6EMEM0 MIERS. BUITENLAND. Algemeen Oio-ziekt. HERINNERINGEN mmmmmmmmssm ...in. een bedrag van 46.016,30. In totaal 256.022.403, waarvoor in totaal werd uitbetaald 7.366.523,98. Maandagavond fietste de burge meester van Wedde, de heer H. P. W., met zijn zoon van Winschoten naar zijn woonplaats. Achter hein naderde eene vrachtauto. De chauffeur, die onder den invloed van sterken drank verkee-de, reed op de beide wielrijders in. De heer W, Jr. werd bp den grond geworpen en klaagde over pijn in de borst. De heer W. Sr. kwam er beter af, doch zijn fiets werd geheel vernield. De chauffeur is in bewaring gesteld. (Omtrent het overlijden van B. van der L. te Groningen, die Maandag morgen door zijn vader dood in de gang van zijn huis werd gevonden kan nog worden medegedeeld, dat aan misdrijf niet behoeft te worden gedacht. Sectie heeft uitgewezen, dat de jongeman geen gewelddadige dood is gestorven. Uitge maakt is dat hij geen ruzie heeft gehad en dat hij, na eenige cafés te hebben bezocht, onwel is geworden. Dinsdagmorgen ontstond brand in t e r h o 11. Het huis werd geheel in de t e r h o 11. Het huish werd geheel in de asch gelegd. Niets kon worden gered. Het vaur sloeg over naar de boerderij van den landbouwer W. G. De schuur en de stallen van dezen landbouwer weiden door het vuur aangetast en branddentotaal uit. Het woonhuis kon behouden blijven. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade. Be directeur-generaal van de Ham burg Amerika-lijn, de oud-rijkskanse lier dr. Wilhelm Cuno, is Dinsdagmorgen plotseling in den ouderdom van 56 jaar, tengevolge van 'n hartverlamming over leden. STAATSLOTERIJ. (Onder voorbehoud.) Op onderstaand' nummer vielen de volgende prijzen: f 25000. 3556 f f f f L G o e s, 3 Januari. Op de veemarkt wa ren heden 42 biggen aangevoerd. Eierveiling V. P. Z. aanvoer 12985 eie ren. Prijs 3.80, Gewone markt fabrieksboter 85 ct., boerenboter 75 ct, winkelprijs 85 ct„ tweede soort 60 ct. Eieren 3.50 per 100, winkelprijs 4.50, eendeieren 3.50, poelje-eieren 2.5a 5000; 12)491 1600: 17997 1000; 7642 16686 460; 12992 2100 5355 5384 'WO 1767 4541 9981 EEN GOED BEGIN. Op Nieuw jaarsmorgen te ongeveer drie uur heeft een tot nu toe onbekend persoon zich door middel van openschuiving van een raam toegang verschaft tot de woning van den kruidenier Van B. gelegen op t afgelegen gehucht Muggenhof onder Z e e 1 s t. De heer Van B. werd door het gestommel wakker en ging den indrin ger te lijf. Na een hevige worsteling wist laatstgenoemde echter te ontkomen. Er wordt niets vermist. BRUTALE INBRAAK. Zaterdag avond had te Die men een brutale in braak plaats in, de pastorie. Terwijl de pastoor en* de kapelaan tij dens het lof in de kerk waren, zijn de <n- brekers met behulp van een ladder, die op het Lunapark ontvreemd was, door het raam van de logeerkamer binnenge drongen. Eerst werd de kapelaanskamer met 'n bezoek vereerd. Nadat de inbrekers de gordijnen dicht geschoven ep het licht aangestoken hadden, werd het bureau opengebroken. Een goede 200 werd hier buit gemaakt. De wanorde in dit vertrek was zeer groot; bureau en boe kenkast waren geheel ontruimd en de in houd was over den grond verspreid. Daarna werd 'n bezoek gebracht aan de kamer van den pastoor; uit diens bureau werd ongeveer 400 ontvreemd. Hier werd, nadat de inbrekers het geld ge vonden hadden alles op zijn plaats ge laten, zoodat de koster, die tweemaal achtereen op de kamer moest zijn, niets bemerkte. Men vermoedt, dat de inbrekers zeer goed met den plaatselijken toestand op de hoogte waren, want tijdens de in braak was slechts de huishoudster in de keuken aanwezig, zoodat de inbrekers boven vrij spel hadden, 's Nachts wor den kerk en pastorie door een goed-ge- wapende altaarwacht bewaakt. De in brekers hebben dus het juiste oogenblik