LANDBOUW.
-VAN MbLl.b'i-
GOESCHB^
ONTBYT-KOEK
RECHTZAXEN.
s
ting van een cursus voor werkloozen.
Als objecten voor werkverschaffing
noemde spr. de verbreeding van den
Nolledijk en de verbetering van den
Boulevard rondom de bomvrije kazerne,
verbetering vein den Boulevard bij het
haventje van Meijer, en bestrating van
het reeds verbreede gedeelte van den
Boulevard.
Het U.L.O. onderwijs komt in gedrang
omdat in het aangewezen gebouw geen
les is te geven.
Spr. zal met de belastingvoorstellen
medegaan, om erger ingrijpen in de au
tonomie der gemeente te voorkomen.
Loonsverlaging kan niet voorkomen
worden door den drang der regeering.
Jammer dat door het putten uit de reser
ve der waterleiding, verbeteringen
worden tegen gehouden. Hoe is het
met de gasfabriek en hoe met de defi
nitieve regeling van het havenbedrijf??
Spr. juicht toe, dat B. en W. met aan
de subsidies voor de cultureele doel
einden zijn gekomen.
De heer ANDRIESSEN haalde in zijn
betoog o.a, aan, dat de hulp aan jong
gehuwde werkloozen door Maatschap
pelijk Hulpbetoon beneden alle critiek
is. Deze menschen hebben recht op een
hptpi*p sfptlTI
De heer VAN OORSCHOT hield een
zeer uitvoerig betoog, waaruit bleek dat
hij zich op 't zuiver socialistisch stand
punt blijft plaatsen.
Hij kan dan ook niet mede gaan met
maatregelen, die in de kapitalistische
maatschappij worden genomen en die
verslechtering der arbeiders tot gevolg
hebben als de voorgestelde belastingver-
hooging en loonsverlaging, Men moet
het geld halen waar het te halen is.
Mej. MEIJER kwam op tegen de
woorden van haar fractie-genoot, den
heer Andriessen, die blijkt te vergeten,
dat de R. K. Charitas bereid is te hel
pen die te veel den openbaren
sieun plaatst boven het particulier ini
tiatief.
De heer SOREL is verheugd over de
goede samenwerking in het college van
B. en W. Uitstel van de ziekenhuis
kwestie had des tijds geen zin. Inzake
de kerstgave voelden de a.r. beter de
verantwoordelijkheid tegenover de ge
meente dan de andere partijen. De sa-
lariskorting is niet te voorkomen.
De heer MARIJS meende er op te
moeten wijzen, dat de ziekenhuiskwes
tie niet uitgegaan is van Bethesda, dat
alleen aandrong op vrij ziekenhuiskeuze.
•De heer WESSELING gaat met de be
grooting accoord, en wees op de nood
zakelijkheid van bezuinigen. Dekwestie
van de reserve der waterleiding is een
teere reserve, omdat men in 1934 geen
extra reserve meer zal hebben.
De levensstandaard is weer gedaald
en daarom is 3 pCt. loonsverlaging geen
bezwaar. Spr. zou op alle subsidies 5
pCt. verlaging willen toepassen.
De heer VAN SPANNING meent, dat
de groot handelprijzen juist weer stij
gen, dat zich nog niet in de détail prij
zen afteekent.
De heer LAERNOES meende, dat de
ziekenhuiskwestie normaal is behan
deld. De belasting verhooging kon niet
voorkomen worden al zou zij in nor-
mede omstandigheden af te keuren zijn.
Nu de havenkwestie de Eerste Kamer
heeft bereikt, wil spr. er alleen van
zeggen, dat het bunkerstation zeer goed
gaat.
Tot de heer Andrissen zegt spr. niet
te begrijpen, dat deze met zijn klacht
in den raad komt.
Dit hoort bij Maatschappelij Hulpbe
toon. Hij had dit van een organisatieman
als de heer Andriessen niet verwacht.
