LANDBOUW. ALGEMEENE VERGADERING Z. L. M. De overdrukken van de onlangs door mr. J. H. Bybau in het Zeeuwsch Genootschap der We tenschappen uitgesproken rede over „Een Zeeuwsch Regent uit hei laatst der XVIIIe eeuw", komen midden deze week van de pers; daarna volgt onmid dellijk toezending aan hen, die een exemplaar bestelden. Nieuwe bestellingen worden, tegen ver goeding van 12 cent in post zegels of contanten, nog bij de administratie van ons blad in ontvangst genomen. De Directie. De Zeeuwsche Landbouwmaatschap- pij hield Maandag eene algemeene ver gadering op de bovenzaal der sociëteit de Vergenoeging te Middelburg. De voorzitter, de heer mr. P. D i e 1 e- m a n, opende de zeer goed bezochie vergadering met woorden van welkom speciaal tot den Commissaris der Ko ningin en sprak zijn voldoening uit, dat deze weer aanwezig is na het ongeluk, dat hem en zijn familie is overkomen. Verder den heer mr. R. M. van Dussel- dorp, die met den griffier, mr. dr. Tei legen, Ged. Staten vertegenwoordigde, waarbij hij de overige leden, speciaal den heer Van Bommel van Vloten, ex cuseerde. Nog heette spr. verschillende adviseurs welkom en vertegenwoordi gers van enkele organisaties. Ook de afgevaardigden van de nieuwe afdee- lingen te Kapelle, Aagtekerke en Grijps kerke riep spr. een bijzonder woord van welkom toe en bracht hen dank, dat zij de afdeelingen oprichtten. Spr. wees er vervolgens op, dat nog steeds het handelsverkeer wordt belem merd en komt dan op de bezuiningen, die bij den post worden ingevoerd waar door het platteland wordt benadeeld., Ook inzake de opheffing van de kan tongerechten in vele plaatsen zal men meermalen een dag kwijt zijn voor een gewone beëediging. Daarbij wordt de kans op een verbaal met de steeds in aantal toenemen van de wetten, tegen wier overtreding straf is bepaald. De kantonrechter te Middelburg en Goes zal er heel Westelijk Zeeuwsch Vlaan deren bij krijgen en dan neemt het aan tal zaken zoo toe, dat niet e3alles vol doende serieus kan worden behandeld. De tegenwoordige functionnaris kan dit wellicht nog wel door zijn groote werk lust en rijke ervaring. Toch zal men het in Den Haag weer wel beter weten. De politiek riep vroeger steeds om vrijhandel, weg met de economische belemmeringen, maar groote economen erkennen thans, het bankroet van dit stelsel. Spr. meent, dat men zich niet kan verbinden geen nieuwe invoer rechten te heffen of bestaande te ver- hoogen, daardoor wordt men een speel bal van groote landen. Men heeft een kranig regeeringspersoon aan het hoofd van landbouw, spr. hoopt, dat dat deze spoedig het credietwezen zal inrichten. Spr. is van meening, dat 40 tot 50 pet. inlandsche tarwe goed is voor den smaak, en meent, dat de bie- tensteun niet telkens maar voor één jaar moet worden vastgesteld. Abnor male tijden eischen abnormale maatre gelen, bij het begin van den oorlog kon men die direct tot stand brengen en waarom meoet het nu zoo lang duren. Als het noodig is een zaaiplan vast te stellen dan moet het gebeuren, maar dan moet de consument ook inlandsche producten moeten koopen. Voor de v/egen is 25 pCt kosten voor de onderhoudsplichtigen meermalen te zwaar en dan moet men daar van hoo- gerhand niet aan vasthouden, er is nog veel te verbeteren en er is groote werk loosheid. Spr. is volkomen overtuigd, de tijden zijn moeilijk, maar steun aan den landbouw beteekent ook steun aan den middenstand en de industrie. De landbouw is het fundament, de grond slag van heel ons volksbestaan. Men komt er niet met revolutie, maar men moet met klimmende ernst blijven strij den ook in het belang van de geheele bevolking. Strijd en lijden vormt karak ter. Spr. komt op tegen de pogingen tot scheiding in den landbouw. Hij hoorde van gevallen, dat men de Z. L, M. verlaat, omdat de contributie bij den Chr. Land- en Tuindersbond iets lager is en dat is dan toch niet om de overtuiging, dat men Christelijk georga niseerd moet zijn. Binnenkort zullen dan ook de Coöperatie Eiland Walche ren en de Coöperatieve Melkfabriek gesplitst moeten