek werd en men zou dan denken, dat zij zwak was. Dan trilden de beweeglijke neusvleugels bijna onzichtbaar en de mooi gebogen lippen sloten zich als om een geheim te bewaren. Maar dat gebeurde slechts zel den, want meestal was haar blik rustig en stond haar mond vriendelijk. Het was een gezicht dat toewijding, vrouwelijke moed en meer gevoeligheid dan over- heerschende energie uitdrukte. Het meis je was een volwassen vrouw, meer dan twintig jaar oud, maar de uitdrukking van haar gelaat was nog die van het heel jonge meisje, en al lag er soms wat droefheid in haar blik, een man zou ge makkelijk genoeg hebben geraden dat die voortkwam uit haar hart en slechts één oorzaak had, die noch bestond uit een plotseling verdriet, noch uit een lang verholen smart, maar die ontsproot uit liefde. De man, aan wien Maria Do lores de M'endoza haar hart en haar ziel en haar hoop had geschonken, maar voor wiens leven zij steeds in angst ver keerde, en die haar wederkeerig gansch zijn liefde had gegeven, was een man uit duizenden, braaf en oprecht, maar hij was krijgsman, een aanvoerder, die steeds zijn leven in het krijgsgewoel stortte, evenals Douglas het kistje, dat Brace's hart bevatte, daarheen wierp, waar het hardst gestreden werd, om het weer te heroveren of te sterven. De man, dien zij lief had, was Don Jan van Oostenrijk, de zoon van wijlen den groo- ten Keizer Karei de Vijfde, de oom van den overleden Don Carlos en een half broeder van Koning Philips II van Spanje de man, die lauweren oogstte te land en ter zee, die Granada voor de tweede maal den Mooren ontnam even dap per als zijn overgrootvader dit had ge daan, maar op minder wreede wijze de man, die bij Lepanto overwon die zich de haat van zijn stiefbroeder op den hals haalde en die tot onuitwischbare schande voor Spanje's geschiedenis, door vergif om het leven zou komen. In de maand Juni van het vorige jaar was hij uit Madrid vertrokken om de Mooren ten onder te brengen, die in he- vigen opstand waren gekomen tegen het hardvochtige Spaansche bewind. Hij had van Dolores de Mendoza een uur voor dat hij te paard steeg, op een frisschen zomerochtend in de vroegte afscheid ge nomen op een eenzaam terras, waar zij dikwijls v/aren samengekomen, boven 's Konings vertrekken. Daar groeiden rozen bijna in 't wild in groote aarden potten, waar de een of andere Moorsche vrouw ze heel lang geleden had geplant. Dolores kon er ongezien met haar blinde zuster heen gaan, die haar altijd trouw hielp, onder voorwendsel, dat zij daa- het arme meisje kon laten genieten van de frissche lucht. Want Inez, haar zus ter, leed niet alleen door haar' blind heid, maar ook door alles wat een over gevoelig schepseltje met zeer veel ver beeldingskracht kon gevoelen. Zij was volslagen blind, en hoewel zij, evenals andere kinderen ziende was ge boren, had zij geen herinnering meer aan wat licht eigenlijk was. Door rööclvonk was haar gezichtsvermogen vernietigd. Moederloos vanaf haar geb^dp^'Jïen haar vader dikwijls afwezig door lang durige veldtochten, was zij ovferjbedeverQ geweest aan de genade van een hatte-s looze verzorgster,, die veel hrdltbxvan de blonde, kleine Dolores, maair fdieJ de iongere zuster, zoodra zij den leeftijd van begrijpen had bereikt, nJnuaiinelijk kwelde, door haar steeds teodro^n ge- looven dat zij terugstootend! i leeëjlk, ja, bijna een monster was. Latépjatoek de verzorgster was heengegaan," en Dolo res iets ouder was, had deze alltesn'wat maar mogelijk was, in het werk gesteld om de gruwzame wond in Inez' ziel te doen genezen en haar aan het verstand te brengen, dat zij zacht, donker haar had, een droevig en vriendelijk gezichtje, met geheel gesloten oogen en een mooi mondje, dat zij zoo gevoelvol en aan doenlijk kon vertrekken, als iets haar kwetste want zij voelde zich spoe dig gekwetst. Zij was altijd erg bleek en droeg haar gelaat meer opwaarts ge richt dan menschen, die kunnen zien, dit doen en daar zij de normale lengte van een vrouw had en zeer tenger en fijn gebouwd was, gaf haar dat een air van waardigheid, die bijna op trots ge leek, wanneer zij beleedigd of gekwetst was. Maar de wond, die de verzorgster haar zieltje had toegebracht, was zoo diep en blijvend geweest, dat zij nooit volkomen kon gelooven, dat zij niets iets terugstootends had voor hen, die haar zagen; nooit geloofde zij dat zij soms in zekeren zin bijna mooi was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5