TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O, DE GOESCHE COURANT) VAN VIUJDAG 6 JANUARI 1933. No. 5.
PROVINCIALE STATEN
VAN ZEELAND.
GEMEENTE-BELASTINGEN.
(402)-
*Ë>J-
s»
Tweede zitting van 1932.
Middagvergadering.
in de Donderdagmiddag voortgezette
-vergadering kwamen de volgende voor
.stellen aan de orde::
Stoombootdienst Stavenisse
ZijpeAnna-J acobapolder.
Ged. Staten stelden voor de subsidie
aan R.T.M. voor bovengenoemden boot-
dienst terug te brengen van 5000 op
2000 per jaar.
Dit voorstel gaf in de afdeelingen aan
leiding tot verschillende opmerkingen
Er waren leden, die ook 2000 nog te
hoog vonden en andere die meenden dat
het te laag is, weer andere, dat het fei
telijk maar aan een paar particulieren
ten goede komt, weer andere willen be
paald zien, dat des Zondags niet zal wor
den gevaren. Ook waren er die 2000
als maximum zouden bepaald willen
zien. Ook wees men er op, dat de ge
meenten niets doen en de bijdrage, die"
Stavenisse gaf, kwam nog van particu
liere zijde. Een ander lid meent juist dat
het is in het belang van de opkomst van
de fruitteelt en dat Tholen stiefmoeder
lijk bedeeld wordt, waartegen anderen
opkomen, wijzende op de brug en de
waterleiding. Verder is er o.a. nog op-
gewezen, dat de provincie toch ook geen
steun vraagt aan Vlissingen en Neuzen
voor den bootdienst tusschen die plaat
sen. Zoo kwam ook nog naar voren, dat
de fruitteelt toch niet staat of valt met
een bijdrage van 2000 en dat de be
doelde fruitteeler toch wel zooveel ener
gie zal bezitten, om het fruit daar te
brengen, waar het 't meeste geld op
brengt, wat weer de opmerking uitlokt,
dat wanneer er een goede Rijksweg op
Tholen was, die redeneering zou opgaan,
maar nu niet. Van de zijde van Ged.
Staten wordt geantwoord, dat zij alles
■doen om goede wegen op Tholen te krij
gen.
Ged. Staten zijn van gedachte, dat de
R.T.M. zich nog wel eens zal bedenken
alvorens den dienst te doen eindigen.
In hun antwoord op het algemeen ver
slag deelen Ged. Staten mede, dat zij
hun voorstel wijzigen in ,,ten hoogste
f 2000".
De heer MOELKER zegt, dat het hem
genoegen doet, dat Ged. Staten 2000
willen blijven geven, maar vreest toch,
dat daarmede de dienst niet gered kan
worden, en die zou voor dat gedeelte
van het eiland Tholen verloren gaan en
spr. stelt daarom voor de subsidie te
brengen op 3000.
De heer SONKE zegt, dat hij niet veel
nieuws naar voren te brengen heeft. Men
ziet wel, dat Ged. Staten Tholen geen
kwaad hart toedragen. De fruitteelt
heeft er g'roote belangen bij en die
neemt op Tholen steeds toe.
Men mag daarom geen belemmerin
gen in den weg leggen, ontneemt Tho
len dit eenige ooilam niet.
De heer BOENDER wijst er nog op,
dat als het bootje vervalt, ook de stei
gerrechten vervallen. Als men die be
rekent (vorig jaar 500), is zeker ver
hooging van subsidie tot f 3000 wel re
delijk.
Spr. zegt nog, dat in de regeling dui
delijk staat, dat de boot 's Zondags niet
vaart. Misschien is het goed, dit nog in
de subsidievoorwaarden op te nemen.
De heer CATSHOEK zegt, dat
de soc, dem. fractie haar standpunt heeft
gewijzigd en voor een lager subsidie zal
stemmen. Spr. vraagt echter, waarom 't
voorstel Moelker noodig is. Omdat het
pasagiersvervoer gering is, kunnen wel
enkele vaarten vervallen.
