DE ROODE VULPENHOUDER m VERKEERSWEZEN P. T, T. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 7 JANUARI 1933. No. C. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. De moderne Siësta-fanteaP voor 1933 f5# f© MEUBELEN PERSKRONIEK. Middagvergadering. De heer VAN 'T HOF spreekt een woord van waardeering over de finan- cieele maatregelen van Ged. Staten nu reeds- jaren lang, waardoor men nu geen maatregelen moet nemen, die men zou betreuren. Men neemt ieder jaar 25.000 gulden minder van vorige diensten, en daH komt men tot op zichzelf sluitende begrootingen. Spr. is niet voor ophef fing van alle reserves, maar wijst ander zijds op de mogelijkheid, dat men de belastingen zou moeten verlagen. Men moet dus oppassen. Spr. is het met den heer Overhoff eens inzake den Raad van advies der P.Z.E. M. De heer DOMINICUS meent, dat er wel degelijk bezuinigd moet worden. In twee jaar is het inkomen van een groep bedrijven met 57 a 58 pet. teruggegaan. Spr. zou enkele subsidies niet willen verlagen. Landbouw is zeker belangrijk, maar toch wil spr. in dit geval de sub sidies van de gezondheidszorg niet ver lagen. De heer PAAP bespreekt de salaris sen. De menschen in dienst der provin cie hebben recht op een menschwaardig bestaan. Spr. kan begrijpen, dat er zijn met te lage salarissen, maar nu wil men bij de nieuwe ambtenaren gaan vermin deren, en dan krijgt men ongelijkheid tusschen twee personen met dezelfde functie. Als men bezuinigen moet, dan moet dit over heel de linie. De heer KODDE heeft de verstrek te cijfers nagezien en komt tot de con clusie dat /«Ö63.391 wordt ingeteerd op den gewonen dienst. Reeds bij de be grooting 1931 was dit ten slotte 196.000 gulden. Als men het juist ziet is er niet 25.000, doch maar 16.000 minder uit de reserves genomen. Daarbij komt, dat er 70.000 minder voor de calamiteuze polders is uitgetrokken. Men zal op den duur toch tot subsidievermindering moet komen en dan is het goed er zachtjes aan te beginnen. Spr. vraagt nog eens naar een vergelij kenden staat met het geen in andere provincies voor de ambtenaren wordt uitgegeven, voornamelijk als totaal. De heer v. d. WART brengt ook hulde aan Ged. Staten en juicht het toe, dat men nog niet salarisverlaging voorstelt. Het verschil in salaris is bij het rijk reeds jaren in toepassing. De subsidie vermindering is een zeer moeilijk vraag stuk. Spr. wijst op de wenschelijkheid van lager tarief van de P.Z.E.M. aan de ziekenhuizen. De heer VAN DUIN kwam terug op zijn vragen inzake het gebeurde aan het Katsche Veer en het daarop gegeven antwoord. Spr. meende, dat er te Zie- rikzee nog lag „de Voorwaarts" van 't rijk, die wel voor niets en een goede motorboot, die een luttel bedrag zou hebben gekost. De aanschaffing van een draadlooze installatie kost veel, maar de veiligheid bevorderen is plicht, en nu de taktiek voorschrijdt, moet men er gebruik van maken en spr. hoopt, dat binnen afzienbaren tijd al de booten der provincie van een draadlooze installatie zullen zijn voorzien. De heer DUMOLEIJN bepleit ook 't leggen van den weg PhilippineDrie kwart rond en niet door het dorp Phi lippine. De verbindingsweg Oost-West zou goed te krijgen zijn door een kleine onteigening. De heer VOGELAAR had gaarne ge zien, dat Ged. Staten maatregelen ge nomen hadden voor de nog duistere toe komst. Spr. wil op alles bezuinigen, maar niet op de subsidies. door A. W. v. E.v. R. 12). - Er lag verlegenheid in haar