worden. Daar worden echter algemeene belangen behartigd, maar dat is in de Z. L. M. ook zoo. Laat men toch voorzichtig zijn en niet uit een halen, wat altijd vereenigd was. Spr. eindigt met er op te wijzen, dat de toekomst nog duister is en met een vers van den Franschman Lammetine, die opwekt tot voortgaan. (Applaus). De vergadering benoemde op voor stel van den voorzitter den heer Ir. J. Siebenga, den afgetreden secretaris, tot eere-lid der maatschappij. Hierna deed de Voorzitter een groot aantal mededeelingen, waarvan de meeste reeds in verslagen van verga deringen van dagelijksch- of hoofdbe stuur zijn vermeld. Dit is niet hof rfoVal met de volgende: Dat er verschillende besprekingen in en buiten Zeeland hebben plaats gehad over het vraagstuk van den afzet van de groote aardappeloogst tegen ver hoogden prijs en dat voorstellen tot steunverleening via het K. N. L. C. bijj de landbouw crisiscommissie zijn inge diend. Dat met de N.V, Uitgevers Maat schappij Tjeenk Willink te Zwolle een accoord is getroffen voor de levering van den Staringalmanak voor Zeeland, waardoor de oude almanak der Maat schappij tot het verleden behoort. Dat verschillende gemeenten en pol ders reeds adhaesie betuigden aan het adres der Z. L. M. aan den minister van Waterstaat in het belang van de gebrui kers der gronden, die liggen in het ge bied der verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland. Dat op een verzoek om de beperken de bepalingen van den uitzaai van tar we op te heffen en een richtprijs van 12 voor 1933 vast te stellen de minis ter van Economische Zaken en Arbeid heeft geantwoord, dat minstens een prijs van f 10 zal kunnen worden uitbe taald en dat hem de limiteering der uit breiding van de tarweteelt tot 1/3 van het bouwland in het belang van den landbouwer schijnt te zijn. Dat benoemd is tot secretaris der maatschappij de heer Ir. J. D. Dorst, wien spr. ook in deze algemeene verga dering geluk wenscht met het vertrou wen in hem gesteld, Spr. hoopt, dat de heer Dorst met kracht en energie zal werkzaam zijn in het belang van den Zeeuwschen landbouw. Dat aan het K. N. L. C. is gevraagd stappen te doen om te komen tot een persvoorlichtingsdienst. En tenslotte, dat besloten is alvorens een definitief oordeel uit te spreken, over het voorstel gedaan in de laatste algemeene vergadering van het Ned. Rundveestamboek, om te komen tot algemeen verplichte keuring van stie ren van Rijkswege, het advies in te win nen van de Vereeniging tot verbetering van het Rundvee in Zeeland. De voor zitter zegt het in de bedoeling ligt om het voorstel aan de kringen en door deze aan de afdeelingen ter bestudee ring toe te zenden. Hij vraagt of thans reeds iemand het woord er over wil hebben. De heer V erlare zou willen, dat ook alle t.b. stieren afgekeurd werden. De heer Zwagerman zeide zijn standpunt reeds in de „Veldbode" uit een te hebben gezet en dat dit artikel waarschijnlijk deze week in 't Zeeuwsch Landbouwblad zal verschijnen. De Ver eeniging tot verbetering van het Rund vee in Zeeland houdt binnenkort eene vergadering ter bespreking dezer kwes tie en zal dan een conclusie nemen. Het voorstel van het N. R. S. is in dezen vorm niet aanvaardbaar, daarbij komt, dat slechts een klein deel der veehou ders nl. 4 of 4 y2 pet. bij het stamboek is aangesloten, en dat dit slechts over 3 pet. der stieren beschikt. Er zitten moeilijke kanten aan deze zaak en ze is te ingewikkeld om haar nu uitvoerig toe te lichten. Tot den heer Verlare zeide spr. dat het uitschakelen van alle t.b.c. stieren de wet nog minder uit voerbaar zou zijn. De begrooting 1933 der maatschappij ging artikelsgewijze onder den hamer door.