LANDBOUW. -VAN MbLl.b'i- GOESCHB^ ONTBYT-KOEK RECHTZAXEN. s ting van een cursus voor werkloozen. Als objecten voor werkverschaffing noemde spr. de verbreeding van den Nolledijk en de verbetering van den Boulevard rondom de bomvrije kazerne, verbetering vein den Boulevard bij het haventje van Meijer, en bestrating van het reeds verbreede gedeelte van den Boulevard. Het U.L.O. onderwijs komt in gedrang omdat in het aangewezen gebouw geen les is te geven. Spr. zal met de belastingvoorstellen medegaan, om erger ingrijpen in de au tonomie der gemeente te voorkomen. Loonsverlaging kan niet voorkomen worden door den drang der regeering. Jammer dat door het putten uit de reser ve der waterleiding, verbeteringen worden tegen gehouden. Hoe is het met de gasfabriek en hoe met de defi nitieve regeling van het havenbedrijf?? Spr. juicht toe, dat B. en W. met aan de subsidies voor de cultureele doel einden zijn gekomen. De heer ANDRIESSEN haalde in zijn betoog o.a, aan, dat de hulp aan jong gehuwde werkloozen door Maatschap pelijk Hulpbetoon beneden alle critiek is. Deze menschen hebben recht op een hptpi*p sfptlTI De heer VAN OORSCHOT hield een zeer uitvoerig betoog, waaruit bleek dat hij zich op 't zuiver socialistisch stand punt blijft plaatsen. Hij kan dan ook niet mede gaan met maatregelen, die in de kapitalistische maatschappij worden genomen en die verslechtering der arbeiders tot gevolg hebben als de voorgestelde belastingver- hooging en loonsverlaging, Men moet het geld halen waar het te halen is. Mej. MEIJER kwam op tegen de woorden van haar fractie-genoot, den heer Andriessen, die blijkt te vergeten, dat de R. K. Charitas bereid is te hel pen die te veel den openbaren sieun plaatst boven het particulier ini tiatief. De heer SOREL is verheugd over de goede samenwerking in het college van B. en W. Uitstel van de ziekenhuis kwestie had des tijds geen zin. Inzake de kerstgave voelden de a.r. beter de verantwoordelijkheid tegenover de ge meente dan de andere partijen. De sa- lariskorting is niet te voorkomen. De heer MARIJS meende er op te moeten wijzen, dat de ziekenhuiskwes tie niet uitgegaan is van Bethesda, dat alleen aandrong op vrij ziekenhuiskeuze. •De heer WESSELING gaat met de be grooting accoord, en wees op de nood zakelijkheid van bezuinigen. Dekwestie van de reserve der waterleiding is een teere reserve, omdat men in 1934 geen extra reserve meer zal hebben. De levensstandaard is weer gedaald en daarom is 3 pCt. loonsverlaging geen bezwaar. Spr. zou op alle subsidies 5 pCt. verlaging willen toepassen. De heer VAN SPANNING meent, dat de groot handelprijzen juist weer stij gen, dat zich nog niet in de détail prij zen afteekent. De heer LAERNOES meende, dat de ziekenhuiskwestie normaal is behan deld. De belasting verhooging kon niet voorkomen worden al zou zij in nor- mede omstandigheden af te keuren zijn. Nu de havenkwestie de Eerste Kamer heeft bereikt, wil spr. er alleen van zeggen, dat het bunkerstation zeer goed gaat. Tot de heer Andrissen zegt spr. niet te begrijpen, dat deze met zijn klacht in den raad komt. Dit hoort bij Maatschappelij Hulpbe toon. Hij had dit van een organisatieman als de heer Andriessen niet verwacht. Men moet maar niet trouwen en een huis huren en dan denken, dat de ge- gemeente het toch wel betaalt. De heer Van Oorschot neemt een makkelijk standpunt in en trekt zich van de ver antwoordelijkheid niets aan. B. en W. doen wat zij kunnen. De subsidies zijn gegeven na grondig onderzoek en bijna alle betrokken vereenigingen doen goed werk voor de gemeente en de bevol king. De heer DE MEIJ wees op een groot Europeesche groenten en aardappelen, welke teelt een ruime bron van inkom sten vormt. Weinige behoeften als hij heeft, worden de groenten omgezet in klinkende guldens, welke hij zorgvuldig in bamboe kokers bewaart. De Tenggerees houdt van jolijt. Gedu rende de jaarswisseling wordt druk feest gevierd en