jfWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 DECEMBER 1932. No. 302.
GEMEENTERAAD VAN
MIDDELBURG.
„DERWEKT", ALIAS
THORNTON
Vergadering van Woensdag 21 De
cember te twee uur.
Voorzitter de burgemeester, de heer
P, Dumon Tak.
Aanwezig aanvankelijk 15, later 16
leden, de heer Den Hollander kwam
eerst later ter vergadering. Eén vaca
ture.
Herdenking mr, De Veer,
De VOORZITTER neemt het woord,
terwijl alle leden en ook de verder in de
zaal aanwezigen, ook zij die de publieke
tribune geheel vullen, zich van hun
plaatsen verheffen, en zegt dat allen
dfep getroffen zijn door het zware ver
lies, dat de gemeente heeft getroffen,
door het plotseling overlijden van wet
houder De Veer. Diep onder den indruk
heeft men hem verleden week naar zijn
laatste rustplaats gebracht. Diep medelij
den heeft men met zijn vrouw en kin
deren. Vooral is dit overlijden tragisch
om dat het zoo kort kwam na den dag
waarop zijn benoeming tot burgemees
ter bekend geworden was. Van jongs af
heeft mr. de Veer aan het publieke leven
medegewerkt in tal van functies, be
trekkingen en ambten. Het was iemand
met groot verstand en groote werk
kracht. Het was iemand van eerlijke
principes, maar hij verviel niet in klein
heden. Vele jaren was hij lid van den
raad en verscheiden jaren wethouder.
Met groote kennis sprak hij over de on
derwerpen, die zijn afdeeling betroffen
of over andere zaken, als hij meende
ook het zijne daarvan te moeten zeg
ge*. Altijd is met groote aandacht naar
hem geluisterd. Men zal zijn stem niet
meer hooren, hem niet meer zien op zijn
wethoudersplaats, hij zal de vergaderin
gen niet als burgemeester leiden. Op dit
tragisch gebeuren zijn de woorden van
Horatius van toepassing:
Semper crede diem tibi diluxisse su-
premum", d.w.z. „Gedenk dat iedere dag
voor U de laatste kan zijn." Men buigt
eerbiedig het hoofd en mag niet vragen,
waarom hij nu reeds heenging. Nooit zal
men mr. de Veer vergeten en steeds
dankbaar herdenken wat hij voor Mid
delburg deed. Hij ruste in Vrede.
De heer HEEMSKERK sluit zich als
oudste lid in jaren namens alle leden
bij de woorden van den burgemeester
aan en wijst ook op het tragische van
dit heengaan.
Spr. constateert dat de overledene
zich mocht verheugen in de waardee
ring van voor- ea_J.egenstanders.
1. Notulen vorige vergadering.
Deze worden ongewijzigd goedge
keurd.
2, Ingekomen stukken.
De VOORZITTER deelt mede, dat
Ged. Staten nog eischen hebben gesteld
inzake het in orde brengen van den
Nieuwen Vlissingschen weg. Dit zal de
gemeente 1025 kosten, doch tot nu
zijn de uitgaven voor dien weg nog
niet aan het verleende crediet er voor,
jazelfs er nog 5600 onder.
Aan de wenschen van Ged, Staten
zal worden voldaan.
YOORZITER deelt verder mede,
dat blijkens een schrijven van Ged. St.
ovei 1931 nog 3610.50 va nde provin
cie in de kosten der werkloosheidszorg
zal worden ontvangen en dat dit op den
dienst 1932 kan worden geboekt, waar
door er weer een onvoorzien is tot dat
bedrag.
Het Kon. besluit inzake het besluit
van den raad tot heffing van keurloonen
a an vleesch uit de kringgemeenten,
wordt voorloopig voor kennisgeving
aangenomen.
Het verzoek van C. Ingelse inzake
uitkeering van een som voor de door
nem geleden schade in verband met on
bruikbaarheid van het vestwater, stelt
door
Heiman Antonsen.