Men moet maar niet trouwen en een
huis huren en dan denken, dat de ge-
gemeente het toch wel betaalt. De heer
Van Oorschot neemt een makkelijk
standpunt in en trekt zich van de ver
antwoordelijkheid niets aan. B. en W.
doen wat zij kunnen. De subsidies zijn
gegeven na grondig onderzoek en bijna
alle betrokken vereenigingen doen goed
werk voor de gemeente en de bevol
king.
De heer DE MEIJ wees op een groot
Europeesche groenten en aardappelen,
welke teelt een ruime bron van inkom
sten vormt. Weinige behoeften als hij
heeft, worden de groenten omgezet in
klinkende guldens, welke hij zorgvuldig
in bamboe kokers bewaart.
De Tenggerees houdt van jolijt. Gedu
rende de jaarswisseling wordt druk feest
gevierd en laat hij zijn zilverlingen rollen.
Het eigenaardige feit doet zich bij der
gelijke feesten voor, dat de gasten al
naar gelang van hunnen materieelen
welstand in de kosten van het feest bij
dragen. Lange smalle tafels worden aan
gericht, welke in het midden het rijkst
en aan het einde het minst met etens
waren zijn beladen. Hoe meer de gast
bijdraagt, des te dichter komt hij bij het
midden der tafel te zitten. Van de gege
ven bijdragen houdt de gastheer nauw
keurig aanteekening, om te weten hoe
veel hij op zijn beurt, als gast uitgenoo-
digd bij volgende gelegenheden, zal
hebben bij te dragen. Eenige jaren ge
leden ben ik in de gelegenheid geweest
in de Tenggereesche dessa Ngadi-Wo-
neh een dergelijk feest bij te wonen. Ik
was een der laatste gasten. Het mee-
beste wenschen aan en liet daarbij een
mooie nieuwe rijksdaalder in zijn han
den glijden. Dit gevoegd bij het feit, dat
ik de eenige blanke was, was blijkbaar
voor hem aanleiding mij een eereplaats
verschil tusschen den heer Van Oor
schot en zijn fractie inzake de gemeen
tepolitiek. Het was nauwelijks moge
lijk de touwtjes aan elkaar te knoopen.
Als het mogelijk was geweest zou men
zeker de reserve van de waterleiding
niet hebben gebruikt. De winst op dat
bedrijf komt grootendeels van de groot
verbruikers. De heer Van Oorschot kan
makkelijk praten, want als éénling kan
men toch niets bereiken. Maar als men
macht krijgt moet men de zaak van al
le kanten bekijken.
Inzake de bestrating zal men zich
moeten bepalen tot herstellingen zon
der meer dan noodig nieuw materiaal
aan te schaffen.
Het plantsoen zal aan onderhoud
toch nog meer kosten dan in 1931, door
dat het uitbreiding heeft ondergaan. B.
en W. hebben wel degelijk de moge
lijkheid der Kerstgave aangetoond. Het
is z.i. niet gezond, dat de gemeente het
rijk inzake de salariskorting moet vol
gen. Waar de heer Wesseling ook 3 pet
wilde aftrekken van het presentiegeld
der raadsleden wees spr. er op, dat dit
zou beteekenen van f 5 op f 4.85 bren
gen en noemde hij dit er een carrica-
tuur van maken. Het is ook z.i. niet
goed de subsidies aan ie houden. De
belastingen gaan tot een ongekende
hoogte, wat feitelijk te ver gaat. Als
spr. zich kon suggereeren, dat een bad
inrichting zich zelf zou bedruipen, kwam
hij zeker met een voorstel, maar hij
weet dat het niet zoo zal gaan.
De verbredding van den Boulevard
bij het haventje van Meijer ondervindt
moeilijkheden, omdat de polder Walche
ren meent, dat dan de sluis het niet
houden zal. De verbetering rond de
Bomvrije Kazerne is kostbaar en geeft
geen goed object voor werkverschaf
fing. Aan de bestrating van de verbree
de Boulevard is niet gewerkt, gezien
de onvermijdelijke verzakking in het be
gin. Voor de Nolledijkverbreeding is
geen grond aanwezig. De kwestie der
gasfabriek waarvan de concessie in
1935 afloopt is in voorbereiding en zal
cok aan de raadscommissie worden
voorgelegd, die /jok de waterleiding
kwestie behandelde.
