TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 1 DECEMBER 1932. No. 284.
GEMEENTERAAD VAN
WDO.BUR&.
1. Notulen vorige vergadering.
npclicc/>n
„DERWENT", ALIAS
THORNTON
S u zult me de eer toch wel willen aan
Vergadering van Woensdag 30 Nov.
te 2 uur.
Voorzitter de Burgemeester.
Aanwezig 15 leden.
Afwezig voorloopig ae heeren Bybau
en Portheine.
Deze worden onveranderd goedge
keurd, na een paar opmerkingen van
den heer VAN ANDEL en de mede dee
ling van den heer JERONIMUS dat hij
zich vergist heeft in de vorige vergade
ring bij het uitbrengen van zijn stem in
zake liet voorstel-Van Andel om eene
commissie te benoemen om met de Gods
huizen te confereeren. Hij stemde voor
en had tegen moeten stemmen.
2. Ingekomen stukken.
Bij het stuk inzake het behoud van 't
gnrnizoen brengt de heer BQASSON
groote hulde aan het comité tot behoud
van het garnizoen voor haar werk ten
deze.
Bij 't adres van den heer Henderikse
vraagt mevr. WEIJL of er ooit iets ge
schied is in strijd met de wet en veror
dening.
De VOORZITTER meent van niet.
De heer JERONIMUS wijst er nog
eens op, dat de weg voor den betrokke
ne openstaat om te procedeeren tegen
de gemeente.
Bij 't stuk inzake verkeers-installa-
tie, merkt de heer MES op, dat het ab
soluut geen Nederlandsch fabrikaat is.
De heer JERONIMUS meent, dat er
toch voor dien 'n agent bij gekomen is.
De VOORZITTER heeft nimmer uit
breiding aan de politie gegeven.
De heer JERONIMUS vindt automati
seering beter dan uitbreiding der po
litie.
Bij de kwestie der Brandstoffentoe-
slag, meent de heer PAUL dat er nog
geen antwoord is op het steunen van an
dere betrokkenen en dringt aan nog eens
om antwoord te verzoeken.
De heer WONDERGEM dringt aan
voor Kerstdag over de Kerstgaven te
De VOORZITTER zegt dit toe.
Bij het voorstel van den heer JERO
NIMUS om vragen te stellen aan den
raad heeft de heer HEEMSKERK be
zwaar tegen het stellen der vragen na
mens den raad.
De heer JERONIMUS heeft gehan
deld volgens wenken van den Burge
meester.
De heer DE VEER zegt, dat de heer
Jeronimus alléén aan (den raad moet
vragen om de vragen te mogen stellen.
Dit staat de raad toe.
Na voorlegging van de vragen zegt de
VOORZITTER het volgende:
In de veronderstelling, dat de Raad
de verzochte toestemming zou verleenen,
is ernstig overwogen of het wel op den
weg van B. en W. lag om te antwoorden
op vragen, gedaan in verband met een
anoniem schrijven in een dagblad.
Wanneer wij daartoe dan ook bereid
zijn, is het alleen, omdat de gemeente
secretaris er recht op heeft, dat de door
hem gegeven toelichting van 's Raads
beroep in het juiste licht wordt gesteld.
Nadat de wethouder Onderdijk den
socialen kant van het beroep had toege
licht, heeft de secretaris de verschillen
de aan den Raad van State, in verband
met het beroep overgelegde schrifturen
besproken. Daarbij heeft hij ook eene
beschouwing geleverd over het s c h r ij-
v e n, zooals het door 3 leden van den
Raad werd ingezonden aan den Raad
van State, niet over de houding van de
3 onderteekenaren, hetgeen dus geheel
iets anders is.
De secretaris heeft er daarbij op ge
wezen, dat de leden van den Raad bij
hun ambtseed of -belofte hebben toege
zegd de belangen der gemeente Middel
door
Herman Antonsen.
9).