27
Ik ga achterin zitten, mijnheer, zei
Sanders, dan kan ik beter naar alle kan
ten uitkijken.
Dan wendde hij zich tot den chauffeur
en gaf de noodige instructies, waarvan
Thornton^ alleen verstond, dat deze ner
gens voor mocht stoppen, zoolang San
ders daartoe geen verlof gaf. Met een
geweldigen schok schoot de wagen voor
uit en zelfs door de Londensche straten
gingen ze met zulk een vaart, dat Thorn
ton blij was, dat de straten zoo goed als
verlaten waren, omdat de meeste men-
schen al naar bed waren.
Bij Kew Bridge reed een fietser den
Weg voor hen op. De chauffeur toeterde
uit alle macht, maar hoe harder hij signa
len gaf, des te langzamer ging de fietser
rijden. De bumper van den wagen raakte
bijna diens achterwiel, toen Sanders op
eens halt riep. De fietser was in uniform
en bracht rapport uit.
De wagen was in Hollies en werd
vandaar telefonisch naar Gunnersbury
ontboden. Ik reed in die richting en even
later passeerde hij me met 'n passagier
Ik heb het bericht doorgestuurd naar het
de raad in handen van Burg. en Weth.
om prae-advies.
Bij het schrijven van de afdeeling
Middelburg van de Communistische
Partij Holland zegt de VOORZITTER
dat de beide eerste daarin gestelde ei
schen de gemeente reeds 100.000 zou
den kosten.
De heer v, d. FELTZ zegt dat reeds
omdat er eischen worden gesteld,
het schrijven voor kennisgeving dient te
worden aangenomen.
De heer PAUL zegt dat het een be
spotten wordt van de belangen der werk-
loozen, als men zulke eischen stelt.
Van de tribune roept de Voorzitter
van genoemde afdeeling: Dat is nu de
borg voor de werkloozen van de zijde
der S.D.A.P.
De VOORZITTER gelast den bode
den man van de tribune te verwijderen
en zegt dat er op de tribune niet meer
gepraat mag worden.
De bode en een agent verwijderen
den man van de tribune, die onder weg
van een ander toehoorder een por in den
rug krijgt.
Er is tenslotte weer een adres van H,
Hendrikse, dat ter visie zal worden ge
legd.
3. Onderzoek geloofsbrief nieuw Raads
lid.
De heeren Cornelisse, v, d. Feltz en
Portheine maken de Commissie van On
derzoek uit en adviseeren, na tijdelijk
schorsing der vergadering tot toelating
van den heer Chr. de Bruin, waartoe
de raad besluit.
4. Benoeming lid Bestuur Godshuizen.
De raad herbenoemt den heer L.
Weijl met algemeene stemmen, mede
aanbevolen was de heer E. Scheps.
Bij deze steming wordt mevr. Weijl
geacht niet aanwezig te zijn.
5. Benoeming 3 leden Burgerlijk Arm
bestuur.
De raad benoemden opnieuw met al
gemeene stemmen de heeren J. W. Kjj-
geler, mr. F. B. Evers, en W. van Prooij-
en.
6. Wijziging heffings- en invorderings-
vérordeningen Havengeld.
Mevrouw WEIJL zegt, dat zij oor
spronkelijk meent, dat behalve haven
geld ook liggeld wordt gevraagd en
vraagt of beide moetx worden betaald,
dan is de schade van het niet komen der
jachten nog veel grooter voor de ge
meente, dan aanvankelijk werd gedacht.
De heer ONDERDIJK kan dit niet di
rect zeggen, maar na telefonisch onder
zoek bij gemeentewerken, blijkt dat al
leen havengeld wordt gerekend.
De heer JERONIMUS meent, dat er
gedrukte kwitanties worden afgegeven
en vraagt of er dan niet in verschillende
talen de aanxkrcht op enkele beziens
waardigheden kan worden gevestigd.
