6EMEM0 MIERS.
BUITENLAND.
Algemeen Oio-ziekt.
HERINNERINGEN
mmmmmmmmssm ...in.
een bedrag van 46.016,30. In totaal
256.022.403, waarvoor in totaal werd
uitbetaald 7.366.523,98.
Maandagavond fietste de burge
meester van Wedde, de heer H. P. W.,
met zijn zoon van Winschoten naar zijn
woonplaats. Achter hein naderde eene
vrachtauto. De chauffeur, die onder den
invloed van sterken drank verkee-de,
reed op de beide wielrijders in. De heer
W, Jr. werd bp den grond geworpen en
klaagde over pijn in de borst. De heer
W. Sr. kwam er beter af, doch zijn fiets
werd geheel vernield. De chauffeur is
in bewaring gesteld.
(Omtrent het overlijden van B. van
der L. te Groningen, die Maandag
morgen door zijn vader dood in de gang
van zijn huis werd gevonden kan nog
worden medegedeeld, dat aan misdrijf
niet behoeft te worden gedacht. Sectie
heeft uitgewezen, dat de jongeman geen
gewelddadige dood is gestorven. Uitge
maakt is dat hij geen ruzie heeft gehad
en dat hij, na eenige cafés te hebben
bezocht, onwel is geworden.
Dinsdagmorgen ontstond brand in
t e r h o 11. Het huis werd geheel in de
t e r h o 11. Het huish werd geheel in de
asch gelegd. Niets kon worden gered.
Het vaur sloeg over naar de boerderij
van den landbouwer W. G. De schuur
en de stallen van dezen landbouwer
weiden door het vuur aangetast en
branddentotaal uit. Het woonhuis kon
behouden blijven. De oorzaak van den
brand is onbekend. Verzekering dekt
de schade.
Be directeur-generaal van de Ham
burg Amerika-lijn, de oud-rijkskanse
lier dr. Wilhelm Cuno, is Dinsdagmorgen
plotseling in den ouderdom van 56 jaar,
tengevolge van 'n hartverlamming over
leden.
STAATSLOTERIJ.
(Onder voorbehoud.)
Op onderstaand' nummer vielen de
volgende prijzen:
f 25000. 3556
f
f
f
f
L
G o e s, 3 Januari. Op de veemarkt wa
ren heden 42 biggen aangevoerd.
Eierveiling V. P. Z. aanvoer 12985 eie
ren. Prijs 3.80,
Gewone markt fabrieksboter 85 ct.,
boerenboter 75 ct, winkelprijs 85 ct„
tweede soort 60 ct.
Eieren 3.50 per 100, winkelprijs
4.50, eendeieren 3.50, poelje-eieren
2.5a
5000; 12)491
1600: 17997
1000; 7642 16686
460; 12992
2100 5355 5384
'WO 1767 4541 9981
EEN GOED BEGIN. Op Nieuw
jaarsmorgen te ongeveer drie uur heeft
een tot nu toe onbekend persoon zich
door middel van openschuiving van een
raam toegang verschaft tot de woning
van den kruidenier Van B. gelegen op t
afgelegen gehucht Muggenhof onder
Z e e 1 s t. De heer Van B. werd door het
gestommel wakker en ging den indrin
ger te lijf. Na een hevige worsteling wist
laatstgenoemde echter te ontkomen. Er
wordt niets vermist.
BRUTALE INBRAAK. Zaterdag
avond had te Die men een brutale in
braak plaats in, de pastorie.
Terwijl de pastoor en* de kapelaan tij
dens het lof in de kerk waren, zijn de <n-
brekers met behulp van een ladder, die
op het Lunapark ontvreemd was, door
het raam van de logeerkamer binnenge
drongen.
Eerst werd de kapelaanskamer met 'n
bezoek vereerd. Nadat de inbrekers de
gordijnen dicht geschoven ep het licht
aangestoken hadden, werd het bureau
opengebroken. Een goede 200 werd
hier buit gemaakt. De wanorde in dit
vertrek was zeer groot; bureau en boe
kenkast waren geheel ontruimd en de in
houd was over den grond verspreid.
Daarna werd 'n bezoek gebracht aan de
kamer van den pastoor; uit diens bureau
werd ongeveer 400 ontvreemd. Hier
werd, nadat de inbrekers het geld ge
vonden hadden alles op zijn plaats ge
laten, zoodat de koster, die tweemaal
achtereen op de kamer moest zijn, niets
bemerkte.