Het werd nu blijkbaar een wedstrijd,
wie het eerst bij het knopje van het elec-
trische licht zou zijn. De indringer was
zich blijkbaar bewust geworden, dat er
nog iemand anders in de kamer was. In
oogenblikken van hooge zenuwspanning
kan men zulke onberedeneerde gewaar
wordingen hebben. Een paar keer bleef
de indringer onverwachts staan en luis
terde met ingehouden adem naar het min
ste geluid. Thornton voelde, dat hij be
luisterd werd. En zelf hield hij zich zoo
goed mogelijk stil als de ander bleef
staan. Hij wilde tto geen prijs zijn eigen
positie verraden om niet gedwongen te
kunnen worden op een onbekende uit
lijfsbehoud te moeten schieten. Wie het
eerst bij het knopje zou zijn om het licht
aan te steken, zou zich natuurlijk in de
voordeeligste positie bevinden.
Thornton was de gelukkige. Hij wist
op het gevoel de juiste hoogte van het
knopje te bepalen en zijn vingers er om
heen te sluiten, zonder zelfs ook maar
even langs het behang te schuren. Met
dat knopje in zijn vingers en den revol
ver opgeheven tot schieten gereed,
wachte hij een enkele vreeselijke se
conde. Toen schoot er een lichtglans
burg met al hun vermogen te zullen
voorstaan en bevorderen, doch dat hij in j
het ingezonden stuk van een beharti-
ging dier belangen niets kon constatee-
ren en het eerder een pleidooi mocht
genoemd worden voor de belangen der I
buitengemeenten.
Omdat uit de later gegeven toelich-
ting door mr. Donner van het schrijven
der 3 leden van den Raad ten onrechte j
zou kunnen worden afgeleid, dat de sec
retaris een aanmerking had willen ma
ken op de integriteit der 3 meerge
noemde leden, heeft deze in de 2e in
stantie onder meer nog opgemerkt, dat
natuurlijk ieder lid van den Raad het
volste recht heeft de belangen van de
Gemeente op zijn wijze te zien en te
behartigen.
De gemeente-secretaris heeft dit
merken wij ten overvloede op zijn
toelichting gegeven aan de hand van
losse aanteekeningen, doch had haar
niet woordelijk op schrift gesteld.
Op grond en naar aanleiding van het
vorenstaande luidt ons antwoord op de
gedane vragen als volgt:
1. Ja.
2. Behoeft, in verband met 1 geen
beantwoording.
3. De secretaris ontkent met beslist
heid de woorden, die hem in den mond
worden gelegd, gebruikt te hebben,
zooals zij door den vragen-steller zijn
neergeschreven.
Hierboven hebben wij de toedracht der
zaak reeds uiteengezet.
Ons College had den secretaris geen
opdracht gegeven om bepaalde woor
den te zeggen.
4. Geen.
De heer VAN ANDEL heeft de vra
gen niet gesteld maar juicht ze toe, want
wat zou men zeggen als men dit alle an
dere raadsleden had verweten.
Spr. wilde opkomen tegen een per
soonlijk feit aan zijn adres, men raadde
hem dit af,
Spr. meent, dat de Raad van State
niet is gesteld op zulke persoonlijke fei
ten en de secretaris heeft de belangen
der gemeente niet gediend.
De heer JERONIMUS meent, dat dit
niet het geval is, al is het niet in den
geest van de meerderheid van den
raad.
Maar spr. meent, dat we niet naar
eed en belofte mag verwijzen.
De heer MES zegt, dat de eed van
een katholiek het heiligste is, en hij
raadt den secretaris aan het lezen van
het programma der R. K. Spr. is over
tuigd te hebben gehandeld zoodat hij
zich voor God verantwoorden kan.
De heer VAN DER FELTZ gelooft,
dat iets wordt opgeblazen, dat niets
is. Als men ieder woord in den raad op
een goudschaaltje ging leggen, zou men
ook iets zien. Dit aan het adres o.a.
van den heer Jeronimus. Den secreta
ris treft volgens spr. geen blaam.
De heer ONDERDIJK zegt, dat hij
niet woordelijk heeft opgeteekend wat
gezegd is in Den Haag, de indruk was
dat de secretaris zeide, dat de drie
raadsleden eerder de belangen der bui
tengemeenten bevorderden, maar spr.
ontkent, dat dit een reden is voor de
heeren Van Andel en Jeronimus om te
meenen dat zij hun zin zullen krijgen.
De heer Stehouwer, inspecteur van den
veterinairen dienst, heeft gemeend te
moeten zwijgen tot zijn rapporten niet
werden aangevallen. Een beleediging
van een der raadsleden heeft spr. er
niet in gezien.