begroeting. Sybil Kean's gedistingeerde echtgenoot was een der weinigen, voor wien zij vrees koesterde, en zij voelde zich niet alleen verantwoordelijk voor zijn aan wezigheid op een onmogelijk uur op deze vervelende plaats, maar zij was zich ook bewust, dat hij de reis niet zou hebben gemaakt als zijn vrouw er hem niet toe had overgehaald. Deze wetenschap had er haar toe doen besluiten aan den trein te komen en hem eerst alleen te spreken, in de hoop, zijn sympathie te winnen en hem er toe te brengen meer dan een vluchtige be langstelling voor John Leslie's zaak te gevoelen. De aanblik van zijn donker, ondoor grondelijk gelaat en den meedoogenloo- zen mond met de dunne lippen, deed haar moed in haar schoenen zakken, en zij voelde zich beklagenswaardig jong en zeer hulpeloos, toen zij zich naar hem toe haastte, „Ik moet u spreken en bedanken, sir Edward," begon zij bijna buiten adem, „Sybil vertelde mij, dat u over kwam om In weerwil van zijn ergernis werd Kean getroffen door haar zichtbare wanhoop. De heer DEN BOER meent dat de raad van advies der P.Z.E.M. moet lui- heer S.D.A.P.'er toepast het idee, dat i den, aan Ged. Staten overbrengen, de zieke zich moei in beelden dat hij j Spr. zegt bereid te zijn met het be niet ziek is. Spr. wil iedere bezuiniging stuur van het Wit-Gele-Kruis nader te met beide handen aanpakken. Het is 1 onderhandelen. Spr. meent, dat de Sta- niet goed alle reserves op te maken en ten de voorstellen moeten aannemen of men moet den weg der versobering op. niet. Inzake de subsidies weet men niet welke i J}e heer VAN BOMMEL VAN VLO- vereenigingen men moet uitschakelen, j JEN verdedigt de 10.000 voor het we- voor ieder is wat te zeggen voor het genonderhoudsfonds. behoud. j De heer VAN ROMPU bespreekt de De heer ONDERDIJK wijst er op, dat kwestie der pontonknechts te Walzoor- men nu reeds verschil heeft door huis- den. De agent krijgt van de provincie huur, al Gf niet pensioenaftrek enz. een toelage voor het aanstellen van het Men moet dus niet bij het rijk kijken, j personeel, dit is ook zoo te Kortgene, te Spr. meent, dat vroeger reeds voor- j Wolphaartsdijk en te Zierikzee, de be stellen afgewezen zijn op grond van trokken personen krijgen een goed loon. slechten toestand, die nu overdreven Spr. wil de weduwen een pensioen ver- blijkt te zijn. Er is geen enkele reden zekeren en ook de menschen zelf op 65- om de 6000 bij wijze van lapmiddeltje jarigen leeftijd. Een fauteuil met bijzondere eigenschappen Siësta's zijn anti-mot,' bezitten eer. gepatenteerdeveering en worden noar keus bekleed. De p r ij z e n z ij Dir. F. J. ZEEGERS Prinsengracht 709-713 Leidschestraat 73 AMSTERDAM [Ingez. Med.) te gebruiken De heer PAAP repliceert en meent, dat alleen nieuwe ambtenaren verlagen, niets beteekent, dan moet men het allen doen. De heer KALLE, bepieitte het als nog het geven van subsidie aan het Wit gele Kruis. De heer DIELEMAN zeide, dat het reglement inzake de polder ambtenaren nog niet is goedgekeurd. De werkloosheidscommissie werkt wel degelijk en dit blijkt uit enkele met Het is makkelijk achteraf als de heer Van Duin deed, te zeggen wat na een scheepsongeval moest gebeurd zijn, maar als men er zelf voor staat is het anders. De heer ONDERDIJK repliceert en doelde op voor eenige jaren, toen men hem ten onrechte bestreed met den deun „Wie zal betalen", terwijl er geen vuiltje aan de lucht was. De heer HAMELINK kwam er nog weer tegen