Is het niet zoowat tijd
om aan Uw gezondheid
te gaan denken?
DE R00DE VULPENHOUDER
Rook dan
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCUE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT VAN ZATERDAG 11 MAART 1933. Na. 60.
Een onpraktisch boek.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
de beste Sigaret voor Uw gezondheid
—O
Niet voor het eerst pleit prof. Eige
man in zijn onlangs verschenen boek
„Nederlanders'van links en rechts ver-
eenigt U!" voor een staatkundige
groepeering van ons volk op een geheel
anderen grondslag dan die, waarop de
bestaande politieke indeeling berust. De
gedachten, hier door den schrijver bree
der ontwikkeld, vinden wij reeds terug
in zijn in 1931 verschenen „Politieke op
rechtheid in een nationale partijgroe-
peering".
Tijd en getij nopen tot een, zij het met
inachtneming van door de plaats der
verschijning geboden beperking, nader
onderzoek van des schrijvers betoog.
Grondslag voor de door hem betoogde
hergroepeering is de nationale gedachte,
die zelve weer wordt gekenschetst als
de resultante van de vrijheidsgedachte
en de historische gedachte. Gaan wij na,
wat onder het een, zoowel als onder het
andere wordt verstaan.
Het vrijheidsbeginsel komt tot uiting
eenerzijds in den principieelen afstand
door de overheid van elke bevoegdheid
tot inmenging op het gebied van het
geestelijk leven, andererzijds in het ver
zet tegen eiken vorm van clericalisme,
van geestelijke bemoeizucht, hetzij dat
deze zich op godsdienstig, op politiek,
dan wel op economisch gebied doet gel
den. Daarnaast staat het historisch be
ginsel, zijnde de erkenning van 't Christe
lijk karakter van ons volksleven als de
grondslag en de bezielende geest onzer
nationale beschaving. Dit Christelijk ka
rakter dan niet identiek met eenige ge
loofsbelijdenis, doch evenmin op te vat
ten als een Christendom-boven-geloofs-
verdeeldheid: geen belijdenis van een
beginsel, doch slechts een erkenning van
feiten. In deze beide beginselen wortelt
de nationale gedachte, de grondslag van
den nationalen staat. Daarom is de na
tionale staat, de liberale staat, gelijk
prof. Eigeman hem, in tegenstelling met
den staat der liberalen, noemt de staat
kundige verwezenlijking van de Chris
telijke vrijheidsgedachte, n.l. van de ge
dachte, dat in de persoonlijke verhou
ding van God tot mensch, in de „cons
ciëntie" geen ander mensch, geen over
heid of staat dus, zich heeft te mengen.
En daarnaast, zij het op een ander plan,
waarborgt de liberale staat, krachtens
dezelfde gedachte, de vrijheid op poli
tiek en economisch gebied.
Zal evenwel de staat noch op gods
dienstig, noch op politiek, noch op eco
nomisch gebied vóór een bepaalde leer
partij kunnen en mogen trekken, dan
komt dit neer, en zoo ziet prof. Eigeman
hem ook, op de liberale staat als formeel
begrip, dat den materieelen inhoud, het
nationale leven als een kader omvat en
beschermt.
In het bovenstaande is beknopt, doch
naar men meent niet onjuist, de hoofdin
houd van het niet altijd even gemakke
lijk te volgen, immers vaak zich zelf her
halend, betoog van den schrijver weer
gegeven. Hetgeen het boekje verder be
vat is meer een uitwerking der hiervoor
geschetste beginselen, getoetst aan en
kele gevallen uit de praktijk. Allerminst
zal worden ontkend, dat het boekje veel
lezenswaard en belangwekkends bevat,
veel ook dat, niet slechts vrijzinnigen,
tot inkeer en bezinning kan brengen.
Met dat al een gevaarlijk en onprak
tisch boek onzes inziens. Niet omdat in
keer en bezinning gevaarlijk en onprak
tisch zouden zijn. Doch omdat hetgeen
hier wordt betoogd, aangenomen dat het
inderdaad praktisch uitvoerbaar is, eerst
zal kunnen worden verwezenlijkt, wan
neer een zeer groote meerderheid deze
dingen niet slechts met de lippen, doch
ook met hoofd en hart belijdt. En of het
ooit zoo ver zal komen, mag worden be
twijfeld, immers men zal steeds tegen
over zich vinden hen, wier credo op welk
gebied ook, hun de verplichting oplegt,
(Nijgh Van Ditmar, Rotterdam.)
door A. W. v, E.v. R.