De heer JERONIMUS meent, dat het
stellen der vragen toch verhelderend
heeft gewerkt.
De heer DEN HOLLANDER zegt, dat
het schrijven van Metellus hem pijnlijk
heeft getroffen, het was niet de weg om
de zaak te bespreken en de heer Jero
nimus vliegt op alles aan. Als je broe
der tegen je zondigt, maakt het dan met
hem zelf uit.
door de kamer heen.
Een zachte, halfgesmoorde kreet ont
snapte aan den indringer en dan werd
het weer doodstil. Thornton was de eer
ste, die sprak en zijn stem was heesch
van opwinding.
Goeie hemel!! Bent u het alweer?
La Foneuse stak haar hand uit en
wendde zachtjes den loop van den revol
ver van zich af.
HOOFDSTUK V.
Verloofd bij overrompeling.
Ook de meest onbevooroordeelde
toeschouwer zou toch wel moeten vin
den, dat dit een minder aangename po
sitie is voor een jonge dame!
Ze zei het op een licht spottenden toon
terwijl ze op den rand van het ledikant
ging zitten en Thornton kon zijn erger
nis nauwelijks verbergen.
Dat dunkt me ook, zei hij grimmig,
zich naar de deur begevend. Maar zei
hield hem terug.
Als de duer gesloten was, zou dat
veel meer argwaan wekken, zei ze
zachtjes, en er kan niemand aan komen
zonder dat we het hooren en dan ben
ik immers in een oogwenk weer weg?
Hij bracht daar niets tegen in en ging
tegenover haar op een stoel zitten.
Ik ben veel te blij u te zien, onder
welke omstand'gheden ook, zei hij, maar
me dunkt toch wel, dat eenige uitleg
niet overbodig zal zijn.
Laten we dan met het begin be
ginnen, zei ze glimlachend, Bent u niet
De heer DE VEER komt terug op
de zaak Henderikse en ontkent, dat hij
de uitvoering heeft verricht van het be
sluit tot ontzetting uit de woning; hij
heeft wellicht het officieele stuk getee-
kend, maar de minuut heeft de burge
meester geparaffeerd. Spr. merkt dit
op, omdat de voorzitter gezegd had, dat
hij Henderikse zeker nog één maal zou
hebben doen waarschuwen.
Hierna gaat de vergadering over in
eene met gesloten deuren.
Na heropening der openbare verga
dering was aan de orde:
3. Eervol ontslag Ambtenaar Burger
lijken Stand enz.
De raad verieenl eervol ontslag aan
den heer P. £)umon Tak als ambtenaar
van den Burgerlijken Stand, als voor
zitter der commissie van toezicht op
het L. O. en M. O. en als lid der com
missie van beheer van den Middelburg
Veerschen- en MiddelburgVlissing-
schen straatweg.
4. Benoeming van:
a. 4 leden der Commissie voor de
Straf ver or d eningen
b. een Voorzitter en 2 leden der
Commissie van Financiën;
c. een Voorzitter en 2 leden der
Commissie van Fabricage;
d. drie leden der Commissie tot
onderzoek van bezwaarschrif
ten tegen aanslagen in de
Straatbelasting en het vergun
ningsrecht.
Tot leden der vastcommissies uit den
gemeenteraad herbenoemt de raad:
In de commissie voor de strafveror
deningen mevr. Weijl en de heeren Por
theine, Van Andel en Bybau.
In de commissie van financiën den
heer v. d. Feltz, voorzitter, mevr. Weijl
en den heer Cornelisse, leden.
In de commissie van fabricage de
heeren Paul, voorzitter; Den Hollander
en Mes leden.
In de commissie tot onderzoek van
bezwaarschriften tegen aanslagen in de
straatbelasting en het vergunningsrecht
de heeren' Paul, Mes en v. d. Feltz.
Allen nemen de benoeming aan.
5. Benoeming vak-leeraar Natuurken
nis en scheikunde aan School G.
De raad benoemt den heer G. H. En-
gelkes te Tiel.
6. Overplaatsing onderwijzer school K.
De heer MONDEEL zegt, dat het hoofd
der school de overplaatsing 1 April wil
de doen ingaan, maar de inspecteur
reeds dit jaar.