laat hij zijn zilverlingen rollen. Het eigenaardige feit doet zich bij der gelijke feesten voor, dat de gasten al naar gelang van hunnen materieelen welstand in de kosten van het feest bij dragen. Lange smalle tafels worden aan gericht, welke in het midden het rijkst en aan het einde het minst met etens waren zijn beladen. Hoe meer de gast bijdraagt, des te dichter komt hij bij het midden der tafel te zitten. Van de gege ven bijdragen houdt de gastheer nauw keurig aanteekening, om te weten hoe veel hij op zijn beurt, als gast uitgenoo- digd bij volgende gelegenheden, zal hebben bij te dragen. Eenige jaren ge leden ben ik in de gelegenheid geweest in de Tenggereesche dessa Ngadi-Wo- neh een dergelijk feest bij te wonen. Ik was een der laatste gasten. Het mee- beste wenschen aan en liet daarbij een mooie nieuwe rijksdaalder in zijn han den glijden. Dit gevoegd bij het feit, dat ik de eenige blanke was, was blijkbaar voor hem aanleiding mij een eereplaats verschil tusschen den heer Van Oor schot en zijn fractie inzake de gemeen tepolitiek. Het was nauwelijks moge lijk de touwtjes aan elkaar te knoopen. Als het mogelijk was geweest zou men zeker de reserve van de waterleiding niet hebben gebruikt. De winst op dat bedrijf komt grootendeels van de groot verbruikers. De heer Van Oorschot kan makkelijk praten, want als éénling kan men toch niets bereiken. Maar als men macht krijgt moet men de zaak van al le kanten bekijken. Inzake de bestrating zal men zich moeten bepalen tot herstellingen zon der meer dan noodig nieuw materiaal aan te schaffen. Het plantsoen zal aan onderhoud toch nog meer kosten dan in 1931, door dat het uitbreiding heeft ondergaan. B. en W. hebben wel degelijk de moge lijkheid der Kerstgave aangetoond. Het is z.i. niet gezond, dat de gemeente het rijk inzake de salariskorting moet vol gen. Waar de heer Wesseling ook 3 pet wilde aftrekken van het presentiegeld der raadsleden wees spr. er op, dat dit zou beteekenen van f 5 op f 4.85 bren gen en noemde hij dit er een carrica- tuur van maken. Het is ook z.i. niet goed de subsidies aan ie houden. De belastingen gaan tot een ongekende hoogte, wat feitelijk te ver gaat. Als spr. zich kon suggereeren, dat een bad inrichting zich zelf zou bedruipen, kwam hij zeker met een voorstel, maar hij weet dat het niet zoo zal gaan. De verbredding van den Boulevard bij het haventje van Meijer ondervindt moeilijkheden, omdat de polder Walche ren meent, dat dan de sluis het niet houden zal. De verbetering rond de Bomvrije Kazerne is kostbaar en geeft geen goed object voor werkverschaf fing. Aan de bestrating van de verbree de Boulevard is niet gewerkt, gezien de onvermijdelijke verzakking in het be gin. Voor de Nolledijkverbreeding is geen grond aanwezig. De kwestie der gasfabriek waarvan de concessie in 1935 afloopt is in voorbereiding en zal cok aan de raadscommissie worden voorgelegd, die /jok de waterleiding kwestie behandelde. De heer EDELMAN zegt, dat thans ongeveer 200 jonge en volwassen werk loozen aan de cursussen deelnemen, die o.a. met materialenkennis en schilde ren zijn uitgebreid. Het plan is er ook in 1933 mede voort te gaan. De U.L.O. scholen zullen worden overgebracht in de op te heffen school A. Bij de replieken bleef de heer VAN HAL vast houden aan zijn bezwa ren inzake de ziekenhuiskwestie en de Kerstgave. De heer VAN SPANNING betoog de, dat de steun voor pas gehuwden te laag is. De heer ANDRIESSEN zeide, dat hij in Maatschappelijk Hulpbetoon zijn zin niet kreeg en toen zeide er in den raad mede te zullen komen. Het verschil met mej. Meijer zal hij in de kiesvereeni- gnig bespreken. De heer VAN OORSCHOT zeide, dat de ziekenhuiskwestie niet in het alge meen belang is opgelost, want men is meer gaan betalen. Vrije ziekenhuis keuze is steun door opheffing van het Gasthuis; er was wel degelijk een noodkreet geslaakt door Bethesda. Spr. verwacht duurder wor den o.a. van brood en suiker en blijft tegen belastingverhooging en loonsver laging. Spr. kan goed de denkwijze van an dere leden begrijpen, maar houdt zich aan zijn afwijzend standpunt, al kan hij geen anderen weg aanwijzen. Spr. zal wel zoolang mogelijk tegen 5 pCt. sub sidieverlaging zich verzetten, omdat het ook treft vacantiekolonies, t.b.c.