TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O, DE GOESCHE COURANT) VAN VIUJDAG 6 JANUARI 1933. No. 5. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. GEMEENTE-BELASTINGEN. (402)- *Ë>J- s» Tweede zitting van 1932. Middagvergadering. in de Donderdagmiddag voortgezette -vergadering kwamen de volgende voor .stellen aan de orde:: Stoombootdienst Stavenisse ZijpeAnna-J acobapolder. Ged. Staten stelden voor de subsidie aan R.T.M. voor bovengenoemden boot- dienst terug te brengen van 5000 op 2000 per jaar. Dit voorstel gaf in de afdeelingen aan leiding tot verschillende opmerkingen Er waren leden, die ook 2000 nog te hoog vonden en andere die meenden dat het te laag is, weer andere, dat het fei telijk maar aan een paar particulieren ten goede komt, weer andere willen be paald zien, dat des Zondags niet zal wor den gevaren. Ook waren er die 2000 als maximum zouden bepaald willen zien. Ook wees men er op, dat de ge meenten niets doen en de bijdrage, die" Stavenisse gaf, kwam nog van particu liere zijde. Een ander lid meent juist dat het is in het belang van de opkomst van de fruitteelt en dat Tholen stiefmoeder lijk bedeeld wordt, waartegen anderen opkomen, wijzende op de brug en de waterleiding. Verder is er o.a. nog op- gewezen, dat de provincie toch ook geen steun vraagt aan Vlissingen en Neuzen voor den bootdienst tusschen die plaat sen. Zoo kwam ook nog naar voren, dat de fruitteelt toch niet staat of valt met een bijdrage van 2000 en dat de be doelde fruitteeler toch wel zooveel ener gie zal bezitten, om het fruit daar te brengen, waar het 't meeste geld op brengt, wat weer de opmerking uitlokt, dat wanneer er een goede Rijksweg op Tholen was, die redeneering zou opgaan, maar nu niet. Van de zijde van Ged. Staten wordt geantwoord, dat zij alles ■doen om goede wegen op Tholen te krij gen. Ged. Staten zijn van gedachte, dat de R.T.M. zich nog wel eens zal bedenken alvorens den dienst te doen eindigen. In hun antwoord op het algemeen ver slag deelen Ged. Staten mede, dat zij hun voorstel wijzigen in ,,ten hoogste f 2000". De heer MOELKER zegt, dat het hem genoegen doet, dat Ged. Staten 2000 willen blijven geven, maar vreest toch, dat daarmede de dienst niet gered kan worden, en die zou voor dat gedeelte van het eiland Tholen verloren gaan en spr. stelt daarom voor de subsidie te brengen op 3000. De heer SONKE zegt, dat hij niet veel nieuws naar voren te brengen heeft. Men ziet wel, dat Ged. Staten Tholen geen kwaad hart toedragen. De fruitteelt heeft er g'roote belangen bij en die neemt op Tholen steeds toe. Men mag daarom geen belemmerin gen in den weg leggen, ontneemt Tho len dit eenige ooilam niet. De heer BOENDER wijst er nog op, dat als het bootje vervalt, ook de stei gerrechten vervallen. Als men die be rekent (vorig jaar 500), is zeker ver hooging van subsidie tot f 3000 wel re delijk. Spr. zegt nog, dat in de regeling dui delijk staat, dat de boot 's Zondags niet vaart. Misschien is het goed, dit nog in de subsidievoorwaarden op te nemen. De heer CATSHOEK zegt, dat de soc, dem. fractie haar standpunt heeft gewijzigd en voor een lager subsidie zal stemmen. Spr. vraagt echter, waarom 't voorstel Moelker noodig is. Omdat het pasagiersvervoer gering is, kunnen wel enkele vaarten vervallen. Spr. stelt voor het voorstel van Ged. Staten zoo te wijzigen, dat het schip ge schikt moet zijn voor vracht- en perso nenvervoer. De heer DEN BOER acht het overdreven te zeggen, dat het fruit spe ciaal in Oud-Beijerland en Rotterdam moet aangevoerd worden om den hoog- sten prijs te maken, Spr. had liefst de geheele subsidie geschrapt, maar zal