Men vermoedt, dat de inbrekers zeer
goed met den plaatselijken toestand op
de hoogte waren, want tijdens de in
braak was slechts de huishoudster in de
keuken aanwezig, zoodat de inbrekers
boven vrij spel hadden, 's Nachts wor
den kerk en pastorie door een goed-ge-
wapende altaarwacht bewaakt. De in
brekers hebben dus het juiste oogenblik
benut.
Onrast in Stiermarken.
In O. Stiermarken, speciaal te Vorau en
Harzberg is het, naar thans bekend werd,
in de v-fgeloopen week herhaaldelijk
tot boerendemonstraties en onlusten ge
komen, bij verkoopen wegens schuld.
Negen personen werden gearresteerd,
doch de boeren eis.chten hun vrijlating
en dreigden met een marsch naar Graz,
de hoofdplaats van Stiermarken. Waar
schijnlijk zal deze marsch inderdaad
worden gehouden, en zullen ook Werk-
loozen zich er bij aansluiten. De regee
ring had in Oost Stiermarken het
corps landjagers geconcentreerd, en ook
troepen er heen gézonden.
Op een massabijeenkomst te Vorau
verklaarde een spreker, dat de boeren
hun eischen niet zullen terugnemen, ook
al zou het tot een bloedigen strijd ko
men. De boerenvergadering had een de
legatie gekozen, die te Vorau met de
regeeringscommissie onderhandelt. Toen
des avonds bekend werd, dat de onder
handelingen een wending ten gunste na
men, gingen de boeren geleidelijk uit
een. De gearresteerde bóeren zullen
waarschijnlijk in vrijheid worden gésteld,
zoodat het schijnt dat de voornaamste
eisen der bóeren is ingewilligd.
De werkelijke reden voor de onrust
schijnt te zijn, dat de boeren door de
oeconomische crisis aan den rand van
den afgrond zijn gebracht. Er is bijna
geen boerderij, waar de belastingen niet
voortdurend door de overheid met ge
weld moeten moeten worden geïnd.
Ook in het grensgebied van beneden
Oostenrijk heerscht onrust.
Japan en China. Dreigende
toestand.
Helaas 1933 zet slecht in, in het Ver
re Oosten!
De Japansche troepen hebben gister
nacht de Noordelijke grens- en haven
stad van het eigenlijke China, Sjanghai
Kwan, gelegen aan het einde van den
grooten Chineeschen muur, nabij de golf
van Petsjili, geheel bezet en daar
mede voor de eerste ma al
het eigenlijke China op
een terrein, dat niet als ex
territoriaal beschouwd kan
worden, zooals verleden jaar groote
deelen van het operatiegebied nabij en
om Sjanghai, betreden.
De Japansche overste Ibara, van het
Japansche gezantschap te Peking, over
handigde Maandagavond, generaal Tsjang
Hsue Liang een ultimatum, waarin werd
geëischt, dat de incidenten binnen 24
uur op bevredigende wijze zouden wor
den geregeld. Zoo niet dan zouden de
Japanners, de „noodige maatregelen
nemen". De Japansche eisch, dat de
Chineesche troepen teruggetrokken zou
den worden, werd door Tsjang Hsue Li
ang afgewezen, met de motiveering, dat
zij hun eigen gebied verdedigden. i
Waarschijnlijk zal met de bezetting
van Sjanhai Kwan te Peking én Tient
sin den staat van beleg worden afgekon
digd. Maarschalk Tsjang Hspe Liang
zou aan de grens van Jehol zes Chinee
sche brigades hebben geconcentreerd.
Te Sjanhai Kwan zijn alzoo ernstige
gevechten gaande tusschen Japanners
en Chineezen. De Japansche troepen zijn
het versterkte Sjanhai Kwan binnengè-
rukt, waar Maandagavond bloedige
straatgevechten hebben plaats gevon
den. Volgens Chineesche berichten zou
den de Japanners om onbekende rede
nen het vuur op de Chineezen hebben
geopend.
Volgens Japansche berichten hebben
Chineesche troepen een spoorbrug in de
buurt van Sjanhai Kwan opgeblazen.
Van semi-officieele zijde wordt me
degedeeld, dat de Japansche troepen
na langdurigen strijd het station van
Sjanhai Kwan hebben bezet.
Verrassende wending ia
Ierland.