66.
Bij üe gedachte aan het gerechtelijk
onderzoek verbleekte Cynthia en klem
de zij haar handen stijf in elkaar op
haar schoot, om het leven te weerhou
den. Fayre vond het het beste net te
doen alsof hij de opwinding niet zag.
„Zooals ik zei," ging hij kalm voort,
„besli ot ik vannacht de zaak geheim te
houden. Je kunt er verzekerd van zijn,
dat, wat mij betreft, er niets zal ge
beuren, wet bij Edward een spaak :.n t
wiel zal steken, en als wij op hem kun
nen rekenen, is de slag half gewonnen."
Hij gal haar eenige minuten tijd, om
zich te herstellen, en bracht haar toen
naar bet huis van haar tante terug,
waarna hij langzaam naar de club terug,
liep Onderweg peinsde hij over de
woerden, die Sybil Kean het meisje op
Staveley had toegevoegd. Hij kon ze
niet overeen brengen met haar zicht
bare angst, toen zij met hem over Les
lie had gesproken. Ongetwijfeld had zij
generkt, dat Cynthia op het punt stond
allé* moed te verliezen, en had zij ge-
loge*, in de hoop, haar weer gerust te
rieDeb, Lr; toch was dat niets voor Sv~
bil, zooals hij haar kende. Zij was de
niét slechts om anderen te overtuigen,
doch ook om hen te bekeeren, diegenen
m. a. w. voor wie het „Dwingt hen om in
te gaan" staat geschreven. En daarnaast
wil het voorkomen, dat Prof. Eigeman
bij herhaling den liberalen staat ken
schetsende als een formeel begrip, te
weinig rekening houdt met de werkelijk
heid, in zooverre die staat zich toch naar
buiten zal dienen te manifesteeren door
zijne ambtenaren, voor wie toch ook het
nihil humani me alienum geldt. Daarom
werd het boekje van prof. Eigeman een
onpraktisch boek genoemd; de inhoud
kan, vooralsnog althans, onzes erachtens,
veeleer een richtsnoer zijn voor den en
keling, dan de grondslag voor een nieu
we partijformatie. Gevaarlijk is het ech
ter, omdat het dit laatste, en naar wij
aannemen welbewust, dreigt te worden.
Zelfs geringe politieke ontwikkeling
doet vreezen dat pogingen tot een nieu
we partijgroepeering welke indien al
mogelijk slechts kan geschieden tenge
volge van een algeheele omschakeling
van tot nu toe beleden opvattingen, thans
aan den vooravond der te houden alge-
meene verkiezingen, niet slechts niet
zullen leiden tot eenig praktisch resul
taat, doch daarentegen zullen strekken
ten detrimente van bestaande politieke
formaties die, wat men overigens daar
tegen zou willen inbrengen, in elk geval
te vasten wortel hebben geschoten, dan
dat verwacht mag worden, dat reeds bij
den eersten bijlslag de boom zal vallen.
Ook voor de denkbeelden van prof.
Eigeman geldt tenslotte, hetgeen door
hem in zijn boekje wordt betoogd, dat zij
van onder op moeten groeien, willen zij
zich eenmaal kunnen doen gelden.
M.
T.
Onze financieele deskundige schrijft
ons uit Amsterdam dd. Donderdag:
Het behoeft nauwelijks betoog, dat de
krachtige koersstijging, die in de eerste
dagen van de afgeloopen week op de
Amsterdamsche aandeelenmarkt viel
waar te nemen, niet zijn oorzaak heeft
gevonden in de verwachting van een
spoedige verbetering van den toestand
in het bedrijfsleven. Een plotselinge ster
ke vraag naar aandeelen, gepaard met
een belangrijk aanbod van obligatiën, is
een kenmerkende uiting van de vrees
voor depreciatie van de landsvaluta. In
derdaad is het niet te miskennen, dat er
een zekere angst heeft bestaan voor de
waardevastheid van den gulden, veroor
zaakt door de gebeurtenissen in de Ver.
Staten en de mogelijke opheffing van
den gouden standaard daar te lande.
Hieraan kan onmiddellijk worden toege
voegd, dat deze angst voor een goed deel
al weer tot het verleden behoort, zooals
trouwens duidelijk daaruit blijkt, dat op
de aandeelenmarkt een scherpe reactie
is ingetreden, terwijl daartegenover de
stemming op de obligatiemarkt veel
vaster is geworden.