De heer EDELMAN zegt, dat thans
ongeveer 200 jonge en volwassen werk
loozen aan de cursussen deelnemen,
die o.a. met materialenkennis en schilde
ren zijn uitgebreid. Het plan is er ook
in 1933 mede voort te gaan. De U.L.O.
scholen zullen worden overgebracht in
de op te heffen school A.
Bij de replieken bleef de heer VAN
HAL vast houden aan zijn bezwa
ren inzake de ziekenhuiskwestie en de
Kerstgave.
De heer VAN SPANNING betoog
de, dat de steun voor pas gehuwden te
laag is.
De heer ANDRIESSEN zeide, dat hij
in Maatschappelijk Hulpbetoon zijn zin
niet kreeg en toen zeide er in den raad
mede te zullen komen. Het verschil met
mej. Meijer zal hij in de kiesvereeni-
gnig bespreken.
De heer VAN OORSCHOT zeide, dat
de ziekenhuiskwestie niet in het alge
meen belang is opgelost, want men is
meer gaan betalen.
Vrije ziekenhuis keuze is steun door
opheffing van het Gasthuis; er was wel
degelijk een noodkreet geslaakt door
Bethesda. Spr. verwacht duurder wor
den o.a. van brood en suiker en blijft
tegen belastingverhooging en loonsver
laging.
Spr. kan goed de denkwijze van an
dere leden begrijpen, maar houdt zich
aan zijn afwijzend standpunt, al kan hij
geen anderen weg aanwijzen. Spr. zal
wel zoolang mogelijk tegen 5 pCt. sub
sidieverlaging zich verzetten, omdat het
ook treft vacantiekolonies, t.b.c.-be
strijding enz, en juist in dezen tijd het
aantal lijders dreigt toe te nemen.
Inzake het trouwen van werkloozen
zegt spr., dat het leven doorgaat, en
vraagt of als de crisis wellicht 10 jaar
duurt, men het aangaan van huwelijken
zou willen stopzetten. Hierna werd te
zes uur gepauseerd.
aan te bieden. Een groote schotel met
Inlandsch gebak en andere lekkernijen
benevens koffie, werd voor mij neerge
zet en de gastheer noodigde mij tot toe
tasten uit.
(Aangezien de gerechten mij vreemd
waren kon ik er echter «liet toe komen
van zijn uitnoodiging gebruik te maken).
Wie schetste mijn verbazing toen de goe
roe eenige oogenblikken later een vier
kante flesch onvervalsrchte Schiedam-
sche jenever met enkele glaasjes op tafel
zette. Hij noodigde mij uit tezamen op
zijn gezondheid te drinken. Op mijn vraag
of het Islamieten dan niet verboden was
zwaar alcoholhoudende dranken te con-
sumeeren, vertrok zijn gelaat zich tot
een breeden grijns en tegelijkertijd wees
hij mij op enkele kruidnagelen op den
bodem der flesch. „Toewan" zeide hij,
„inderdaad verbiedt ons geloof het ge
bruik van alcohol, maar ziet U, de ko
ran laat uiteraard wel de consumptie
van geneesmiddelen toe. Door eenige
kruidnagelen in de flesch te stoppen is
't geen drank meer doch obat (genees
middel), tegen de consumptie waarvan
Toewan Allah niet het minste bezwaar
kan hebben Tegen een dergelijk argu
ment was niets in te brengen!....
De Tengger is helaas niet de eenige
streek waar het gebruik van alcohol
Avondvergadering.
De heer WESSELING wees er op, dat
men de economische bakens moet ver
zetten als het getij verloopt.