benut. Onrast in Stiermarken. In O. Stiermarken, speciaal te Vorau en Harzberg is het, naar thans bekend werd, in de v-fgeloopen week herhaaldelijk tot boerendemonstraties en onlusten ge komen, bij verkoopen wegens schuld. Negen personen werden gearresteerd, doch de boeren eis.chten hun vrijlating en dreigden met een marsch naar Graz, de hoofdplaats van Stiermarken. Waar schijnlijk zal deze marsch inderdaad worden gehouden, en zullen ook Werk- loozen zich er bij aansluiten. De regee ring had in Oost Stiermarken het corps landjagers geconcentreerd, en ook troepen er heen gézonden. Op een massabijeenkomst te Vorau verklaarde een spreker, dat de boeren hun eischen niet zullen terugnemen, ook al zou het tot een bloedigen strijd ko men. De boerenvergadering had een de legatie gekozen, die te Vorau met de regeeringscommissie onderhandelt. Toen des avonds bekend werd, dat de onder handelingen een wending ten gunste na men, gingen de boeren geleidelijk uit een. De gearresteerde bóeren zullen waarschijnlijk in vrijheid worden gésteld, zoodat het schijnt dat de voornaamste eisen der bóeren is ingewilligd. De werkelijke reden voor de onrust schijnt te zijn, dat de boeren door de oeconomische crisis aan den rand van den afgrond zijn gebracht. Er is bijna geen boerderij, waar de belastingen niet voortdurend door de overheid met ge weld moeten moeten worden geïnd. Ook in het grensgebied van beneden Oostenrijk heerscht onrust. Japan en China. Dreigende toestand. Helaas 1933 zet slecht in, in het Ver re Oosten! De Japansche troepen hebben gister nacht de Noordelijke grens- en haven stad van het eigenlijke China, Sjanghai Kwan, gelegen aan het einde van den grooten Chineeschen muur, nabij de golf van Petsjili, geheel bezet en daar mede voor de eerste ma al het eigenlijke China op een terrein, dat niet als ex territoriaal beschouwd kan worden, zooals verleden jaar groote deelen van het operatiegebied nabij en om Sjanghai, betreden. De Japansche overste Ibara, van het Japansche gezantschap te Peking, over handigde Maandagavond, generaal Tsjang Hsue Liang een ultimatum, waarin werd geëischt, dat de incidenten binnen 24 uur op bevredigende wijze zouden wor den geregeld. Zoo niet dan zouden de Japanners, de „noodige maatregelen nemen". De Japansche eisch, dat de Chineesche troepen teruggetrokken zou den worden, werd door Tsjang Hsue Li ang afgewezen, met de motiveering, dat zij hun eigen gebied verdedigden. i Waarschijnlijk zal met de bezetting van Sjanhai Kwan te Peking én Tient sin den staat van beleg worden afgekon digd. Maarschalk Tsjang Hspe Liang zou aan de grens van Jehol zes Chinee sche brigades hebben geconcentreerd. Te Sjanhai Kwan zijn alzoo ernstige gevechten gaande tusschen Japanners en Chineezen. De Japansche troepen zijn het versterkte Sjanhai Kwan binnengè- rukt, waar Maandagavond bloedige straatgevechten hebben plaats gevon den. Volgens Chineesche berichten zou den de Japanners om onbekende rede nen het vuur op de Chineezen hebben geopend. Volgens Japansche berichten hebben Chineesche troepen een spoorbrug in de buurt van Sjanhai Kwan opgeblazen. Van semi-officieele zijde wordt me degedeeld, dat de Japansche troepen na langdurigen strijd het station van Sjanhai Kwan hebben bezet. Verrassende wending ia Ierland. In den toestand in Ierland is plotsé- seling een verrassende wending geko men. Minister-president de Valera heeft in den afgeloopen nacht plotseling de ontbinding afgekondigd van den Dail- Eirean, het Iersche Parlement. De nieu we verkiezingen zullen op 24 Januari a.s. worden gehouden, en de nieuwe Dail zal op 8 Februari in zijn eerste zitting bijeenkomen. Het optreden van de Valera is klaar blijkelijk het antwoord op het dreige ment van de Iersche arbeiderspartij, om de regeering niet langer te steunen, wanneer de