op, dat er onderscheid is tusschen de pontonknechts der verschil lende veeren en meent dat die te Wals name genoemde werken van polders. oorden ook recht hebben op een rechts- De commissie helpt, waar het mogelijk positie. Als er nog zulke gevallen zijn, is, maar neemt ook zelf initiatief voor, zal spr- ook voor verbetering daaraan werken. Men stuit echter meermalen j gaarne medewerken. op niet voldoende medewerking van pol- derbestuuren. De weg PhilippineDrie kwart is 'n kwestie van groot belang, men zal zoo spoedig mogelijk met een oplossing komen. De loonen bespreken de zet spr. uiteen hoe de lage loonen die genoemd waren, in de praktijk niet voor komen. Spr. geeft over de planneji met wegen in ZeeuwschVlaanderen verschillende mededeelingen, Wilt men wat bereiken, dat moeten de polders medewerken en moet men zekerheid hebben, dat het Rijk steunt. De heer VAN DUSSELDORP bracht dank aan de leden, die hulde brachten aan Ged. Staten. Het ligt niet op den weg van een overheidslichaam de toe stand nog somberder te maken als zij is. Toch, de toestand is werkelijk som ber, en de heer Onderdijk mag dien niet te mooi voorstellen. De toestand van de provincie is ern stig, ieder jaar wordt belangrijk inge teerd. Er is ruimer afgelost, dan noodza kelijk was. Het goed slot 1931 is veel minder dan over 1930 en men moet re kenen op het lang duuren van de cri sis. Men moet deze begrooting op zich zelf beschouwen en er rekening mede hou den dat men in 1938 is op gereserveerd. Spr. zegt, dat Ged. Staten ook wel de gelijk de kwestie van eventueele sa larisverlaging onder het oog hebben ge zien, maar zij kwamen tot de overtuiging dat er niet aan getornd moet worden, speciaal de hoofdambtenaren staan ver re achter bij die in andere provinciën. Hoe het over een jaar zal gaan, is nog niet te zeggen, maar nu is salarisverla ging niet nóodig. De subsidies wilden men eerst in klas se verdeelen, maar men kwam over de indeeling niet tot overeenstemming. Men moest toen wel tot één maatstaf komen en kwam tot 10 pet. Spr. vindt het ook jammer dat bijv. de Prov. Ver. tot bestrijding der t. b. c. minder zal krijgen, maar het is be ter zachtjes aan te beginnen met ver lagen, vele gesubsidieerde vereenigingen komen niet aan het begrootingscijfer, waarvan de 10 pet. worden afgetrokken dus in werkelijkheid is het dan minder. Salarisverlaging om de grondbelasting te verlagen kan spr. niet aanvaarden. Hij zal de vraag bf de doodsklok over den Als er geen voorstellen van Ged. Sta ten zijn, zal sprekers fractie er mede komen. De heer STAVERMAN verdedigt na der zijn voorstel inzake van gezond heidszorg en gezondheidskracht. De heer DE BAARE blijft er bij, dat de financieele toestand niet zoo is om deze subsidies te moeten verlagen. Er zijn drie groepen, een wil bezuinigen, één ten deele en één en daar hoort spr, bij, wil het geheel nalaten omdat er geen financieele noodzaak voor is. De heer VAN DUIN ,blijft er bij, dat de directeur van den Oosterschelde- dienst niet goed heeft gehandeld. De algemeene beschouwingen ivorden gesloten. Het voorstel-de Baare om de subsi dies niet te verlagen wordt verwor pen met 24 tegen 12 stemmen. Gestemd wordt over de volgende sub sidie verlagingen; Voor de paardenfokkerij, gehand haafd met 26 tegen 10 stemmen. Voor de verpleging van behoeftigen doofstommen. Hierover staakten de stemmen (1818). Voor de verpleging van behoeftige blinden. Deze verlaging wordt verwor pen