-be strijding enz, en juist in dezen tijd het aantal lijders dreigt toe te nemen. Inzake het trouwen van werkloozen zegt spr., dat het leven doorgaat, en vraagt of als de crisis wellicht 10 jaar duurt, men het aangaan van huwelijken zou willen stopzetten. Hierna werd te zes uur gepauseerd. aan te bieden. Een groote schotel met Inlandsch gebak en andere lekkernijen benevens koffie, werd voor mij neerge zet en de gastheer noodigde mij tot toe tasten uit. (Aangezien de gerechten mij vreemd waren kon ik er echter «liet toe komen van zijn uitnoodiging gebruik te maken). Wie schetste mijn verbazing toen de goe roe eenige oogenblikken later een vier kante flesch onvervalsrchte Schiedam- sche jenever met enkele glaasjes op tafel zette. Hij noodigde mij uit tezamen op zijn gezondheid te drinken. Op mijn vraag of het Islamieten dan niet verboden was zwaar alcoholhoudende dranken te con- sumeeren, vertrok zijn gelaat zich tot een breeden grijns en tegelijkertijd wees hij mij op enkele kruidnagelen op den bodem der flesch. „Toewan" zeide hij, „inderdaad verbiedt ons geloof het ge bruik van alcohol, maar ziet U, de ko ran laat uiteraard wel de consumptie van geneesmiddelen toe. Door eenige kruidnagelen in de flesch te stoppen is 't geen drank meer doch obat (genees middel), tegen de consumptie waarvan Toewan Allah niet het minste bezwaar kan hebben Tegen een dergelijk argu ment was niets in te brengen!.... De Tengger is helaas niet de eenige streek waar het gebruik van alcohol Avondvergadering. De heer WESSELING wees er op, dat men de economische bakens moet ver zetten als het getij verloopt. De heer MARIJS zeide met belang stelling de schermutseling tusschen den heer De Meij en Van Oorschot te heb ben gevolgd. Inzake de loonsverlaging verwondert het spreker, dat Ged. Sta ten daarop aandrongen, maar hetzelf de aan de Provinciale ambtenaren niet voorstellen. De heer LAERNOES kon zich niet geheel vereenigingen met de meenin gen over het aangaan van huwelijken. De heer DE MEIJ kan zich niet zoo bij de aanvallen neerleggen. Zeker is hij principieel ook niet voor de salarisver laging. Men moet nu echter concessies doen, dat kan niet anders. Spr. meent, dat hij en zijn fractie op den goeden weg zijn, voor de arbeiders, beter dan de heer Van Oorschot. Die heeft toch ook wel eens gehoord van machtsvor ming en organisaties, de heer Van Oor schot zal als alleen staande niets be reiken voor de bevordering van het so cialisme. Het is onzin dat de gemeente het geld zou kunnen halen waar het is, dat kan alleen het rijk. Artikelsgewijze behandeling. De heer RORIJE wees op de schade voor de dtukkers door het type en cy- clostieleeren van verslag en begrooting. De heer MARIJS zou willen weten onder welke arbeidsvoorwaarden dit werk geschiedt. De heer KöNIG bepleitte opname van een vertegenwoordiger van den bond chauffeurs in de verkeerscommissie. De heer VAN SPANNING bepleitte ondergrondsche kabels van het elec- trisch net bij de hoog noodige verbe tering. De heer KöNIG bestreed den post van f 400 van de burgerwacht. De heer VAN OORSCHOT stelde schrapping voor. De raad handhaafde den post met 11 tegen 7 stemmen, die der socialisten en van den heer Andriessen. De bestrating deed verschillende wen schen naar voren komen. De heer VAN SPANNING meende uit de cijfers der begrooting te kunnen op maken, dat de ziekenhuisverpleging, in stede van minder dit jaar 30.000 meer zal kosten. De heer VAN OORSCHOT vroeg hoe het zal gaan met het verstrekken van kleeren aan de zieken en met het schee- ren. De heer PAAP meende, dat het aan tal