voorgenomen salariskorting der ambtenaren doorgaat, en van de voorgenomen vorming eener uit de op positiegroepen bestaande nationale par- tij- In een verklaring aan de pers zegt de Valera, dat de ontbinding van den Dail niets te maken heeft met de meenings- verschillen tusschen de regeering en de arbeiderspartij. jAan den tegenwoordi- gen toestand van onzekerheid moet .echter, met het oog op de ontwikkeling der financiën en van het bedrijfsleven een einde tornen. Zoolang Engeland gelooft, dat de regeering-de Valera ten val kan worden gebracht, bestaat geen mogelijkheid, dat tot definitieve onder handelingen over de regeling van de Engelsch-Iersche kwestie kan worden overgegaan. Volgens het Telegraaf agentschap Sjimboen Rengo heeft de Chineesche regeering zich bereid verklaard, 300-000 man mobiel te maken om naar de pro vincie Jehol te zenden. De troepen be vinden zich reeds op weg, om de Chi neesche strijdkrachten in Jehol te steu nen. Revolutionaire bewegingen in Spanje. Spanje is en blijft het land der meer of minder latente revolutionnaire woelin gen. Spaansche communisten hebben gepoogd om zich met militaire hulp van de luchthaven van Barcelona meester te maken. Zondag zou een arbeiders- en soldatenraad voor het vliegveld worden ingesteld. De soldaten die tot dan toe met de plannen accoord gin gen, 'verrieden op het laatste oogen blik echter de leiders der communisti sche groep. De civiele gouverneur van Barcelona kon 7 communisten laten arresteeren. Dé kerk van Real de la Jara is ge heel afgebrand. Men vermoedt dat het vuur ook al weer door de communis ten is aangestoken. Vier verdachten zijn reeds gearresteerd. In verschillende plaatsen der Spaan sche provincie Oviedo zijn bomaan slagen gepleegd. Onrust dus ook hier! Anti-buitenlanders actie in Perzië. Het Anglo-Persianconflict heeft wel tot gevolg gehad, dat 't vcor buiten landers nu niet bepaald meer aange naam toeven is in de buurt van Tehe ran. Aan ambtenaren en officieren van hoogen rang is het thans verboden om te gaan met Europeesche vrouwen of recepties bij te wonen door buiten landers gegeven. Een tweede aanwijzing van de toene mende vijandige gezindheid is te vinden in de klachten van Perzische kooplie den die beweren dat Sovjetfirma's mis bruik maken van het onlangs gesloten handelsverdrag en vragen dat er een door P. LINDENBERGH, te Wemeldinge. L j ,iipl 'Waarneer in een gezelschap twee oude menschen samen praten, dan is in den regel het verleden hun onderwerp en zij verlustigen zich er in, op te halen, wat er in hun jeugd voorviel en het liefst daarbiji dat, wat zij zelf medemaakten. De jonge lede» Tan het gezelschap luisteren dan met open ooren, soms tevens met open mond, en steeds met groote belangstelling. Mem vindt het jammer, dat slechts een klein gedeelte van hetgeen in het verleden voorviel en veranderde, op deze wijze wordt overgeleverd. De overlevering gaat van het oudere geslacht telkens over op het jongere, dat op zijn beurt later weer voor doorzending zorgt. Maar bij ieder geslacht gaat er iets verloren en het is ten slotte slechts een poovere rest, welke op die wijze aan de vergetel heid wordt onthouden. Boven deze bron van kennis van het verleden hebbe* wij onze boeken, die de geschiedenis voor ons bewaren, maar deze hebben betrekking op het geheeüe land, zij handelen meest over oorlogen, over regeeringsverandering en opvolging en zij voorzien niet in de behoefte, om te kennen onze dorpsgeschiedenis en de gebruiken en gewoonten in het plattelandsleven, want de aanteekeningen daarvan zijn schaarsch en onvolledig. Er is mij op gewezen, dat ik op mijn ouden dag en met een nu nog vrij goed geheugen, benevens veel vrijen tijd, deze moest gebruiken om op te schrijven, wat mij van het verleden bekend is door overleveringen en onderzoek, in