* Intusschen waren ter vergadering ge komen de heeren dr. H. J. Lovink, de voorzitter der Hollandsche maatschap pij van landbouw en dr. H. Molhuijsen, secretaris van het K. N. L. C. De voorzitter heette beide heeren hartelijk welkom. Hierna was aan de orde de vaststel ling van de contributieregeling voor 1933. Hierbij had Bruinisse ter elfder ure een voorstel ingediend om leden grondeigenaren 1 te laten betalen en verder de contributie van leden-begun stigers. De Voorzitter wilde het uitstel len tot de volgende begrooting en in de zomervergadering er over beslissen, want men kan nu de gevolgen niet over zien en de uitgaven zijn reeds op de begrooting vastgesteld. De heer K r e p e 1, Bruinisse, vreesde dat nu reeds zulke personen bedanken zullen. De heer Mol, Wolphaartsdijk, zeide opdracht te hebben voor te stellen per h.a. 10 in plaats van 15 cent te bereke nen. De Voorzitter zeide ook dit te moeten aanhouden, want invoering zou een tekort op de begrooting ten gevolge hebben. De melkprijs op Walcheren. De Voorzitter zeide, dat een van de allerbelangrijkste vraagstukken voor Walcheren een behoorlijke melkprijs is. Het is bekend, dat deze al bijna een jaar zeer onvoldoende is. Bovendien is de opbrengst van de vroege aardappe len en van de tuinbouwproducten zeer gering geweest en waren de veeprijzen uiterst laag. Dit maakt, dat speciaal het kleine en middelgroote bedrijf op Wal cheren in grooten nood verkeert. Nu worden in overleg en medewerking van de Z, L. M. sedert ongeveer 2 maan den zeer ernstige pogingen aangewend om op Walcheren te komen tot betere melkprijzen voor den boer. De mogelijk heid daartoe is aanwezig, omdat onge veer 55 pet. van de op Walcheren ge produceerde melk dient voor de me- schelijke consumptie. Om die mogelijk heid in het belang van den boerenstand ook te kunnen benutten is noodig, dat de consumptiemealk op een redelijk prijspeil staat; dat de belanghebbenden samenwerken om gemeenschappelijk de last van de te weinig opbrengende indu- striemelk te dragen en samen de voor- deelen te genieten van de meer opbren gende consumntieme'k en d-.'. :r .//ette lijke sanctie komt cm mogelijk le; ma ken, dat de redelijke uitvoering van h:t stelsel verzekerd is. Reeds hebben zich 95 pCt, van de boe ren en 85 pCt. van den handel vereen igd om samen de maatregelen toe te passen, die noodig zijn om het doel te bereiken. Ook de wettelijke sanctie, dus invoering van de z.g.n. melkstabilisatie is mogelijk. Daarin voorziet art. 14 van de Crisis-Zuivelwet. Het schijnt, dat de invloed van twee particuliere handelaren, die nog geen 15 pCt. der melk omzetten zeer groot is. Er schijnt achter de schermen hard te worden gewerkt om de pogingen van de groote meerderheid der belangheb benden te doen mislukken. De Z.L.M. is waakzaam in het belang van de Wal- chersche boeren en schreef aan het be stuur der Crisis-Zuivelcentrale en de Z. L.M. zal zeker het gewicht van zijn ge- heelèn invloed in de schaal leggen om een redelijke oplossing in het belang der boeren te verkrijgen. De heer H. J. Dorst uit Stavenisse vroeg of dit ook niet voor andere dee- len der provincie van toepassing kan zijn. De Voorzitter zeide, dat men voorloopig alleen voor Walcheren werkt, maar gezien ook het werken van den heer Zwagerman, zal dit ook voor elders wellicht kunnen. De heer Zwagerman wilde er hangende de onderhandelingen niet te veel van zeggen. Alleen dat de groote van het percentage van groot belang is om de sanctie te kunnen krijgen, maar voor Tholen is het zeker geenszins uit gesloten. Binnen- en Buiteniandsche moeilijkheden in den land bouw. Hierna verkreeg de heer dr. H. J. Lovink het woord voor een rede over bovengenoemd onderwerp. Spr. begon met iets, dat maar indirect met zijn onderwerp heeft te maken en wel, dat tot zijn groote vreugde uit de staatsbegrooting blijkt, dat men na lang vragen een directeur-generaal van den landbouw zal krijgen, wat spr. van groot belang voor een goed contact tusschen den landbouw en de regeering acht. Komende tot zijn onderwerp zeide spr. dat als feit vast staat, dat in de laat ste 50 jaren, na de crisis der 80 jaren, de landbouw in ons land mede dank zij de wetenschap zeer vooruit is ge gaan en dat het zich door zijn gunstige ligging steeds meer op export is gaan toeleggen. Men kwam na de tentoon stelling in Amsterdam tot de oprichting van proefstations, instituten en het aan stellen van landbouwleeraren. Toen werd