In den toestand in Ierland is plotsé-
seling een verrassende wending geko
men. Minister-president de Valera heeft
in den afgeloopen nacht plotseling de
ontbinding afgekondigd van den Dail-
Eirean, het Iersche Parlement. De nieu
we verkiezingen zullen op 24 Januari
a.s. worden gehouden, en de nieuwe Dail
zal op 8 Februari in zijn eerste zitting
bijeenkomen.
Het optreden van de Valera is klaar
blijkelijk het antwoord op het dreige
ment van de Iersche arbeiderspartij, om
de regeering niet langer te steunen,
wanneer de voorgenomen salariskorting
der ambtenaren doorgaat, en van de
voorgenomen vorming eener uit de op
positiegroepen bestaande nationale par-
tij-
In een verklaring aan de pers zegt de
Valera, dat de ontbinding van den Dail
niets te maken heeft met de meenings-
verschillen tusschen de regeering en de
arbeiderspartij. jAan den tegenwoordi-
gen toestand van onzekerheid moet
.echter, met het oog op de ontwikkeling
der financiën en van het bedrijfsleven
een einde tornen. Zoolang Engeland
gelooft, dat de regeering-de Valera ten
val kan worden gebracht, bestaat geen
mogelijkheid, dat tot definitieve onder
handelingen over de regeling van de
Engelsch-Iersche kwestie kan worden
overgegaan.
Volgens het Telegraaf agentschap
Sjimboen Rengo heeft de Chineesche
regeering zich bereid verklaard, 300-000
man mobiel te maken om naar de pro
vincie Jehol te zenden. De troepen be
vinden zich reeds op weg, om de Chi
neesche strijdkrachten in Jehol te steu
nen.
Revolutionaire bewegingen
in Spanje.
Spanje is en blijft het land der meer
of minder latente revolutionnaire woelin
gen. Spaansche communisten hebben
gepoogd om zich met militaire hulp van
de luchthaven van Barcelona meester
te maken. Zondag zou een arbeiders-
en soldatenraad voor het vliegveld
worden ingesteld. De soldaten die tot
dan toe met de plannen accoord gin
gen, 'verrieden op het laatste oogen
blik echter de leiders der communisti
sche groep. De civiele gouverneur van
Barcelona kon 7 communisten laten
arresteeren.
Dé kerk van Real de la Jara is ge
heel afgebrand. Men vermoedt dat het
vuur ook al weer door de communis
ten is aangestoken. Vier verdachten
zijn reeds gearresteerd.
In verschillende plaatsen der Spaan
sche provincie Oviedo zijn bomaan
slagen gepleegd.
Onrust dus ook hier!
Anti-buitenlanders actie
in Perzië.
Het Anglo-Persianconflict heeft wel
tot gevolg gehad, dat 't vcor buiten
landers nu niet bepaald meer aange
naam toeven is in de buurt van Tehe
ran.
Aan ambtenaren en officieren van
hoogen rang is het thans verboden
om te gaan met Europeesche vrouwen
of recepties bij te wonen door buiten
landers gegeven.
Een tweede aanwijzing van de toene
mende vijandige gezindheid is te vinden
in de klachten van Perzische kooplie
den die beweren dat Sovjetfirma's mis
bruik maken van het onlangs gesloten
handelsverdrag en vragen dat er een
door
P. LINDENBERGH,
te Wemeldinge.
L j ,iipl
'Waarneer in een gezelschap twee oude menschen
samen praten, dan is in den regel het verleden
hun onderwerp en zij verlustigen zich er in, op
te halen, wat er in hun jeugd voorviel en het liefst
daarbiji dat, wat zij zelf medemaakten. De jonge
lede» Tan het gezelschap luisteren dan met open
ooren, soms tevens met open mond, en steeds met
groote belangstelling.
Mem vindt het jammer, dat slechts een klein
gedeelte van hetgeen in het verleden voorviel en
veranderde, op deze wijze wordt overgeleverd. De
overlevering gaat van het oudere geslacht telkens
over op het jongere, dat op zijn beurt later weer
voor doorzending zorgt. Maar bij ieder geslacht gaat
er iets verloren en het is ten slotte slechts een
poovere rest, welke op die wijze aan de vergetel
heid wordt onthouden.
Boven deze bron van kennis van het verleden
hebbe* wij onze boeken, die de geschiedenis voor
ons bewaren, maar deze hebben betrekking op het
geheeüe land, zij handelen meest over oorlogen,
over regeeringsverandering en opvolging en zij
voorzien niet in de behoefte, om te kennen onze
dorpsgeschiedenis en de gebruiken en gewoonten
in het plattelandsleven, want de aanteekeningen
daarvan zijn schaarsch en onvolledig.