het bijzonder dan betreffende ons goede dorp Wemeldinge. Ik meende aan dien wenk gevolg te moeten geven en daardoor het thans levende geslacht en de vol gende een weinig te dienen. Mij toch staan in ruimer mate dan anderen overleveringen ten dienste. In mijn jeugd was ik meermalen stille toehoorder bij de gesprekken van oude menschen. Bij mijn groot moeder kwamen van tijd tot tijd oude menschen °P bezoek, en dan werd er over den ouden tijd gepraat. In het bijzonder herinner ik mij twee man- ne®< «he, evenals grootmoeder, op het eind der achttiende eeuw waren geboren en die van hunne voorzaten heel wat hadden vernomen. Dat werd, te samen met hun eigen herinneringen, rustig be sproken en ik deed er mijn voordeel mede. Ik ben nu nog in de gelegenheid een en ander op het papier vast ,e leggen, hoewel ik destijds natuurlijk niet begreep wat belangrijk en wat van minder betee- kems was; bovendien is lang niet alles in mijn jeugdig geheugen bhjven hangen. Maar ik wil gaarne geven wat mij is bijgebleven. Ik begin dan met mijn herinneringen aan het graven van het kanaal door Zuid-Beveland. Na de scheiding van België en Holland kreeg België door verdrag en betaling van 21.000.000 vrije vaart op de Schelde en recht op een bruik baar vaarwater naar den Rijn. Het Kreekrak was daarvoor niet meer geschikt, vooral door den |rooteren diepgang der schepen. Reeds in den ^paanschen tijd was het doorwaadbaar en nu kon "ma bij laag water te voet wel door dat watertje KOü&eiQi, Een afdoende verbetering zou zijn een kanaal oor éuid-Beveland van Hansweert naar Wemel dinge, Nederland zou daarvan ook profiteeren voor eigen vaart en het kreeg daardoor gelegenheid het Kreekrak af te dammen, om na afdamming van het Sloe de haven van Vlissingen door een spoor weg met het vasteland te kunnen verbinden. Met verstandig overleg meende Nederland tege lijk twee belangen te bevorderen. Voor den dam door het Kreekrak moest een polder worden inge dijkt en een Engelsche maatschappij nam op zich, het ontworpen kanaal te graven en den polder in te dijken. Als vergoeding voor deze diensten kreeg de maatschappij voor 99 jaar het erfpachtsrecht op den in te dijken polder. In 1852 werd aan het kanaal begonnen en onge veer terzelfder tijd aan de inpoldering. Er werd aan beide gewerkt met Engelsche, Hollandsche en Vlaamsche werkkrachten. De Engelschen waren grootendeels hoogere en lageré opzichters en slechts weinig handwerkslieden. Deze betoonden een werkkracht waartegen de onzen en de Vlamingen niet op konden.1) Zij aten naar onze opvatting zeer veel vleesch, dat zij ook wel door den bakker lieten braden en ze voegden er zooveel boter bij, dat zij gesmolten in den oven liep. Een bakker ver telde, dat zoo iets bij hém slechts éénmaal was voorgekomen, daarna nam hij zijn maatregelen. Voor het overige lieten hier de Engelschen den indruk na van flinke degelijke menschen zonder overbodige praatjes. Zij lagen bij burgers tehuis. De werklieden, die men polderjongens noemde, waren tehuis op de boerderijen en elders, waar een schuur was om te slapen, ook waren er, die woonden in strooketen. Zij werkten in ploegen, die ieder een ploegbaas en een keetmeid hadden. Tweemaal per dag bracht de keetmeid een of twee emmers koffie naar het werk; overigens aten en sliepen de polderjongens in hun tijdelijk tehuis. Op 't werk werd in den zomer een verfrisschende drank verkocht, „coco" genaamd, waarvan ik later niet meer hoorde. Het vreemde werkvolk bracht wel wat levendig heid in het dorp Wemeldinge, maar ernstige onge regeldheden kwamen niet voor. Er werd wel eens gestaakt voor korten tijd, men noemde dat lavei- steken. Het schijnt dat de Engelsche maatschappij niet al te best georganiseerd was. Vóór dat er een spade in den grond gestoken was, waren er op de Londensche Beurs