De heer MARIJS zeide met belang
stelling de schermutseling tusschen den
heer De Meij en Van Oorschot te heb
ben gevolgd. Inzake de loonsverlaging
verwondert het spreker, dat Ged. Sta
ten daarop aandrongen, maar hetzelf
de aan de Provinciale ambtenaren niet
voorstellen.
De heer LAERNOES kon zich niet
geheel vereenigingen met de meenin
gen over het aangaan van huwelijken.
De heer DE MEIJ kan zich niet zoo
bij de aanvallen neerleggen. Zeker is hij
principieel ook niet voor de salarisver
laging. Men moet nu echter concessies
doen, dat kan niet anders. Spr. meent,
dat hij en zijn fractie op den goeden
weg zijn, voor de arbeiders, beter dan
de heer Van Oorschot. Die heeft toch
ook wel eens gehoord van machtsvor
ming en organisaties, de heer Van Oor
schot zal als alleen staande niets be
reiken voor de bevordering van het so
cialisme. Het is onzin dat de gemeente
het geld zou kunnen halen waar het is,
dat kan alleen het rijk.
Artikelsgewijze behandeling.
De heer RORIJE wees op de schade
voor de dtukkers door het type en cy-
clostieleeren van verslag en begrooting.
De heer MARIJS zou willen weten
onder welke arbeidsvoorwaarden dit
werk geschiedt.
De heer KöNIG bepleitte opname van
een vertegenwoordiger van den bond
chauffeurs in de verkeerscommissie.
De heer VAN SPANNING bepleitte
ondergrondsche kabels van het elec-
trisch net bij de hoog noodige verbe
tering.
De heer KöNIG bestreed den post
van f 400 van de burgerwacht.
De heer VAN OORSCHOT stelde
schrapping voor.
De raad handhaafde den post met 11
tegen 7 stemmen, die der socialisten en
van den heer Andriessen.
De bestrating deed verschillende wen
schen naar voren komen.
De heer VAN SPANNING meende uit
de cijfers der begrooting te kunnen op
maken, dat de ziekenhuisverpleging, in
stede van minder dit jaar 30.000 meer
zal kosten.
De heer VAN OORSCHOT vroeg hoe
het zal gaan met het verstrekken van
kleeren aan de zieken en met het schee-
ren.
De heer PAAP meende, dat het aan
tal verpleegden belangrijk zal dalen.
De heer LAERNOES meende, dat 't
niet zoo vaart zal loopen, of er in het
vervolg betaald moet worden voor
scheeren, hij zal het onderzoeken, even
als van de kleeren.
De heer VAN SPANNING betoogde
nader, dat alleen voor de verpleging
voor rekening van Maatschappelijk
Hulpbetoon 17.000 meer wordt ge
raamd.
De heer RORIJE wees er op, dat de
gepubliceerde cijfers een bezuiniging
van 47.000 deden verwachten.
Spr. bepleitte de belangen der ont
slagen verpleegsters, die z.i. niet krijgen
wat is toegezegd, daar niet gere
kend wordt met het zuiver salaris voor
ieder dienstjaar en men kost en inwo
ning niet mede doet tellen. Hij verwijt
het krenterig optreden van B. en W.
De heer LAERNOES meende, dat men
eerder woorden van waardeering had
moeten doen hooren, waar de zusters
op arbeidscontracten werkten. Het col
lege kon niet zoo ver gaan ook kost en
inwoning te doen mede tellen.
Verschillende heeren vroegen nog
het woord, waarbij de heer LAERNOES
verzekerde, dat de kwestie van be
hoorlijke barakken voor lijders aan be
smettelijke ziekten de volle aandacht
heeft van B. en W.
De heer VAN OORSCHOT bepleitte
ook de belangen der verpleegsters, die
men niet mag behandelen als werkne
mers van een zaak, die gesloten wordt,
en over wier prestaties men volkomen
in zwang komt. Daarbij is het groote ge
vaar dat de Inlander van meening is,
dat het bij de civilisatie hoort. Maat
weet hij slecht te houden en hij drinkt
daarom doorgaans meer dan goed voor
hem is, hoewel men van uiterlijke tee
kenen van dronkenschap bijna nooit iets
merkt. In sommige streken in de Mo-
lukken heeft het misbruik een derge-
ken omvang aangenomen dat de regee
ring moest ingrijpen en den invoer in be
paalde gebieden heeft moeten beper
ken. Speciaal onder de Menadoneezen
en Ambonneezen komt het drankmis
bruik veelvuldig voor.