met 19 tegen 17 stemmen. Provinciale Zeeuwsche Vereeniging tot bestrijding der t.b.c. Deze verlaging wordt verworpen met 19 tegen 17 stem men. Provinciale Zeeuwsche Vereeniging „Het Groene Kruis". Over deze verla ging staken de stemmen (1818). Kinderherstellingsoorden. Over deze verlaging staken de stemmen (1818). Commissie voor de hygiëne van het kind. Ook hier staking van stemmen. Drankbestrijding. Aangenomen met 24 tegen 12 stemmen. Artikelsgewijze behande ling. De heer ONDERDIJK vraagt den as sistent der bibliotheek in een vaste rang -te plaatsen. De heer DIELEMAN zegt overweging toe, maar men wilde destijds geen par- tieele salariswijziging. Hierna werd de begrooting z. h, s. vastgesteld. De vergadering werd te 5 uur geslo ten. De volgende vergadering werd be paald op Dinsdag 24 Januari des mor gens te 10 uur. (Ingez. Med.) „Het leek mij het beste de dingen maar dadelijk aan te pakken", zei hij vriendelijk. „Sybil zei, dat u mij graag wilde spreken." „Ik wou u zoo graag om raad vragen. Er is iets, wat mij verontrust, en nie mand schijnt in het minst te weten, wat er gebeurt of wat er gedaan moet wor den. Het wachten valt zoo zwaar. Het maakt, dat je je allerlei dingen gaat ver beelden. Zij hebben zelfs nog niet eens gezegd, dat zij John verdenken, maar zij gedragen er zich aldoor naar, en zij hebben de boerderij doorzocht, alsof zij er iets verwachtten te vinden. Intusschen zijn zij steeds om en bij hem. Zij praatte bijna onsamenhangend en Kean kon zien, dat zij op het punt stond in tranen uit te barsten en ze met moeite terughield. „Het heeft op uw zenuwen gewerkt", zei hij kalm. „Ik stel voor, dat wij het onderwerp heelemaal laten rusten, tot dat u wat ontbeten hebt. We zullen naar het stationshotel gaan en kijken, wat zij daar voor ons hebben, en daarna moet u mij de heele zaak vertellen, en zal ik u zoo goed mogelijk raad geven. Ik heb ruim den tijd, voordat mijn trein gaat; u zult de dingen anders bekijken, als u wat gegeten hebt." Zij schonk he een dankbaar lachje en volgde hem, zonder iets te zeggen. In het hotel bestelde hij eten en toen dat gebracht werd, stond hij er kalm, maar flink op, dat zij het eer aandeed, ter wijl hij zichzelf ook te goed deed en 't De Weldadxgheidszegels, De Ned, Ver. van Postzegelhandelaren te 's-Gravenhage heeft het volgend adres aan den minister van waterstaat gezon den; De afname van de weldadigheidsze- geis, de z.g. „Kerstzegels", is het afge- loopen jaar 1 in de Iiandelaarskringen beduidend minder geweest aan vorige jaren. De leden onzer vereeniging zijn una niem van meening, dat zulks is toe te schrijven aan de minder geslaagde uit voering dezer zegels, welke over het algemeen als zeer leelijk wordt gekwali ficeerd, hetgeen ook op den afzet naar het buitenland, een der belangrijkste af nemers dezer zegels, van veel invloed is geweest. Ware de uitvoering dezëU'weldadig- heidszegels fraaier, aantrekkelijker en voor het publiek begrijpelijker geweest, dan zou het resultaatzeker gunstiger zijn geweest. Bij een vergelijking onzer zegels met die met hetzelfde doel in andere landen uitgegeven, valt het op, dat de uitvoe ring van onze zegels veel te wenschen overlaat, en zij niet zijn, zooals het pu bliek verwacht, n.l. postzegels in fraaie, smaakvolle teekening, mooi van kleur en druk. Wij zouden derhalve Uwe Ex cellentie beleefd in overweging willen geven, dat bij de eerstvolgende uitgifte van deze soort zegels rekening