Ook geeft hij in overweging geen brug
geld van deze jachten te vragen, zij blij
ven dan niet zoo licht aan de Loskade
liggen en komen in de stad, wat beter is.
De VOORZIT TER zegt overweging
van een en ander teo.
De heer v. d. FEbTZ zegt, dat het
gaat over al of niet laten schieten van
100 voor de gemeente. Spr. maakt uit
de gegeven cijfers op, dat het bezoek
niet van beteekenis verminderd is en
dan wil hij de 100 niet missen voor
de gemeente.
De heer PAUL zegt, dat men dacht de
belastingen van vreemdelingen zoo
hoog mogelijk te ,'moeten houden. Bij
hetzelfde tarief zou dit jaar maar 5
minder zijn ontvangen dan in 1929. Toch
wil spr. liever niet minder ontvangen,
maar meer dan vroeger en daarom stel
de Fabricage voor 4 cent per ton te hef
fen, in plaats van 6 zooals de laatste ja
ren en 3 cent zooals Burg. en Weth.
weer voorstellen.
De heer HEEMSKERK zegt dat het
weer blijkt hoe voorzichtig men moet
zijn met statistische gegevens. Bij 3
cent was er een gestadige opgang, maar
in 1930 was het veel minder ook bij het
zelfde tarief. Nu is hel echter niette
genstaande de malaise in eens 248.
De heer ONDERDIJK: Daarbij is 48
van één jacht.
De heer HEEMSKERK wil de zaak
vooral uit commercieel oogpunt bezien.
Als men zegt dat 100 voor de gemeen
te er niet op aankomt en men doet dit
dikwijls dan worden het toch groote
bedragen. Maar als men deze 100
prijs geeft kan dit wellicht in het be
lang van een deel van den middenstand
zijn en misschien ook in dat van de op
brengst der belastingen. Spr. meent, dat
het goed is, niet meer te heffen dan aan
grenzende gemeenten. Hij vraagt of er
bezwaar is dit uit te stellen, bijv. tot
bij de begrooting.
De heer ONDERDIJK zegt dat er al
zooveel over geschreven is en men nog
maar meer geld aan papier er voor zal
uitgeven, wellicht meer dan het haven
geld opbrengt. Het voorstel is door de
praktijk geboden. De vacantiegangers
houden rekening er mede, en er is dik
wijls over geklaagd, dat het hier zoo
duur is. En nu zou er alleen rceht op
critiek zijn als men precies kon zeggen
wie er al of niet terug komen. Iemand,
die 'n jacht houdt, kan wel 6 ct. betalen,
maar hij kan ook even goed te Vlissin-
gen blijven liggen en is dan voor 10 cent
te Middelburg met de tram. Men moet
dan ook geen tusschentarief aannemen,
maar niet boven Vlissingen gaan. Er is
nu teruggang, als er in de toekomst nog
meer op deze wijze gereisd wordt, dan
komen er wellicht nog meer jachten naar
Middelburg. Men heeft het juist eerst
een jaar aangezien en het is gebleken,
dat de meeste niet meer terugkomen.
Als Fabricage het Arnhemsche systeem
overneemt, laat het toch achterwege
dat daar de eerste 24 uur geen haven
geld wordt gevraagd.
De heer BOASSON acht het voorstel
sympathiek, omdat Burg. en Weth. blijk
geven een open oog te hebben voor de
belangen van het Vreemdelingenverkeer
Men ziet nu wel naar het beetje minder
havengeld, maar niet naar het voordeel
in het algemeen.
De heer BYBAU zegt, dat de Voor
zitter van V. V. hem zeide, dat hij nim
mer eenige klacht over het havengeld
heeft gehoord.
Spr. ziet de oorzaak van de achter
uitgang dan ook alleen in de tijdsom
standigheden.