Spr. stelt voor het voorstel van Ged.
Staten zoo te wijzigen, dat het schip ge
schikt moet zijn voor vracht- en perso
nenvervoer.
De heer DEN BOER acht het
overdreven te zeggen, dat het fruit spe
ciaal in Oud-Beijerland en Rotterdam
moet aangevoerd worden om den hoog-
sten prijs te maken, Spr. had liefst de
geheele subsidie geschrapt, maar zal zich
tegen het voorstel van Ged. Staten niet
verzetten. Spr. begrijpt niet dat de af
gevaardigden van Tholen op verhooging
van subsidie aandringen. Wat niet meer
houdbaar is, moet maar verdwijnen. La
ten ze de veiling Tholen grooter en ster
ker maken. Ook kunnen de producten
wel per vrachtauto naar Goes of Kapelle
worden vervoerd.
De heer VOGELAAR, wijst ook
op het dreigend verlies der steigergei
den. Ook hebben we hier een middel tot
werkverruiming, nl. de tuinbouw. De
provincie kan hier zedelijken en financi-
eelen steun verleenen. In den financi-
ven tuinbouw heeft men zeker vier maal
zooveel werkkrachten noodig als in den
landbouw. Spr. steunt het voorstel-
Moelker.
warm kloppen voor Tholen. De activi
teit van de Thoolsche ^afgevaardigden
steekt schril af tegen de platonische
liefde der Thoolsche gemeentebesturen.
Zelfs Stavenisse wilde niets doen. Spr.
heeft geen argument gehoord, dat we
met 2000 niet en met 3000 wel zou
den slagen. De gemeenten op Tholen
staan er nog niet zoo slecht voor. En
de Prov. kas is zeker niet beter gevuld.
Spr. verwijt den heer Vogelaar incon
sequentie ten opzichte van de werkver
schaffing. Hij wil nu door een andere
deur binnenhalen, wat hij vorigen zo
mer (met Ged. Staten) buitenwierp. Als
het om die 1000 gaat, moeten de ge
meenten op Tholen die bij elkaar ha
len. Spr. deelt ten slotte mede, dat de
cijfers van de passagiers regelmatig te-
ruglcopen.
De heer SONKE spreekt er zijn ver
wondering over uit, dat, als het om
Tholen gaat, gevraagd wordt: Wat doen
de gemeenten. Maar men vraagt bij de
bootdiensten nooit: Wat doet TerneU'
zen of Breskens of Vlissingen?
De heer VOGELAAR verklaart te
zijn tegen werkverschaffing. Spr. vindt
het kortzichtig, dat de Thoolsche ge
meentebesturen niets deden. Het eilanc
Tholen is nog altijd stiefmoederlijk be
deeld. De wegen moeten verbeterd, de
brug moet betaald, enz.
Waar nu voor de wegen in Zeelanc
zooveel wordt uitgegeven, mag voor dit
veer wel 3000 worden gevoteerd
De heer BOENDER en de heer HEIJ-
BOER danken de heer Vogelaar voor
zijn pleidooi. Eerstgenoemde stelt voor
te bepalen, dat de boot in geen geva.
op Zondag mag varen.
De heer v. d. ZANDE merkt op, dat
er buiten dit veer nog voldoende gele-
genehid is om goederen te verzenden.
De heer v. d. WART ontkent, dat
Tholen door de Staten stiefmoederlijk
wordt bedeeld.
Voor het voorstel-Moelker heeft spr.
geen afdoende argumenten gehoord.
De heer DUSSELDORP berekent, dat
op dit veer gemiddeld slechts twee pas
sagiers per reis meevaren
De heer MOELKER wijst op 't belang
lang, dat zacht fruit dagelijks kan wor
den vervoerd.