Spr. mist#'opgave van het aantal leer
lingen; hij vfciagt een uitgebreid dossier
en komt er nog eens op terug, dat de
onderwijzersorganisaties niet zijn ge
hoord.
De VOORZITTER zegt, dat in de va
cature aan school K niet wordt voorzien,
er zal een voorstel komen nog een klas
se daar op te heffen en de kinderen op
andere scholen onder te brengen.
Spr. meent, dat de hoofden overleg
plegen met de onderwijzers.
De heer MONDEEL zegt, dat dit niet
geschied.
De heer ONDERDIJK ziet er de voort
zetting van het vorig besluit in, alleen
in wat versneld tempo en heeft daarom
niet op het hooren der organisaties aan
gedrongen.
7. Wijziging verordeiiing regelende
voorwaarden aansluiting aan en
levering water door Waterleiding
bedrijf.
De heer PAUL meent, .dat men er
met de wijziging van aangeslotene in
gebruiker nog niet is, men moet dit alom
laten blijken. Maar bovendien kan de
dol nieuwsgierig, waht de reden van
dol nieuwsgierig, wat de reden van
Ik weet heel goed waarvoor u ge
komen bent.
Dat is heel slim van u.. Maar u hadt
het zooeven over mijn wéér hier komen.
U denkt dus, dat ik hier al eerder ge
weest ben.
Ik weet zeker, dat u niet ontkennen
zult, dat u hier twee avonden geleden
ook geweest bent!
Ze sloeg haar handen om haar knieën
heen en keek hem nadenkend aan.
Laten we eens aannemen, dat ik
beslist en harnekkig zou volhouden, dat
ik hier eergisterenavond niet geweest
ben, wat zoudt u daarop willen zeg
gen?
Hij stond op en haalde den hand
schoen en de anjelier uit een laadje van
de waschtafel te voorschijn. Hij hield ze
haar voor en zei:
Dien avond, toen u te dineeren bent ge
weest, hebt u witte, wildleeren hand-
schoenen gedragen. Een ervan was heel
even geschroeid door 'n sigaret. U zmt
kunnen zien dat deze handschoen ge
schroeid is. En u hebt rose anjelieren ge
dragen. Deze is al verlept, .maar u kunt
nog wel zien, dat ze rose is geweest.
Deze handschoen heeft bovendien het
zelfde parfum, dat u, zooals ik gemerkt
heb, gewoon bent te gebruiken en het
is een zeer ongewoon. Moet ik nog ver
der gaan?
Ongetwijfeld. Ik wil u zelf helpen
aangeslotene voor het onderhoud ver
antwoordelijk zijn.
Spr. stelt daarom een regeling voor,
waardoor de aangeslotene verantwoor
delijk wordt gesteld, ais hij niet zorgt
van verbetering van een lek, waarop de
de bewoner hem attent maakte.
De heer JERONIMUS ziet geen rechts
geldigheid in de op te leggen boete of
het in rekening brengen van 5. Het
schuren is veel erger, en men laat de
groote dieven loopen, maar de kleine
v/orden gehangen.
De heer HEEMSKERK ziet er een
vergoeding in. Een verhuurder, die on
verschillig is voor verspilling en ook te
genover de hygiëne in zijn huis, loopt
het gevaar, dat de bewoner hem aan
brengt bij de bedrijven, en daarom gaat
hij mede met het voorstel-Paul, dat een
preventieve werking zal hebben.
De heer PAUL meent, dat een lek
veel waterverlies medebrengt.
De heer DEN HOLLANDER meent
dat de eigenaar kan bepalen dat de be
woner verantwoordelijk is.
De heer HARTHOORN meent, dat
goede controle alleen door meters mo
gelijk is.
Mevr. WEIJL zegt, dat men niet meer
kan veel tijd besparen door water te
betrekken uit de leiding, inplaats van
uit regenbakken of pompen.
De heer V. D. FELTZ vraagt wat is
waterverspilling
Men moet toch kunnen gebruiken als
het noodig is.
De heer DE VEER zegt, dat het gaat
tegen lekken en onnoodig kranen open
laten staan. Spr. meent, dat de bepa
ling goed preventief werken zal. Het zal
niet altijd gaan om den verantwoorde
lijken persoon aan te wijzen, men kan
niet alle gevallen in een verordening
vastleggen. Heel de nacht door wordt
zeker 20 m3 verspeeld en zulke dingen
moeten voorkomen worden.