De heer JERONIMUS zegt, dat het als
een loopend vuurtje rond gaat, dat het
hier duurder is dan elders. Spr. zou
zelfs met geheele afschaffing voor jach
ten kunnen mede gaan.
De heer PAUL spijt het dat Burg. en
Weth. niet direct volledige inlichtingen
gaven en trekt het voorstel van Fabri
cage in.
De raad neemt het voorstel van Burg.
en Weth. z.h.s. aan.
7. Vaststelling nieuwe winkelsluitings
verordeningen.
De heer JERONIMUS betreurt het
dat Burg. en Weth. nu niet tevens ko
men met een Zondagsopenstelling in 't
seizoen. De A.T.O. gaat nu ook reizen
naar Zeeland maken en dat zullen toch
wel week-ends op Zaterdag en Zondag
zijn.
De V OORZITTER zegt dat Burg. en
Weth. dit zeker nog wel eens nader zul
len overwegen.
De heer PORTHEINE vraagt of de be
kende 21 dagen nu op zijn.
De VOORZITTER zegt van neen.
De raad neemt het voorstel z.h.s. aan.
8. Opheffing 2e klasse school K,
Mevrouw WEIJL waarschuwt er voor,
dat school J wellicht op 16 Maart niet
voldoend aantal leerlingen zal hebben
om voor 6 betaalde leerkrachten in aan
merking te komen in 1934.
De VOORZITTER zegt dat dit de
volle aandacht van B. en W. heeft.
De raad vereenigt zich z.h.s. met het
voorstel.
9. Regeling verhuring Gemeente-grond
Nieuwlandsche dijk.
De heer JERONIMUS acht het prae-
matuur nu reeds een pachtvermindering
voor het jaar 1 December 19321 De
cember 1933 vast te. stellen.
De heer ONDERDIJK zegt dat het
hier wel iets anders is als bij den land
bouw, maar de toestand in het boom-
kweekersbedr. is zeker niet beter dan bij
den landbouw. Men moet rekening hou
den met de resultaten van drie of vier
jaar en daarom meenden B. en W. de
zelfde verlaging toe te moeten passen
als bij den grond in den aangrenzenden
Mortierenpolder, en den prijs te bepalen
op 130 per h.a., de grond heeft voor
de gemeente ongeveer dezelfde waarde.
Afgescheiden van de pacht moet de
boomkweeker ook zekerheid hebben
over den grond te kunnen beschikken en
daarom wil men nu reeds pachtverlen-
ging na 1935, de prijs is dan van later
zorg. Het is goed, dat de gemeente op
deze wijze tracht te helpen.
De heer v. d. FELTZ acht het toch
verkeerd zich nu reeds voor 1936 te
binden. Het kan zijn dat een der partij
en er dan toch weer af wil.
De heer ONDERDIJK zegt, dat als het
boomkweekersbedrijf te Middelburg wil
blijven bestaan men over dezen grond
moet kunnen beschikken. In het contract
is een bepaling, dat men er ook tusschen-
tijds met behoorlijke opzegging af kan.
De VOORZITTER zegt dat dit bedrijf
jaren noodig heeft, anders dan de land
bouw die éénjaars producten kweekt.
De heer DEN HOLLANDER acht het
van groot belang den prijs eerst later
vast te stellen, men leeft nu in een tijd
van laag conjuctuur en het kan beter
worden.
De heer JERONIMUS acht het ver
keert vooraf prijsverlaging vast te stel
len, al erkent hij dat opleving niet te
wachten is, maar dan is het ook voor
den pachter geen bezwaar dat gewacht
is.
De heer ONDERDIJK zegt dat het bil
lijk is ook rekening te houden, met de
jaren dat de boomen er reeds staan.
De beide onderdeelen van het voorstel
neemt de raad z. h. st. aan, bij dat in
zake verlaging van pacht over het juist
begonnen pachtjaar vraagt de heer Jero-
nimus geacht te worden te hebben tegen
gestemd.