Het voorstel-Moelker wordt verwor
pen met 34 tegen 7 stemmen. (Voor de
heeren Vogelaar, Sonke, Moelker, Kod
de, Heijboer, Boender en Paap)
De voorwaarde, dat niet op Zondag
zal worden gevaren, zooals de heer
Boender voorstelde wordt aangenomen
met 21 tegen 20 stemmen.
Voor stemden de ar., de c.h., de st.
ger. en de heeren Edelman (r.k.) en van
Dalsum (vrij r.k.)
Het voorstel wordt nu z.h.s. aenge-
nomen.
Havenkanaal en zwaaiplaats te
Zierikzee.
Het volgende voorstel was dat om ge
durende 5 jaar tegen 1000 bijdrage per
jaar van de gemeente Zierikzee en na
dat de nieuwe boot in dienst is tegen
1500 per jaar het uitbaggeren van ha
venkanaal en zwaaiplaats te Zierikzee
voor rekening der provincie te nemen.
Op enkele opmerkingen in de afdeelin
gen werd van de zijde van Ged. Staten
geantwoord, dat de nieuwe boot geen
grooteren diepgang heeft, doch de ge
meente is bereid haar bijdrage van 1000
gulden op 1500 gulden te brengen als die
nieuwe boot in de vaart komt. Overleg
met den gemeentebouwmeester is noo
dig, omdat de zorg en het onderhoud van
kaaimuren, dijken en steenglooiing voor
rekening der gemeente blijven. De kos
ten van het uitbaggeren zijn vooruit niet
te bepalen.
Aangenomen z.h.s.
Dienstregeling VlissingenBreskens.
Ged. Staten stelden voor af te wijzen
iet verzoek van den A. N. W. B. en de
N. A. C. om op het traject Vlissin
genBreskens den dienst gedurende 't
zomerseizoen op Zon- en feestdagen
van vier op ten minste zes vaarten uit
te breiden en om de laatste afvaart ge
durende het geheele jaar op alle werk
dagen ongeveer twee uur later dan
thans te stellen.
Dit voorstel gaf in de afdeelingen aan-
eiding tot uitvoerige besprekingen. Zoo
werd een proef op werkdagen aanbe
volen en ook voor den Zondag en een
lid zag gaarne dat deze dienst nu eens
een model-dienst op de Westerschelde
werd. Een der leden, die op werkdagen
een proef wil nemen, wil absoluut geen
uitbreiding van den dienst op Zondag.
Aangedrongen werd op opname van den
dienst in het kleine spoorboekje.
Een lid van Ged. Stten ziet geen heil
in uitbreiding van den dienst, men
moet maar aanhouden en dan is het best
mogelijk dat het er nog eens van komt.
STa 7.32 kan men toch niet meer per
trein naar Holland. Van een proef ver
wacht 'hij niet veel. Wel ware een proef
te nemen met een lateren dienst op
Men schrijft ons van deskundige zijde:
Het door het Centraal Bureau voor
de Statistiek bewerkte en dezer dagen
bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage
verschenen overzicht van den belasting
druk over het belastingjaar 1932, resp.
1932-1933 is het tweede dergelijke over
zicht onder de werking van de wet, hou
dende herziening van de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de ge
meenten. Di overzicht is dan ook meer
nog dan vorig jaar van belang ten aan
zien van de gevolgen van deze nieuwe
tinancieele verhouding.
Hierbij dient aangeteekend, dat het
beeld van den belastingdruk, die door
de verschillende gemeenten gelegd
wordt op de belastingplichtigen, geen
weergeving is van den financieelen toe
stand van de gemeenten zelve. Ter be
oordeeling van dezen financieelen toe
stand dient met een aantal andere fac
toren rekening te worden gehouden,
zooals de opbrengst der verschillende
belastingen, de inkomsten uit bedrijven
en bezittingen, alsmede de uitgaven en
de schulden der gemeenten.