De heer PAUL kan ook tevreden zijn,
als voor de lekken in ieder geval de aan
geslotene verantwoordelijk wordt ge
steld.
Dit neemt de heer DE VEER over.
De heer HEEMSKERK blijft voor het
oorspronkelijk amendement van den
heer Paul, omdat het preventief zal wer
ken, zooals hij in eerste instantie reeds
uiteenzette. Er zal dan maar een enkele
maal sprake zijn van geschil wie verant
woordelijk is.
De heer PAUL trok het amendement
in, na de opmerkingen van den heer Den
Hollander, maar mede, omdat er eerst
gewaarschuwd zal worden.
Het voorstel wordt z.h.s. aangeno
men.
8. Goedkeuring rekening 1931 Burger
lijk Armbestuur.
De heer V. D. FELTZ zegt, dat men
na inlichtingen steeds ziet, dat de zaak
in orde is. Maar spr. is dan toch niet al
tijd overtuigd, dat in de toepassing der
regelingen geen fouten schuilen. Alleen
stemt het spr. onaangenaam, dat men
niet streng genoeg is in die toepassing.
Hij denkt aan een commissie, om de
geste van het Burgerlijk Armbestuur
na te gaan, hij heeft ten deze geen vol
vertrouwen in B. en W,
Er is verschil in het werken van het
B. A. en van den raad, het eerste vraagt
geld aan, maar de raad moet nagaan of
het kan.
De heer MES heeft tegen goedkeuring
rekening 1931 geen bezwaar. Maar hoe
staat het met de rekeningen van dr.
Schuurman, die nog 2100 zou moeten
hebben.
Hij wilde deze zaak zien opgelost, an
met te bekennen, dat die twee dingen
van mij zijn. Ik heb ze verloren, maar
kon me met geen mogelijkheid voorstel
len, waar ze gebleven konden zijn. Ik
ben natuurlijk heel nieuwsgierig om te
weten, onder welke omstandigheden u
ze gevonden hebt.
Hij nam haar met alle aandacht op en
kon niet ontkennen, dat ze er oprecht
verbaasd uitzag. Hij wist zelf niet waar
om hij daarover een zekere blijdschap
ondervond.
Eergisterenavond zijn mijn koffers
opengebroken en doorzocht. Ik overviel
den schuldige, maar hij of zij wist te
ontkomen. Naast die open koffers vonc
ik die bloem en dien handschoen.
Ze boog zich angstig naar hem toe.
Maar zegt u me dan toch.heb
ben ze dehebben ze, wat ze zoch
ten, in handen gekregen?
Ze hebben wat kleinigheden gesto
len, maar die zijn me den volgenden
morgen reeds terug bezorgd. De huis
knecht beweerde, dat hij ze achter in den
tuin in dezen zakdoek gewikkeld, gevon
den had. En die zakdoek heeft denzelf
den geur als de handschoen!
Hij hield haar een kanten zakdoek
voor, maar ze maakte ongeduldig een
afgerende beweging.
Dat is de moeite niet waard om
over te praten, zei ze. U hebt toch ze
ker ook wel ontdekt, dat Charles Der-
went nu juist niet al te snugger is en
(Ingez. MedJ
ders drukt de som wellicht weer op
volgende jaren.
De VOORZITTER heeft hoop, dat de
ze zaak binnen niet al te langen tijd tot
oplossing zal komen.
De heer MES zegt dat een deel der
burgerij ontevreden is, dat er Zaterdags
avonds bedeelden te veel aan Bacchus
offeren en soms tweemaal veroordeeld
zijn, en hij dringt aan meer controle te
doen houden door de politie, die dit ter
kennis van het B. A. moeten brengen,
voor hef werk der leden van dit college
heeft spr. groote eerbied.
De VOORZITTER zal de zaak bespre
ken.
Mevr. WEIJL is ook getroffen door
de steeds toenemende sommen. Spr.
heeft een onderzoek ingesteld en kwam
tot het resultaat: ieder geval wordt on
derzocht en het hoogste bedrag is 9.50
en 10 brooden voor een gezin van 5 per
sonen. Spr. meent dat men vol vertrou
wen kan afgaan op het werk van het
B. A., al kan er over een bepaald geval
verschil van meening zijn.