10, Aanvullend subsidie 1932 Burgerlijk
Armbestuur.
De VOORZITTER zegt dat als men dit
voorstel aanhoudt, het Armbestuur niet
zou kunnen voortgaan met betalen. Uit
het voorstel blijkt, dat B. en W. het be
treuren, dat geen dekking voor de
18865 aanwezig is. Maar het geld is
nu eenmaal noodig. Men moet voort
kunnen gaan met de uitkeeringen. Hot
is hier een zeer bijzonder geval. Nu is
er door de uitkeering der provincie
weer een post onvoorzien, al is deze
nog te klein.
Mevrouw WEIJL zegt dat de gemeen
te toch nog de reserves heeft.
De lieer v. d. FELTZ zegt niet te we
ten wie de meerderheid er, wie de m*.i-
derheid van financiën was, doch ook ae
minderheid was voor aanneming van t
voorstel, doch achte het gewenschl ie
weten of dit bedrag mGest drukken op
1932, op de reserve of op 1933. Dat
is van beteekenis odk_voor andere uit
gaven. Dit bedrag moet er komen en an
dere uitgaven kunnen gewenscht, doch
niet noodzakelijk zijn.
De VOORZITTER meent in ieder ge
val niet van de reserves.
De raad vereenigt zich z. h. st. met
het voorstel.
11- Rooiing van boomen.
De heer WONDERGEM vraagt of de
boomen op de weide van den Griffioen
nu werkelijk alle zoo ziek zijn, dat ze
er uit moeten. Spr. zou die mooie weide
gaarne behouden.
De heer ONDERDIJK zegt, dat B. en
W. zelf ook bezwaar hebben tegen die
rooiing, omdat zij van de noodzakelijk
heid niet overtuigd zijn. Maar het is ge
last door het Staatsboschbeheer. Er is
over gecorrespondeerd en binnenkort
zal een inspecteur van dien dienst nog
eens komen nagaan of die boomen nog
niet een jaar kunnen blijven staan. Alle
5890-020*
WAT ZEGT U?
WORDT BIJ U GEEN BLUE BAND GEBRUIKT?
einde van High Street.
Vooruit weer! riep Sanders en de
chauffeur gaf terstond vol gas. Op het
einde der High Street van Brentford,
moesten ze weer stoppen, om een rap
port op te nemen. Dan vloog de wagen
weer voort en lette op geen enkele der
pogingen, die de politiebeambten nu en
dan deden, om hem te laten stoppen. Een
hunner, die niet vlug genoeg uit den weg
ging, werd zelfs aangereden en rolde in
de goot, maar dat scheen niet te hinde
ren. Ze reden zoo snel mogelijk door en
bij elk kruispunt kregen ze aanwijzin
gen. Maar voor elk rapport was het noo
dig, langzamer te rijden en daardoor
werd natuurlijk de afstand tusschen den
wagen der vervolgers en dien van Der-
went steeds grooter. Eindelijk reden ze
den weg naar Windsor op. Tegen de
drijvende wolken staken de kanteelen
en torens van den ouden koningsburcht
geweldig en somber af. Vandaar reden
ze regelrecht in de richting van Reading
en dat was naar Sander's zin.
Daar komen ze nooit doorheen,
zonder dat ze worden aangehouden, zei
bij, zich van pret in de handen wrijvend.
Maar vijf mijlen voor Reading werd
hij weer woest. Want plotseling moesten
zij een zijweg inslaan en zoo goed als
recht naar Londen terugrijden over een
onmogelijk slechten weg. En onverwachts
ontvingen ze een waardevolle aanwijzing
in een gehuchtje langs dien weg. De eer
ste wagen had er gestopt om benzine te
laden en had den weg naar Hertford
gevraagd.
