LANDBOUW.
ALGEMEENE VERGADERING
Z. L. M.
De overdrukken van de onlangs
door mr. J. H. Bybau in het
Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen uitgesproken rede
over „Een Zeeuwsch Regent uit
hei laatst der XVIIIe eeuw",
komen midden deze week van
de pers; daarna volgt onmid
dellijk toezending aan hen, die
een exemplaar bestelden. Nieuwe
bestellingen worden, tegen ver
goeding van 12 cent in post
zegels of contanten, nog bij de
administratie van ons blad in
ontvangst genomen.
De Directie.
De Zeeuwsche Landbouwmaatschap-
pij hield Maandag eene algemeene ver
gadering op de bovenzaal der sociëteit
de Vergenoeging te Middelburg.
De voorzitter, de heer mr. P. D i e 1 e-
m a n, opende de zeer goed bezochie
vergadering met woorden van welkom
speciaal tot den Commissaris der Ko
ningin en sprak zijn voldoening uit, dat
deze weer aanwezig is na het ongeluk,
dat hem en zijn familie is overkomen.
Verder den heer mr. R. M. van Dussel-
dorp, die met den griffier, mr. dr. Tei
legen, Ged. Staten vertegenwoordigde,
waarbij hij de overige leden, speciaal
den heer Van Bommel van Vloten, ex
cuseerde. Nog heette spr. verschillende
adviseurs welkom en vertegenwoordi
gers van enkele organisaties. Ook de
afgevaardigden van de nieuwe afdee-
lingen te Kapelle, Aagtekerke en Grijps
kerke riep spr. een bijzonder woord
van welkom toe en bracht hen dank,
dat zij de afdeelingen oprichtten.
Spr. wees er vervolgens op, dat nog
steeds het handelsverkeer wordt belem
merd en komt dan op de bezuiningen,
die bij den post worden ingevoerd waar
door het platteland wordt benadeeld.,
Ook inzake de opheffing van de kan
tongerechten in vele plaatsen zal men
meermalen een dag kwijt zijn voor een
gewone beëediging. Daarbij wordt de
kans op een verbaal met de steeds in
aantal toenemen van de wetten, tegen
wier overtreding straf is bepaald. De
kantonrechter te Middelburg en Goes
zal er heel Westelijk Zeeuwsch Vlaan
deren bij krijgen en dan neemt het aan
tal zaken zoo toe, dat niet e3alles vol
doende serieus kan worden behandeld.
De tegenwoordige functionnaris kan dit
wellicht nog wel door zijn groote werk
lust en rijke ervaring. Toch zal men het
in Den Haag weer wel beter weten.
De politiek riep vroeger steeds om
vrijhandel, weg met de economische
belemmeringen, maar groote economen
erkennen thans, het bankroet van dit
stelsel. Spr. meent, dat men zich niet
kan verbinden geen nieuwe invoer
rechten te heffen of bestaande te ver-
hoogen, daardoor wordt men een speel
bal van groote landen. Men heeft een
kranig regeeringspersoon aan het
hoofd van landbouw, spr. hoopt, dat
dat deze spoedig het credietwezen zal
inrichten. Spr. is van meening, dat 40
tot 50 pet. inlandsche tarwe goed is
voor den smaak, en meent, dat de bie-
tensteun niet telkens maar voor één
jaar moet worden vastgesteld. Abnor
male tijden eischen abnormale maatre
gelen, bij het begin van den oorlog kon
men die direct tot stand brengen en
waarom meoet het nu zoo lang duren.
Als het noodig is een zaaiplan vast te
stellen dan moet het gebeuren, maar
dan moet de consument ook inlandsche
producten moeten koopen.
Voor de v/egen is 25 pCt kosten voor
de onderhoudsplichtigen meermalen te
zwaar en dan moet men daar van hoo-
gerhand niet aan vasthouden, er is nog
veel te verbeteren en er is groote werk
loosheid. Spr. is volkomen overtuigd,
de tijden zijn moeilijk, maar steun aan
den landbouw beteekent ook steun aan
den middenstand en de industrie. De
landbouw is het fundament, de grond
slag van heel ons volksbestaan. Men
komt er niet met revolutie, maar men
moet met klimmende ernst blijven strij
den ook in het belang van de geheele
bevolking. Strijd en lijden vormt karak
ter. Spr. komt op tegen de pogingen tot
scheiding in den landbouw.