zich tegen het voorstel van Ged. Staten niet verzetten. Spr. begrijpt niet dat de af gevaardigden van Tholen op verhooging van subsidie aandringen. Wat niet meer houdbaar is, moet maar verdwijnen. La ten ze de veiling Tholen grooter en ster ker maken. Ook kunnen de producten wel per vrachtauto naar Goes of Kapelle worden vervoerd. De heer VOGELAAR, wijst ook op het dreigend verlies der steigergei den. Ook hebben we hier een middel tot werkverruiming, nl. de tuinbouw. De provincie kan hier zedelijken en financi- eelen steun verleenen. In den financi- ven tuinbouw heeft men zeker vier maal zooveel werkkrachten noodig als in den landbouw. Spr. steunt het voorstel- Moelker. warm kloppen voor Tholen. De activi teit van de Thoolsche ^afgevaardigden steekt schril af tegen de platonische liefde der Thoolsche gemeentebesturen. Zelfs Stavenisse wilde niets doen. Spr. heeft geen argument gehoord, dat we met 2000 niet en met 3000 wel zou den slagen. De gemeenten op Tholen staan er nog niet zoo slecht voor. En de Prov. kas is zeker niet beter gevuld. Spr. verwijt den heer Vogelaar incon sequentie ten opzichte van de werkver schaffing. Hij wil nu door een andere deur binnenhalen, wat hij vorigen zo mer (met Ged. Staten) buitenwierp. Als het om die 1000 gaat, moeten de ge meenten op Tholen die bij elkaar ha len. Spr. deelt ten slotte mede, dat de cijfers van de passagiers regelmatig te- ruglcopen. De heer SONKE spreekt er zijn ver wondering over uit, dat, als het om Tholen gaat, gevraagd wordt: Wat doen de gemeenten. Maar men vraagt bij de bootdiensten nooit: Wat doet TerneU' zen of Breskens of Vlissingen? De heer VOGELAAR verklaart te zijn tegen werkverschaffing. Spr. vindt het kortzichtig, dat de Thoolsche ge meentebesturen niets deden. Het eilanc Tholen is nog altijd stiefmoederlijk be deeld. De wegen moeten verbeterd, de brug moet betaald, enz. Waar nu voor de wegen in Zeelanc zooveel wordt uitgegeven, mag voor dit veer wel 3000 worden gevoteerd De heer BOENDER en de heer HEIJ- BOER danken de heer Vogelaar voor zijn pleidooi. Eerstgenoemde stelt voor te bepalen, dat de boot in geen geva. op Zondag mag varen. De heer v. d. ZANDE merkt op, dat er buiten dit veer nog voldoende gele- genehid is om goederen te verzenden. De heer v. d. WART ontkent, dat Tholen door de Staten stiefmoederlijk wordt bedeeld. Voor het voorstel-Moelker heeft spr. geen afdoende argumenten gehoord. De heer DUSSELDORP berekent, dat op dit veer gemiddeld slechts twee pas sagiers per reis meevaren De heer MOELKER wijst op 't belang lang, dat zacht fruit dagelijks kan wor den vervoerd. Het voorstel-Moelker wordt verwor pen met 34 tegen 7 stemmen. (Voor de heeren Vogelaar, Sonke, Moelker, Kod de, Heijboer, Boender en Paap) De voorwaarde, dat niet op Zondag zal worden gevaren, zooals de heer Boender voorstelde wordt aangenomen met 21 tegen 20 stemmen. Voor stemden de ar., de c.h., de st. ger. en de heeren Edelman (r.k.) en van Dalsum (vrij r.k.) Het voorstel wordt nu z.h.s. aenge- nomen. Havenkanaal en zwaaiplaats te Zierikzee. Het volgende voorstel was dat om ge durende 5 jaar tegen 1000 bijdrage per jaar van de gemeente Zierikzee en na dat de nieuwe boot in dienst is tegen 1500 per jaar het uitbaggeren van ha venkanaal en zwaaiplaats te Zierikzee voor rekening der provincie te nemen. Op enkele opmerkingen in de afdeelin gen werd van de zijde van Ged. Staten geantwoord, dat de nieuwe boot geen grooteren diepgang heeft, doch de ge meente is bereid haar bijdrage van 1000 gulden op 1500 gulden te brengen als die nieuwe boot in de vaart komt. Overleg met den gemeentebouwmeester is noo