Er is mij op gewezen, dat ik op mijn ouden dag
en met een nu nog vrij goed geheugen, benevens
veel vrijen tijd, deze moest gebruiken om op te
schrijven, wat mij van het verleden bekend is door
overleveringen en onderzoek, in het bijzonder dan
betreffende ons goede dorp Wemeldinge.
Ik meende aan dien wenk gevolg te moeten geven
en daardoor het thans levende geslacht en de vol
gende een weinig te dienen. Mij toch staan in ruimer
mate dan anderen overleveringen ten dienste. In
mijn jeugd was ik meermalen stille toehoorder bij
de gesprekken van oude menschen. Bij mijn groot
moeder kwamen van tijd tot tijd oude menschen
°P bezoek, en dan werd er over den ouden tijd
gepraat. In het bijzonder herinner ik mij twee man-
ne®< «he, evenals grootmoeder, op het eind der
achttiende eeuw waren geboren en die van hunne
voorzaten heel wat hadden vernomen. Dat werd,
te samen met hun eigen herinneringen, rustig be
sproken en ik deed er mijn voordeel mede. Ik ben
nu nog in de gelegenheid een en ander op het papier
vast ,e leggen, hoewel ik destijds natuurlijk niet
begreep wat belangrijk en wat van minder betee-
kems was; bovendien is lang niet alles in mijn
jeugdig geheugen bhjven hangen. Maar ik wil gaarne
geven wat mij is bijgebleven.
Ik begin dan met mijn herinneringen aan het
graven van het kanaal door Zuid-Beveland.
Na de scheiding van België en Holland kreeg
België door verdrag en betaling van 21.000.000
vrije vaart op de Schelde en recht op een bruik
baar vaarwater naar den Rijn. Het Kreekrak was
daarvoor niet meer geschikt, vooral door den
|rooteren diepgang der schepen. Reeds in den
^paanschen tijd was het doorwaadbaar en nu kon
"ma bij laag water te voet wel door dat watertje
KOü&eiQi,
Een afdoende verbetering zou zijn een kanaal
oor éuid-Beveland van Hansweert naar Wemel
dinge,
Nederland zou daarvan ook profiteeren voor
eigen vaart en het kreeg daardoor gelegenheid het
Kreekrak af te dammen, om na afdamming van
het Sloe de haven van Vlissingen door een spoor
weg met het vasteland te kunnen verbinden.
Met verstandig overleg meende Nederland tege
lijk twee belangen te bevorderen. Voor den dam
door het Kreekrak moest een polder worden inge
dijkt en een Engelsche maatschappij nam op zich,
het ontworpen kanaal te graven en den polder in
te dijken. Als vergoeding voor deze diensten kreeg
de maatschappij voor 99 jaar het erfpachtsrecht op
den in te dijken polder.
In 1852 werd aan het kanaal begonnen en onge
veer terzelfder tijd aan de inpoldering. Er werd
aan beide gewerkt met Engelsche, Hollandsche en
Vlaamsche werkkrachten. De Engelschen waren
grootendeels hoogere en lageré opzichters en slechts
weinig handwerkslieden. Deze betoonden een
werkkracht waartegen de onzen en de Vlamingen
niet op konden.1) Zij aten naar onze opvatting zeer
veel vleesch, dat zij ook wel door den bakker lieten
braden en ze voegden er zooveel boter bij, dat
zij gesmolten in den oven liep. Een bakker ver
telde, dat zoo iets bij hém slechts éénmaal was
voorgekomen, daarna nam hij zijn maatregelen.
Voor het overige lieten hier de Engelschen den
indruk na van flinke degelijke menschen zonder
overbodige praatjes. Zij lagen bij burgers tehuis.
De werklieden, die men polderjongens noemde,
waren tehuis op de boerderijen en elders, waar
een schuur was om te slapen, ook waren er, die
woonden in strooketen. Zij werkten in ploegen,
die ieder een ploegbaas en een keetmeid hadden.
Tweemaal per dag bracht de keetmeid een of twee
emmers koffie naar het werk; overigens aten en
sliepen de polderjongens in hun tijdelijk tehuis.
Op 't werk werd in den zomer een verfrisschende
drank verkocht, „coco" genaamd, waarvan ik later
niet meer hoorde.
Het vreemde werkvolk bracht wel wat levendig
heid in het dorp Wemeldinge, maar ernstige onge
regeldheden kwamen niet voor. Er werd wel eens
gestaakt voor korten tijd, men noemde dat lavei-
steken. Het schijnt dat de Engelsche maatschappij
niet al te best georganiseerd was.