Hij hoorde van gevallen, dat men de
Z. L, M. verlaat, omdat de contributie
bij den Chr. Land- en Tuindersbond iets
lager is en dat is dan toch niet om de
overtuiging, dat men Christelijk georga
niseerd moet zijn. Binnenkort zullen
dan ook de Coöperatie Eiland Walche
ren en de Coöperatieve Melkfabriek
gesplitst moeten worden. Daar worden
echter algemeene belangen behartigd,
maar dat is in de Z. L. M. ook zoo. Laat
men toch voorzichtig zijn en niet uit
een halen, wat altijd vereenigd was.
Spr. eindigt met er op te wijzen, dat de
toekomst nog duister is en met een vers
van den Franschman Lammetine, die
opwekt tot voortgaan. (Applaus).
De vergadering benoemde op voor
stel van den voorzitter den heer Ir. J.
Siebenga, den afgetreden secretaris, tot
eere-lid der maatschappij.
Hierna deed de Voorzitter een
groot aantal mededeelingen, waarvan
de meeste reeds in verslagen van verga
deringen van dagelijksch- of hoofdbe
stuur zijn vermeld.
Dit is niet hof rfoVal met de volgende:
Dat er verschillende besprekingen in
en buiten Zeeland hebben plaats gehad
over het vraagstuk van den afzet van
de groote aardappeloogst tegen ver
hoogden prijs en dat voorstellen tot
steunverleening via het K. N. L. C. bijj
de landbouw crisiscommissie zijn inge
diend.
Dat met de N.V, Uitgevers Maat
schappij Tjeenk Willink te Zwolle een
accoord is getroffen voor de levering
van den Staringalmanak voor Zeeland,
waardoor de oude almanak der Maat
schappij tot het verleden behoort.
Dat verschillende gemeenten en pol
ders reeds adhaesie betuigden aan het
adres der Z. L. M. aan den minister van
Waterstaat in het belang van de gebrui
kers der gronden, die liggen in het ge
bied der verbreeding van het kanaal
door Zuid-Beveland.
Dat op een verzoek om de beperken
de bepalingen van den uitzaai van tar
we op te heffen en een richtprijs van
12 voor 1933 vast te stellen de minis
ter van Economische Zaken en Arbeid
heeft geantwoord, dat minstens een
prijs van f 10 zal kunnen worden uitbe
taald en dat hem de limiteering der uit
breiding van de tarweteelt tot 1/3 van
het bouwland in het belang van den
landbouwer schijnt te zijn.
Dat benoemd is tot secretaris der
maatschappij de heer Ir. J. D. Dorst,
wien spr. ook in deze algemeene verga
dering geluk wenscht met het vertrou
wen in hem gesteld, Spr. hoopt, dat de
heer Dorst met kracht en energie zal
werkzaam zijn in het belang van den
Zeeuwschen landbouw.
Dat aan het K. N. L. C. is gevraagd
stappen te doen om te komen tot een
persvoorlichtingsdienst.
En tenslotte, dat besloten is alvorens
een definitief oordeel uit te spreken,
over het voorstel gedaan in de laatste
algemeene vergadering van het Ned.
Rundveestamboek, om te komen tot
algemeen verplichte keuring van stie
ren van Rijkswege, het advies in te win
nen van de Vereeniging tot verbetering
van het Rundvee in Zeeland. De voor
zitter zegt het in de bedoeling ligt om
het voorstel aan de kringen en door
deze aan de afdeelingen ter bestudee
ring toe te zenden. Hij vraagt of thans
reeds iemand het woord er over wil
hebben.
De heer V erlare zou willen, dat
ook alle t.b. stieren afgekeurd werden.