De Nivelleering van den belastingdruk
op het inkomen als gevolg van de ver
vanging der gemeentelijke inkomsten
belasting door de gemeentefondsbelas
ting blijkt uit onderstaanden staat.
gestegen, welke stijging zich, hoewel in
minder sterke mate, tot 1932/33 heeft
voortgezet.
Behalve de 50 opcenten op de vermo
gensbelasting ten behoeve van het ge
meentefonds, heffen thans 403 gemeen
ten (v. j. 523) geen opcenten op die
belasting. 582 gemeenten (452) heffen het
maximum van 50 opc.
Zierikzee, Terneuzen en Axel hieven
over 1931/32 en 1932/33 geen opcenten
op de vermogensbelasting; Goes en Vlis
singen over beide belastingjaren 50; Tho
len 10; Middelburg en Oostburg stegen
van 0 tot 50.
Van de 1077 gemeenten hebben 15
(v, j. 17) geen gebruik gemaakt van de
bevoegdheid om opcenten op de hoofd
som van de grondbelasting te heffen t.w.
in Zeeland: Oostkapelle; in Noord-Bra
bant: Teteringen, Oeffeit, Beers en
Diessen; in Limburg: Sevenum en Mont-
furt; in Zuid-Holland: Stolwijk, Heken
dorp, Lange Ruige Weide, Tienhoven
en Vlist; in Gelderland: Hurwenen; in
Overijsel: Kamperveen; in Utrecht: Tuil
en 't Waal. 3 gemeenten heffen alleen
opcenten op de ongebouwde en 43 alleen
op de gebouwde eigendommen. Als regel
heeft men naast het maximum van 80
(816 gemeenten, v. j. 760) opcenten op
gebouwd, het maximum van 20 (844 ge
meenten, v. j. 809) opcenten op onge
bouwd. De grootste stijging valt waar
laatstgenoemde gemeenten met progres
sief tarief).
Middelburg (5), Goes (6), Vlissingen
(4), Zierikzee (7) en Axel (89) lieten
het klassenummer onveranderd; Terneu
zen wijzigde de klasse 79 in 68.
Van de bevoegdheid om verandering
te brengen in de in de wet '"noemde
tarieven is een ruim gebruik gemaakt.
Rotterdam, Groningen, Arnhem, Haar
lem, Middelburg en Maastricht lieten de
tarieven onveranderd, terwijl Amster
dam, Leeuwarden, Assen, 's-Gravenhage,
Zwolle, Utrecht en 's-Hertogenbosch en
kele of alle tarieven verhoogden.
Verder verdienen nog de volgende
belastingen eenige aandacht.
a. bouwterreinbelasting, geheven in
slechts 10 gemeenten (v.j. 7) t.w. Almelo,
Assendelft, Ysselmonde, Oisterwijk,
Prinsenhage, Sappemeer, Schiebroek,
Tilburg, Veenendaal en Zandvoort.
b. wegen-, straat- en vaartbelasting,
in 200 gemeenten (183).
c. baatbelasting in 75 gemeenten (61).
d. woonforensenbelasting, nog voor
komende in 30 gemeenten (27) t. w.
A speren, Bergen, Bunde, Burgh, De
venter, Driebergen-Rijsenburg, Fmmen,
Geulle, Ginneken en Bavel, Goirle,
's-Graveland, Haamstede, Haaren, Heu-
kelum, Houten, Huizen, Kloetinge, Lon-
neker, Losser, Maarn, Oisterwijk, Om
men, Ossendrecht, Putte, Rheden, Vries,
Zuiver in
komen (ge
Belasting
jaar
LAAGSTE BELASTINGDRUK
HOOGSTE BELASTINGDRUK
huwd, met
2 kinderen)
Rijk
Provincie
Ge
meente
Totaal
Rijk
Provincie
Ge
meente
Totaal
1000
1930/31
1932/33
—-72
—.72
-.01
—.05
L-
—73
L77
11
1
—.72
—.72
1
—.08
-.24
36.-
10—
1
36.80
10.96
f 2000
1
1930/31
1932/33
18—
18.-
2.10
1-20
-■-
18—
1
20.10
37.20
IS
IS—
1-80
6—
156.32
48—
176.12
72—
3000
1930/31
1932/33 j
49.68
49.68
5.80
3.31
-—
48—
55.48
100.99
49.68
49.68
4.97
16.56
341.25
108—
1
395.90
174.24
f 4000
j
1930/31
1932/33
83.28
83.28
9.72
5.55
78—
93—
166.83
83.28
83.28
8.33
27.76
536.25
168—
627.86
279.04
ƒ5000
1930/31
1932/33
119.76
119.76
13.97
7.98
114.