dig, omdat de zorg en het onderhoud van kaaimuren, dijken en steenglooiing voor rekening der gemeente blijven. De kos ten van het uitbaggeren zijn vooruit niet te bepalen. Aangenomen z.h.s. Dienstregeling VlissingenBreskens. Ged. Staten stelden voor af te wijzen iet verzoek van den A. N. W. B. en de N. A. C. om op het traject Vlissin genBreskens den dienst gedurende 't zomerseizoen op Zon- en feestdagen van vier op ten minste zes vaarten uit te breiden en om de laatste afvaart ge durende het geheele jaar op alle werk dagen ongeveer twee uur later dan thans te stellen. Dit voorstel gaf in de afdeelingen aan- eiding tot uitvoerige besprekingen. Zoo werd een proef op werkdagen aanbe volen en ook voor den Zondag en een lid zag gaarne dat deze dienst nu eens een model-dienst op de Westerschelde werd. Een der leden, die op werkdagen een proef wil nemen, wil absoluut geen uitbreiding van den dienst op Zondag. Aangedrongen werd op opname van den dienst in het kleine spoorboekje. Een lid van Ged. Stten ziet geen heil in uitbreiding van den dienst, men moet maar aanhouden en dan is het best mogelijk dat het er nog eens van komt. STa 7.32 kan men toch niet meer per trein naar Holland. Van een proef ver wacht 'hij niet veel. Wel ware een proef te nemen met een lateren dienst op Men schrijft ons van deskundige zijde: Het door het Centraal Bureau voor de Statistiek bewerkte en dezer dagen bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage verschenen overzicht van den belasting druk over het belastingjaar 1932, resp. 1932-1933 is het tweede dergelijke over zicht onder de werking van de wet, hou dende herziening van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de ge meenten. Di overzicht is dan ook meer nog dan vorig jaar van belang ten aan zien van de gevolgen van deze nieuwe tinancieele verhouding. Hierbij dient aangeteekend, dat het beeld van den belastingdruk, die door de verschillende gemeenten gelegd wordt op de belastingplichtigen, geen weergeving is van den financieelen toe stand van de gemeenten zelve. Ter be oordeeling van dezen financieelen toe stand dient met een aantal andere fac toren rekening te worden gehouden, zooals de opbrengst der verschillende belastingen, de inkomsten uit bedrijven en bezittingen, alsmede de uitgaven en de schulden der gemeenten. De Nivelleering van den belastingdruk op het inkomen als gevolg van de ver vanging der gemeentelijke inkomsten belasting door de gemeentefondsbelas ting blijkt uit onderstaanden staat. gestegen, welke stijging zich, hoewel in minder sterke mate, tot 1932/33 heeft voortgezet. Behalve de 50 opcenten op de vermo gensbelasting ten behoeve van het ge meentefonds, heffen thans 403 gemeen ten (v. j. 523) geen opcenten op die belasting. 582 gemeenten (452) heffen het maximum van 50 opc. Zierikzee, Terneuzen en Axel hieven over 1931/32 en 1932/33 geen opcenten op de vermogensbelasting; Goes en Vlis singen over beide belastingjaren 50; Tho len 10; Middelburg en Oostburg stegen van 0 tot 50. Van de 1077 gemeenten hebben 15 (v, j. 17) geen gebruik gemaakt van de bevoegdheid om opcenten op de hoofd som van de grondbelasting te heffen t.w. in Zeeland: Oostkapelle; in Noord-Bra bant: Teteringen, Oeffeit, Beers en Diessen; in Limburg: Sevenum en Mont- furt; in Zuid-Holland: Stolwijk, Heken dorp, Lange Ruige Weide, Tienhoven en Vlist; in Gelderland: Hurwenen; in Overijsel: Kamperveen; in Utrecht: Tuil en 't Waal. 3 gemeenten heffen alleen opcenten op de ongebouwde en 43 alleen op de gebouwde eigendommen. Als regel heeft men naast het maximum van 80 (816 gemeenten, v. j. 760) opcenten op gebouwd, het