De heer Zwagerman zeide zijn
standpunt reeds in de „Veldbode" uit
een te hebben gezet en dat dit artikel
waarschijnlijk deze week in 't Zeeuwsch
Landbouwblad zal verschijnen. De Ver
eeniging tot verbetering van het Rund
vee in Zeeland houdt binnenkort eene
vergadering ter bespreking dezer kwes
tie en zal dan een conclusie nemen. Het
voorstel van het N. R. S. is in dezen
vorm niet aanvaardbaar, daarbij komt,
dat slechts een klein deel der veehou
ders nl. 4 of 4 y2 pet. bij het stamboek
is aangesloten, en dat dit slechts over
3 pet. der stieren beschikt. Er zitten
moeilijke kanten aan deze zaak en ze
is te ingewikkeld om haar nu uitvoerig
toe te lichten. Tot den heer Verlare
zeide spr. dat het uitschakelen van alle
t.b.c. stieren de wet nog minder uit
voerbaar zou zijn.
De begrooting 1933 der maatschappij
ging artikelsgewijze onder den hamer
door.*
Intusschen waren ter vergadering ge
komen de heeren dr. H. J. Lovink, de
voorzitter der Hollandsche maatschap
pij van landbouw en dr. H. Molhuijsen,
secretaris van het K. N. L. C.
De voorzitter heette beide heeren
hartelijk welkom.
Hierna was aan de orde de vaststel
ling van de contributieregeling voor
1933. Hierbij had Bruinisse ter elfder
ure een voorstel ingediend om leden
grondeigenaren 1 te laten betalen en
verder de contributie van leden-begun
stigers.
De Voorzitter wilde het uitstel
len tot de volgende begrooting en in
de zomervergadering er over beslissen,
want men kan nu de gevolgen niet over
zien en de uitgaven zijn reeds op de
begrooting vastgesteld.
De heer K r e p e 1, Bruinisse, vreesde
dat nu reeds zulke personen bedanken
zullen.
De heer Mol, Wolphaartsdijk, zeide
opdracht te hebben voor te stellen per
h.a. 10 in plaats van 15 cent te bereke
nen.
De Voorzitter zeide ook dit te
moeten aanhouden, want invoering zou
een tekort op de begrooting ten gevolge
hebben.
De melkprijs op Walcheren.
De Voorzitter zeide, dat een van
de allerbelangrijkste vraagstukken voor
Walcheren een behoorlijke melkprijs is.
Het is bekend, dat deze al bijna een
jaar zeer onvoldoende is. Bovendien is
de opbrengst van de vroege aardappe
len en van de tuinbouwproducten zeer
gering geweest en waren de veeprijzen
uiterst laag. Dit maakt, dat speciaal het
kleine en middelgroote bedrijf op Wal
cheren in grooten nood verkeert. Nu
worden in overleg en medewerking van
de Z, L. M. sedert ongeveer 2 maan
den zeer ernstige pogingen aangewend
om op Walcheren te komen tot betere
melkprijzen voor den boer. De mogelijk
heid daartoe is aanwezig, omdat onge
veer 55 pet. van de op Walcheren ge
produceerde melk dient voor de me-
schelijke consumptie. Om die mogelijk
heid in het belang van den boerenstand
ook te kunnen benutten is noodig, dat
de consumptiemealk op een redelijk
prijspeil staat; dat de belanghebbenden
samenwerken om gemeenschappelijk de
last van de te weinig opbrengende indu-
striemelk te dragen en samen de voor-
deelen te genieten van de meer opbren
gende consumntieme'k en d-.'. :r .//ette
lijke sanctie komt cm mogelijk le; ma
ken, dat de redelijke uitvoering van h:t
stelsel verzekerd is.
Reeds hebben zich 95 pCt, van de boe
ren en 85 pCt. van den handel vereen
igd om samen de maatregelen toe te
passen, die noodig zijn om het doel te
bereiken. Ook de wettelijke sanctie, dus
invoering van de z.g.n. melkstabilisatie
is mogelijk. Daarin voorziet art. 14 van
de Crisis-Zuivelwet.