133.73
'ƒ241.74
1 19.76
119.76
11.98
39.92
ƒ731.25
244—
862.99
403.68
De verschillen tusschen den hoogstem
en laags ten druk zijn belangrijk kleiner'
geworden door verhooging van den laag-j
sten en verlaging van den hoogsten to-l
talen druk.
Bij vergelijking van de gegevens voor
alle gemeenten tezamen over de jaren
1931/32 en 1932/33 blijkt de financieele
toestand der gemeenten over het alge
meen belangrijk ongunstiger te zijn ge
worden. Zoo daalde het aantal gemeen
ten, dat geen opcenten heft op de ge
meentefondsbelasting van 317 tot 182,
terwiji het aantal gemeenten met 80 of
meer opcenen steeg van 238 tot 443.
Verder blijkt, dat een aantal gemeenten,
die zich voor 1931/32 hadden gerang
schikt in de eerste, resp. tweede klasse,
voor 1932/33 zijn overgegaan naar de
tweede, resp. derde klasse.
Middelburg ging van de eerste naar de
tweede klasse en verhoogde de opcen
ten van 65 tot 80; Goes: klasse 12, opc.
5480; Vlissingen: klasse 22, opc.
8080; Zierikzee: klasse 33, opc.
3045, Terneuzen: klasse 22, opc.
4580; Axel: klasse 11, opc. 7070;
Tholen: klasse 22, opc. 1010; Oost-
aurg: klasse 33, opc. 2070.
De gemeentelijke belastingdruk op het
vermogen is van 1930/31 op 1931/32 sterk
te nemen voor het aantal gemeenten met
80 opcenten op de gebouwde eigendom
men, hetgeen grootendeels het gevolg is
van de wetsbepaling, dat het aantal op
centen op de gemeentefondsbelasting
niet hooger mag zijn dan het aantal op
centen op de gebouwde eigendommen,
Amsterdam, Rotterdam en alle provin
ciale hoofdsteden heffen het maximum
van 8020.
Goes, Vlissingen, Terneuzen, Axel en
Oostburg eveneens 80'20; Zierikzee
45—10; Tholen 60—20.
Ten aanzien van de personeele belas
ting is gebleken, dat een gnoot aantal
gemeenten zich hebben gerangschikt in
een lager genummerde klasse. Dit is
vooral van toepassing ten aanzien van
de 9e klasse, waartoe in 1930 nog 231
gemeenten behoorden en in 1932 slechts
176.
201 gerheenten heffen een progressief
aantal opcenten op de personeele belas
ting, terwijl 59 gemeenten een progres
sief tarief hebben vastgesteld ten aan
zien van den eersten grondslag van die
belasting. 155 gemeenten hebben geen
gebruik gemaakt van het recht tot het
heffen van opcenten. Het hoogste aantal
heffen de gemeenten Boschkapelle, Ach
terkarspelen en Eenrum (250, de twee
Vught, Wijhe, Wouw en Zevenhuizen.
e. hondenbelasting in 1021 gemeenten
(1019).
f. belasting op tooneelvertooningen
e.a. vermakelijkheden in 427 gemeenten
g. belasting op logeergasten in hotel
of pension, evenals vorig jaar, geheven
in geen enkele gemeente.