reeds tarwearen te zien, die in den nieuwen polder zou den gegroeid zijn. Het waren prachtige aren Bij de indijking werd heel slordig met geld omgesprongen en er was zoo weinig controle, dat de vletters zich méérmalen lieten betalen voor één aangevoerde vracht schorregrond. Bij het werk aan het kanaal hoorde men van zulken misbruiken niet. Het werk aan den polder werd krachtig voort gezet, de grond moest zoo spoedig mogelijk in cultuur komen maar er kwamen tegenspoeden, misschien ook wel als gevolg van onvoldoende kennis. De nieuwe dijk brak door, maar ten slotte kwam de polderindijking toch klaar, al was de aangewonnen polder ook iets kleiner dan de opzet. De polder is vele jaren door de Engelschen be bouwd. De heer Harrisson was een groot deel van dien tijd directeur. Bij de bebouwing bleek dat één-derde van den grond bestond uit zeer goede klei, één-derde uit middelmatige en de rest uit 1) Hoe kan de tijd veranderen: nü vindt men Ne derlandsche waterbouwkundigen over heel de we reld in leidende functies! Red, zeer lichte klei. De lichte klei is gebruikt als wei land en de andere gedeelten als bouwland, waar voor de grond zeer geschikt was. Door den spoorweg is de polder in tweeën ge splitst, beide gedeelten liepen in 1906 bij een geweldigen storm door dijkbreuken onder water. Zoodra het mogelijk was, zijn de gaten in de dijken weer dicht gemaakt, maar voor het Noordelijk deel, dat eenige weken bij iederen vloed onder het zoute water der Ooster-Schelde kwam, waren 12 jaren noodig om de vorige vruchtbaarheid terug te krij gen. Veel vlugger ging dat bij het Zuidelijk deel, dat niet zoo lang overstroomd bleef door het veel minder zoute water der Wester-Schelde, Na het herstel der dijken is alles in eigendom overgegaan aan een Nederlandsche vennootschap, die in eigen beheer den grond exploiteert. Met het graven van het kanaal ging het nog minder voorspoedig. Er werd grond verplaatst en er werden diepe putten gegraven voor de schut sluizen, maar tot fundeering en opmetselen kwam men niet. Het water uit den sluisput te Wemeldinge werd door stoompompen gemalen in het door een dijk afgesneden Westelijk deel van den Verderf- polder en vervolgens met een hevel over den zeedijk gebracht. De Engelsche maatschappij geraakte in finan- tiëele moeilijkheden en in het jaar 1857 werd het werk gestaakt. Van de onderhandelingen, die nu volgden, is weinig bekend, doch in 1861 was de uitvoering overgedragen aan den Staat der Neder landen, die het werk in gedeelten bij aanbesteding liet uitvoeren door Nederlandsche aannemers. Alles had toen verder een regelmatig verloop. Het water uit den sluisput te Wemeldinge werd nu in den polder gepompt en door de watergangen naar de suatiestuwen gevoerd, waardoor het in de Ooster-Schelde terecht kwam. Hierdoor ontstond er wel eens bezwaar voor den geregelden afvoer van polderwater en er kwam zeer veel medegepompt drijfzand in de watergangen, die dikwijls moesten worden gedolven om op behoorlijke diepte te blijven. Het genoemde drijfzand, waaruit de bodem bene den de derrielaag bestaat, gaf bij het graven van den sluisput te Wemeldinge groote bezwaren, maar de noodige maatregelen werden getroffen en het gelukte hier een sluis te bouwen, die een voor beeld is van mooi metselwerk en die later bleek geheel te voldoen aan de bestemming, veel beter dan de Hansweertsche schutsluis op het andere kanaaleind, waar men na de voltooiing mede gesuk keld heeft. Bij de hervatting van het werk in 1861 bleek, dat er een brug zou komen bij den Postweg en een pont bij den Bonzijweg. Met deze pont was men te Wemeldinge niet tevreden. Men verlangde een brug. Er is een verzoekschrift ingediend bij de regeering en de burgemeester en een wethouder hebben voor dit belang bij den Minister gepleit. Als gunstig gevolg