Dan zullen we daar wel ontbijten,
meende Sanders opgeruimd. heeft hij
dan misschien ook vermoed, dat we zijn
spoor volgden, nu denkt hij in elk geval,
dat hij ons ontsnapt is. Neen dat roode
voorlicht weg, beval hij den chauffeur
en stop voor niets en niemand, totdat we
in Hertford zün. Vooruit maar, rechttoe,
rechtaan!
Ze kwamen tien minuten te laat in
Hertford. De wagen was> het stadje rond
gereden en den weg naar Cochester weer
opgegaan.
Thornton kroop hoe langer hoe dieper
weg in den wagen. De eerste opwinding
was geluwd en het was snijdend koud.
Zijn handen en polsen deden pijn van de
kou. Zijn oogen waren zoo gezwollen,
dat hij -ze met moeite open kon houden.
Hij sloeg nauwelijks acht op den weg
tusschen Colchester en Bury. Het leek
wel, of er nooit een einde aan de jacht
zou komen.
Die kerel gaat naar Lowestoft, zei
Sanders heesch. En hij is langzamer gaan
rijden in de verbeelding, dat hij nu veilig
is. Eerst kwam hij ons een veertig minu
ten voor, maar nu kunnen we hem bin
nen tien minuten inhalen. Als u er niet
op tegen hebt, mijnheer, dan zullen we
dat doen en dat maakt er meteen een
eind aan.
Thornton knikte van ja en de wagen
begon weer te trillen en te schudden
aoor de geweldige snelheid waarmee ze
reden. Het was bijna ondragelijk, vond
Thornton. Ze bevonden zich op den groo-
ten weg in de buurt van Southwold,
toen ze voor het eerst door de inzitten
den van den voorsten wagen gezien wér
den. Terstond versnelde die zijn vaart,
maar Sanders bleef er doodbedaard
oi Her.
Als we ze maar in het gezicht kun
nen houden, dan is het genoeg, zei hij.
Ze waren no* slechts enkele mijlen van
Lowestoft af, toen de voorste wagen op
eens van den grooten weg rechtsaf sloeg.
Zijn ze nou gek, riep Thornton, die
weer geheel bijgekomen was. Die zijweg
gaat naar Kessingland op den rand der
klippen, en er is geen enkele weg ver
der, naar links noch naar rechst!
Met vervaarlijke snelheid schoten ze
langs den smallen weg voort. In de mor
genschemering vlogen de enkele huizen
spookachtig voorbij.
Thornton waarschuwde de chauffeur,
dat de weg in het dorp met scherpe
bochten omhoog begon te stijgen, om
boven op de rotsen uit te komen. Aan
hün eene hand hadden- ze nu tuintjes
die voor de dorpshuisjes lagen, aan hun
andere hand de klippen en de zee. Het
(Ingez. Med.))
was hoog water. De weg was niet meer
bestraat, maar bleek niet veel meer dan
•een ruw kiezelpad, hobbelig en vol ga
ten.
We kunnen beter gaan loopen,
zei Thornton waarschuwend. Het is be
slist gevaarlijk hier te blijven rijden in
het halfdonker. Ik ben hier goed be
kend.
Het viel hun héél gemakkelijk de
sporen van den anderen wagen door
het kiezel te volgen. Meer dan eens.
kwamen die sporen zoo dicht bij den
rand van den afgrond, dat Thornton on
willekeurig bleef staan.
Ik ben bang, dat we niets aan uw
aanhoudingsbevel zullen hebben, be
merkte hij grimmig tot Sanders.
Ze kwamen voorbij een versplinterd
houten hekwerk, waartegen de vluch
tende wagen blijkbaar Was .aangebotst.
Een kwart mijl verder bleef Sanders
opeeng staan. De bandsporen hielden
plotseling op. De rand der rotsen was
afgebrokkeld. Op (het voorbeeld van
den detective ging Thornton plat op zijn
buik liggen en keek over den rand heen
in de diepte. De zee spoelde er om een
donker voorwerp heen en twee donke
re gedaanten dreven in de golven rond.
(Slot volgt).