maximum van 20 (844 ge meenten, v. j. 809) opcenten op onge bouwd. De grootste stijging valt waar laatstgenoemde gemeenten met progres sief tarief). Middelburg (5), Goes (6), Vlissingen (4), Zierikzee (7) en Axel (89) lieten het klassenummer onveranderd; Terneu zen wijzigde de klasse 79 in 68. Van de bevoegdheid om verandering te brengen in de in de wet '"noemde tarieven is een ruim gebruik gemaakt. Rotterdam, Groningen, Arnhem, Haar lem, Middelburg en Maastricht lieten de tarieven onveranderd, terwijl Amster dam, Leeuwarden, Assen, 's-Gravenhage, Zwolle, Utrecht en 's-Hertogenbosch en kele of alle tarieven verhoogden. Verder verdienen nog de volgende belastingen eenige aandacht. a. bouwterreinbelasting, geheven in slechts 10 gemeenten (v.j. 7) t.w. Almelo, Assendelft, Ysselmonde, Oisterwijk, Prinsenhage, Sappemeer, Schiebroek, Tilburg, Veenendaal en Zandvoort. b. wegen-, straat- en vaartbelasting, in 200 gemeenten (183). c. baatbelasting in 75 gemeenten (61). d. woonforensenbelasting, nog voor komende in 30 gemeenten (27) t. w. A speren, Bergen, Bunde, Burgh, De venter, Driebergen-Rijsenburg, Fmmen, Geulle, Ginneken en Bavel, Goirle, 's-Graveland, Haamstede, Haaren, Heu- kelum, Houten, Huizen, Kloetinge, Lon- neker, Losser, Maarn, Oisterwijk, Om men, Ossendrecht, Putte, Rheden, Vries, Zuiver in komen (ge Belasting jaar LAAGSTE BELASTINGDRUK HOOGSTE BELASTINGDRUK huwd, met 2 kinderen) Rijk Provincie Ge meente Totaal Rijk Provincie Ge meente Totaal 1000 1930/31 1932/33 —-72 —.72 -.01 —.05 L- —73 L77 11 1 —.72 —.72 1 —.08 -.24 36.- 10— 1 36.80 10.96 f 2000 1 1930/31 1932/33 18— 18.- 2.10 1-20 -■- 18— 1 20.10 37.20 IS IS— 1-80 6— 156.32 48— 176.12 72— 3000 1930/31 1932/33 j 49.68 49.68 5.80 3.31 -— 48— 55.48 100.99 49.68 49.68 4.97 16.56 341.25 108— 1 395.90 174.24 f 4000 j 1930/31 1932/33 83.28 83.28 9.72 5.55 78— 93— 166.83 83.28 83.28 8.33 27.76 536.25 168— 627.86 279.04 ƒ5000 1930/31 1932/33 119.76 119.76 13.97 7.98 114. 133.73 'ƒ241.74 1 19.76 119.76 11.98 39.92 ƒ731.25 244— 862.99 403.68 De verschillen tusschen den hoogstem en laags ten druk zijn belangrijk kleiner' geworden door verhooging van den laag-j sten en verlaging van den hoogsten to-l talen druk. Bij vergelijking van de gegevens voor alle gemeenten tezamen over de jaren 1931/32 en 1932/33 blijkt de financieele toestand der gemeenten over het alge meen belangrijk ongunstiger te zijn ge worden. Zoo daalde het aantal gemeen ten, dat geen opcenten heft op de ge meentefondsbelasting van 317 tot 182, terwiji het aantal gemeenten met 80 of meer opcenen steeg van 238 tot 443. Verder blijkt, dat een aantal gemeenten, die zich voor 1931/32 hadden gerang schikt in de eerste, resp. tweede klasse, voor 1932/33 zijn overgegaan naar de tweede, resp. derde klasse. Middelburg ging van de eerste naar de tweede klasse en verhoogde de opcen ten van 65 tot 80; Goes: klasse 12, opc. 5480; Vlissingen: klasse 22, opc. 8080; Zierikzee: klasse 33, opc. 3045, Terneuzen: klasse 22, opc. 4580; Axel: klasse 11, opc. 7070; Tholen: klasse 22, opc. 1010; Oost- aurg: klasse 33, opc. 2070. De gemeentelijke belastingdruk op het vermogen is van 1930/31 op 1931/32 sterk te nemen voor het aantal gemeenten met 80 opcenten op de gebouwde eigendom men, hetgeen grootendeels het gevolg is van de wetsbepaling, dat het aantal op centen op de gemeentefondsbelasting niet hooger mag zijn dan het aantal op centen op de gebouwde eigendommen, Amsterdam, Rotterdam en alle provin ciale hoofdsteden heffen het maximum van 8020. Goes, Vlissingen, Terneuzen, Axel en Oostburg eveneens 80'20; Zierikzee 45—10; Tholen 60—20. Ten aanzien van de personeele belas ting is gebleken, dat een gnoot aantal gemeenten zich hebben gerangschikt in een lager genummerde klasse. Dit is vooral van toepassing ten aanzien van de 9e klasse, waartoe in 1930 nog 231 gemeenten behoorden en in 1932 slechts 176. 