Bij onze terugkomst op Tosari is het
weer omgeslagen. Donkere wolken rij
zen uit de vlakte op en hullen het ge
bergte in een nevel. Spoedig begint het
te regenen. Als wij echter weder in de
laagvlakte aankomen schijnt de zon met
volle kracht. De overgang van de koele
berglucht naar de warme atmosfeer van
Soerabaia is uiteraard verre van aan
genaam.
Voor de toekomst staat op het pro
gramma een tocht naar het Jangplateau.
Zoodra de regentijd voorbij is, hoop ik
aan mijne plannen tei zake uitvoering
te geven en U van dit wondermooie
bergland eenige bijzonderheden mede
te deelen.
Soerabaia, 30 November 1932.
tevreden is.
De heer RORIJE stelde voor haar
een maand salaris toe te kennen met
berekening van kost en inwoning.
De heer LAERNOES noemde dit na
kaarten, al vond hij zelf dat men wel
licht een zuster, die werkelijk in be
hoeftige omstandigheden verkeerde, iets
meer had kunnen hebben.
Het voorstel zal pl.m. 1300 kosten.
De raad verwierp het voorstel met
13 tegen 5 stemmen, die der socialisten
behalve de heer De Meij.
De heer VAN OORSCHOT besprak
de werkverschaffing. Er zijn wrijvingen,
o.a. over de loonberekening en spr. zou
daarom een contact-commissie willen
hebben die preventief zou kunnen wer
ken.
De heer LAERNOES zeide, dat er he.el
wat moeilijkheden bij de werkverschaf
fing zijn. Men vraagt nieuwe commis
sies en zet bestaande op zijde, i.e. de
commissie B van Maatschappelijk Hulp
betoon. De moeilijkheden ontstaan bij
na steeds door de te werk gestelden
zelf en steeds moet men hen op het
verkeerde hunner handelwijze attent
maken. Het werk lijdt onder de confe
renties en dan wordt er minder ver
diend, er moet orde en regel zijn.
De heer VAN OORSCHOT vroeg re
kening te houden met de geestelijke
gesteldheid der menschen ook. Spr.
voorkomt liever moeilijkheden, ook voor
de menschen zelf.
De heer LAERNOES zeide, dat men
bij werk, waar uit 5 gemeenten men
schen werken, juist met de Vlissingers
het meeste moeite heeft.
De heer VAN SPANNING meende,
dat de klachten moeten inkomen bij de
organisaties; spr. ontving er totaal vier,
Maar dikwijls is het reeds, te laat, en
kan men hoogstens den termijn van
schorsing bekort krijgen.
De heer KöNING meende, dat de
Vlissingsche werkgevers meer gebruik
moeten maken van de arbeidsbeurs.
De heer DE MEIJ zal gaarne in die
richting werkzaam zijn.
Bij de stemming over de verlaging van
de salarissen en loonen der gemeente
werklieden met 3 pet., verzoekt de heer
Van Oorschot aanteekening te hebben
tegen gestemd.
Bij den post opbrengst van de kermis
verklaarde de heer SOREL namens de
anti-rev. hetzelfde en de heer VAN
OORSCHOT bij de belastingverhooging
en ten slotte bij de geheele begrooting.
Te 11.10 sluit de voorzitter de ver
gadering met dank aan den secretaris
en de ambtenaren en wenschte den
raadsleden een goed uiteinde en hoopte
dat men in 1933 onder Gods zegen de
gemeente weer in goede banen moge
ieiden
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE- EN
HANDELSRAAD VOOR LAND- EN
TUINBOUW.