verpleegden belangrijk zal dalen. De heer LAERNOES meende, dat 't niet zoo vaart zal loopen, of er in het vervolg betaald moet worden voor scheeren, hij zal het onderzoeken, even als van de kleeren. De heer VAN SPANNING betoogde nader, dat alleen voor de verpleging voor rekening van Maatschappelijk Hulpbetoon 17.000 meer wordt ge raamd. De heer RORIJE wees er op, dat de gepubliceerde cijfers een bezuiniging van 47.000 deden verwachten. Spr. bepleitte de belangen der ont slagen verpleegsters, die z.i. niet krijgen wat is toegezegd, daar niet gere kend wordt met het zuiver salaris voor ieder dienstjaar en men kost en inwo ning niet mede doet tellen. Hij verwijt het krenterig optreden van B. en W. De heer LAERNOES meende, dat men eerder woorden van waardeering had moeten doen hooren, waar de zusters op arbeidscontracten werkten. Het col lege kon niet zoo ver gaan ook kost en inwoning te doen mede tellen. Verschillende heeren vroegen nog het woord, waarbij de heer LAERNOES verzekerde, dat de kwestie van be hoorlijke barakken voor lijders aan be smettelijke ziekten de volle aandacht heeft van B. en W. De heer VAN OORSCHOT bepleitte ook de belangen der verpleegsters, die men niet mag behandelen als werkne mers van een zaak, die gesloten wordt, en over wier prestaties men volkomen in zwang komt. Daarbij is het groote ge vaar dat de Inlander van meening is, dat het bij de civilisatie hoort. Maat weet hij slecht te houden en hij drinkt daarom doorgaans meer dan goed voor hem is, hoewel men van uiterlijke tee kenen van dronkenschap bijna nooit iets merkt. In sommige streken in de Mo- lukken heeft het misbruik een derge- ken omvang aangenomen dat de regee ring moest ingrijpen en den invoer in be paalde gebieden heeft moeten beper ken. Speciaal onder de Menadoneezen en Ambonneezen komt het drankmis bruik veelvuldig voor. Bij onze terugkomst op Tosari is het weer omgeslagen. Donkere wolken rij zen uit de vlakte op en hullen het ge bergte in een nevel. Spoedig begint het te regenen. Als wij echter weder in de laagvlakte aankomen schijnt de zon met volle kracht. De overgang van de koele berglucht naar de warme atmosfeer van Soerabaia is uiteraard verre van aan genaam. Voor de toekomst staat op het pro gramma een tocht naar het Jangplateau. Zoodra de regentijd voorbij is, hoop ik aan mijne plannen tei zake uitvoering te geven en U van dit wondermooie bergland eenige bijzonderheden mede te deelen. Soerabaia, 30 November 1932. tevreden is. De heer RORIJE stelde voor haar een maand salaris toe te kennen met berekening van kost en inwoning. De heer LAERNOES noemde dit na kaarten, al vond hij zelf dat men wel licht een zuster, die werkelijk in be hoeftige omstandigheden verkeerde, iets meer had kunnen hebben. Het voorstel zal pl.m. 1300 kosten. De raad verwierp het voorstel met 13 tegen 5 stemmen, die der socialisten behalve de heer De Meij. De heer VAN OORSCHOT besprak de werkverschaffing. Er zijn wrijvingen, o.a. over de loonberekening en spr. zou daarom een contact-commissie willen hebben die preventief zou kunnen wer ken. De heer LAERNOES zeide, dat er he.el wat moeilijkheden bij de werkverschaf fing zijn. Men vraagt nieuwe commis sies en zet bestaande op zijde, i.e. de commissie B van Maatschappelijk Hulp betoon. De moeilijkheden ontstaan bij na steeds door de te werk gestelden zelf en steeds moet men hen op het verkeerde hunner handelwijze attent maken. Het werk lijdt onder de confe renties en dan wordt er minder ver diend, er moet orde en regel zijn. De heer VAN OORSCHOT vroeg re kening te houden met de geestelijke gesteldheid der menschen ook. Spr. voorkomt liever moeilijkheden, ook voor de menschen zelf. De heer LAERNOES zeide, dat men bij werk, waar uit 5 gemeenten men schen werken, juist met de Vlissingers het meeste moeite heeft. De heer VAN SPANNING meende, dat de klachten moeten inkomen bij de organisaties; spr. ontving er totaal vier, Maar