ook besloten geen protectonistisch beheer te voeren maar ging men zich met kracht op de ontwikkeling van land bouw toeleggen en kwam er krachtige vooruitgang. Eerst tijdens den oorlog en nu in de zen tijd is weer gebleken, dat het zich alleen toeleggen op export verkeerde zijden heefi. Landen, die trouwe afne mers waren, gaan thans een andere richting op. Door hooge tariefmuuren en anderszins gaan zij al meer en meer de afname van onze producten belemme ren. Men neemt maatregelen, die men niet gedacht had er ooit zouden komen. Daardoor is men in 1930 reeds moeten beginnen met steun verleenen. Al die maatregelen, de tarwewet uitgezonderd, zijn er op gericht den buitenlandschen invloed tegen te gaan. De tarwewet vindt haar oorzaak in het feit, dat men hier steeds te weinig met binnenlandsche zaken rekening heeft gehouden en is ontstaan door den drang der omstandigheden. In de eerste plaats is men gaan zorgen het product zoo te maken, dat het gelijk komt met het ingevoerde. Men heeft gedacht toen men de wet invoerde „dat de we reld in ons land zou inzakken. Maar nu bevalt het inlandsch product in het ge bruik goed. Men stelde destijds een menggebod van 25 pet. vast, maar men meende dat 15 pet. wel voldoende zou blijken. Nu is brood met 30 tot 40 pet. heel goed en zelfs een deskundige, die er destijds tegen waarschuwde, moet dit nu volmondig toegeven. Het is noodzakelijk loonende producten te kweeken en spr. kan niet begrijpen, dat iemand zou zeggen, dat niet te willen. Daarnaast noemt spr. de zuivelwet, de Varkenswet en de beperkende mate van invoer. Zonder de Crisiszuivelwet zou het onmogelijk zijn een behoorlij ken boterprijs te bereiken. Men heeft het Nederlandsche publiek er toe moe ten brengen iets te hoog te betalen, voor de anders niet rendeerenden prijs van den zuivel. Men moet voorzichtig handelen met alles, ook met de moei lijkheden van den afzet. De varkenswet heeft ook veel moei lijkheden en dit blijkt dagelijks. Maar hoe men er ook over denkt, men moet hulde brengen aan de regeering en haar voorlichters. Toen men er in een klei nen kring aan begon, zag men terecht in, dat Engeland ook den invoer van bacon zou gaan beperken en door tij dig maatregelen te nemen voorkwam men een groote catastrophe als bij het verbod van invoer van levend vee in Engeland. Nu keek men vooruit en was op zijn quivive. Spr. wil niet te veel in de toekomst kijken, maar thans werkt de wet z. i. goed, al zijn er en kele moeilijkheden in de streken met zwaarmesterij. Het is beter 10 stuks te fokken, waar aan me" .aauii, aan 50, waarmede men c.t niet doet. Naast dit alles staat nc^ de contlgenteering en den steun aan vlas en tuinbouw. Nog andere maatregelen zijn in studie o.a. voor steun aan den aardappelverbouw. Ook in het buitenland zijn aangele genheden voor wat land- en tuinbouw betreft van groote beteekenis. Men neemt ook daar maatregelen tegen de richting in, die de laatste 50 jaar was gevolgd. Men kan nog niet voorzien hoe de toestanden zich ontwikkelen zullen. Maar spr. meent men zal moeten ko men tot zelfvoorziening, hoe en wan neer is nog niet te beslissen. Het zal er veel van afhangen hoe het buitenland handelt en het behoeft wel geen betoog dit nader toe te lichten. Duitschland legt groote moeilijkheden in den weg inzake uitvoer van ooft en tuinbouw producten en ook met vleesch. Maar de moeilijkheden in dat land noopte ook tot maatregelen. Spr. wil niet al die maatregelen opsommen en goed praten, maar er is wel een verkla ring voor te vinden. Spr. hoopt, dat beide landen elkaar zullen vinden. Het heeft ook reeds zeer de aandacht ge trokken van de industrie in dat land en spr. hoopt dat men elkaar zal gaan be grijpen, zooals men het hier reeds doet. Er komen ook in Duitschland al meer en meer stemmen, die tot een vergelijk met Nederland willen komen. Men moet in acht nemen, dat de toestand in Duitschland ook slecht is en daardoor de afname reeds minder. Maar toch meent spr., dat Duitsch land niet zonder buiteniandsche produc ten kan. Spr. betwijfelt of de huidige