Het schijnt, dat de invloed van twee
particuliere handelaren, die nog geen
15 pCt. der melk omzetten zeer groot
is. Er schijnt achter de schermen hard
te worden gewerkt om de pogingen van
de groote meerderheid der belangheb
benden te doen mislukken. De Z.L.M.
is waakzaam in het belang van de Wal-
chersche boeren en schreef aan het be
stuur der Crisis-Zuivelcentrale en de Z.
L.M. zal zeker het gewicht van zijn ge-
heelèn invloed in de schaal leggen om
een redelijke oplossing in het belang
der boeren te verkrijgen.
De heer H. J. Dorst uit Stavenisse
vroeg of dit ook niet voor andere dee-
len der provincie van toepassing kan
zijn.
De Voorzitter zeide, dat men
voorloopig alleen voor Walcheren werkt,
maar gezien ook het werken van den
heer Zwagerman, zal dit ook voor elders
wellicht kunnen.
De heer Zwagerman wilde er
hangende de onderhandelingen niet te
veel van zeggen. Alleen dat de groote
van het percentage van groot belang is
om de sanctie te kunnen krijgen, maar
voor Tholen is het zeker geenszins uit
gesloten.
Binnen- en Buiteniandsche
moeilijkheden in den land
bouw.
Hierna verkreeg de heer dr. H. J.
Lovink het woord voor een rede
over bovengenoemd onderwerp.
Spr. begon met iets, dat maar indirect
met zijn onderwerp heeft te maken en
wel, dat tot zijn groote vreugde uit de
staatsbegrooting blijkt, dat men na lang
vragen een directeur-generaal van den
landbouw zal krijgen, wat spr. van groot
belang voor een goed contact tusschen
den landbouw en de regeering acht.
Komende tot zijn onderwerp zeide
spr. dat als feit vast staat, dat in de laat
ste 50 jaren, na de crisis der 80 jaren,
de landbouw in ons land mede dank
zij de wetenschap zeer vooruit is ge
gaan en dat het zich door zijn gunstige
ligging steeds meer op export is gaan
toeleggen. Men kwam na de tentoon
stelling in Amsterdam tot de oprichting
van proefstations, instituten en het aan
stellen van landbouwleeraren. Toen
werd ook besloten geen protectonistisch
beheer te voeren maar ging men zich
met kracht op de ontwikkeling van land
bouw toeleggen en kwam er krachtige
vooruitgang.
Eerst tijdens den oorlog en nu in de
zen tijd is weer gebleken, dat het zich
alleen toeleggen op export verkeerde
zijden heefi. Landen, die trouwe afne
mers waren, gaan thans een andere
richting op. Door hooge tariefmuuren
en anderszins gaan zij al meer en meer
de afname van onze producten belemme
ren. Men neemt maatregelen, die men
niet gedacht had er ooit zouden komen.
Daardoor is men in 1930 reeds moeten
beginnen met steun verleenen. Al die
maatregelen, de tarwewet uitgezonderd,
zijn er op gericht den buitenlandschen
invloed tegen te gaan.
De tarwewet vindt haar oorzaak in
het feit, dat men hier steeds te weinig
met binnenlandsche zaken rekening
heeft gehouden en is ontstaan door den
drang der omstandigheden. In de eerste
plaats is men gaan zorgen het product
zoo te maken, dat het gelijk komt met
het ingevoerde. Men heeft gedacht
toen men de wet invoerde „dat de we
reld in ons land zou inzakken. Maar nu
bevalt het inlandsch product in het ge
bruik goed. Men stelde destijds een
menggebod van 25 pet. vast, maar men
meende dat 15 pet. wel voldoende zou
blijken. Nu is brood met 30 tot 40 pet.
heel goed en zelfs een deskundige, die
er destijds tegen waarschuwde, moet
dit nu volmondig toegeven. Het is
noodzakelijk loonende producten te
kweeken en spr. kan niet begrijpen, dat
iemand zou zeggen, dat niet te willen.