Ook op de buitenlandsche wisselmarkt
is de situatie in den loop der week aan
merkelijk gewijzigd. Aanvankelijk is dui
delijk de invloed van een „vlucht voor
den gulden" te constateeren geweest.
Vooral in de verhouding van den gul
den tegenover den Franschen franc en
het Pond Sterling kwam deze tot uiting.
Het Pond Sterling steejg van 8.50 op
4 Maart tot 8.12% op 7 Maart j.l. de
4 Maart tot 8.7514 op 7 Maart j.l. de
Fransche franc van 9.76 tot 9.81 Vi. De
stijging van laatstgenoemd devies zou
nog grooter zijn geweest, wanneer deze
niet door afgifte van goud door de Ne-
laatste, om iemand opzettelijk met een
valsche hoop te vleien.
Hij was nog geheel van haar vervuld,
toen hij het pakje brieven opnam, dat
hem in de club wachtte, en hij kreeg 'n
schok, toen hij op een er van Sybil's
handschrift herkende. Hij opende hem
haastig. Er zat een gesloten enveloppe
in, zonder adres, met een brief van Sy
bil er omheen, die aldus luidde:
„Beste Hatter, de bloemen waren
beeldig. Het was net iets voor jou er
om te denken. Binnen een paar dagen
ben ik van den dokter af en zal ik je
persoonlijk kunnen bedanken, in plaats
van met zoo'n gewoon briefje, waar
door ik veel zieker lijk dan ik werke
lijk ben. Ik kom wonderlijk gauw bij,
maar het was bij dezen keer op het
kantje af, Hatter, en dat heeft mij tot
nadenken gebracht. Vertel het niet aan
Edward, maar ik heb een sterk voorge
voel, dat de volgende aanval de laatste
zal zijn. Ik wou, dat je wat voor mij
deed en den ingesloten brief bij je privé-
papieren opborg. Als ik kom te ster
ven, voordat John Leslie's zaak berecht
is, en als hij veroordeeld wordt, wou ik,
dat je hem opende en las, en hem dan
aan Kean liet lezen. Als John Leslie
wordt vrijgesproken, of als ik nog le
vend ben aan het eind van het onder
zoek, vertrouw ik, dat je hem ongele
zen zult verbranden. Je zult wel den
derlandscne Bank was tegengehouden.
Ofschoon de goudafgifte op zich zelf
niet verontrustend was, immers is
de Nederlandsche Bank, dank zij haar
geweldigen goudvoorraad, tegen de aan
haar gestelde eischen gemakkelijk op
gewassen heeft zij toch aanleiding
gegeven tot ongunstig commentaar en 't
wantrouwen in den gulden is er verder
door toegenomen.
Nu inmiddels in de Ver. Staten eeni
ge ontspanning is ingetreden, is men
ook de verhoudingen hier te lande we
der kalmer gaan beoordeelen. Hiertoe
heeft niet in de laatste plaats de on
dubbelzinnige verklaring van den pre
sident der Nederlandsche Bank, dat hij
den tot dusverre gevoltfden weg tot
handhaving van den koers van den gul
den consequent zal blijven volgen, het
zijne bijgedragen.
Nu kan de toestand in ons land, zelfs
wanneer men met de moeilijke positie
van onzen landbouw en vooral de be
lemmering van den export rekening
houdt, niet vergeleken worden met de
reeds sinds lan-' intrinsiek vooze ver
houdingen in Amerika. Vooral de posi
tie onzer banken onderscheidt zich
gunstig van die der Amerikaansche.
Hun toestand kan als volkomen liquide
worden aangemerkt en hierdoojr izou-
den zij volkomen in staat zijn, uit eigen
kracht aan groote opvragingen van de
posito's te voldoen. Juist de weten
schap, dat men te allen tijde over het
tegoed bij de Nederlandsche banken
kan beschikken, heeft tot gevolg, dat
vrijwel niemand hier er aan denkt, zijn
deposito's op te vragen.
De terugkeer van het vertrouwen
heeft zich op de buitenlandsche wissel
markt weerspiegeld in een krachtig
herstel van den guldenskoers, resp. een
teruggang van de koersen der andere
valuta's. De noteering voor Ponden is
weer tot 8.58 gedaald; de Fransche fr.
noteert 9.78 en ligt hiermede beneden
den koers, waarop gouduitvoer naar
Frankrijk loon end is. Aan de goudver
schepingen is dan ook reeds een einde
gekomen.