Vóór dat er een spade in den grond gestoken
was, waren er op de Londensche Beurs reeds
tarwearen te zien, die in den nieuwen polder zou
den gegroeid zijn. Het waren prachtige aren
Bij de indijking werd heel slordig met geld
omgesprongen en er was zoo weinig controle, dat
de vletters zich méérmalen lieten betalen voor één
aangevoerde vracht schorregrond.
Bij het werk aan het kanaal hoorde men van
zulken misbruiken niet.
Het werk aan den polder werd krachtig voort
gezet, de grond moest zoo spoedig mogelijk in
cultuur komen maar er kwamen tegenspoeden,
misschien ook wel als gevolg van onvoldoende
kennis. De nieuwe dijk brak door, maar ten slotte
kwam de polderindijking toch klaar, al was de
aangewonnen polder ook iets kleiner dan de opzet.
De polder is vele jaren door de Engelschen be
bouwd. De heer Harrisson was een groot deel van
dien tijd directeur. Bij de bebouwing bleek dat
één-derde van den grond bestond uit zeer goede
klei, één-derde uit middelmatige en de rest uit
1) Hoe kan de tijd veranderen: nü vindt men Ne
derlandsche waterbouwkundigen over heel de we
reld in leidende functies! Red,
zeer lichte klei. De lichte klei is gebruikt als wei
land en de andere gedeelten als bouwland, waar
voor de grond zeer geschikt was.
Door den spoorweg is de polder in tweeën ge
splitst, beide gedeelten liepen in 1906 bij een
geweldigen storm door dijkbreuken onder water.
Zoodra het mogelijk was, zijn de gaten in de dijken
weer dicht gemaakt, maar voor het Noordelijk deel,
dat eenige weken bij iederen vloed onder het zoute
water der Ooster-Schelde kwam, waren 12 jaren
noodig om de vorige vruchtbaarheid terug te krij
gen. Veel vlugger ging dat bij het Zuidelijk deel,
dat niet zoo lang overstroomd bleef door het veel
minder zoute water der Wester-Schelde,
Na het herstel der dijken is alles in eigendom
overgegaan aan een Nederlandsche vennootschap,
die in eigen beheer den grond exploiteert.
Met het graven van het kanaal ging het nog
minder voorspoedig. Er werd grond verplaatst en
er werden diepe putten gegraven voor de schut
sluizen, maar tot fundeering en opmetselen kwam
men niet. Het water uit den sluisput te Wemeldinge
werd door stoompompen gemalen in het door een
dijk afgesneden Westelijk deel van den Verderf-
polder en vervolgens met een hevel over den
zeedijk gebracht.
De Engelsche maatschappij geraakte in finan-
tiëele moeilijkheden en in het jaar 1857 werd het
werk gestaakt. Van de onderhandelingen, die nu
volgden, is weinig bekend, doch in 1861 was de
uitvoering overgedragen aan den Staat der Neder
landen, die het werk in gedeelten bij aanbesteding
liet uitvoeren door Nederlandsche aannemers. Alles
had toen verder een regelmatig verloop.
Het water uit den sluisput te Wemeldinge werd
nu in den polder gepompt en door de watergangen
naar de suatiestuwen gevoerd, waardoor het in de
Ooster-Schelde terecht kwam. Hierdoor ontstond er
wel eens bezwaar voor den geregelden afvoer van
polderwater en er kwam zeer veel medegepompt
drijfzand in de watergangen, die dikwijls moesten
worden gedolven om op behoorlijke diepte te
blijven.
Het genoemde drijfzand, waaruit de bodem bene
den de derrielaag bestaat, gaf bij het graven van
den sluisput te Wemeldinge groote bezwaren,
maar de noodige maatregelen werden getroffen en
het gelukte hier een sluis te bouwen, die een voor
beeld is van mooi metselwerk en die later bleek
geheel te voldoen aan de bestemming, veel beter
dan de Hansweertsche schutsluis op het andere
kanaaleind, waar men na de voltooiing mede gesuk
keld heeft.
Bij de hervatting van het werk in 1861 bleek,
dat er een brug zou komen bij den Postweg en
een pont bij den Bonzijweg. Met deze pont was
men te Wemeldinge niet tevreden. Men verlangde
een brug. Er is een verzoekschrift ingediend bij
de regeering en de burgemeester en een wethouder
hebben voor dit belang bij den Minister gepleit.