Daarnaast noemt spr. de zuivelwet,
de Varkenswet en de beperkende mate
van invoer. Zonder de Crisiszuivelwet
zou het onmogelijk zijn een behoorlij
ken boterprijs te bereiken. Men heeft
het Nederlandsche publiek er toe moe
ten brengen iets te hoog te betalen,
voor de anders niet rendeerenden prijs
van den zuivel. Men moet voorzichtig
handelen met alles, ook met de moei
lijkheden van den afzet.
De varkenswet heeft ook veel moei
lijkheden en dit blijkt dagelijks. Maar
hoe men er ook over denkt, men moet
hulde brengen aan de regeering en haar
voorlichters. Toen men er in een klei
nen kring aan begon, zag men terecht
in, dat Engeland ook den invoer van
bacon zou gaan beperken en door tij
dig maatregelen te nemen voorkwam
men een groote catastrophe als bij het
verbod van invoer van levend vee in
Engeland. Nu keek men vooruit en was
op zijn quivive. Spr. wil niet te veel
in de toekomst kijken, maar thans
werkt de wet z. i. goed, al zijn er en
kele moeilijkheden in de streken met
zwaarmesterij. Het is beter 10 stuks te
fokken, waar aan me" .aauii, aan
50, waarmede men c.t niet doet. Naast
dit alles staat nc^ de contlgenteering
en den steun aan vlas en tuinbouw. Nog
andere maatregelen zijn in studie o.a.
voor steun aan den aardappelverbouw.
Ook in het buitenland zijn aangele
genheden voor wat land- en tuinbouw
betreft van groote beteekenis. Men
neemt ook daar maatregelen tegen de
richting in, die de laatste 50 jaar was
gevolgd. Men kan nog niet voorzien hoe
de toestanden zich ontwikkelen zullen.
Maar spr. meent men zal moeten ko
men tot zelfvoorziening, hoe en wan
neer is nog niet te beslissen. Het zal er
veel van afhangen hoe het buitenland
handelt en het behoeft wel geen betoog
dit nader toe te lichten. Duitschland
legt groote moeilijkheden in den weg
inzake uitvoer van ooft en tuinbouw
producten en ook met vleesch.
Maar de moeilijkheden in dat land
noopte ook tot maatregelen. Spr. wil
niet al die maatregelen opsommen en
goed praten, maar er is wel een verkla
ring voor te vinden. Spr. hoopt, dat
beide landen elkaar zullen vinden. Het
heeft ook reeds zeer de aandacht ge
trokken van de industrie in dat land en
spr. hoopt dat men elkaar zal gaan be
grijpen, zooals men het hier reeds doet.
Er komen ook in Duitschland al meer
en meer stemmen, die tot een vergelijk
met Nederland willen komen. Men moet
in acht nemen, dat de toestand in
Duitschland ook slecht is en daardoor
de afname reeds minder.
Maar toch meent spr., dat Duitsch
land niet zonder buiteniandsche produc
ten kan. Spr. betwijfelt of de huidige si
tuatie op den duur is vol te houden.
Na een enkel woord aan Frankrijk te
hebben gewijd, wijst spr. er op, dat als
iets is tegengevallen, het is, dat het groot
vrijhandel land Engeland zoo protectios
nistisch is geworden en zelfs zijn do-
mions voor zet bij andere landen. Dat
deze een speciaal tarief krijgen 's wel het
ergste voor ons, ook met het oog op
onze koloniën. Men moet komen tot
zelfvoorziening van de producten, die
met succes uit het buitenland werden
ingevoerd. Het huidige gevaar voor land
en tuinbouw is wellicht voor de toekomst
niet minder groot. Men heeft wel juist
voorzien, dat de groote oorlog funeste
gevolgen zou hebben. Op de economi
sche conferentie te Genève had men
zeer goede plannen, maar de werke
lijkheid bleek al spoedig heel anders te
zijn.
Spr. durft dan ook geen verwachtin
gen voor de tweede conferentie uit te
spreken en gelooft men steeds meer op
zich zelf zal zijn aangewezen. De z.g.n.
kleine entente is heel mooi, maar men
moet oppassen met de maatregelen, die
dikwijls inhouden het eigen belang der
verdedigers. Zeker zou men vrijhandel
moeten hebben, maar als de toestand
zich wijzigt, moet men heel voorzichtig
zijn zich ergens aan vast te leggen. Men
moet er goed op letten wat in het bui
tenland geschiedt. Men moet goed op
treden om verbetering te verkrijgen
voor den land- en tuinbouw.