si tuatie op den duur is vol te houden. Na een enkel woord aan Frankrijk te hebben gewijd, wijst spr. er op, dat als iets is tegengevallen, het is, dat het groot vrijhandel land Engeland zoo protectios nistisch is geworden en zelfs zijn do- mions voor zet bij andere landen. Dat deze een speciaal tarief krijgen 's wel het ergste voor ons, ook met het oog op onze koloniën. Men moet komen tot zelfvoorziening van de producten, die met succes uit het buitenland werden ingevoerd. Het huidige gevaar voor land en tuinbouw is wellicht voor de toekomst niet minder groot. Men heeft wel juist voorzien, dat de groote oorlog funeste gevolgen zou hebben. Op de economi sche conferentie te Genève had men zeer goede plannen, maar de werke lijkheid bleek al spoedig heel anders te zijn. Spr. durft dan ook geen verwachtin gen voor de tweede conferentie uit te spreken en gelooft men steeds meer op zich zelf zal zijn aangewezen. De z.g.n. kleine entente is heel mooi, maar men moet oppassen met de maatregelen, die dikwijls inhouden het eigen belang der verdedigers. Zeker zou men vrijhandel moeten hebben, maar als de toestand zich wijzigt, moet men heel voorzichtig zijn zich ergens aan vast te leggen. Men moet er goed op letten wat in het bui tenland geschiedt. Men moet goed op treden om verbetering te verkrijgen voor den land- en tuinbouw. Hiermede eindigde spr. onder applaus der vergadering. De heer H. J. Dorst, Stavenisse, meende, dat als men zelfhelp wil toe passen, ook de consument moet helpen, maar ook meende spr. dat er een goed koop crediet voor den landbouw moet komen. Uit de gegevens van de grond belasting concludeert spr. dat deze 12 millioen opbrengt, wat een kapitaal ver tegenwoordigt van 300 millioen en waar geheven wordt van een tiende van de waarde, is de grond 3 milliard waard. Daar tegenover staat, dat de Nederland sche Bank 1375 millioen minder aan pa pier uitgeeft, dan zij mag en spr, meent dat men credieten aan den landbouw kan verstrekken voor 5 pCt., als het rijk daarvan dan 2 pCt, draagt, is dit 24 mil lioen per jaar, maar er komt van terug o.a. in den vorm van inkomstenbelasting. Spr. zegt, dat er alom veel personeel is, behalve bij financiën, want het duurt zeer lang eer men bij reclames antwoord heeft. Spr. dringt ook aan op meer toe passing van het ruilsysteem en alleen invoer toelaten als men ook hier koopt. In 1914 werkten het land voor de steden nu moet het andersom zijn. De land bouwers moesten toen 30 pCt. van hun oorlogswinst aan belasting betalen en nu moeten de grondeigenaren maar 30 pCt. laten vallen. Het is goed dat men in de landbouwmaatscliappijen niet aan politiek doet, maar de politieke heeren zijn bang voor de kiezers en daarom zou spr. gaarne zien, dat men de verkiezin gen van 1933 maar tot 1937 uitstelde. De heer de Graaf f, Biezelinge, zei de, dat de heer Lovink iets gezegd heeft dat spreker uit het hart is gegrepen en wel de zelfvoorziening. Dat is beter dan alle regeeringsmaatregelen want het is juist, dat het buitenland zich niets van ons aantrekt. Spr. betreurt het, dat de landbouw beter steun krijgt dan de tuinbouw, die stiefmoederlijk is bedeeld. De heer F. Dekker, Axel, heeft wel beluisterd, dat in de regeeringskringen de mist nog niet is opgetrokken, want de regeering begrijpt maar niet, dat de landbouw de hoofdbron van bestaan is. Zaalberg heeft zelfs gezegd, dat men den landbouw niet noodig heeft. Boe ren worden tot lijfeigenen gemaakt en het is toch een eisch, dat deze 45 pet. der Nederlanders voor him taald worden. Het landbouwende deel van ons volk, is de Koningin en de re geering trouw en is rust-4, ,-._r men moet hen niet terug drijven naar de uj- den van kaas- en broodvolk. Spr. vraagt waarom de boeren in Duitsch land meer voor hun product krijgen de hier. De heer L a m p e r t, Gapinge, vroeg naar het dreigement met boycot. De heer De Buck, Meliskerke, wees op de wenschelijkheid van bevor dering van teelt van witte boonen, te meer daar ze in het buitenland slechter zijn. De heer Lovink deelde mede, dat de