h. belasting op openbare aankondigin
gen, tfeheven in slechts 1 gemeente (1)
n.l. Arnhem.
i. zakelijke belasting op het bedrijf,
voorkomende in 91 gemeenten (90),
waaronder van de grootere plaatsen
(Amsterdam, Rotterdam en de provin
ciale hoofdsteden) alleen Amsterdam,
Rotterdam, Zwolle, Arnhem en Haarlem
Verder Almelo, Apeldoorn, Delft, De
venter, Dordrecht, Helmond, Leerdam,
Terschelling, Vlissingen, Weesp, Zaan
dam, Rilland-Bath e.a.
j. vergunnings- en verlofsrecht in 1073
gemeenten (1070); niet geheven in de
gemeenten Duivendijke, Katwoude, Snel-
rewaard en Willige Langerak.
k. belasting op verzekering tegen
brandschade, geheven in slechts 3 ge
meenten (2) t.w. Amsterdam, Helmond
en Termunten.
De heer BOSSELAAR wijst er] Breskens. Wat den Zondagsdienst be-
hiertegenover op dat al de gemeenten op treft, wil hij ieder vrijlaten. Een ieder
Tholen een bijdrage weigeren en dus van zij in zijn eigen gemoed overtuigd. Vol
de toekomst van den tuinbouw niet
overtuigd zijn. Spr. vraagt: is de dienst
met f 2000 neit en met f 3000 wel te
redden.
De heer MOELKER merkt op, dat uit
de gemeentekassen op Tholen weinig te
halen is. Spr. heeft zoo goed als zeker
heid dat de R. T. M. met 2000 geen ge
noegen zal nemen,
De heer VAN DUSSELDORP verze
kert, dat de harten van Ged. Staten
gens zijn gedachten zou de dienstrege
ling VlissingenBreskens wel in het
kleine spoorboekje moeten voorkomen.
Een lid wil hetzelfde aantal vaarten
doch op andere uren probeeren. Een lid
van Ged. Staten wijst nog op eene on
juistheid in 'het rapport van den direc
teur van den Westerscheldedienst, waar
deze zegt, dat er geen druk internatio
naal verkeer naar Breskens bestaat.
Herhaaldelijk komt het voor, dat tal van
auto's vooral Fransche -t langs Bres-
tens komen en het gebeurt vaak, dat
men daar dan eenige uren moet wach
ten. Een ander lid van het college vindt
de dienstregeling wel goed, maar, de dag
te kort. Een ander lid meent, dat meer
moten het verkeer zal doen toenemen,
vooral ook op zon- en feestdagen, wat
de financieele uitkomsten zou verbete
ren. Een lid van Ged. Staten zegt
daarop, dat het college zich meent te
moeten houden aan den principieelen
uitspraak der meerderheid der Staten
tegen uitbreiding va# den dienst op
Zondag.
De heer ERASMUS wijst op de toe
neming van het verkeer op Zondag op
deze lijn. Spr. meent, dat het verzoek
van den A. N. W. B. en de K. N. A. C.
betreffende den Zondag billijk is en
stelt voor, de dienstregeling van Juni
tot en met September van 4 op 5 vaar
ten uit te breiden op Zondag.
De heer HAMELINK zegt, dat het
verzoek uitgaat van de menschen uit de
praktijk, en dan kan men niet zeggen
dat de belanghebbenden er niets voor
voelen. Met den vorigen spreker is spr.
het eens, dat de lijn al meer en meer
internationaal wordt. Het gaat niet op,
dat niet later wordt overgevaren. Spr.
had ook een voorstel en wel om gedu
rende de zomermaanden op Zondag min
stens zesmaal heen en weer te varen en
op werkdagen twee uur later te va
ren, dan thans het geval is. Overwogen
moet worden of deze verbinding niet
moet worden uitgebreid, vooral ook
voor het internationaal verkeer. Blijkt
het niet te rendeeren dan kan men er
nog toe overgaan.