Hiermede eindigde spr. onder applaus
der vergadering.
De heer H. J. Dorst, Stavenisse,
meende, dat als men zelfhelp wil toe
passen, ook de consument moet helpen,
maar ook meende spr. dat er een goed
koop crediet voor den landbouw moet
komen. Uit de gegevens van de grond
belasting concludeert spr. dat deze 12
millioen opbrengt, wat een kapitaal ver
tegenwoordigt van 300 millioen en waar
geheven wordt van een tiende van de
waarde, is de grond 3 milliard waard.
Daar tegenover staat, dat de Nederland
sche Bank 1375 millioen minder aan pa
pier uitgeeft, dan zij mag en spr, meent
dat men credieten aan den landbouw
kan verstrekken voor 5 pCt., als het rijk
daarvan dan 2 pCt, draagt, is dit 24 mil
lioen per jaar, maar er komt van terug
o.a. in den vorm van inkomstenbelasting.
Spr. zegt, dat er alom veel personeel is,
behalve bij financiën, want het duurt
zeer lang eer men bij reclames antwoord
heeft. Spr. dringt ook aan op meer toe
passing van het ruilsysteem en alleen
invoer toelaten als men ook hier koopt.
In 1914 werkten het land voor de steden
nu moet het andersom zijn. De land
bouwers moesten toen 30 pCt. van hun
oorlogswinst aan belasting betalen en
nu moeten de grondeigenaren maar 30
pCt. laten vallen. Het is goed dat men
in de landbouwmaatscliappijen niet aan
politiek doet, maar de politieke heeren
zijn bang voor de kiezers en daarom zou
spr. gaarne zien, dat men de verkiezin
gen van 1933 maar tot 1937 uitstelde.
De heer de Graaf f, Biezelinge, zei
de, dat de heer Lovink iets gezegd heeft
dat spreker uit het hart is gegrepen en
wel de zelfvoorziening. Dat is beter dan
alle regeeringsmaatregelen want het is
juist, dat het buitenland zich niets van
ons aantrekt.
Spr. betreurt het, dat de landbouw
beter steun krijgt dan de tuinbouw, die
stiefmoederlijk is bedeeld.
De heer F. Dekker, Axel, heeft wel
beluisterd, dat in de regeeringskringen
de mist nog niet is opgetrokken, want
de regeering begrijpt maar niet, dat de
landbouw de hoofdbron van bestaan is.
Zaalberg heeft zelfs gezegd, dat men
den landbouw niet noodig heeft. Boe
ren worden tot lijfeigenen gemaakt en
het is toch een eisch, dat deze 45 pet.
der Nederlanders voor him
taald worden. Het landbouwende deel
van ons volk, is de Koningin en de re
geering trouw en is rust-4, ,-._r men
moet hen niet terug drijven naar de uj-
den van kaas- en broodvolk. Spr.
vraagt waarom de boeren in Duitsch
land meer voor hun product krijgen de
hier.
De heer L a m p e r t, Gapinge, vroeg
naar het dreigement met boycot.
De heer De Buck, Meliskerke,
wees op de wenschelijkheid van bevor
dering van teelt van witte boonen, te
meer daar ze in het buitenland slechter
zijn.
De heer Lovink deelde mede, dat
de credietverleening in verren staat van
voorbereiding is. Het is juist er wel cr'
tiek op de pachtwet is, maar men heeft
wel begrepen er nog wel eens wijzigin
gen noodig konden zijn en zoo möe
men ook het credietvraagstuk goed on
der de oogen zien. De bevolking betaalt
nu wel iets meer dan noodig is, maar als
er geen wetten waren, was alles weg
geweest. Thans is de toestand in
Duitschland ook zeer slecht. De wensch
naar meer ambtenaren zal spr. direct
aan den minister overbrengen. (Hilari
teit). Spr. geeft toe er nog meer steun
voor den tuinbouw moest zijn, maar men
heeft hier met groote moeilijkheden te
kampen en men kan dezen steun niet
afwentelen, hij moet direct uit de staats
kas komen. De minister heeft gezegd,
niet meer te doen, maar mocht het nog
noodig blijken, dan zal hij zeker den
weg naar de Kamer weten te vinden.