Door de koersdaling, die in den aan
vang der week op de obligatiemarkt
was ingetreden, zijn natuurlijk in de
eerste plaats de in dollars luidende stuk
ken getrotfen.
Voor de Nederlandsche staatsleenin-
gen waren de koersfluctuaties welis
waar niet te vergelijken met de sterke
koersbeweigingen in dollar-fondsen, maar
toch zijn ook zij met de algemeene ten-
denz op en neer gegaan. De gemeente-
leeningen waren eveneens aanvanke
lijk flauw, doch later in krachtig her
stel. Duitsche obligaties hebben het
best weerstand igjeboden aan den ver
koopdruk in den aanvang der week, in
overeenstemming met de vaste tendenz
op de Berlijnsche beurs.
Het koersverloop van de aandeelen
markt is, als boven reeds opgemerkt,
omgekeerd evenredig geweest aan dat
der obligatiemarkt. De door de ongemo
tiveerde vrees voor de stabiliteit van
den gulden veroorzaakte vraag heeft
voornamelijk de koersen van de leiden
de fondsen sterk omhoog gedreven. In
twee dagen tijds stegen aandeelen Phi
lips ruim 15 pet. Toen echter de drang,
om zich door het bezit van „Sachwerte"
tegen een eventueele depreciatie van
de landsvaluta te beveiligen, niet meer
aanwezig was, is de koers weer scherp
teruggeloopen.
Nu kwam hier ook bij, dat de uitvoer
van radio-artikelen, waarvan de cijfers
voor Februari dezer dagen zijn gepu
bliceerd, een nieuwen teruggang met
1.4 millioen te zien geven, nadat Ja
nuari reeas een half millioen bij Decem
ber ten achter was gebleven. De uit
ken, dat ik jgjek ben, en in den laatsten
tijd heb ik mijzelf wel eens afgevraagd,
of ik het niet werd, maar jij bent
de eenige vriend op wiens trouw ik
weet mij geheel te kunnen verlaten. Ik
weet, dat je zult doen wat ik je ver
zoek, zonder iets te vragen. Goeden dag
beste Hatter, tot ziens. Zij willen mij
niet verder laten schrijven.
Sybil."
Verbaasd keek Fayre naar den
brief en zijn inhoud, toen ging hij naar
de schrijftafel en schreef met zijn duide
lijk, net handschrift op de enveloppe:
„Infgqval ik sterf, ongelezen te ver
branden."
Toen hij dit gedaan had, borg hij den
brief zorgvuldig weg in zijn zakboek
bij het kiekje, dat miss Allen hem had
gegeven,
„Zij weet het,"' sprak hij ernstig bij
zichzelf, „en zij houdt de waarheid voor
Edward verbotten. Geen wonder dat
de strijd haar bijna gedood heeft!"
HOOFDSTUK XXI.
Sybil Kean's zonderlinge brief had
Fayre een gevoel van ontzetting, ge
paard aan verlichting, bezorgd. Uit den
warboel van feiten, die hij tevergeefs
had getracht te ontknoopen, had ten-
I minste één ding zich op onverklaarbare
wijze los gemaakt. Niet alleen was la
CHIEF WHIP
(Ingez. Med.j
voer in Februari was een kleine twee
ton kleiner dan in de overeenkomstige
maand van het vorige jaar. Tegelijker
tijd is de uitvoer van metaaldraadgloei
lampen, die sinds October een gestadi
ge verbetering had igjetoond, voor het
eerst weer teruggegaan, n.l. van 804.000
gulden tot 669.000 gulden, waarmede 't
echter nog 20.000 boven Februari '32
blijft. Op zich zelf, en verigeleken met
de ongunstige maanden van 1932, wa
ren de uitvoercijfers voor Februari, zoo
wel voor radio-artikelen als voor gloei
lampen, nog niet zoo slecht. Het is ech
ter te vreezen, dat de dalende lijn zich
verder zal voortzetten.
Zeer vast, bij levendigen handel, wa
ren aanvankelijk aandeelen KoninktqKe
Petroleum; het fonds was vooral ge
vraagd door de Farijsche arbitrage, in
verband met den hoogeren francskoers.
Ook hier bleef een vrij scherpe reac
tie echter niet uit.