hierop is de Bonzijbrug verkre gen, hoewel de Waterstaat groot bezwaar had tegen een brug zoo dicht bij de schutsluis. Door het graven van dit kanaal is de welvaart bevorderd en de bevolking toegenomen in Wemel dinge, ongerekend de vlottende bevolking, die hier geen blijvend domicilie had. In den zomer van 1866 kwam het groote werk klaar, en in October van dat jaar werd het kanaal voor het verkeer geopend. De Minister Heemskerk voer met een Koninklijk stoomjacht van Wemeldinge naar Hansweert. Onze Burgemeester maakte den tocht mede, en de nieuwe waterweg was geopend. Een eerewacht van burgers van Wemeldinge op paarden gezeten en rijdende over het jaagpad, begeleidde het vaartuig. Het kanaal bleek spoedig in een behoefte te voorzien en kwam nu en dan een zeeschip door, en de binnenvaart maakte er druk gébruik van. De vaart was geheel vrij van sluis-, brug- en haven geld. Na weinig jaren nam de vaart zoo toe, dat de schutgelegenheid onvoldoende was. Er werd op beide einden, bewesten de eerste, een tweede, doch kleinere sluis bijgebouwd en in onzen tijd hebben wij gezien dat er ten oosten der eerste sluis een veel grootere is bijgemaakt, eerst te Hansweert en later ook te Wemeldinge. Al deze uitbreidingen waren noodig, door de ontwikkeling van het scheepvaartverkeer, want er was voortdurend toename in aantal en in grootte der doorvarende binnenschepen. Vooral 't scheep vaartverkeer tusschen Antwerpen en den Rijn droeg hiertoe bij. Voor het drukke verkeer is het kanaal over de geheele lengte te smal en zijn de bruggen te laag. In de toekomst zal ook hierin wel geheel of ten deele worden voorzien. Na de opening van het kanaal werd werk ge maakt van het denkbeeld door het Kreekrak een dam te leggen met het doel eerst Zuid-Beveland aan het spoorwegnet aan te sluiten. De dam werd zonder verhindering gelegd en de spoorweg door getrokken naar Goes. Nu moest nog de afdamming van het Sloe volgen. Dit water was veel dieper dan het Kreekrak en met zorg werd naar den uitslag van een poging tot afsluiting uitgezien. Gunstig weer en een wak kere aannemer werkten samen en in korten tijd kwam de verbinding van twee Zeeuwsche eilanden tot stand. Zuid-Beveland en Walcheren waren nu schiereilanden geworden en een paar jaren later reed de spoortrein via Middelburg, Zeelands hoofd stad, door naar Vlissingen. Van laatstgenoemde stad had men groote ver wachtingen, Zij ligt dicht bij de Noordzee, zij kreeg mooie havenwerken en het nimmer dichtvriezen van de haven gaf goede hoop, dat Vlissingen spoe dig een wereldhavenstad zou worden en een ern stige concurrent van Antwerpen. Tot heden is die hoop niet vervuld en van de verwachting is slechts een gedeelte werkelijkheid geworden. De wel licht nabije toekomst kan voor deze oude Zeeuw sche stad echter nog schitterenden vooruitgang en belangrijke verbetering in haar welvaart brengen. Eerst na het einde der middeleeuwen kan er sprake zijn van een volksaard der Zeeuwen. De afkomst van verschillende zijden te land en te zee veroorzaakte een bloedmenging, die ver van een voudig is. Later hebben Fransche -réfugiés het nog wat ingewikkelder gemaakt. Ook joden uit Spanje en Portugal en Tater uit Polen en omgeving hebben zich hier gevestigd, maar voor dat oude volk schijnt Zeeland niet aantrekkelijk en op de bloedmenging heeft het al heel weinig invloed gehad. De genoemde bloedmenging is zoo innig, dat uitersten hier weinig voorkomen, koolzwart haar met donkere huidskleur komt hier weinig voor, maar ook de echt blonden met licht blauwe oogen zijn zeldzaam. Er zijn hier menschen met licht blond haar en donkere bruine oogen, en anderen met bruin haar en blauwe oogen, en deze verschillen komen voor bij kinderen van dezelfde ouders. '3 J (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1933 | | pagina 3