De rechten op de tuinbouw-artikelen
zijn in jaren niet verhoogd. Spr. wil niet
over boycot oordeelen maar weet wel,
dat hetgeen de regeering in zake de
Duitsche onderhandelingen deed het
sterkste was wat hij kent. Men kan de
zaken niet met een handomdraai ver
beteren. Spr. mist de kennis om door
den mist heen te kijken. Men moet
trachten met elkaar aan een tafel te
gaan zitten en onderhandelen. Spr,
hoopt dat men elders zal begrijpen, dat
Nederland ook moet blijven leven en
dat niet alles van één kant kan komen.
De ruiling gaat nu reeds heel goed.
Maar men voert naar Duitschland veel
al luxe producten uit en dan neemt men
daar een ander standpunt in dan tegen
over noodzakelijke behoeften. Men moet
blijven waken op den tijd, dat uitvoer
weer mogelijk zal zijn en zijn beste been
tje blijven voor zetten. Men moet zacht
jes aan de zaken omzetten zonder al te
groote schokken. Men is nog lang niet,
waar men wezen moet. Maar spr. is
overtuigd, dat als men zich blijft inspan
nen, men met Gods hulp alles te boven
zal komen.
De Voorzitter zeide tot den heer
De Buck, dat inzake de witte boonen
ook reeds besprekingen bij het K. N. L.
C. gaande zijn.
De heer H. J. Dorst stelde nu een
motie voor het hoofdbestuur uit te noo-
digen via het N. L. C. bij de regeering
aan te dringen op het nemen van
zulke maatregelen, die moeten dienen
tot spoedige opleving van land- en
tuinbouw.
Zulks door het verleenen van goed-
koope credieten namelijk voor 3 pet.,
het vaststellen van minimumprijzen
voor land- en tuinbouwproducten, 30
pet. toeslag voor de kosten der lande
rijen, verruiming van de ruilingsmoge
lijkheden van objecten met landen met
hooge tolmuren, productieve werkver
schaffing en uitstel van de kamerver
kiezing tot 1937.
De voorzitter zou zich tot het
begin van de motie willen bepalen, de
meeste wenschen van den heer Dorst
zijn reeds in onderzoek en wat het laat
ste betreft dit kan niet, want dat
zou grondwetsherziening noodzakelijk
maken.
De heer Drost begrijpt niet, waarom
men niet enkele dingen met name kan
noemen.
De heer D i e 1 e m a n wil in ieder
geval geen cijfers noemen.
De heer Gast hoopte juist met de
verkiezingen mannen als Lovink in de
kamer te brengen, die voor de belangen
van den landbouw opkomen.
De motie zooals de voorzitter haar
gewijzigd had wordt z.h.s. aangenomen,
De heer K 1 o m p e, Serooskerke
(Sch.) wees er op, dat de schapenfok
kerij in Zeeland geheel tegen den grond
ligt. heel wat anders dan in Holland.
zal zijn, dat de zeedijken
en schorren niet meer tc „j-auici;
zijr. L> he* nationale crisiscomité is voor
giften in natura gepleit voor dekens van
zmz fcmandsche gemaakt in Neder
landsche fabrieken üuui Nederlandsche
arbeiders, maar er kwam niets van, Spr.
vraagt hoe het met den steun voor den
uitvoer van schapen staat. Hij hoort
dat er een potje is gemaakt, maar hij
heeft er nog niets van gemerkt.
De heer v. d. W e r f, Rilland-Bath, zou
gaarne willen weten wat er inzake de
aardappelen te wachten is.
De heer Lovink zeide over de aard
appelen niet te zullen uitweiden, na er
een voorstel is, waaraan ook een
Zeeuwsche deskundige heeft medege
werkt. Als de plannen slagen is dit ten