201 gerheenten heffen een progressief aantal opcenten op de personeele belas ting, terwijl 59 gemeenten een progres sief tarief hebben vastgesteld ten aan zien van den eersten grondslag van die belasting. 155 gemeenten hebben geen gebruik gemaakt van het recht tot het heffen van opcenten. Het hoogste aantal heffen de gemeenten Boschkapelle, Ach terkarspelen en Eenrum (250, de twee Vught, Wijhe, Wouw en Zevenhuizen. e. hondenbelasting in 1021 gemeenten (1019). f. belasting op tooneelvertooningen e.a. vermakelijkheden in 427 gemeenten g. belasting op logeergasten in hotel of pension, evenals vorig jaar, geheven in geen enkele gemeente. h. belasting op openbare aankondigin gen, tfeheven in slechts 1 gemeente (1) n.l. Arnhem. i. zakelijke belasting op het bedrijf, voorkomende in 91 gemeenten (90), waaronder van de grootere plaatsen (Amsterdam, Rotterdam en de provin ciale hoofdsteden) alleen Amsterdam, Rotterdam, Zwolle, Arnhem en Haarlem Verder Almelo, Apeldoorn, Delft, De venter, Dordrecht, Helmond, Leerdam, Terschelling, Vlissingen, Weesp, Zaan dam, Rilland-Bath e.a. j. vergunnings- en verlofsrecht in 1073 gemeenten (1070); niet geheven in de gemeenten Duivendijke, Katwoude, Snel- rewaard en Willige Langerak. k. belasting op verzekering tegen brandschade, geheven in slechts 3 ge meenten (2) t.w. Amsterdam, Helmond en Termunten. De heer BOSSELAAR wijst er] Breskens. Wat den Zondagsdienst be- hiertegenover op dat al de gemeenten op treft, wil hij ieder vrijlaten. Een ieder Tholen een bijdrage weigeren en dus van zij in zijn eigen gemoed overtuigd. Vol de toekomst van den tuinbouw niet overtuigd zijn. Spr. vraagt: is de dienst met f 2000 neit en met f 3000 wel te redden. De heer MOELKER merkt op, dat uit de gemeentekassen op Tholen weinig te halen is. Spr. heeft zoo goed als zeker heid dat de R. T. M. met 2000 geen ge noegen zal nemen, De heer VAN DUSSELDORP verze kert, dat de harten van Ged. Staten gens zijn gedachten zou de dienstrege ling VlissingenBreskens wel in het kleine spoorboekje moeten voorkomen. Een lid wil hetzelfde aantal vaarten doch op andere uren probeeren. Een lid van Ged. Staten wijst nog op eene on juistheid in 'het rapport van den direc teur van den Westerscheldedienst, waar deze zegt, dat er geen druk internatio naal verkeer naar Breskens bestaat. Herhaaldelijk komt het voor, dat tal van auto's vooral Fransche -t langs Bres- tens komen en het gebeurt vaak, dat men daar dan eenige uren moet wach ten. Een ander lid van het college vindt de dienstregeling wel goed, maar, de dag te kort. Een ander lid meent, dat meer moten het verkeer zal doen toenemen, vooral ook op zon- en feestdagen, wat de financieele uitkomsten zou verbete ren. Een lid van Ged. Staten zegt daarop, dat het college zich meent te moeten houden aan den principieelen uitspraak der meerderheid der Staten tegen uitbreiding va# den dienst op Zondag. De heer ERASMUS wijst op de toe neming van het verkeer op Zondag op deze lijn. Spr. meent, dat het verzoek van den A. N. W. B. en de K. N. A. C. betreffende den Zondag billijk is en stelt voor, de dienstregeling van Juni tot en met September van 4 op 5 vaar ten uit te breiden op Zondag. De heer HAMELINK zegt, dat het verzoek uitgaat van de menschen uit de praktijk, en dan kan men niet zeggen dat de belanghebbenden er niets voor voelen. Met den vorigen spreker is spr. het