dikwijls is het reeds, te laat, en kan men hoogstens den termijn van schorsing bekort krijgen. De heer KöNING meende, dat de Vlissingsche werkgevers meer gebruik moeten maken van de arbeidsbeurs. De heer DE MEIJ zal gaarne in die richting werkzaam zijn. Bij de stemming over de verlaging van de salarissen en loonen der gemeente werklieden met 3 pet., verzoekt de heer Van Oorschot aanteekening te hebben tegen gestemd. Bij den post opbrengst van de kermis verklaarde de heer SOREL namens de anti-rev. hetzelfde en de heer VAN OORSCHOT bij de belastingverhooging en ten slotte bij de geheele begrooting. Te 11.10 sluit de voorzitter de ver gadering met dank aan den secretaris en de ambtenaren en wenschte den raadsleden een goed uiteinde en hoopte dat men in 1933 onder Gods zegen de gemeente weer in goede banen moge ieiden NEDERLANDSCHE INDUSTRIE- EN HANDELSRAAD VOOR LAND- EN TUINBOUW. (:-;) Wel toevallig! Van de eene zijde wordt onze aandacht gevestigd op een adres, dat door de Kamer van Koophan del te Rotterdam is gezonden aan den Minister van Economische Zaken en van den anderen kant gewordt ons een rondschrijven, waarin de Nederlandsche Industie- en Handelsraad voor Land- en Tuinbouw kond doet van „de voornaam ste beginselen, die naast practische overwegingen tot zijn oprichting aan leiding hebben gegeven". In het Rotter- damsche adres wordt den Minister me degedeeld, dat de ontwikkeling van den lanuoouw sterk is bevorderd door de intensieve werkzaamheid van den han del, die aan de Nederlandsche produ centen steeds meer afzet op vreemde markten heeft weten te verzekeren. Zonder die hulp van den handel zou de landbouw niet tot zoo'n hoog peil heb ben kunnen stijgen. (Maar nu komt het aapje uit de mouw:j De Kamer meent, dat de producenten-coöperaties, d.z.d. de boeren-coöperaties, in handelsop zicht lang niet hebben bereikt, wat de handel bereikt' heeft. En desondanks wordt nu door de agrarische crisiswetten in de hand gewerkt, dat de coöperaties der boeren zich in ruimer mate dan voorheen bewegen op het gebied van den handel. Dit. acht de Kamer een on natuurlijk verscnijnsel en zelfs in strijd met het belang van den landbouw zelf. Nu de Handelsraad. Volgens zijn schrijven „behooren tot zijn terrein de bedrijven, die zich bezig houden met den handel in bedriifsbenoodigdheden voor den land- en tuinbouw en de bedrijven, die beoefenen de fabricage, resp. ver werking van producten van den land- en tuinbouw". Oat zijn dus precies de be drijven, die d or de Rotterdamsche Ka mer van Koophandel in bescherming worden genomen. Doch laten we het rondschrijven van den raad eerst verder volgen. Er wordt een kort historisch overzicht gegeven van het ontstaan van industrie en handel in verband met land- en tuinbouw. Aanvankelijk voor zag de boer bijna geheel in eigen gezins behoeften; daarop volgde de dorpshuis houding met zeer kleinen en plaatselij ken handel, meestal ruilhandel. Daarin kwam verandering, toen concentratie van v^bruik in centra, ontwikkeling van transportmogelijkheden en van de techniek van het geheele handels- en betalingsverkeer ook voor land- en tuin bouw een ruimere markt voor het be trekken van den afzet van goederen schiep. Speciale personen legden zich •DEN-S0ETEN1 NVAL; SEDERT 1SZS- (Ingez. Med.) hierop toe en zoo ontstond er een spe ciale stand van nijveren en handelaars, leverende aan en koopende van land en tuinbouw aan de eene en de met hen in verband staande industrie en handel aan de andere zijde? In het rondschrijven wordt de vraag ontkennend beantwoord, want, dë een kan den ander niet missen. Niettemin wordt erkend, dat belangenstrijd en be langenconflicten denkbaar zijn en prac- lisch voorkomen. Het zou naar onze meening toch ook al te naief zijn ge weest om het tegendeel te beweren, en onwillekeurig denken we weer aan het adres der Rotterdamsche Kamer van Koophandel. No,g een vraag wordt ge steld: „Wat is