De heer ONDERDIJK zegt dat het
stelsel van voorschotten van 100 be
vordert dat de betrokkenen tijden van
verdere uitkeeringen kan worden ge
spaard. Daarbij kunnen natuurlijk vergis
singen worden gemaakt, maar meestal is
het in 10 weken weer binnen door vrij
waring van steun.
De heer MONDEEL zegt, dat de S.
D. A. P. ook getroffen is door het stij
gende bedrag, maar omdat men pro
ducten weggooit en anderzijds de armoe
de toeneemt. Het zal voor haar aan
leiding zijn den strijd voor een andere
samenleving voort te zetten.
De fractie is van plan voorstellen te
doen bij de begrooting de zaak meer
direct bij de gemeente te brengen, zulks
niet uit wantrouwen tegenover hen, die
in het B. A, zitting hebben. Spr. meent
dat het gewenscht is het accountants
rapport ter kennis van den raad ge
bracht wordt.
De heer HEEMSKERK wijst nog eens
op den langeren duur van 't verblijf van
patiënten van het B. A. in het gasthuis
dan van andere derde klasse patiënten.
In 1930 was het eerst 2.7, in 1931 3.25
maal het tweede.
Hij zou 'n onderling onderzoek zeer
gewenscht achten. Spr. noemt cijfers uit
het verslag der Godshuizen, om nader
aan te toonen, wat hij bedoelt. Spr.
meent, dat het niet te begrijpen is, dat
de armsten er iets langer moeten blij
ven. Spr. zou gaarne samenwerking zien
tusschen B. en W., Godshuizen en B. A,,
om deze zaak tot oplossing te brengen.
Spr. voorziet, dat als men oorzaken
wegneemt, het belang van het B. A. zal
doen verminderen al erkent hij zich ook
te kunnen vergissen. Ook de kwestie
der specialistenhulp moet dan ook on
der het oog worden gezien.
De VOORZITTER zal dit in B. en
W. bespreken.
De heer JERONIMUS is vervuld met
angst over het steeds stijgen van de
bedragen die voor armenzorg moet wor
den uitgegeven. Het is een kwestie van
verplaatsing van geld uit de gemeente
kas naar het gasthuis; het zal steeds
meer kosten. Spr. is overtuigd van de
goede bedoelingen van alle colleges,
maar zal elders eens licht opsteken.
De heer BOASSON ziet niet veel nut
in onderling overleg, zooals de heer
Heemskerk het wil. Men is gebonden
aan het advies van den contreleerenden
geneesheer; tegen diens advies kan een
leek niet ingaan.
De heer CORNELISSE bespreekt een
doen van mij te gelooven dat, als ik in
uw kamer geweest was, dat ik dan wel
zou gezorgd hebben, dat ik geen enkel
spoor achterhet? Ik herhaal nog eens,
hebben ze de dingen, die ze kwamen
zoeken, in handen weten te krijgen?
Ze hebben het beetje sieraden, wat
ik had, meegenomen, herhaalde hij met
hardnekkig volgehouden onnoozelheid.
Tot op het oogenblik had ik geen ver
moeden, dat ze iets anders hadden ge
zocht. Maar uw handeling van dezen
avond heeft me totaal in de war ge
bracht. U sluipt mijn kamer binnen als
een dief en toch kan het u niet te doen
zijn om die paar prullerige siéraden of
een handje vol geld. Hoe en waarom
bent u hier gekomen?
Ze haalde de schouders op en begon
ongeduldig in de kamer heen en weer
te loopen.
We vermorsen met die nuttelooze
schermutselingen onzen kostbaren tijd.
Ieder oogenblik kan ik moeten verdwij
nen. Ik ben hier vanavond gekomen, om
dat Rence, het zieke kind, naar me ge
vraagd had; en nu ik hier eenmaal in
huis was, meende ik de ongezochte gele-
henheid om enkele papieren, die van
het hoogste belang voor me zijn, in han
den te krijgen, niet te mogen laten voor
bijgaan. U ziet, ik spreek volkomen
ronduit en eerlijk. Ik ben hier binnen
geslopen, om u van die papieren te be-
rooven.
(Wordt vervolgd.).