De heer A.DRIAANSE voelt veel voor
de gehouden betoogen en voegt aan de
argumenten toe, een aansluiting uit
Knocke om 10 uur te Breskens. Spr.
ziet meer kans op aanneming van het
voorstel-Erasmus al voelt hij meer
voor dat van den heer Hamelink.
De heer KODDE-meent, dat hier
ook rekening moet worden gehouden
met de belangen van de streekbewoners
en zal voor het voorstel-Hamelink stem
men.
De heer VAN KLINKEN zet uiteen,
dat zijn menschen niet voor de uitbrei
ding op Zondag kunnen stemmen.
De heer STAVERMAN bepleit dat
uitbreiding van den avonddienst beslist
noodig is, en betoogt, dat als men een
brug bouwt, die toch ook niet op Zon
dag gesloten wordt.
Het voorstel-Hamelink wordt in
tweeën gesplitst.
De heer VAN ROMPU verdedigt het
afwijzend standpunt van Ged. Staten.
De directeur meent, dat men met 4
diensten op Zondag kan volstaan.
De moeilijkheid is altijd hoe men de
uren der vaarten verdeelen zal. Blijkt
werkelijk uitbreiding op Zondag noodig
dan zullen de Staten er zeker wel aan
medewerken. Ged. Staten zijn bereid de
laatste boot van Breskens bijv. te half
negen of negen uur te doen vertrekken.
De heer HAMELINK meent dat dit
nog maar een halve toezegging is, en
zegt, dat op die manier de tijd tusschen
de twee laatste booten nog grooter
wordt. Men kan het niet bewijzen of
er behoefte is zonder dat de gelegenheid
er is. Spr. kan dan ook niet aan het ver
zoek voldoen om zijn voorstel in te trek
ken.
De heer STAVERMAN repliceert ook.
De heer DE MILLIANO meent, dat aan
het laten wachten te Breskens, het ge
vaar kleeft, dat in de toekomst de
tramdienst zich gaat instellen op de
laatst vertrekkende boot, met kans, dat
er dan geen aansluiting op de boot van'
7,10 uit Vlissingen zou zijn.
In de zomermaanden komt het her
haaldelijk voor, dat de booten overvol
Z1,De VOORZITTER zegt, dat de heer
van Rompu niet namens Ged. Staten
heeft gesproken.
De heer DIELEMAN acht het beter
de zaak nog eens door Ged. Staten on
der de oogen wordt gezien en stelt voor
de zaak naar hen te renvoyeeren.
Men kan dan ook de kosten bereke-
nen.
De heer KODDE bepleit ook aanhou
ding.
De heer HAMELINK vreest dat
men de zaak op de lange baan gaat
schuiven. Als de behoefte er is, mag het
geld geen groote rol spelen. Met den
heer Staverman meent spr. dat het hier
gaat om verbetering van de oeverver
binding, afgescheiden van het landver-
keer. Spr. komt er tegen op, dat de heer
Kodde zeide, dat voor zijn part de Zon
dagsdienstuitbreiding afgestemd kan
rvorden. Hij gunt den heer Kodde zijn
principe, maar deze moet er ook iets
voer voelen, dat er menschen zijn, die
hun Zondag anders willen besteden dan
de heer Kodde. Deze moet niet zoo
drijven.
Nadat was aangenomen z, h. s. een
voorstel-van der Wart om de discussies
fe sluiten, kwamen de voorstellen van
de heeren Hamelink en Erasmus in stem
ming.
Dat inzake uitbreiding van de Zon
dagsdienst met twee vaarten wordt ver
worpen met 26 tegen 15 stemmen.
Dat inzake uitbreiding van 4 op 5
wordt verworpen met 21 tegen 20 st.
De uitbreiding op werkdagen wordt
aangenomen met 26 tegen 15 stemmen.
Hierna wordt de openbare vergade-