naar waarde primair: de land- en tuinbouw of de met hen in ver band staande industrie en handel? Toe- gsge"°n wordt, dat land- en tuinbouw va. damenteele beteekenis zijn, r. een huis is geen huis, tenzij he :1 een dak als een fundament het eliswaar vorm de landbouwbe volking een groote groep, die als één heid in het oog springt, doch daar staat tegenover, dat de industrie en handel, in zeer aanzienlijke grootere eenheden optreden, wat nu verwarrend werkt en 't doet voorkomen, alsof de eerste groep in waarde verre domineert. Wat niet juist is, want achter elke fabrikant staat diens omvangrijk personeel in hoo- ge, middel- en lagere rangen. Hier komt bij, dat de land- en tuinbouw reeds lang tot de vorming van het grootst mogelij ke zoogenaamde standsorganisaties zijn gekomen. Hieraan kleeft de fout, want deze vertegenwoordiging van land- en tuinbouw heeft ertoe geleid, dat zij hoe langer hoe meer bij Regeering en Volks vertegenwoordiging als representatief en competent wordt beschouwd in vraag stukken, waarmede zij veelal slechts zij delings in contact komt. En dat kon, omdat de andere groep veel minder als één geheel optrad. De vrees bestaat zelfs dat deze laatste groep zóó zeer onder de suggestie van de steeds verkondigde belangrijkheid van land- en tuinbouw zou komen, dat zij haar eigen beteekenis zou onderschatten. Vandaar de noodza kelijkheid tot stichting van den Raad. Hiermede wordt een leegte aangevuld, En nu verwacht de Raad van allen, waarmede hij te maken heeft of te ma ken zal hebben, van Regeering, van Volksvertegenwoordiging, van de pers, van de publieke opinie en in de eerste plaats van land- en tuinbouw, dat men hem tegemoet treedl met het besef van volwaardigheid. Wat zullen we hieraan toevoegen? Bij den Raad zijn aangesloten alle mogelij ke vereenigingen op industrieel- en han delsgebied, die handel drijven in onze landbouwproducten. Tegenover dit nieuwe groote geheel kan onze land bouw zich niet als een éénheid plaat sen, de boeren-handel is hiervoor nog te veel individueel. Ten derden male denken we aan het Rotterdamsche adres, waarin eigenlijk wordt opgekomen tegen den coöperatieven boerenhandel, toch een instituut, dat uit de historie is ge groeid, doch dat nu blijkbaar nog niet volledig veilig is. Om echter geen onjuist oordeel te vel- lgn, hebben we ook getracht de statu ten van den Raad onder het oog te krijgen. Welwillend zijn ons deze ver strekt, doch het doel: „behartiging en bevordering der algemeene belangen van industrie en handel op het gebied van den Nederlandschen land- en tuinbouw in den meest uitgebreiden zin des woords", is zóó algemeen gesteld, dat daaraan weinig houvast is. Als vanzelf komen we tot het meermalen genoemde rondschrij ven, waarin dezelfde toon heerscht als in het Rotterdamsche adres, zoodat we daar in verband blijven zien, en, gelet op den inhoud van dit laatste, meenen we, dat van landbouwerszijde bedacht zaamheid geboden is: „saneeren" hangt in de lucht! Woensdag stond voor het Bossche Gerechtshof terecht de 54-jarige M. K., huisvrouw van H. S. te Kerkrade, die ter zake van doodslag, het op 20 Juli door worging om het leven brengen van hare 15-jarige dochter uit haar eerste huwelijk, door de rechtbank te Maas tricht veroordeeld werd tot 8 jaar ge- vangenistraf. Verdachte verklaarde in hooger be roep te zijn gekomen, omdat zij onschul dig is. Zij heeft haar dochter niet -ge worgd. Blijkens het getuigenverhoor stond de vrouw ongunstig en als drinkster be kend. Bekend is dat zij haar kind afransel de en slecht behandelde. Spr. is over tuigd dat verd. haar, kind door geweld om het leven heeft gebracht en eischt wegens doodslag 10 jaar gevangenisstraf. De verdediger vroeg vrijspraak en hare onmiddellijke in vrijheidstelling. Hiertegen verzette zich de adv.-gene raal. Het Hof vond voor in vrijheidstel ling 'feen termen aanwezig.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 7