worde gehouden met de eischen, die onder meer door buitenlandsche handelaren gesteld worden aan de uitvoering, ter wijl een gunstige beoordeeling in de buitenlandsche philatelistische organen mede van grooten invloed is op de afname. Een en ander zal het beoogde doel dezer bijzondere uitgifte en de opbrengst zeker ten goede komen. Mocht uwe Excellentie t.z.t. aanlei ding vinden onze meening bij gelegenheid van het uitgeven van nieuwe weidadig- heidszegels te vernemen, dan zal onze vereeniging er hoogen prijs op stellea U ten deze de noodige voorlichting en medewerking te mogen geven en ver- leenen. rt!'5l>rt«S:«rz*S«i*3»E»5MKJBaS»SBBR«?i.TSRESBHa gesprek hardnekkig op onverschillige onderwerpen hieldl Pas toen de maal tijd geëindigd was en hij haar een siga ret aangeboden en er zelf ook een had opgestoken, veroorloofde hij haar ge moed uit te storten. „Vertel u mij nu eens, waarover u mij wilde raadplegen." Zijn toon was kort en zakelijk, en ver sterkt door het voedsel, dat zij hoog noodig had gehad, was zij in staat haar gedachten te verzamelen en ze duide lijk in woorden uit te drukken. Zij gaf hem een kort verslag van wat cr gebeurd was. De voornaamste feiten had hij al uit de kranten vernomen, waarin mrs. Draycott's laatste portret onder het hoofd „De vermoorde vrouw" had gestaan. Over eenige punten onder- j vroeg hij haar scherp, maar verder liet j hij haar de geschiedenis op haar eigen manier vertellen. Toen haar verhaal uit' was, bleef hij een oogenblik zwijgend, achterover in zijn stoel geleund, zitten, rooken. Daarop boog hij zich voorover en keek haar met zijn heldere oogen scherp aan. „Waar was Leslie, toen dat op de hoeve gebeurde?" vroeg hij. Cynthia ontmoette zijn blik onbe schroomd. „Bij mij", antwoorde zij eenvoudig. „Waarom zegt hij dat dan niet?" „Daarover wou ik u juist spreken. Het zuivert hem niet van de verdenking. Ziet u, hij was niet bij mij, toen de moord gepleegd werd. En nu wil hij niet hebben, dat ik iets zeg, omdat hij bang is, dat ik er zonder noodzaak in zal be trokken worden. Ik vind, dat hij onge lijk heeft en dat hij het moet vertellen. Dat moeder zoo tegen onze verloving is, maakt alles zooveel moeilijker". „Wanneer was hij bij u?" „Van vijf uur tot bij half zes. Daarna deed hij precies wat hij zei hij maak te een lange wandeling en ging niet voor een uur of acht naar de boerderij te rug, Het was werkelijk alles mijn schuld." Zij zweeg, alsof het haar moeite kost te, verder te gaan, „Het is het beste, dat u precies ver telt, wat er gebeurde," klonk sir Ed ward's rustige stem. aarzelend voort. ,,U weet, hoe moeder over ons engagement denkt. Vader houdl van John, en als het niet om haar was, zou hij er niets op tegen hebben. Laatst heeft zij geprobeerd John te be praten, door hem te vertellen, dat hij mijn jong leven verwoestte en al dien onzin meer. En die arme oude John kreeg gruwelijk het land en daarna slik te hij abes, wat zij zei, en gedroeg zich later als een echte idioot boot mij aan de verloving te verbreken en zoo al meer eens heeft hij het al gedaan en toen kregen wij hevige ruzie en heb ik bijna een week niet tegen hem ge sproken. Maandag gingen mijn ouders naar Londen, en den Hemel zij dank, zitten zij er nu nog, anders zou ik het niet kunnen verdragen. John en ik spraken af elkaar om vijf uur bij het Meer liberale invloed gewenscht. In het eerste nummer van „Het Libe rale Weekblad", orgaan van de afd. Am sterdam