Als gunstig gevolg hierop is de Bonzijbrug verkre
gen, hoewel de Waterstaat groot bezwaar had tegen
een brug zoo dicht bij de schutsluis.
Door het graven van dit kanaal is de welvaart
bevorderd en de bevolking toegenomen in Wemel
dinge, ongerekend de vlottende bevolking, die hier
geen blijvend domicilie had.
In den zomer van 1866 kwam het groote werk
klaar, en in October van dat jaar werd het kanaal
voor het verkeer geopend.
De Minister Heemskerk voer met een Koninklijk
stoomjacht van Wemeldinge naar Hansweert. Onze
Burgemeester maakte den tocht mede, en de
nieuwe waterweg was geopend. Een eerewacht van
burgers van Wemeldinge op paarden gezeten en
rijdende over het jaagpad, begeleidde het vaartuig.
Het kanaal bleek spoedig in een behoefte te
voorzien en kwam nu en dan een zeeschip door,
en de binnenvaart maakte er druk gébruik van.
De vaart was geheel vrij van sluis-, brug- en haven
geld. Na weinig jaren nam de vaart zoo toe, dat
de schutgelegenheid onvoldoende was. Er werd op
beide einden, bewesten de eerste, een tweede, doch
kleinere sluis bijgebouwd en in onzen tijd hebben
wij gezien dat er ten oosten der eerste sluis een
veel grootere is bijgemaakt, eerst te Hansweert
en later ook te Wemeldinge.
Al deze uitbreidingen waren noodig, door de
ontwikkeling van het scheepvaartverkeer, want er
was voortdurend toename in aantal en in grootte
der doorvarende binnenschepen. Vooral 't scheep
vaartverkeer tusschen Antwerpen en den Rijn
droeg hiertoe bij. Voor het drukke verkeer is het
kanaal over de geheele lengte te smal en zijn de
bruggen te laag. In de toekomst zal ook hierin
wel geheel of ten deele worden voorzien.
Na de opening van het kanaal werd werk ge
maakt van het denkbeeld door het Kreekrak een
dam te leggen met het doel eerst Zuid-Beveland
aan het spoorwegnet aan te sluiten. De dam werd
zonder verhindering gelegd en de spoorweg door
getrokken naar Goes.
Nu moest nog de afdamming van het Sloe volgen.
Dit water was veel dieper dan het Kreekrak en
met zorg werd naar den uitslag van een poging
tot afsluiting uitgezien. Gunstig weer en een wak
kere aannemer werkten samen en in korten tijd
kwam de verbinding van twee Zeeuwsche eilanden
tot stand. Zuid-Beveland en Walcheren waren nu
schiereilanden geworden en een paar jaren later
reed de spoortrein via Middelburg, Zeelands hoofd
stad, door naar Vlissingen.
Van laatstgenoemde stad had men groote ver
wachtingen, Zij ligt dicht bij de Noordzee, zij kreeg
mooie havenwerken en het nimmer dichtvriezen
van de haven gaf goede hoop, dat Vlissingen spoe
dig een wereldhavenstad zou worden en een ern
stige concurrent van Antwerpen. Tot heden is die
hoop niet vervuld en van de verwachting is slechts
een gedeelte werkelijkheid geworden. De wel
licht nabije toekomst kan voor deze oude Zeeuw
sche stad echter nog schitterenden vooruitgang en
belangrijke verbetering in haar welvaart brengen.
Eerst na het einde der middeleeuwen kan er
sprake zijn van een volksaard der Zeeuwen. De
afkomst van verschillende zijden te land en te zee
veroorzaakte een bloedmenging, die ver van een
voudig is. Later hebben Fransche -réfugiés het nog
wat ingewikkelder gemaakt. Ook joden uit Spanje
en Portugal en Tater uit Polen en omgeving
hebben zich hier gevestigd, maar voor dat oude
volk schijnt Zeeland niet aantrekkelijk en op de
bloedmenging heeft het al heel weinig invloed
gehad.
De genoemde bloedmenging is zoo innig, dat
uitersten hier weinig voorkomen, koolzwart haar
met donkere huidskleur komt hier weinig voor,
maar ook de echt blonden met licht blauwe oogen
zijn zeldzaam. Er zijn hier menschen met licht blond
haar en donkere bruine oogen, en anderen met
bruin haar en blauwe oogen, en deze verschillen
komen voor bij kinderen van dezelfde ouders.
'3 J
(Wordt vervolgd.)