(:-;) Wel toevallig! Van de eene zijde
wordt onze aandacht gevestigd op een
adres, dat door de Kamer van Koophan
del te Rotterdam is gezonden aan den
Minister van Economische Zaken en
van den anderen kant gewordt ons een
rondschrijven, waarin de Nederlandsche
Industie- en Handelsraad voor Land- en
Tuinbouw kond doet van „de voornaam
ste beginselen, die naast practische
overwegingen tot zijn oprichting aan
leiding hebben gegeven". In het Rotter-
damsche adres wordt den Minister me
degedeeld, dat de ontwikkeling van den
lanuoouw sterk is bevorderd door de
intensieve werkzaamheid van den han
del, die aan de Nederlandsche produ
centen steeds meer afzet op vreemde
markten heeft weten te verzekeren.
Zonder die hulp van den handel zou de
landbouw niet tot zoo'n hoog peil heb
ben kunnen stijgen. (Maar nu komt het
aapje uit de mouw:j De Kamer meent,
dat de producenten-coöperaties, d.z.d.
de boeren-coöperaties, in handelsop
zicht lang niet hebben bereikt, wat de
handel bereikt' heeft. En desondanks
wordt nu door de agrarische crisiswetten
in de hand gewerkt, dat de coöperaties
der boeren zich in ruimer mate dan
voorheen bewegen op het gebied van
den handel. Dit. acht de Kamer een on
natuurlijk verscnijnsel en zelfs in strijd
met het belang van den landbouw zelf.
Nu de Handelsraad. Volgens zijn
schrijven „behooren tot zijn terrein de
bedrijven, die zich bezig houden met den
handel in bedriifsbenoodigdheden voor
den land- en tuinbouw en de bedrijven,
die beoefenen de fabricage, resp. ver
werking van producten van den land- en
tuinbouw". Oat zijn dus precies de be
drijven, die d or de Rotterdamsche Ka
mer van Koophandel in bescherming
worden genomen. Doch laten we het
rondschrijven van den raad eerst verder
volgen. Er wordt een kort historisch
overzicht gegeven van het ontstaan van
industrie en handel in verband met
land- en tuinbouw. Aanvankelijk voor
zag de boer bijna geheel in eigen gezins
behoeften; daarop volgde de dorpshuis
houding met zeer kleinen en plaatselij
ken handel, meestal ruilhandel. Daarin
kwam verandering, toen concentratie
van v^bruik in centra, ontwikkeling
van transportmogelijkheden en van de
techniek van het geheele handels- en
betalingsverkeer ook voor land- en tuin
bouw een ruimere markt voor het be
trekken van den afzet van goederen
schiep. Speciale personen legden zich
•DEN-S0ETEN1 NVAL; SEDERT 1SZS-
(Ingez. Med.)
hierop toe en zoo ontstond er een spe
ciale stand van nijveren en handelaars,
leverende aan en koopende van land
en tuinbouw aan de eene en de met hen
in verband staande industrie en handel
aan de andere zijde?