Aandeelen Nederlandsche Ford, Uni
lever e.d. hadden alle een overeenkom
stig verloop. Voor Aku's waren de
koersbewegingen niet zoo groot. Toen
tegen het midden der week de meeste
andere fondsen daalden, kon de koers
voor dit aandeel zich handhaven, me
de dank zij de betrekkelijk gunstige
ontwikkeling van den uitvoer van
kunstzijde-garens in Febr. Met een
hoeveelheid van 643 ton tegen 605 ton in
Januari, en een waarde van f 1.26 mil
lioen tegen f 1.9 millioen in de vorige
maand, is de gemiddelde waarde per kg
uitgevoerde kunstzijde onveranderd ge
bleven op f 1.97.
Suikeraandeelen hebben goede belang
stelling getrokken. De koersstijging is
nog in de hand gewerkt door betere be
richten van de Java-suikermarkt. De Ni-
vas heeft aanzienlijke hoeveelheden sui
ker uit oogst 1931 voor den onverander-
den prijs van f 5.75 per 100 kg. verkocht,
waarna de limiet met f 0.12 34 per 100 kg
is verhoogd. Voorts werd een kleine par
tij uit oogst 1932 van de hand gedaan, te
gen f 6.25 per 100 kg, d.i. dus belangrijk
hooger dan de prijs, die voor oogst 1931
is gemaakt. Toch hebben ook suikeraan
deelen, onder leiding van H. V. A's, zich
niet aan de algemeene reactie kunnen
onttrekken.
Tabakken, die vrij sterk door de wil
lige stemming waren meegesleept, heb
ben tijdelijk een gevoelig koersverlies
moeten boeken. Ook Rubberaandeelen
hebben zich niet op de hoogste noteerin
gen kunnen handhaven.
Hieronder volgt een overzicht van 't
koersverloop:
4 Nederland 1933 99, 97, 98%
dy Kean reeds op de hoogte van het
nieuws, dat hem zoo onverwacht had
bereikt een nieuws, dat hij gaarne
verre van haar had willen houden
maar zij had het opzettelijk niet aan
haar echtgenoot verteld. Hij twijfelde er
niet aan, of de waarheid stond in den
brief, dien zij hem verzocht had, slechts
in geval van haar overlijden te openen.
Ook was het hem duidelijk, dat zij op
hem vertrouwde, om het nieuws zoo
voorzichtig mogelijk aan Kean mede te
deelen. „Voor Edward zou het geen
verschil meer maken," bedacht Fayre
grimmig, „als hij het eenige wezen had
verloren, waarop zijn geheele leven was
samengetrokken.
Het laatste, wat hij dien avond deed,
was de lamp boven zijn bed aan te
draaien en voor de tiende maal haar
brief te herlezen, en hij verwonderde
zich over de kracht en de toewijding
van de vrouw, die hij zoo' goed meende
te kennen, maar die hij tenslotte zoo
weinig had begrepen. Hij besefte, hoe hij
haar liefde voor Kean had onderschat,
en hoe hij zich had vergist, toen hij ge
meend had, dat haar hart onherroepe
lijk met haar eersten man in 't graf was
gedaald, en hij verwonderde er zich
over, door welke vrouwelijke logica zij
er in was geslaagd, haar geweten te sus
sen ten opzichte van de teleurstelling,
wat hem in haar brief verbaasde, was
haar verzoek, hem niet te lezen, in ge
val Leslie werd vrijgesproken. Hoe hij
ook nadacht, hij kon geen verband vin
den tusschen het gerechtelijk onderzoek
en het nieuws, dat, naar hij meende, in
den gesloten brief saond. Een ding stond
vast: bij de eerste gelegenheid de beste
moest hij Sybil opzoeken en haar ver
tellen, dat hij haar geheim kende. Hij
twijfelde er niet aan dat zij zich door
haar getob in leterlijken zin in het graf
bracht.
Zooals het nu liep, waren al zijn
plannen verijdeld. De volgende drie
dao'en bezocht Fayre tevergeefs het huis
in Westminister. Men zeide hem, dat„La-
dy Kean nimand mocht ontvangen, en
op den vierden dag hoorde hij dat de
vrees van den dokter bewaarheid was
- zij bad een nieuwen aanval van haar
hart gekregen, zelfs nog heviger dan de
vorige.
Een week lang zweefde zij tusschea
leven en dood, en toen trad er bijna als
door een wonder beterschap in. Kean
was onzichtbaar, wanneer Fayre zich
ook meldde, en Grey, die elk uur vrees
de, dat lady Kean zou sterven, beken
de, dat hij meer en meer pessimistisch
gestemd weder ten opzicht van Leslie's
kansen.
(Wordt vervolgd).