credietverleening in verren staat van voorbereiding is. Het is juist er wel cr' tiek op de pachtwet is, maar men heeft wel begrepen er nog wel eens wijzigin gen noodig konden zijn en zoo möe men ook het credietvraagstuk goed on der de oogen zien. De bevolking betaalt nu wel iets meer dan noodig is, maar als er geen wetten waren, was alles weg geweest. Thans is de toestand in Duitschland ook zeer slecht. De wensch naar meer ambtenaren zal spr. direct aan den minister overbrengen. (Hilari teit). Spr. geeft toe er nog meer steun voor den tuinbouw moest zijn, maar men heeft hier met groote moeilijkheden te kampen en men kan dezen steun niet afwentelen, hij moet direct uit de staats kas komen. De minister heeft gezegd, niet meer te doen, maar mocht het nog noodig blijken, dan zal hij zeker den weg naar de Kamer weten te vinden. De rechten op de tuinbouw-artikelen zijn in jaren niet verhoogd. Spr. wil niet over boycot oordeelen maar weet wel, dat hetgeen de regeering in zake de Duitsche onderhandelingen deed het sterkste was wat hij kent. Men kan de zaken niet met een handomdraai ver beteren. Spr. mist de kennis om door den mist heen te kijken. Men moet trachten met elkaar aan een tafel te gaan zitten en onderhandelen. Spr, hoopt dat men elders zal begrijpen, dat Nederland ook moet blijven leven en dat niet alles van één kant kan komen. De ruiling gaat nu reeds heel goed. Maar men voert naar Duitschland veel al luxe producten uit en dan neemt men daar een ander standpunt in dan tegen over noodzakelijke behoeften. Men moet blijven waken op den tijd, dat uitvoer weer mogelijk zal zijn en zijn beste been tje blijven voor zetten. Men moet zacht jes aan de zaken omzetten zonder al te groote schokken. Men is nog lang niet, waar men wezen moet. Maar spr. is overtuigd, dat als men zich blijft inspan nen, men met Gods hulp alles te boven zal komen. De Voorzitter zeide tot den heer De Buck, dat inzake de witte boonen ook reeds besprekingen bij het K. N. L. C. gaande zijn. De heer H. J. Dorst stelde nu een motie voor het hoofdbestuur uit te noo- digen via het N. L. C. bij de regeering aan te dringen op het nemen van zulke maatregelen, die moeten dienen tot spoedige opleving van land- en tuinbouw. Zulks door het verleenen van goed- koope credieten namelijk voor 3 pet., het vaststellen van minimumprijzen voor land- en tuinbouwproducten, 30 pet. toeslag voor de kosten der lande rijen, verruiming van de ruilingsmoge lijkheden van objecten met landen met hooge tolmuren, productieve werkver schaffing en uitstel van de kamerver kiezing tot 1937. De voorzitter zou zich tot het begin van de motie willen bepalen, de meeste wenschen van den heer Dorst zijn reeds in onderzoek en wat het laat ste betreft dit kan niet, want dat zou grondwetsherziening noodzakelijk maken. De heer Drost begrijpt niet, waarom men niet enkele dingen met name kan noemen. De heer D i e 1 e m a n wil in ieder geval geen cijfers noemen. De heer Gast hoopte juist met de verkiezingen mannen als Lovink in de kamer te brengen, die voor de belangen van den landbouw opkomen. De motie zooals de voorzitter haar gewijzigd had wordt z.h.s. aangenomen, De heer K 1 o m p e, Serooskerke (Sch.) wees er op, dat de schapenfok kerij in Zeeland geheel tegen den grond ligt. heel wat anders dan in Holland. zal zijn, dat de zeedijken en schorren niet meer tc „j-auici; zijr. L> he* nationale crisiscomité is voor giften in natura gepleit voor dekens van zmz fcmandsche gemaakt in Neder landsche fabrieken üuui Nederlandsche arbeiders, maar er kwam niets van, Spr. vraagt hoe het met den steun voor den uitvoer van schapen staat. Hij hoort dat er een potje is gemaakt, maar hij heeft er nog niets van gemerkt. De heer v. d. W e r f, Rilland-Bath, zou gaarne willen weten wat er inzake de aardappelen te wachten is. De heer Lovink zeide over de aard appelen niet te zullen uitweiden, na er een voorstel is, waaraan ook een Zeeuwsche deskundige heeft medege werkt. Als de plannen slagen is dit ten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 6