der Liberale Staatspartij, schrijft mr. D. Fock, de algemeene par tijvoorzitter, o.m.: „Te Amsterdam denkt men uit den aard der zaak aan den vrijhandel, dien wij altijd hebben voorgestaan. En nu, in deze abnormale tijdsomstandigheden blijkt wel, hoezeer wij te dezer zake al tijd het juiste beginsel hebben verdedigd. Verschillende Regeeringen hebben, door hooge tolmuren en door allerlei soorten van voor den handel belemmerende en vernietigende bepalingen toestanden in het leven geroepen, waarvan ieder ge voelt, dat zij schadelijk zijn zoowel voor het eigen land als voor andere landen. Meer en meer dringt gelukkig de over tuiging door, dat de hooge douanerech ten moeten worden ingetrokken en dat de belemmeringen, die den handel tref fen, moeten vervallen. Onze conventie met België en Luxemburg is een eerste stap op den goeden weg; zij; is een bewe ging in de richting van den vrijhandel. Laat ons hopen, dat deze eerste be scheiden stap spoedig door andere ver der gaande stappen zal worden gevolgd. En Amsterdam heeft den strijd te voeren tegen de bedenkelijk hooge loonen van het gemeente- personeel. Ook te dien opzichte hebben onze liberale vertegenwoordi gers telkens en telkens gewezen op de bedenkelijke gevolgen van het sociaal democratisch bestuur, dat door anti-re- volutionnairen en katholieken werd ge steund. Om eindelijk nog een voorbeeld te noemen, wijs ik op de winkelslui tingswet. De winkeliers moesten tegen zichzelf worden beschermd, zoo heette het. Men heeft niet geluisterd naar de oppositie der liberalen en zelfs de motie, die van liberale zijde in de Tweede Kamr is ingediend en die strek te tot uitstel van de uitvoering der rvet, verworpen, zonder er een woord aan te wijden. De feiten toonen ons, hoezeer de li beralen gelijk hebben. De ongewenschte bescherming der winkeliers leidde voor zeer velen hunner tot groot verlies, en de algemeene vergadering van den Ko ninklijken Nederlandschen Midden standsbond, in Juli j.l. te Arnhem ge houden, heeft dan ook een krachtig pro test tegen de wet doen hooren. Ik bepaal mij tot de korte vermel ding van deze enkele onderwerpen; maar dit schijnt mij genoeg om te doen uitkomen, hoezeer belangrijke verster- kreupelboschje bij de Home Farm te ontmoeten en dan een lange wandeling i te gaan maken. Daarna zou ik naar huis gaan om mij te kleeden voor het diner bij Miss Allen, en wij hadden afgespro ken dat John mij tegen elven van haar huis zou afhalen en mij in mijn auto naar Staveley zou brengen. Ziet u, als mijn ouders thuis zijn, hebben wij nooit tijd voor elkaar, en nu wilden wij pro- fiteeren van hun afwezigheid. Om vijf uur ontmoetten wij elkaar, juist zooals wij hadden afgesproken, maar wij gin gen niet wandelen. John had moeder den dag tevoren ergens ontmoet en zij had hem weer volgestopt met de gewone nonsens. Hij begon allerlei onzin te pra ten, dat hij nog in geen jaren met mij zou kunnen trouwen, en dergelijke din gen, en dat hij de verloving zou ver breken. Het eind was een geweldige ruzie; ik zei, dat hij niet van mij hield en meer van die dingen, die iemand zegt, als hij woedend is, en zoo scheid den wij. En ik veronderstel, dat die arme kerel opgewonden was en ^daarom die dwaze wandeling ging maken, en nu zitten wij in de knoei. Als ik maar niet zoo'n ezelin was geweest zouden wij 'hij elkaar zijn gebleven en dan zou al les in orde zijn geweest." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5