In het rondschrijven wordt de vraag
ontkennend beantwoord, want, dë een
kan den ander niet missen. Niettemin
wordt erkend, dat belangenstrijd en be
langenconflicten denkbaar zijn en prac-
lisch voorkomen. Het zou naar onze
meening toch ook al te naief zijn ge
weest om het tegendeel te beweren, en
onwillekeurig denken we weer aan het
adres der Rotterdamsche Kamer van
Koophandel. No,g een vraag wordt ge
steld: „Wat is naar waarde primair: de
land- en tuinbouw of de met hen in ver
band staande industrie en handel? Toe-
gsge"°n wordt, dat land- en tuinbouw
va. damenteele beteekenis zijn,
r. een huis is geen huis, tenzij
he :1 een dak als een fundament
het eliswaar vorm de landbouwbe
volking een groote groep, die als één
heid in het oog springt, doch daar staat
tegenover, dat de industrie en handel,
in zeer aanzienlijke grootere eenheden
optreden, wat nu verwarrend werkt en
't doet voorkomen, alsof de eerste groep
in waarde verre domineert. Wat niet
juist is, want achter elke fabrikant
staat diens omvangrijk personeel in hoo-
ge, middel- en lagere rangen. Hier komt
bij, dat de land- en tuinbouw reeds lang
tot de vorming van het grootst mogelij
ke zoogenaamde standsorganisaties zijn
gekomen. Hieraan kleeft de fout, want
deze vertegenwoordiging van land- en
tuinbouw heeft ertoe geleid, dat zij hoe
langer hoe meer bij Regeering en Volks
vertegenwoordiging als representatief en
competent wordt beschouwd in vraag
stukken, waarmede zij veelal slechts zij
delings in contact komt. En dat kon,
omdat de andere groep veel minder als
één geheel optrad. De vrees bestaat zelfs
dat deze laatste groep zóó zeer onder de
suggestie van de steeds verkondigde
belangrijkheid van land- en tuinbouw zou
komen, dat zij haar eigen beteekenis
zou onderschatten. Vandaar de noodza
kelijkheid tot stichting van den Raad.
Hiermede wordt een leegte aangevuld,
En nu verwacht de Raad van allen,
waarmede hij te maken heeft of te ma
ken zal hebben, van Regeering, van
Volksvertegenwoordiging, van de pers,
van de publieke opinie en in de eerste
plaats van land- en tuinbouw, dat men
hem tegemoet treedl met het besef van
volwaardigheid.
Wat zullen we hieraan toevoegen? Bij
den Raad zijn aangesloten alle mogelij
ke vereenigingen op industrieel- en han
delsgebied, die handel drijven in onze
landbouwproducten. Tegenover dit
nieuwe groote geheel kan onze land
bouw zich niet als een éénheid plaat
sen, de boeren-handel is hiervoor nog
te veel individueel. Ten derden male
denken we aan het Rotterdamsche adres,
waarin eigenlijk wordt opgekomen tegen
den coöperatieven boerenhandel, toch
een instituut, dat uit de historie is ge
groeid, doch dat nu blijkbaar nog niet
volledig veilig is.
Om echter geen onjuist oordeel te vel-
lgn, hebben we ook getracht de statu
ten van den Raad onder het oog te
krijgen. Welwillend zijn ons deze ver
strekt, doch het doel: „behartiging en
bevordering der algemeene belangen van
industrie en handel op het gebied van
den Nederlandschen land- en tuinbouw in
den meest uitgebreiden zin des woords",
is zóó algemeen gesteld, dat daaraan
weinig houvast is. Als vanzelf komen we
tot het meermalen genoemde rondschrij
ven, waarin dezelfde toon heerscht als
in het Rotterdamsche adres, zoodat we
daar in verband blijven zien, en, gelet
op den inhoud van dit laatste, meenen
we, dat van landbouwerszijde bedacht
zaamheid geboden is: „saneeren" hangt
in de lucht!
Woensdag stond voor het Bossche
Gerechtshof terecht de 54-jarige M. K.,
huisvrouw van H. S. te Kerkrade, die
ter zake van doodslag, het op 20 Juli
door worging om het leven brengen van
hare 15-jarige dochter uit haar eerste
huwelijk, door de rechtbank te Maas
tricht veroordeeld werd tot 8 jaar ge-
vangenistraf.
Verdachte verklaarde in hooger be
roep te zijn gekomen, omdat zij onschul
dig is. Zij heeft haar dochter niet -ge
worgd.
Blijkens het getuigenverhoor stond de
vrouw ongunstig en als drinkster be
kend.
Bekend is dat zij haar kind afransel
de en slecht behandelde. Spr. is over
tuigd dat verd. haar, kind door geweld
om het leven heeft gebracht en eischt
wegens doodslag 10 jaar gevangenisstraf.
De verdediger vroeg vrijspraak en
hare onmiddellijke in vrijheidstelling.
Hiertegen verzette zich de adv.-gene
raal. Het Hof vond voor in vrijheidstel
ling 'feen termen aanwezig.