eens, dat de lijn al meer en meer internationaal wordt. Het gaat niet op, dat niet later wordt overgevaren. Spr. had ook een voorstel en wel om gedu rende de zomermaanden op Zondag min stens zesmaal heen en weer te varen en op werkdagen twee uur later te va ren, dan thans het geval is. Overwogen moet worden of deze verbinding niet moet worden uitgebreid, vooral ook voor het internationaal verkeer. Blijkt het niet te rendeeren dan kan men er nog toe overgaan. De heer A.DRIAANSE voelt veel voor de gehouden betoogen en voegt aan de argumenten toe, een aansluiting uit Knocke om 10 uur te Breskens. Spr. ziet meer kans op aanneming van het voorstel-Erasmus al voelt hij meer voor dat van den heer Hamelink. De heer KODDE-meent, dat hier ook rekening moet worden gehouden met de belangen van de streekbewoners en zal voor het voorstel-Hamelink stem men. De heer VAN KLINKEN zet uiteen, dat zijn menschen niet voor de uitbrei ding op Zondag kunnen stemmen. De heer STAVERMAN bepleit dat uitbreiding van den avonddienst beslist noodig is, en betoogt, dat als men een brug bouwt, die toch ook niet op Zon dag gesloten wordt. Het voorstel-Hamelink wordt in tweeën gesplitst. De heer VAN ROMPU verdedigt het afwijzend standpunt van Ged. Staten. De directeur meent, dat men met 4 diensten op Zondag kan volstaan. De moeilijkheid is altijd hoe men de uren der vaarten verdeelen zal. Blijkt werkelijk uitbreiding op Zondag noodig dan zullen de Staten er zeker wel aan medewerken. Ged. Staten zijn bereid de laatste boot van Breskens bijv. te half negen of negen uur te doen vertrekken. De heer HAMELINK meent dat dit nog maar een halve toezegging is, en zegt, dat op die manier de tijd tusschen de twee laatste booten nog grooter wordt. Men kan het niet bewijzen of er behoefte is zonder dat de gelegenheid er is. Spr. kan dan ook niet aan het ver zoek voldoen om zijn voorstel in te trek ken. De heer STAVERMAN repliceert ook. De heer DE MILLIANO meent, dat aan het laten wachten te Breskens, het ge vaar kleeft, dat in de toekomst de tramdienst zich gaat instellen op de laatst vertrekkende boot, met kans, dat er dan geen aansluiting op de boot van' 7,10 uit Vlissingen zou zijn. In de zomermaanden komt het her haaldelijk voor, dat de booten overvol Z1,De VOORZITTER zegt, dat de heer van Rompu niet namens Ged. Staten heeft gesproken. De heer DIELEMAN acht het beter de zaak nog eens door Ged. Staten on der de oogen wordt gezien en stelt voor de zaak naar hen te renvoyeeren. Men kan dan ook de kosten bereke- nen. De heer KODDE bepleit ook aanhou ding. De heer HAMELINK vreest dat men de zaak op de lange baan gaat schuiven. Als de behoefte er is, mag het geld geen groote rol spelen. Met den heer Staverman meent spr. dat het hier gaat om verbetering van de oeverver binding, afgescheiden van het landver- keer. Spr. komt er tegen op, dat de heer Kodde zeide, dat voor zijn part de Zon dagsdienstuitbreiding afgestemd kan rvorden. Hij gunt den heer Kodde zijn principe, maar deze moet er ook iets voer voelen, dat er menschen zijn, die hun Zondag anders willen besteden dan de heer Kodde. Deze moet niet zoo drijven. Nadat was aangenomen z, h. s. een voorstel-van der Wart om de discussies fe sluiten, kwamen de voorstellen van de heeren Hamelink en Erasmus in stem ming. Dat inzake uitbreiding van de Zon dagsdienst met twee vaarten wordt ver worpen met 26 tegen 15 stemmen. Dat inzake uitbreiding van 4 op 5 wordt verworpen met 21 tegen 20 st. De uitbreiding op werkdagen wordt aangenomen met 26 tegen 15 stemmen. Hierna wordt de openbare vergade-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 5